final WAAR BLIJFT HET VAKANTIEGELD VAN DE MINIMA? ZATERDAG 31 JULI 1982 raks, als het gedaan is met lie mooie zomer, komen van- lf de verhalen weer los. Op Ie gezelligheidsvisites bij [griend en gebuur, waar altijd el een klankbord is voor de ikantieherinneringen van let afgelopen seizoen. Gega- ndeerd dat er opmerkingen illen als: „Zóveel werklozen iten bij ons op de camping in •Jalië en zóveel wao'ers. Die ensen moeten er ook eens Jit. Je snapt alleen niet waar ffe het van doen", in jUe snapt alleen niet waar ze het elan doenNog afgezien van i«t feit dat het, zolang er geen draude is gepleegd, niemand wat ingaat hoe een ander aan zijn mo- ïlijkheden komt, wordt in dit rt gesprekken maar gemakshal- voorbijgegaan aan de grote oep die niet op de camping stond, laar verwachting blijft dit zomer- giizoen meer dan de helft van de idederlandse vakantiegangers in ei- ten land. Meer dan in andere jaren, s door de betreffende ministeries voerde campagnes om het va- ntiegeld binnen de landsgrenzen houden, lijkt onverwacht snel laagd. De waarheid ligt echter het midden. Inderdaad hebben acties om Nederland voor de lederlander als vakantieland po- ilair te maken wel degelijk res- ns opgeleverd, aan de andere int heeft de vingervlug om zich en grijpende economische reces- danig aan dit streven meege- jerkt. teel van de gezinnen, die aan de find van de huidige minima leven, silijven noodgedwongen thuis. Mis- :l|hien af en toe een dagje naar de "teling, de Floriade of Burgers ierenpark, maar meer staat de Buiten arbeidsproces Onwillekeurig wordt daarbij ge dacht aan het groeiend aantal men sen dat buiten het maatschappelijke arbeidsproces is geraakt. Maar zo eenvoudig is het toch niet, want de variatie in het beeld is schier on eindig. Een wao'er die een goed loon heeft gehad plus een verzeke ring die aanvult tot het laatstgeno ten inkomen, zal, financieel gezien, niet zo gauw buiten de prijzen val len. Datzelfde kan gelden voor een gezin, waarin beide partners aan vankelijk werkten en waarvan een hunner werkloos raakt. Naast de uitkering van de een blijft het in komen van de werkende partner twee en een half jaar vrij besteed baar. Eerst daarna wordt, afhanke lijk van het gezinsinkomen, de uit kering via de bijstandswet van kracht en mag de werkende part ner alleen nog maar een soort bij verdienste opbouwen, waarvan dan een deel onaangetast blijft. In het woud van wettelijke regelin gen loopt het meest zichtbaar, het meest naakt zou je haast zeggen, de grote groep van de pure bijstand- trekkers rond. Als echtpaar hebben ze een netto inkomen van nog geen 1.500,- per maand, waarover ze ongeveer 850,- tot 950,- vakan tiegeld krijgen. Als dan in het afge lopen jaar de wasmachine kapot is gegaan en de vloerbedekking ver sleten, om maar iets te noemen, is er meer dan enige vindingrijkheid nodig om een doorsnee vakantie op touw te zetten. Overigens wordt vaak vergeten, dat werkenden met een minimum loon doorgaans niet méér te verte ren hebben. Ze varen, wat de va kantie betreft, mee in hetzelfde schuitje. En om het beeld althans enigszins in de richting van compleetheid te krijgen: voor de wat meer „welge- stelden", die in de beruchte zone vlak boven de ziekenfondsgrens le ven, is het vaak evenmin mogelijk om een redelijk bedrag voor va kantie uit te trekken. Een inkomen van nog geen 1.500,- netto per maand voor een gezin of voor een alleenstaande ou der met kinderen geeft als er geen extraatjes van buiten af ko men bijna de garantie, dat het vakantiegeld besteed moet worden aan huishoudelijke zaken. Er zijn namelijk niet zoveel huishoudingen die het kunnen stellen zonder pe riodieke hoge uitgaven. De .