Incite pMéó&Oommii Lottokoning Walter Knoblauch terug naar „af leid alleen naakt niet gelukkig EKKER IS SLECHTS TWEE JAAR LANG - ZATERDAG 24 JULI 1982 Hij kan het niet laten. Aan de tafel voor zijn tot bos omgetoverde kamerwand waagt Walter Knoblauch nog elke week een gokje in de lotto. insspelen hebben altijd tot de verbeelding \proken. „De enige manier om rijk te )rden", zeggen fervente deelnemers aan \to, toto, toto-gelijk, supertrio, staatsloterij hoe de gokspelletjes allemaal nog meer \gen heten. \jrukwekkende computers hoesten dage- 'ts kansberekeningen uit. De getallen zijn elal om van te duizelen. Slechts één op de veel miljoen deelnemers valt in de weke- tse hoofdprijzen. [en indrukwekkend zijn de talloze onder den, rapporten en boeken die aan dit on twerp zijn gewijd. Diepgaande psycholo- Ic/ie studies over de drijfveren van de elnemers. droom naar rijkdom komt voort uit de hg naar onafhankelijkheid, zeggen som- %e deskundigen. „Als ik een miljoentje p, zal ik m 'n baas eens even de waarheid lSen", stellen sommigen in dit verband. Ifld betekent vrijheid en kopen wat je wilt. iipr iemand met een gevulde knip vliegen r en der de deuren open, behoort het i woordje „rondkomen" tot het verleden en kan er worden meegedaan aan die wijze van leven, die slechts weggelegd schijnt te zijn voor de in bepaalde lectuur en films veelvuldig opgevoerde rijken der aarde. Deze bespiegelingen ontstaan uiteraard niet toevallig. Handige auteurs en producers zijn zich wel bewust van hun pogingen een droom in stand te houdenGeld is macht. Geen wonder dat overal ter wereld weke lijks de formuliertjes worden ingevuld; met de achteloosheid van „ik win toch niets" (je kunt nooit weten) en met behulp van aller lei zelfbedachte, soms zeer ingewikelde sys temen. Lijnrecht tegenover de geneugten van een welgevulde beurs staat het gezegde: „Geld alleen maakt niet gelukkig". Maar veelal wordt dit aangevuld, met: „Maar 't is mak kelijk als je d'r genoeg van hebt". Er zijn nauwelijks zinnig denkende schepsels be kend die ooit de honderdduizend geweigerd hebben uit angst voor de daaraan verbon den rampspoed. Toch schuilt er een addertje onder het gras, want regelmatig duiken er berichten op van lieden, die ooit tot de hoofdprijswinnaars hebben behoord en die sindsdien onheil op onheil hebben beleefd. Zo gewonnen zo ge ronnen, schijnt het. Precies vijfentwintig jaar geleden won de Duitse Oostfriese marktkramer Walter Knoblauch als eerste de volledige lotto-pot. Maar liefst achthonderdduizend mark werd op een inderhaast door hem geopende bank rekening bijgeschreven. Vergelijkbare waarde nu: zo'n vier a vijf miljoen gulden. Heel Wittmund, het dorpje waar hij een ar metierig optrekje bewoonde, stond op z'n kop. Via een onnozel formuliertje waren Walter en z'n vriendin Lisbeth opgeklom men van de bedelstaf tot de status van mil jonair. Een van onze verslaggevers ging op zoek naar Herr Knoblauch en vond hem even ten zuiden van Papenburg. Een kwarteeuw geleden schatrijk... En nu PENBURG Herr Knoblauch thuis, maar vraag niet hoe Ij heeft vanmorgen een paar -trels gedronken en slaapt nu. &r kan hij niet meer tegen", licht puw Lisbeth toe. En „Of de •jen maar willen betalen voor 4 interview!". Het huis is bouw- Jig en heeft sinds jaar en dag de jhte streling van een verfkwast jeten ontberen. Van een voor- jr kan niet worden gesproken, yjwel het stuk hout dat er voor frgaat, wonder boven wonder 5 scharnierend open en dicht ïj. Het bijbehorend kozijn heeft 'onderste meter welwillend ter ijchikking gesteld aan de kring- ep der natuur. „Onbewoonbaar •klaard", heet zoiets. b paar straatvegers in Papen- "rg hadden het al gezegd: „Na- Srlijk kennen wij Knoblauch. Jee keer links, rechtdoor, voorbij a stoplicht en dan rechtsaf. Hij •pnt in het daklozenhuis". H» drieënzeventig levensjaren zijn Qir Walter" niet aan te zien. Ster- J nog, je zou hem er zo tien bij [en. „Hij heeft als een dier ge ld. Een beest was het", zegt Lis- <fri, waarschijnlijk om de prooi tyr ons aantrekkelijker te maken. Hmoet immers nog onderhandeld ■rden over de hoogte van het ho- larium. Duizend mark hebben ze l eens gevangen, maar voor "like nette heren uit Holland" k 't ook voor vijfhonderd. Uit- elijk heeft Lisbeth een vrien- in Vlagtwedde. Kennelijk een n om in