a ruim 113 jaar aatste editie van Iet Vaderland 'utobahn vijftig jaar lUbl :m I ie rul van hun i schi hel ?c/. Ik ren HAAG „Ik zie rond en glimlach". Deze woorden prij- da[ op de sokkel van het beeldje van Flaneur alias Hendrik bovei da grijkè in vai op pi een n een een ederl kami eens iet wi aan. r red an Ni i mer, ezen. somt ntatié rdt, te rtelt 5 Oos ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1902 naar op het Lange Voorhout in Den Haag. Maar vandaag m geen enkele aanleiding tot die glimlach: vanmorgen ver- n de allerlaatste editie van het dagblad, waaraan Flaneur E. Elias tientallen jaren, tot zijn dood in 1967, met en ziel heeft meegewerkt. Het Vaderland. In dit zeer om- ijke nummer vol met kleurenfoto's wordt onder de kapi- cop VAARWEL bijna honderd pagina's lang teruggeblikt rijke historie van deze Haagse krant. t /°ui|e enjge aandeelhoudster van j. De Courant Het Vaderland, derlandse Dagblad Unie B.V., mei aankondigde, dat naar mening de uitgave van het vö l(* Het Vaderland op korte chirti n beëindigd zou moeten wor- ^wam de klap heel hard aan. eerste plaats bij de werkne- den'\ 'an ^et Vaderland, die in het ^van 1981 na een ingrijpende intensief hun beste krach- adden geschonken aan Het land-nieuwe-stijl, maar ook loze Hagenaars en oud-Hage- m voor wie Den Haag en Het va[ land bijna onverbrekelijk ^lkaar verbonden zijn. ,,Den zonder Het Vaderland? Je iet je nauwelijks voorstellen", e menige verstokte Vader- zer dezer dagen op. :h is het zo: na meer dan 113 "lu uit Het Vaderland zijn roem- t en veelbewogen bestaan af. roor de dagbladwereld als ge- i het teloorgaan van Het Va- d een trieste zaak. Het is in jaren voorgekomen dat een ndtitel verdwijnt. Zeker, er is 1 lang sprake van verschra- i de wereld van de gedrukte Vooral de laatste vijftien ;bben tal van fusies en reor- ties in deze sector plaats ge- nhoui el aantal zelfstandige dagbla- ^rnemingen is stejk gedaald, ook voorgekomen dat een J werd omgezet in een ''ac* maar dat een lelemaal verdwijnt, nee, dat i we al die jaren gelukkig leegemaakt. Ook daarom is rscheiden van Het Vaderland izienbarende, trieste, gebeur- raai 0 beel agblad Het Vaderland werd opgericht door de uitgevers t nothus Nijhoff in Den Haag, ho Sijthoff in Leiden en D. A. ra e in Arnhem. Het moest ld, di ht liberale krant worden, in e ing van het in 1828 in Am- of w n opgerichte Algemeen Han- ra; id en de in 1844 gestichte e kai e Rotterdamsche Courant, dertientallen jaren later werd 'ld va 4.V. eigenaresse van de aan- ting v van De Courant Het Vader- mweg zucht, kken Het Vaderland-gebouw aan de Parkstraat in Den Haag. Decennia lang was de krant daar gevestigd, maar vorig jaar werd het pand verlaten. Hemels memoreert in zijn in verschenen dissertatie dat 'f mat e oprichting van Het Vader- 1869 moet zien in het licht te verwachten afschaffing n het ?t dagbladzegel. Het slot van toegt erste hoofdartikel van de luidde als volgt: „Meer dan rust op de Nederlandsche kader listiek. nu ze geheel geëman- ortter d is. een zware taak. Meerde Ni heid brengt grootere verant- de elijkheid mede, en de roe- prodler dagbladpers om met beza- zelbaleid en goede trouw het pu- Noori voor te gaan op den weg naar nee d toek behoort door haar, nu ze wort leer door fiscale banden ge wordt. onafgebroken in het de p/èhouden te worden. Dit is al- t het j onze opvatting van de taak ui ?n journalist en wij hopen dit sr te verloochenen". si tui jè er hei st U'aderland profileerde zich in derdaad van het begin af als een li berale krant, tegenwicht van het conservatieve dagblad van Zuid- Holland en 's-Gravenhage. Maar het kreeg een heel bijzondere faam nadat het in 1876 de eerste Neder landse krant met een eigen rubriek „Kunst en Letteren" was gewor den. En daarmee was de weg naar grote bloei geopend. Decennia lang had Het Vaderland de eerste afle vering van Eline Vere van Louis Couperus geplaatst. En Couperus was een eersteling onder de vele letterkundigen, die hun naam aan Het Vaderland verbonden. Na hem kwamen grootmeesters als Menno ter Braak, Jacob Israël de Haan, J. C. Bloem, Jan Greshoff. Pierre H. Dubois, Margaretha Ferguson en Paul de Wispelaere, om ons tot hen te beperken. Vooral door hun bijdragen werd Het Vaderland ook ver buiten de Haagse regio