één is sleetser dan de ander, maar alles gaat een keer kapot en moet dan worden vervangen. Verder zijn er de huiseigenaren met hun hypo theek, aangegaan in betere tijden. Verkopen met verlies geeft geen soelaas. De gezinnen met kinderen op scholen voor voortgezet onder wijs: dure boeken. Variatie genoeg en een variatie zonder fleur. Wreedheid Natuurlijk zijn er ook de geluksvo gels. Gratis stacaravan van familie of vrienden. Een lage huishuur, zo'n zeventig tot tachtig gulden, dat komt nog wel voor. Verwanten in een ver buitenland, die de reiskos ten en het verblijf betalen. „Maar", tekent een medewerker van een sociale dienst hierbij aan, „wie er jaloers op is moet maar gaan vra gen of hij mag ruilen. Maar dan voor 't hele jaar". „Dat zou dan ook kunnen gelden voor ohbegrepen bestedingen van uit minimuminkomens in super markt en warenhuis. Maar is een ander bereid om zich eens af te vragen of dat soms puur voor de kinderen wordt gedaan? Het is na melijk wél vaak zo. De wreedheid van kinderen onder elkaar op school, daar moet je iets van gezien hebben om het te kunnen begrij pen. Als er eentje bijloopt met af wijkende kleren dat kind heeft geen leven. En als ze overal bij vriendjes een frisdrank krijgen, moet jij dan maar zeggen: „Daar is de waterkraan en die is geduldig?" Veel mensen met een minimum-in komen leggen een verrassende creativiteit aan de dag als het er om gaat, er toch iets van te maken. „Maar het neemt niet de wrange werkelijkheid weg, dat het ver schrikkelijk moeilijk kan zijn om zo te moeten leven. Men moet res pect hebben voor de „minima" die, bewust of onbewust, weigeren om zich plat te laten walsen onder de omstandigheden waarin ze op dit moment verkeren", aldus de mede werker van een sociale dienst. Ook in de vakantietijd bedenken velen van hen iets, voor de kinde ren en voor zichzelf. Of ze maken doelbewust een keus in hun beste dingspatroon: het een of het ander, als het niet allebei kan. Mini-trips Vrijwel alle vaderlandse busonder nemingen, om van de Nederlandse Spoorwegen maar niet te spreken, kennen sinds jaar en dag eigen zo genaamde mini-trips. Al dan niet geheel verzorgde reisjes naar be stemmingen in eigen land of net over de grens. Wie echter gedacht zou hebben, dat deze zomerse uit spattingen op het lijf van de mini mum-trekkers geschreven zouden zijn, komt bedrogen uit. Ogen schijnlijk mogen het allemaal dag reizen zijn voor een betaalbare prijs, als je met een gemiddeld ge zin, vier personen, bijvoorbeeld een dagje over de Friese meren wil va ren, komt de dagnota (bustocht, koffie met gebak, boottocht; lunch en diner) al gauw op 261,- uit. En dan moeten de kinderen de leeftijd van 9 jaar nog niet overschreden hebben. Om maar niet te praten van een extra ijsje en een glaasje bier. Want zoals in het buitenland, weten ook in Nederland de exploi tanten van veelbezochte oorden hun prijzen in het hoogseizoen aar dig op te schroeven. Bij de VAD, één van Nederlands grootste busondernemingen, over weegt men dan ook volgend jaar slechts „kale" dagtochten te gaan organiseren. Dus wel met een be paalde bestemming, maar zonder in de prijs inbegrepen extra's als lunch, diner etc. Opdat de deelne mers aan die tochten zelf kunnen bepalen hoeveel geld ze wensen, en kunnen uitgeven aan hun inciden tele vakantievermaak. Zegt voorlichter Andries v.d. Berg: „Vorig jaar boekten ongeveer 5.000 mensen onze dagreizen. Zeker geen vetpot. Voor ons is dat ook geen noodzaak. Als we in de stille zo- mermaarr.den onze bussen en onze chauffeurs maar aan het werk kunnen houden. Desondanks zijn al onze dagreisjes uiterst scherp ge calculeerd. Het kan echt niet goed koper. Toch blijft de belangstelling beperkt. Zestig tot zeventig gulden per persoon voor een beetje dag tocht is heel normaal en dat hakt er bij een gemiddeld gezin, vier personen dus, aardig in. In feite is het voor de mensen veel goedkoper als ze met de strippenkaart van onze lijndiensten en die van