aanmerking te komen fr een forse korting. Wij weige- I nochtans beleefd. De inmiddels jf verrezen Walter doet een lager I, hetgeen Lisbeth pertinent van hand wijst. Hoeweldriehon- d is ook nooit weg. Het echtpaar jet zich scheldend terug voor gsberaad. Walters „Halt's Maul, cLump" blijkt tot in de zeer bio- nsch-dynamische achtertuin jrfrbaar. Wij mogen zolang naar h tot bos omgetoverde kamer- ><nd kijken. eeindelijk wordt honderdvijftig Ctk overeengekomen. Volgens de uw des daklozenhuizes geen J voor zo'n mooi verhaal en al- n „bij wijze van grote uitzonde- ik, omdat ze ons nu eenmaal ^pathiek vindt". En natuurlijk i jwege die vriendin in Vlagtwed- lo die volgens Walter overigens e|ng dood moet zijn. Verder is >Q in Duitsland het leven erg \r en krijgt het echtpaar slechts 3| kleine uitkering: „Negenhon- dd mark per maand en daar moet °l nog tweehonderd af voor de kr van het niet zo riante onder- _nen". Of wij wel willen besef- dat we met heel arme mensen e baken hebben. „Vreselijk arm". rstels Jzover lijkt alles in orde, want liter Knoblauch is voor nog geen ver geboren. En dan word je jit een dubbeltje, laat staan nog meer. Geen wonder dat er na oorlog voor hem geen andere en bestaan dan 's Heren wegen. I skramer wordt-ie. Z'n enige otie: borstels. Z'n vroegere rman Andreas Menssen (70) uit tmund weet het zich nog pre- (l te herinneren: „Walter heeft tnaast gewoond in een klein ka- :e tje, samen met z'n vriendin )eth. Voor trouwen hadden ze h geld. Bij mij kocht hij elke pd borstels, verhoogde de prijs probeerde ze dan de volgende j te slijten. Zo ging dat in die da- ts schokkends derhalve, of het te?t Herr Knoblauchs passie voor jchus zijn. Geen dag gaat voorbij dliij offert gulhartig aan zijn on trezen godheid, dusdanig zelfs, het bijeen gescharrelde geld iraard bestemd voor de aankoop I nieuwe borstels vaak vloei- nst gemaakt wordt en via zijn 8{darm verdwijnt. Ïi moest ik hem weer op de pof open", zegt Andreas. „Zo'n de huidige maatstaven en koersen omgerekend een kleine tweehon derdduizend gulden. Alsof je een emmer leeggooit Eigen café [■HBBBmmSDi In de loop van de maanden daarna meet Walter zich een nieuwe hob by aan. Hij laat tot in Hamburg „die Puppen tanzen", zoals onze Oosterburen het zo fraai omschrij ven. De deernen van de nacht ont vangen hem graag en berekenen gigantische bedragen. Vijfduizend mark is niks. Als Knoblauch over deze episode uit zijn leven wil ver tellen, probeert zijn vrouw de niet al te nette woordenvloed wat in te dijken. Tevergeefs. Het 'veel gebe zigde „Halt's Maul, du Lump" legt haar wederom het zwijgen op. Herr Knoblauch hanteert het devies: „Waarheid blijft waarheid. Als de kranten beginnen te liegen, is het einde der tijden nabij". Het kroeglopen en de betaalde lief de beginnen hem te vervelen. In het naburige Je ver schaft hij. zich een eigen café aan plus een heuse maltresse. De laatste houdt er een huis en een auto aan over. „Geld moet rollen, nietwaar?". Lisbeth mag de bierkraan bedienen en Walter meet zich de rol aan van „beste klant". Vaste bezoekers krij gen met de regelmaat van de' klok een briefje van honderd mark in de klamme handen gedrukt. Winst wordt er niet gemaakt, maar de omzet stijgt met de dag en het is er altijd druk en gezellig. Daar houdt Walter van. Bovendien is hij eigen baas. Zo nu en dan spijkert hij een bord boven de voordeur met de tekst: „Wegen Reichtum geschlós- Een handige zakenman weet het echtpaar zijdezacht toiletpapier aan te praten. Dat hebben grote stadslo- kaliteiten ook en krantepapier is toch ook niet alles. Het bestelfor mulier wordt van een handteke ning voorzien en het bruisende le ven wordt voortgezet. Tot Haupt- bahnhof Bremen meldt, dat er een wagonlading kleurige rollen is ge arriveerd. Of Herr Knoblauch maar zo goed wil zijn de handel af te halen. Deze schrikt zich wezen loos. Hij had toch duidelijk „Kar ton" op het formulier gelezen en geen „Waggon". En nu meer dan twee vrachtwagens vol. Dat kan toch niet waar zijn Sekt Wijn moet er ook komen. Een zich zelf respecterend café moet deze godendrank in huis hebben. Walter laat zich honderden flessen peper Zondër de buurman en al die ande re vrienden van vroeger. Maar naar eigen zeggen „met een geluk kig hart". „Wij zijn al jarén weer even arm als voorheen", filosofeert