finale „Veiligheid is niet meer te garanderen Jeugdcriminaliteit neemt schrikbarend toe „Jongens van elf, twaalf jaar, die een meisje molesteren, zijn al geen uitzonderingen meer" Haagse kinderofficier mr. De Waardt straft met „berisping ten parkette" geld om te flipperen ADJUDANT GIPHART VAN DE JEUGDPOLITIE AMSTERDAM: De harde jeugdcriminali teit neemt de laatste ja ren sterk toe. Oorzaken? Volgens de officier van justitie voor kinderzaken mr. Wit en adjudant Gip- hart van de Amsterdam se jeugdpolitie: de veran derende maatschappij, de toenemende werkloos- AMSTERDAM De officier van justitie voor kinderzaken, mr. J. Th. Wit, ziet er nog zo jong uit, dat het nauwelijks gerechtvaardigd lijkt dat zijn bureau in het Paleis van Justitie in Amsterdam zo boor devol dikke dossiers ligt. Maar al tijdens een telefoongesprek met hoe kan het anders de jeugdpoli tie wordt duidelijk, hoe betrokken hij is bij de jeugdige delinquenten. Rustige, bruine ogen en donker haar waar tijdens het gesprek zo vaak door gewoeld wordt, dat het steeds recalcitranter rond zijn hoofd gaat liggen en tussen neus en mond iets dat verdacht veel op een snor lijkt. Zijn uiterlijk moet menige baldadige jongeling al flink om de tuin hebben geleid. Bij de jeugdpolitie zijn ze enthou siast over hem, want elk vrij mo ment wipt hij even bij de recher cheurs aan om iets te bespreken of om zo maar wat te praten. Onlangs met Luilak liep hij mee met een paar agenten. Zodoende was hij ook van de partij toen de politie met molotov-cocktails werd bestookt.. Toen beving hem dezelfde machte loze woede als de rest van het ge zelschap. „Meestal sta je voor de ro kende puinhopen als iedereen al weg is", vertelt hij, „maar toen heb ik er met mijn neus bovenop ge staan. En dan is het zaak om nuch ter te blijven en de dingen verstan dig aan te pakken, zoals bij alle strafzaken. Daar word je voor be taald, ook al veroorzaken zulke si tuaties veel emoties. Het is ver keerd ze te laten meespelen". Maar door dit soort ervaringen en contacten heeft hij wel een heel wat betere kijk gekregen op de moeilijkheden die de rechercheurs bij baldadige jeugd ontmoeten. „Het kweekt wederzijds begrip, waar door de rechercheurs ook veel meer accepteren. Want onvermij delijk moeten we wel eens iemand vrijlaten uit plaatsgebrek of omdat ik een andere behandeling beter acht. Maar daar praat ik dan van tevoren met de rechercheurs over, zodat ze ook mijn standpunt beter begrijpen. Juist omdat de harde AMSTERDAM „Het is een af schuwelijke zaak, dat opereren in een groep. Als er dan iets gebeurt kun je vaak niet anders dan mee doen met de anderen. Het is een soort prestige, je wordt meege sleurd. Als de eerste schop hard is, moet de tweede even hard zijn, want je kunt niet voor elkaar on derdoen. Daarom is groepsgeweld zo vreselijk. Als er eentje tussen zit die er in feite bezwaar tegen heeft doet hij toch maar mee, want an ders krijgt hij de hele groep tegen zich. Daaruit blijkt hoe gevaarlijk groepsoptreden is". Aan het woord is adjudant Giphart van de jeugdpolitie in Amsterdam, die regelmatig met dit soort situa ties in aanraking komt. „Toen ik hier veertien jaar geleden begon, kwam het vrijwel niet voor", her innert hij zich, „niet alleen de jeugdcriminaliteit neemt schrikba rend toe, ook de leeftijd verandert. Ze beginnen er hoe langer hoe vroeger mee. Jongens van elf, twaalf jaar die een meisje van de zelfde leeftijd molesteren zijn al geen uitzonderingen