gelezen en liepen zelfs talrijke kunstliefhebbers in het op dit gebied zo verwende Amsterdam regelmatig naar het Damrak om een los exemplaar van Het Vader land te pakken te krijgen. In zijn boek „De Nederlandse krant 1618-1978" schrijft Hemels dat van oudsher voor en na de Tweede Wereldoorlog door Het Va derland ook veel aandacht werd geschonken aan Indië ten behoeve van de talrijke oud-Indisch-gasten, die zich in Den Haag en omgeving hadden gevestigd. De toneelschrij ver Johan Fabricius (ook al zo'n grote naam) zorgde lange tijd voor „Indische kopij" in het zondagsblad van Het Vaderland. Neergang Het voorspel van de neergang van Het Vaderland kwam in de jaren tussen 1960 en 1970. Daaraan wa ren niet alleen de voor de dagblad pers ongunstige omstandigheden (zoals de stichting van de STER) debet, ook andere factoren speel den een rol. Onder het hoofdredacteurschap van dr. W. van Wijk probeerde de krant bijna krampachtig zichzelf (het „oude Vaderland") te blijven: het dagblad voer de beter gesi tueerde inwoners van de Haagse regio. Het Vaderland moest en zou de „deftige krant" blijven. Te zeer werden door de leiding van de krant bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen (die waren vooral in de tweede helft van de jaren zes tig rijkelijk aanwezig) genegeerd dan wel afkeurend afgedaan. Een toenmalig redacteur van Het Va derland herinnert zich dat de re dactie het consigne kreeg „niet te veel aandacht aan de Provo-bewe ging" te schenken. En toen er een geweldige rel in de Haagse Schil derswijk uitbrak, die ook de voor pagina's van de landelijke dagbla den haalde, was de hoofdredactie er nauwelijks toe te bewegen deze zaak een redelijke plaats in de krant te geven. „Wij hebben geen lezers in de Schilderswijk", werd hoogmoedig gezegd. Onderschat werden ook de vergrijzing en de ontvolking van de stad Den Haag. Daarom werd op het beslissende moment de stap naar groeistad Zoe- termeer niet gezet. Daarentegen werd door de hoofd redactie zeer veel aandacht gege ven aan de wensen van de oudere lezers (de „leden" van Het Vader land). Een bureauredacteur kreeg een stevige reprimande van zijn hoofdredacteur nadat onder zijn verantwoordelijkheid in een kran- tekop Beatrix werd genoemd zon der het woord prinses ervoor. Een lezeres had daarover de hoofdre dacteur vermanend toegesproken. Het beter gesitueerde publiek bleef Het Vaderland trouw. De krant had in die jaren nog steeds een voortreffelijke kunstrubriek en was ook uniek vanwege haar En gelstalige kolommen, vooral be doeld voor de leden van het Corps Diplomatique. Zorgenkind Qua exploitatie liep Het Vaderland in die periode sterk terug, het werd een zorgenkind voor zijn Rotter damse „moeder". Menigmaal kwam de directie van de NRC naar Het Vaderland-gebouw in de Haagse HH" De voorpagina van het laatste nummer van Het Vaderland. De krant van van daag bevatte geen enkel nieuwsfeit, maar putte nostal gisch uit de rijke his torie. Voor de inhoud is in ruime mate een beroep gedaan op oud medewerkers. Onder anderen Toos Faber-de Heer (nu voorlichting justitie) en Pierre H. Du bois (een kleine dertig jaar - v chef-kunstredactie van een krant) hebben bijdragen ge leverd. Pièce de rèsistance vormt echter het hart van de krant, een verslag met kleu renfoto's van een reünie van stokoude abonnees, die enkele weken geleden heeft plaatsge vonden. Passend decor is Hotel des Indes aan het Lange Voorhout. Parkstraat om te overleggen over de toekomst van de krant, die on danks de in de Haagse dagbladwe reld opgetreden verschraling (De Nieuwe Haagse Courant was in middels opgegaan in Trouw, de Haagse edities van de landelijke kranten verdwenen successieve lijk). steeds meer last van concur rentie kreeg. In 1969 vierde Het Vaderland nog uitbundig zijn eeuwfeest in Scheve- ningen, maar nauwelijks twee jaar later kwam de eerste zware klap: Het Vaderland verloor een groot deel van zijn redactionele zelfstan digheid en werd kopblad van het Algemeen Dagblad. De directie van de NDU (het produkt van de fusie van NRC en Algemeen Handels blad) deed dit om enerzijds Het Va derland toch nog te redden van de Voor Het Vaderland leek op dat moment een nieuwe toekomst te ontstaan. De leden van de redactie en de andere medewerkers gingen met enorme