andere busondernemingen gebruik maken. Per dag kan iedereen onbeperkt voor zegge en schrijve 11,80 naar elke gewenste bestemming in Ne derland. Kinderen van 4 tot en met 9 jaar en 65-plussers zelfs voor de helft van dat bedrag. En daar zijn echt leuke ritjes uit samen te stel len. Op basis van de eigen financië le mogelijkheden dus". Pittige prijzen Uit dit relaas valt in feite al op te maken, dat de Nederlanders die aan de zelfkant van het financiële bestaan leven, weinig of geen ge bruik van voornoemde dagtochten maken. En gezien de inderdaad scherp gecalculeerde maar niette min pittige gezinsprijzen is dat he laas een verklaarbare zaak. „Het zijn echter niet alleen de fi nanciële factoren die daarbij een rol spelen", stelt Andries v.d. Berg. „Neem het weer. Als het warm tot zeer warm is, wie gaat er dan een paar uur in een bus zitten? Natuur lijk zitten er onder onze dagtocht klanten wel degelijk mensen, die noodgedwongen in eigen land moe ten blijven, maar het merendeel bestaat zonder meer uit mensen die deze wijze van vakantiehouden om heel andere reden verkiezen, dan gerekend vanuit hun steeds smaller wordende portemonnee. Veel oude ren tekenen op onze dagtochten in. Mensen, van de oudste generatie, die nooit een auto hebben gehad en die het heerlijk vinden om bijvoor beeld een dagje per bus naar het buitenland te reizen. Ons overgrote deel aan dagtochtreizigers bestaat dan ook uit trouwe klanten, die het gewoon heerlijk vinden dat ze op zo'n dag zelf geen enkele creativi teit aan de dag hoeven te leggen. Alles, maar dan ook alles, wordt door ons voor ze geregeld. Finan cieel weten ze precies waar ze aan toe zijn. Een compleet pakketje dus. Maar inderdaad, of diezelfde pak-4 ketten geschikt zijn om mensen die van een ww-uitkering of van de bijstand leven ook echt iets te bie den, valt te betwijfelen. Vandaar, dat we mogelijk volgend jaar die kale dagtochten gaan organiseren. Dan kan iedere deelnemer zelf be palen hoeveel geld hij of zij kan uitgeven. De een neemt de eigen lunch mee, de ander denkt, van avond laat, als we weer thuis zijn, kunnen we ook nog wel een uit smijter eten in plaats van een ver zorgd dineetje onderweg. De VAD heeft op dit gebied nog nooit een marktonderzoek gedaan, maar het is het overwegen waard". Verschuiving En zoals het bij de VAD gaat, zo is het ook bij andere busondernemin gen en bij de Nederlandse Spoor wegen gesteld. Stijgt het aantal deelnemers aan de zo langzamer hand ontelbare NS-dagtrips in een ongewoon snel tempo, ook bij de NS onderkennen de „reisleiders" de hedendaagse problemen wel de gelijk. Een NS-woordvoerder: „Je moet eigenlijk van een verschuiving in het traditionele vakantiepatroon spreken. Mensen die een jaar gele den nog een hotelletje in het bui tenland bespraken, gaan nu, met weliswaar dezelfde vakantiebe stemming, kamperen. De kampeer ders van weleer daarentegen blij ven dichter bij huis en de mensen die gewend waren ergens in Neder land een huisje of caravan te hu ren, doen het vandaag de dag nog simpeler. Die nemen een dagtochtje naar Slagharen. En misschien nog eentje naar Valkenburg. Ja, en de mensen die de afgelopen jaren die laatste uitspattingen gewend wa ren, die blijven gewoon thuis. Triest, maar het is de waarheid". bommenrichter ob Pegg van ^Lancaster R 5551 fimist" uit 1943 en paar dagen 'ederland Zal de Canadese oud-militair R. S. (Bob) Pegg als hij straks een bezoek aan Nederland brengt, bijna veertig jaar na dat zijn Lancaster bommen werper in het uitgestrekte bosgebied tussen Apeldoorn en Arnhem neerstortte, nog iets terugvinden in zijn herin nering? De film van een ver verleden is voor hem al heel wat keren teruggedraaid. Flarden van angstige momen ten die hij beleefde voordat de Lancaster zich te pletter vloog, kan hij zich nog duide lijk voor de geest