meer. Er komt steeds meer echt geweld aan te pas, met messen en bij de ouderen zelfs met vuurwapens. Als homofielen worden beroofd en toegetakeld, zijn daar vaak jonge jongens bij be trokken". Iedereen begaat in zijn jeugd wel eens een misstap in de vorm van een vechtpartij, een kleine diefstal of een belediging. „Dan weet je niet dat je een misdaad pleegt en is het vaak eenmalig. Als politieman heb je dan een gesprek met de ouders en zestig procent van die jongens en meisjes zie je nooit meer terug. Bij het echte criminele gedrag ligt dat anders", verzucht de adjudant. „Je hebt de ernstiger feiten als be rovingen, iemand in elkaar slaan en de derde categorie jongeren, die doodslag en diefstal met geweldple ging bedrijven. Veel moorden op homofielen en taxichauffeurs wor den gepleegd door jongeren onder de achttien jaar. Een ernstige ont wikkeling, waarin op korte termijn ook niet veel verbetering verwacht mag worden. Integendeel, ik ver heid, de lossere normen, de vele echtscheidingen en ouders die te veel met zichzelf bezig zijn en te weinig aandacht aan hun kinderen schenken. De jeugdpolitie, die niet al leen de achtergrond van de daders vaak grondig kent, maar ook voortdu- jeugdcriminaliteit de komende ja ren waarschijnlijk nog sterk zal toenemen, is het zaak dat politie en justitie er samen iets aan doen. Dan kun je de dingen misschien nog een beetje in goede banen leiden". Frustraties Mr. Wit behandelt alle misdrijven die jongeren tot drieëntwintig jaar plegen. „Bepaalde jongens en meis jes zie je elke week of maand terug en die worden, uit vrees voor her haling, meteen vastgehouden. Als je die onmiddellijk weer weg zou zenden krijg je frustraties bij de re chercheurs en daarom is het goed contact men hen te onderhouden. Toen ik hier twee jaar geleden kwam had ik sterk de indruk, dat de jeugdpolitie niet goed door had, wat wij aan het doen waren. Die frustraties waren nogal hoog opge lopen. Door persoonlijk contact zijn ze nu grrtendeels weer uit de we reld geholpen. Ik heb zelf ontdekt, welke ongelooflijke kennis de re cherche heeft van wat er op straat leeft. Door met hen over de achter gronden te praten kan ik de zaak veel beter bij de rechter brengen". Vrijwel dagelijks gebruikt hij zijn pauze om informatie te halen, maar toch gaan er ook ongemerkt aardig wat avonduren en weekenddagen in zitten. Hij doet er laconiek over. „Ach, als dit werk niet een beetje je hobby is moet je er niet aan begin nen. Ik vind even binnenwippen bovendien gemakkelijker dan tele fonisch inlichtingen inwinnen, want dan krijg je dikwijls zulke magere inlichtingen over een zaak. Zo ben je er veel directer mee bezig en zit er ook veel meer leven in". Soms komt een jeugdige dader voor een vergoeding van schade of voor een berisping naar zijn bureau. Wisselwerking Vaak krijgt mr. Wit dan ook con tact met de ouders, zowel vari de daders als van de slachtoffers. Adjudant Giphart van da Jeugdpo litie, een man met een achat aan ervaring met lastige jeugd, een vaate klantenkring en een pessi mistische visie op de toekomst, wacht dat de harde criminaliteit nog belangrijk zal toenemen". Van kleine misstappen wordt door de jeugdpolitie geen proces-verbaal opgemaakt, omdat de toekomst van deze jeugdige dader er onder zou kunnen lijden. Er wordt wel een summier rapport gemaakt, dat naar justitie gaat, maar niet in de com puter van de politie terecht komt. Ook bij andere misstappen kan de kinderrechter