Walter, „maar wat dan nog. Toen ik gebo ren werd, had ik geen haar en geen tanden. Nu ben ik bijna weer even ver. Dat is het bestaan van de mens. Je gaat zoals je komt. Zo werkt dat". „Na mijn dood moeten ze m'n her senen maar eens onderzoeken, want ik ben ongetwijfeld een geni aal mens. Vrijv.el iedereen die plot seling rijk ^rdt, is binnen de kortste keren doodongelukkig. Ze plegen zelfmoord, scheiden of ko men in een gesticht. Ik niet. En Lisbeth is nog even gek op me als vroeger, 't Gaat mij net zo, al is .zij een bonte vogel. Maar wie moet mij anders naar bed brengen als ik „be- soffen" ben „Jullie zijn er heel goedkoop afge komen", mompelt hij nog ten af scheid. „Normaal is een interview met mij veel duurder. Als je 't maar niet rondvertelt dat ik jullie ge matst heb". De overige zinnen bevinden zich op het zwaar hellende vlak en zijn niet voor herhaling vatbaar. Lis beth houdt dit keer haar mond HERMANN HOOGAKKER Foto's: ENGEL LAMEIJER Lisbeth is nog even gek op me als vroeger". arme kerel kun je ook niet laten verkommeren". Uiteindelijk staat- Knoblauch voor meer dan tweedui zend mark bij z'n buurman in het krijt. Over naastenliefde gespro ken Lotto De zestiende december 1956 breekt aan. Op het eerste gezicht een dag als alle andere. Een beginnende vrieskou en Walter op pad langs de vele boerenhoeven in het vlakke Oostfriese land. Tot het lottokan toor uit een naburig dorp meedeelt dat de geluksnummers van de afge lopen week 15, 17, 20, 23, 31 en 35 zijn en dat een zekere Herr Kno blauch het juiste rijtje heeft inge vuld; of hij maar zo goed wil zijn z'n duplicaat te tonen, teneinde achthonderdduizend mark te incas seren. De mare doet de ronde met het tempo van een snelvuurkanon. Walter wordt opgespoord en als een vorst ingehaald. De toenmalige lottokoning weet het zich nog goed te herinneren: „Ik was die ochtend gewoon aan het werk gegaan, tot men mij vertelde dat ik schatrijk was geworden. Zo iets geloof je natuurlijk niet. Toen het tot mij doordrong, hebben Lis beth en ik onze zondagse kleren aangetrokken en zijn we in optocht naar ons stamlokaal getrokken. Met heel Wittmund op de hielen. Hoewel ik het geld nog niet binnen had, heb ik iedereen die nacht vrij drinken gegeven. Dat was wel het minste wat ik kon doen". Daarmee begint Knoblauchs nieu we levem Weg met de nering, van af nu is er slechts ruimte voor de tering. De drank vloeit rijkelijk, terwijl de plaatselijke middenstand gouden tijden beleeft. Een nieuw huis, dure meubels, een gevulde wijnkelder. En natuurlijk nieuwe kleren voor Walter en zijn Lisbeth. Het kan niet op. Een peperdure auto wordt op afroep geleverd. Ge lukkig heeft Knoblauch een rijbe wijs. Van heinde en ver staan de nijvere leveranciers in de rij om Walter en Lisbeth te bevoorraden. Bruiloft Getrouwd wordt er ook. Rijke mensen hebben nu eenmaal andere fatsoensnormen dan het „uitschot". Althans, volgens de Knoblauchs. En als je in de beste straat van Wittmund woont, moet je je hij de heersende zeden aansluiten. Van daar. Het hele dorp viert de brui loft mee om Walter en Lisbeth een onvergetelijke dag te bezorgen. Kosten: veertigduizend mark. Naar Geluk En daarmee is een einde gekomen aan een droom en aan de luxe. Herr und Frau Knoblauch zijn niet langer gezien in Wittmund en om geving. De kip met gouden eieren is definitief ter dood gebracht. In eendrachtige samenwerking. Geen gewin, geen kattegespin. Zo gaat dat in het leven. Buurman Menssen houdt zich groot door te zeggen, dat hif nooit mee heeft gedaan aan de kaalplukkerij. Walters versie luidt anders. „Hij heeft zeker vijfentwintigduizend mark gekregep. Maar weet je, An dreas heeft mij altijd fatsoenlijk be handeld. 't Zij hem gegund". Onlangs heeft het echtpaar zijn vijf entwintigjarige echtvereniging ge vierd. Met behulp van enkele nieu we vrienden in hun buurtcafé. dure sekt aansmeren. Helaas, al leen de etiketten zijn echt. De in houd blijkt mineraalwater uit Grie kenland. Knoblauch is voor de zo- veelse keer beduveld. Aan alles komt een eind. Zelfs aan de gigantische bankrekening van de familie Knoblauch. Lekker is voor Walter en Lisbeth slechts twee jaar lang. De rijkelijk stro mende geldkraan begint te druppe len en stopt tenslotte definitief.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 13