halen, maar wat er precies met hem is ge beurd, nadat hij als enige het toestel per parachute verliet, heeft nog niemand hem kun nen vertellen. Als bommenrichter had Pegg tot die bewuste nacht van zijn laatste vlucht boven Nederland negen raids naar vijandelijk gebied ge maakt. Voor de nacht van 14 op 15 juni 1943 stond Oberhausen op het programma. Maar de zware Lan caster raakte boven Nederland door hevig afweergeschut de hoofdmacht kwijt, was aan het dwalen gegaan en zo een vrij ge makkelijke prooi geworden voor het Duitse afweergeschut en de snelle Duitse jagers. De machine moet, in een wijde boog vliegend boven Deelen en Teriet, door granaten geraakt zijn, waarna de captain van het toestel, D. S. Brown, de kist niet meer op hoogte kon houden. Er was enige verwarring aan boord en in enkele seconden nam Pegg toen dé beslis sing van zijn leven: hij sprong. Na enkele dagen hoorde hij dat zijn toestel met de andere inzittenden was neergestort. Na de oorlog ont ving hij het bericht, dat de zeven bemanningsleden op de begraaf plaats Moscowa in Arnhem ter aar de waren besteld. In de annalen van de luchtslag boven Nederland werd de Lancaster met het regi stratienummer R 5551 koel en za kelijk bijgeschreven. Het was een van de duizenden geallieerde vlieg tuigen, die boven ons land verloren gingen; velen wisten niet beter dan met man en muis. Eon van de laatste Lancasters uit de Tweede Wereldoorlog, het type bommenwerper waarmee Bob Pegg in 1943 boven Nederland veronge lukte. Maar er gebeurde toch iets vreemds. De Arnhemse verzeke- ringsdeskundige, drs. W. H. Toe mens al zo'n zestien jaar bezig met de reconstructie van verschil lende oorlogshandelingen rondom Arnhem stuitte op de ondergang van de Lancaster R 5551 van het 106e squadron. Hij schreef er, ter nagedachtenis van de bemanning, een indringend verhaal over, mede aan de hand van zowel Canadese, Duitse als Nederlandse getuigenis sen. Maar plotseling ontdekte hij in de documenten van de Lancaster R 5551 toestellen die normaliter zeven man aan boord hebben een achtste man: bommenrichter R. S. Pegg. Hij kon Pegg te pakken krijgen en de Canadees schreef daarna zijn verhaal. Op het laatste moment, zo bleek, was er aan de bemanning van de R 5551 een offi ciervlieger toegevoegd als leerling- bommenrichter. Zijn naam was E. G. Seal en hij had vlak achter Pegg in het toestel gezeten. Dominee Pegg schreef drs. Toemens hoe hij die nacht van 14 op 15 juni 1943 be sloten had uit de kist te springen, terwijl de tot ondergang gedoemde Lancaster in de verwarring van het luchtafweervuur de weg boven Ne derland was bijster geraakt. Pegg sprong vermoedelijk boven Over ijssel, maar hij weet zich nauwelijks details te herinneren. minee van een klein kerkje en een dame van middelbare leeftijd, die lerares Engels moet zijn geweest van prinses Juliana. Een paar man nen die hem naar de overkant van een rivier roeiden en een jong echtpaar, waar hij een nacht werd opgesloten in een klein kamertje. Na die nacht waren de Duitsers hem komen halen. Pegg bracht de laatste jaren van de oorlog door in een Duits krijgsgevangenkamp, Stalag Luft VI, bij Memel in Oost- Pruisen. In september wil Pegg met zijn vrouw de graven bezoeken van zijn vrienden van de R 5551. Maar wie zal Pegg kunnen helpen met de re constructie van wat er in die paar dagen is gebeurd tussen zijn landing per parachute en de komst van de Duitsers die hem kwamen halen? Zijn er soms onderduikers uit de Randstad, die opheldering kunnen geven? Leven die dominee, die twee mannen die Bob over een rivier roeiden, de Engelse lerares en het jonge echtpaar nog? Wie een tipje van de sluiter kan oplichten, schrijve eens naar drs. W. H. Toe- mens. Barendrechtstraat 26, 6843 NC Arnhem (tel. 085-810656).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 13