bepalen dat er geen strafblad wordt gemaakt, zodat de kansen van het kind in de maat schappij, niet zonder goede reden worden beperkt. „Je treft het als kind bepaald niet als je in een gezin geboren wordt, waar miin en dijn niet zo geschei den zijn legt Giphart uit. „Kinde ren hebben soms spullen thuis waar de ouders niets van af weten. Steeds meer blijkt hoe gering de betrokkenheid van sommige ouders met hun kinderen is. Hoe kun je rend in de sfeer van het slachtoffer vertoeft, voel de zich jarenlang onbe grepen door justitie. Tot enkele jaren terug werd het contact tussen de re chercheurs van de jeugd politie en de officier van justitie afgedaan met een telefoontje. Maar per- Twee jongens van veertien jaar liepen een week geleden weg van huis. Ze besloten een vrouw te beroven om aan geld te komen. Het slachtoffer dat ze uitkozen, een negentigjarige vrouw, stapte uit de tram en verdween ergens in een huis. De jongens belden aan en de oude vrouw deed open. Of zij die advertentie over die poesjes „Heel nuttig" noemt hij deze bezoe ken. Hij ziet er geen heil in om, zo als zijn meeste voorgangers, af te wachten wat de politie bij hem brengt. Hij wil meer greep op de bestrijding, meer bijsturen en aan pakken. „Het probleem is dat je een kind begeleiden en sturen als je niets van hem afweet, als je niet weet wie zijn vriendjes zijn of waar het kind mee bezig is? Ouders ho ren te weten wat hun kinderen doen. Als ie ze opbelt met de mede deling: „Ivomt u uw zoon afhalen, want hij heeft iets gepikt", dan rea geren ze heel verschillend. Ze zijn kwaad en onredelijk. Soms zijn ze ook heel verdrietig, want je hebt toch een bepaalde toekomstver wachting van je kind en dat kaar tenhuis stort op zo'n moment in. Er wordt iets kapot gemaakt in de vertrouwensrelatie. Vooral voor ouders die een onvoorwaardelijk vertrouwen in hun kind hebben, is het een hele slag, zeker bij ernstige feiten". „Ik heb eens meegemaakt, dat een homofiel beroofd en toegetakeld was en dat de moeder van de dader weigerde te geloven dat t>ij het had gedaan. Maar ze wist niets van haar zoon af. Ze wist niet wat hij in zijn vrije tijd deed en ze kende zijn vrienden niet. Ja wat wil je dan? Ik heb ook wel eens meegemaakt dat ouders zeiden: „Nou en?". Maar dat komt gelukkig niet zoveel voor". Vaste klantenkrinj Op deze onbekendheid met het doen en laten van een kind stuit de jeugdpolitie ook veel in „wegloop zaken". In hun contacten met ou ders zijn rechercheurs bepaald niet kinderachtig in het verkrijgen of doorgeven van gegevens, ook bij misdrijven. Omwille van hun toe komst is het voor de kinderen be langrijk dat ouders hun dikwijls ge- soonliike motivatie en waardering voor de jeugdrecherche deden mr. J.Th. Wit, officier van justitie voor kinder zaken in Amsterdam, be sluiten een andere koers te varen. Zijn ongebrui kelijke manier van wer ken is niet alleen bij de geplaatst had, vroegen ze haar. Nee, antwoordde ze verbaasd. Of ze dan een beetje water mochten hebben. Dat mocht. De vrouw verdween naar binnen, gevolgd door de jongens. De ene sloeg op haar in met een stok met spijkers, terwiil de andere op zoek ging naar haar handtas. De vrouw verweerde zich krachtig. De jongen, die de tas nauwelijks greep op de jeugd krijgt door hogere straffen", aldus de of ficier van justitie. „Geweld ontstaat spontaan en veroorzaakt kettingre acties. Jongeren denken niet aan straf en dan is het al gebeurd en zit je met de brokken". ringe