inzet aan het werk om ook van Het Vaderland-nieuwe- stijl een goede Haagse stadskrant te maken. Inmiddels was Het Vader land verhuisd van het vertrouwde pand aan de Parkstraat (tussen de monumentale Kloosterkerk en de Kazernestraat) naar het Noordein de („vlakbij het toekomstige werk paleis van onze koningin", werd trots gezegd). De reacties van lezers waren bemoedigend voor de harde werkers aan het Noordeinde maar, helaas voor hen, tal van adverteer ders lieten het afweten. En daar door kwam Het Vaderland verder in de rode cijfers, een ontwikkeling die leidde tot het besluit van de NDU-directie de uitgave van Het Vaderland te stoppen. De Residen tie telt na vandaag nog twee puur Haagse kranten: de Haagsche Cou rant en Het Binnenhof. Twee kran ten, die weliswaar deel uitmaken van hetzelfde concern (Sijthoff Pers), maar die redactioneel strikt gescheiden en in volledige zelfstan digheid opereren en daardoor ga rant staan voor de diversiteit in be richtgeving en commentaar, die in een zo pluriforme samenleving als Groot Den Haag noodzakelijk is Gisteravond laat was het personeel van Het Vaderland voor de laatste keer bijeen. Om elkaar te steunen in de laatste moeilijke uren. Trots bladerde men door de allerlaatste editie. Zonder glimlach. 'oortje doem P bij naar toet „We va om da leef n v anvoe ■n gal eke si gron islotte et inli opgei ITLER LEGDE CLAIM OP OUD IDEE jn voi steei andet gen[ tier gesp bod[ )d>Kee Ik kt BONN Anno 1982 is een nieuw beroep ontstaan, namelijk dat van „Stauberater" ofwel „file-advi seur". Deze zomer werden voor het eerst bij wijze van proef tijdens acht weekeinden waarop de ver keersdrukte het grootst was, op be paalde Autobahn-routes in Beieren tien mensen op motorfietsen erop uitgestuurd om wanhopige mensen die vaststonden in kilometerslange files op hun gemak te stellen en geestelijk bij te staan. Gewapend met kaart, gereedschap en verbandmateriaal, en voorzien van een speciaal pasje, reden deze medewerkers van de ADAC (de Duitse ANWB) tussen de stilstaan de auto's door om bestuurders en passagiers die in de gloeiende hitte dreigden „uit te flippen" met raad en daad terzijde te staan. Uit de proef kwam naar voren dat vooral de psychologische functie van be lang was en dat de adviseurs fun geerden als een soort bliksemaflei der voor de geplaagde en wanhopi ge reizigers. Het bleek meestal vol doende om te zeggen hoe lang de file was en waardoor zij was ont staan om de vakantiegangers weer een beetje in hun gewone doen te brengen. Pas op de tweede plaats kwam de behoefte om informatie welke route men het best kon ne men om files uit de weg te gaan en redelijk vooruit te komen. Aanvan kelijk hadden de „Stauberaters" ook spellen kaarten en bonbons bij zich om uit te delen, maar daar bleek minder vraag naar te zijn dan naar geestelijke bijstand. De proef met „Stauberaters" op verstopte Autobahnen (die volgend jaar wordt uitgebreid) komt exact vijftig jaar nadat in Duitsland de eerste Europese Autobahn tussen Keulen en Bonn officieel werd geo pend. In die maand augustus van het jaar 1932, toen Keulens burge meester Konrad Adenauer het 'int doorknipte voor de eerste uitslui tend voor automobielen toeganke lijke weg zonder gelijkvloerse krui singen of andere obstakels, had zelfs de grootste optimist (of pessi mist, al naar gelang de waarde ring niet kunnen bevroeden welke rol de autosnelweg in de toe komst nog zou gaan spelen. Type rend in dit verband is de opmer king van een sceptische verkeers- deskundige in het Rijnland die in 1927 beweerde dat de automobiel nooit de functie van trein of schip zou kunnen overnemen en dat au towegen daarom ook altijd slechts van lokale of regionale betekenis zouden blijven. De volksverhuizin gen die in onze dagen elke zomer van Noord naar Zuid en omge keerd te zien zijn en die zelfs de functie van file-adviseur noodzake lijk maakten, zouden deze expert, als hij nog leefde, wel anders heb ben geleerd. De herdenking van het feit dat vijftig jaar geleden de eerste Auto bahn werd geopend, weerlegt ook nog eens het fabeltje dat Hitier de geestelijke vader ervan zou zijn ge weest. Het is overigens een zeer hardnekkig fabeltje dat door on verbeterlijke dromers en minder ongevaarlijke politieke activisten nog altijd ter hand