betrokkenheid laten varen. In tien jaar tijd is het aantal ernsti ge gevallen meer dan verdubbeld, evenals het aantal verdachten. De geweldsfactor was in 1973 nog 13,8 procent, maar vorig jaar al 34 pro cent. Afhankelijk van de ernst van de zaak wordt een jeugdig misdadi- gertje een paar dagen vastgehou den of voorgeleid. Justitie kent een vaste klantenkring die regelmatig veroordeeld wordt. Met de verharding van de crimina liteit, die zoveel grimmiger is ge worden, is ook de wijze van wer ken bij de jeugdpolitie aan de Am sterdamse Overtoom anders gewor den. Vroeger zaten arrestanten en rechercheurs in één vertrek, maar steeds meer rechercheurs raakten overspannen door het aanhoudende geroep, geklop, geschreeuw en ge bonk van de luidruchtige arrestan ten. De deuren met glas en gordij nen, die het vertrek nog wat huise lijks gaven, moesten worden ver vangen toen het glas eruit werd ge trapt en de gordijnen sneuvelden. Dreigen met de cel hielp niet meer, het rumoer hield aan. Toen een jongen zich ernstig verwondde door met zijn vuist door het glas te slaan, liep de emmer van het ge duld over. Er kwamen andere deu ren, dichte deuren met een luikje. „Ik ben er geen voorstander van", geeft adjudant Giphart toe, „maar het is uit nood geboren". Deze oude rot in het vak is, met zijn schat aan ervaring, de aange wezen man om voorlichting aan ouders en scholen te geven. Hij zit in allerlei projecten voor de jeugd, zoals het vandalismeproject. Hij wijt de hele gang van zaken aan rechercheurs erg aange slagen, maar heeft ook voor hemzelf duidelijk voordelen. Verslaggeefster Corry Vis sprak met de officier en de jeugdpolitie over de toenemende jeugdcriminaliteit en de oorzaken daarvan. nog niet had gevonden, besloot daarom zijn vriend te gaan helpen en hij bedreigde haar met een mes. "De vrouw leek door haar angst echter over bovenmenselijke krachten te beschikken en de jongens sloegen tenslotte op de vlucht. Een man die hen zag weghollen waarschuwde de politie toen hij zag wat er gebeurd was. De jongens werden aangehouden. Op de vraag van de jeugdpolitie waarom ze het gedaan hadden, luidde het antwoord: „Om te kunnen flipperen Hij wijt deze problematiek, waar aan politie en justitie hun handen vol hebben, vooral aan het verdwij nen van structuren die rust gaven. Daarom pleit hij voor een conse quente aanpak. „De mensen roepen veranderingen in de maatschappij. „Iedereen doet maar waar hij zin in heeft". Uit een sociologisch onderzoek waaraan hij meewerkt, blijkt dui delijk, dat de overgrote meerder heid van de jeugdige delinquenten uit onvolledige gezinnen komt. Giphart: „Dat is een gegeven.waar je niet omheen kunt. Je kunt de overheid niet de schuld geven, al draagt zij wel een deel van de ver antwoordelijkheid. Er wordt onvol doende ingespeeld op de ernstige gevallen. Je hebt jongens die regel matig terugkomen. Ik onderschrijf niet de mening dat straffen zinvol zijn: alles moet gericht zijn op ver betering van de jeugdige delin quent. Als je te maken hebt met een groep moet je proberen de gangmaker, de inspiratiebron er uit te pikken en te straffen. Desnoods plaats je hem in een tehuis of op vangcentrum, maar je moet iets doen". Televisie en films Adjudant Giphart is er zich terdege van bewust dat hij maar met een klein deel van de jeugd te maken krijgt. Hij is ervan overtuigd dat veel van het toenemende gewéld ook te wijten is aan de stortvloed van geweld, die televisie en films over ons uitstorten. „Hoe meer ge weld hoe mooier", meent hij, „ze nemen het over, dat merken we steeds weer. Het beïnvloedt de jeugd en dat vind ik een dramati sche ontwikkeling. Neem nou bij voorbeeld een zaak die zich in Am sterdam bij een snackbar heeft af- Mr. Wit, officier van justitie voor kinderzaken. om veiligheid, maar de maatschap pij op zich wordt steeds geweldda diger, dus is die veiligheid niet meer te garanderen". De verbeter de wisselwerking tussen beide par tijen in het opsporingsvlak offi cier en recherche-afdeling heeft er ook toe geleid dat het bestaan van groepjes beter werd onder kend. Mr. Wit: „Die mogen niet te lang gisten. Zo'n groep moet in zijn geheel vervolgd worden of gecoör dineerd aangepakt, zodat hij weer uit elkaar gaat". De Amsterdamse jeugdpolitie be treurt het dat juist deze man nu overgeplaatst wordt naar Rotter dam. Hij kijkt niet alleen naar de daad, maar zeker ook naar de da der. Hij geeft de jeugdpolitie regel matig zijn visie op een bepaalde zaak en zo'n goede samenwertking tussen officier en rechercheteam is bepaald geen schering en inslag. gespeeld: iemand gaat even naar huis, haalt een pistool en schiet een onschuldige jongen dood. Ten tijde van Kung Fu kon je nergens ko men of je zag die schoppen uitvoe ren. Ook het spannen van draden over de weg heeft de jeugd van de televisie opgepikt. Er wordt onder de jeugd zo gemakkelijk over ge weld gedacht. Sommige jongeren praten over homofielen alsof het vogelvrijverklaarden zijn: het is méar een homofiel. Ik zeg altijd te gen ouders: als je zoon met een sti letto rondloopt gaat hij hem gebrui ken. Je mag de jeugd niet alle schuld toeschuiven van deze ont wikkeling; ouders hebben er een heel belangrijk aandeel in". Door zijn werk op scholen en ou deravonden signaleert adjudant Giphart nog een andere verontrus tende ontwikkeling. Jongeren eisen zelf ook steeds meer dat er harder opgetreden wordt door politie en justitie. Ook daarom is de jeugdpo litie blij dat er goed overleg met de officier van justitie mogelijk is. Meer aandacht van die kant geeft meer mogelijkheden om tijdig in te springen op bepaalde ontwikkelin gen. Uiteindelijk is de officier van justitie de grote man op de achter grond bij het opsporingsonderzoek. In Amsterdam houden vijf officie ren van justitie zich met jeugdza ken bezig; van wie mr. Wit er een is. Adjudant Giphart: „Deze man is heel erg geïnteresseerd en volgt de ontwikkelingen op de voet. Wij stellen die betrokkenheid enorm op prijs. Het verbetert de onderlinge verhoudingen en kweekt meer be grip voor eikaars motivatie". CORRY VIS ZATERDAG 31 JULI 198 DEN HAAG „Wanneer eet jongen een ruit ingooit, kun j hem de schade maar het best uit eigen zak laten betaleij Een aanslag op de portemoij nee is in veel gevallen d hardste straf die je iemanl kunt geven". Dat zegt officicj van justitie mr. J. J. A. c| Waardt, wiens voornaamst taak in het Haagse arrondiss^ ment bestaat uit het bestra fen en berispen van jeugdig wetsovertreders. Afgelopej donderdag echter nog spra de Haagse kinderofficier gö heel andere taal en toond ook veel minder genade. Toe| namelijk legde hij aan ee vijftal Hagenaars gevangenis straffen op van vijftien maaij /den, omdat zij in de nacht va! 3 op 4 april, na de teleurstel lende nederlaag van FC De Haag tegen Haarlem, de er« tribune van hun eigen club ij de fik hadden gestoken. Het aantal strafmogelijkhedJ dat een officier van justitie c een kinderrechter