wordt genomen om te bewijzen dat de komst van het duizendjarig rijk der nazi's ze- Elke zomer weer complete volksverhuizingen van Noord naar Zuid en om gekeerd op de Duitse wegen. Precies vijftig Jaar nadat in Duitsland de eerste Autobahn werd geopend (niet door Hitler, maar door Konrad Ade nauer!), verschenen deze zomer de eerste „file-adviseurs" op de weg om wanhopige mensen in kilometerslange files met raad en daad terzijde te staan ker in het begin ook zijn goede kant had. De Autobahnen doen in dit verband dezelfde ronde als Mussolini's op tijd rijdende treinen in Italië. Nu moet gezegd worden dat Hitier aan deze legende krachtig heeft meegewerkt. Via zijn nimmer geë venaarde propaganda-apparaat liet hij Göbels' medewerkers de mare verspreiden dat de „Reichsauto- bahn" een idee was, „door Adolf Hitler bedacht, ontworpen en uit- I gevoerd". De autosnelwegen die na 1933 tot stand kwamen en die een belangrijk militair-strategisch doel hadden, namelijk om zeer snelle troepenverplaatsingen moge lijk te maken werden dan ook vaak als „Strassen des Führers" be titeld. De eerste echte Autobahn tussen Keulen en Bonn uit de tijd van Weimar mocht dan ook van de nazi's die naam niet hebben: hij werd aangeduid als „landweg eer ste klasse, nummer L-185", wat pas in 1959 zou worden veranderd. Toch was deze eerste Autobahn, toen nog aangeduid als „Kraftwa- genstrasse Köln-Bonn" in 1932 het uitvloeisel van een idee dat al in de jaren twintig vorm had gekregen. De explosieve ontwikkeling van het gemotoriseerde verkeer dat overal in de knel kwam met verou derde structuren die werden be paald door paard en wagen vroeg dringend om een oplossing. Dat het traject Keulen-Bonn als eerste in aanmerking kwam voor een echte autosnelweg was niet verwonderlijk. Het was de drukste weg van Duitsland: toen al wrong het verkeer, bestaande uit mensen die de „Kohlenpott" van het Ruhr- gebied wilden verruilen voor de frisheid van Eifel- en Zevenge bergte en Nederlandse en Belgische toeristen die wilden weten of het werkelijk „Am Rhein so schön ist", zich langs bochtige en moeilijk be gaanbare wegen, door dorpskernen en stadjes op een manier die vijftig jaar later ook de veelgebruikte Au tobahnen zou kenmerken. De plannen voor aanleg van krui- singsvrije snelwegen in de jaren twintig waren zelfs nog veel ambi tieuzer dan later ooit zou worden gerealiseerd. Hoewel de Bondsre publiek op dit moment met zijn 7500 km Autobahn het land is met het wijdvertaktste net van autowe gen in Europa, stond de Duitse grootvaders nog een wegennet van 22.500 km voor ogen. De aanleg van de eerste Autobahn van Keulen naar Bonn, in 1927 ge pland, in 1929 begonnen en drie jaar later voltooid, had door het be gin van de economische crisis te vens een werkverschaffend doel gekregen, zoals later ook onder Hitier het geval was. Zo was voor geschreven dat er bij de werkzaam heden geen baggervoertuigen of transportbanden mochten worden benut. Dat betekende dat 5.500 man in drie jaar tijd meer dan 1,5 mil joen kubieke meter grond letterlijk met de handen verplaatsten (Not- standsarbeit) om ruimte te schep pen voor de opkomende automo biel. Het bleek een project met vi sie te zijn, wat onder meer tot ui ting kwam in het feit dat de weg geschikt werd gemaakt voor snel heden van 120 km per uur, in die tijd nog grotendeels een illusie. Adenauer, gek op snelle voertui gen, zal dan ook wel hebben inge stemd met de lovende woorden van de lokale reporter die met een (verboden) opgevoerde motor een snelheid van 110 km per uur berei kend bij de opening juichend no teerde: „Gas, gasWe suizen in het tempo van onze tijd Bonn komt met duizelingwekkende snel heid op ons toe, hoewel we niet meer de indruk hebben dat we zo voortrazen. Wat een verleiding om de snelheid zo hoog op te voeren. En hoe gauw men daar aan went". Wie vijftig jaar later met 110 km over de Autobahn rijdt, heeft de in druk dat hij met een slakkegange- tje vooruitkomt. Niet gehinderd door snelheidsbeperkingen (de Bondsrepubliek vormt in dat op zicht nog een van de weinige uit zonderingen in Europa) scheuren de Porsches, BMW's en Mercedesen hem voorbij. Totdat ook zij in de onvermijdelijke file terechtkomen. AMI VAN VREE L.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 15