kent is bi perkt, hoewel het soort en d hoogte'van de straffen vaaj aanzienlijk van elkaar kunne verschillen. De sancties die a rechterlijke macht het meel toepast zijn geldboetes of vrj heidsstraffen, al dan nij voorwaardelijk. Over het nj van straffen, ook alternatief straffen, zijn de meningen j de kringen van justitie, mai ook daarbuiten, nogal ee( verdeeld. Tegen zo'n plan bi voorbeeld van de werkgroe Slagter die alternatieve stra fen aan mindeijarigen wil q leggen, kijkt officier I Waardt met de nodige scepj aan. Van het Rotterdamse b reau „Halt" (Het Alternatie een experiment dat jongere die zich aan vandalisme he ben schuldig gemaakt, keuze biedt tussen strafve volging of een „alternatiev straf, heeft hij wel gehooi Maar of hij er ook veel heil ziet? - „Geen trek" Mr. De Waardt: „Hier in Den Hal of Leiden zie ik het in elk ge\r niet zo zitten. Om zo'n jongen c. een ruitje heeft ingegooid of n een viltstift heeft gekliederd gaan behandelen of begeleiden, h: ik geen trek. En om daarvoor d< weer zo'n extra bureautje op 1 richten, hoeft voor mij ook niet. vind dat de reclassering, de kind bescherming, het clubhuis of wijkagent die taak nu net zo gc aan kunnen. Alternatieve straff' worden door ons maar heel weii opgelegd. Wat moet je ze lat doen? Dikwijls is de schade die a hebben aangericht toch niet m<e te herstellen. Met een eenvoud geldboete kun je iemand vaak r i het hardste straffen". i Het voorkomen van misdrijven, preventie, vindt de officier wel «e zinnige zaak. Zijn taak hierin ko merendeels neer op het „berispt van strafrechtelijk minderjarig „Twee middagen in de week h< den we in het Paleis van Just i berispingen ten parkette. E' komen hier ouders met kinder die wat hebben uitgehaald. Ie knapen neem je dan eens flink der handen in de hoop dat ze 't n i weer doen. Zo bespaar je ze, i thans als het de eerste keer is, s strafblad". „Clubliefde" Met de vijf brandstichters van Zuiderparkstadion ligt het iets <i ders, vertelt mr. De Waardt. It betreft jongemannen in de leef i van 19 tot 25 jaar, fanatieke si porters van de Haagse voetbalcl die om verschillende redenen I speciale aandacht heeft van de k j derofficier. De Waardt rangsch het soort incidenten, als zich in 1 stadion placht af te spelen, in zelfde categorie als de jeugdterri1 enige maanden geleden in de Ha se binnenstad. „Allemaal waren 1 trouwe bezoekers van FC I Haag. Het ging steeds om kle groepjes die weliswaar enorm v ellende ^trapten. Je hebt er g( duizenden voor nodig om iets i verzieken. De brand in het stad was een kwestie van dom en 2 loos gedrag van een stel heethc den, wier clubliefde niet werd grepen. Een flinke straf was c ook op z'n plaats". „Je moet de dingen alleen wel proportie blijven zien. Ik praat brand niet goed, maar er lopen Den Haag veel ergere figuren rt dan die vijf van „Midden-Nooi Je hebt hier ook keiharde beroe criminelen van zeventien jaar zelfs nog jonger, die een roofo\ val plegen, gewapend en al. Da typisch een verschijnsel van grote stad. In een kleinere pl< als Leiden zul je dit niet zo mak lijk aantreffen. De grote steden j altijd het verzamelpunt gewë voor de slechten, de meer agresj ven". PETER VIERI AMSTERDAMSE OFFICIER VAN JUSTITIE: Een onderonsje tussen een rechercheur en mr. Wit over een jeugdige delinquent. Links de minderjarige verdachte en uiterst rechts adjudant Giphart van de Amsterdamse jeugdpolitie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 12