Na die warme rijkdom keek een Florida-tornado niet eens meer naar me om REGIO LEIDSE COURANT WOENSDAG 7 JULI 1982 PAGINA Na 25 jaar rond gelopen te hebben in de Leidse regio, vonden de lezers van deze krant, dat ik mijn blik maar eens moest verrui men. Ter gelegenheid van mijn 25-jarig jubileum als journalist werd mij een reis langs een gedeelte van de Amerikaanse oostkust aangeboden. Het werd een onvergetelijke reis. Dit verhaal geeft een verslag van de laatste dagen, die mijn vrouw en ik in Flori da doorbrachten, en de te rugreis. De dag tevoren was nog ver blindend mooi geweest, en bo venmatig heet. In die gekoel de touringcar, airconditioned in optima forma, zat je te twij felen of het nu werkelijk zo warm zou zijn, daarbuiten. De temperatuur erbinnen deed je zonder moeite aan thuis den ken. Als je eens in een half uur een nederzetting passeer de, zag je mensen die kenne lijk niet voor pampus lagen maar gewoon werkten, of in de schaduw op de veranda in een schommelstoel bij de voordeur zaten. Dat waren dan meestal „gekleurde" mensen, coloured people het getuigt niet van goede ze den of werkelijkheidszin om ze negers te noemen of zwar ten. In alle „interne" koelte waren we de tropische waar den van Florida binnengere den: 35 graden C. Maar wer kelijk, in die bus, waar een fris briesje spoot door gaatjes in de sponningen van de ven sters, had je geen notie van wat je te wachten stond. De eerste stop echter, die dag, laat ik het gisteren noemen leerde me het zoveelste facet van „Amerika" te beseffen: de deur klapte open, ik stapte uit, en werd onmiddellijk knock out geslagen door een gloeiende deken waaraan geen ontkomen was. In pa niek zocht ik een groep strui ken om de zon te kunnen ont wijken. Regenhoedje op, want onze Haagse reisgenoot had me, uit ervaring, dubbel en, dwars gewaarschuwd: „koop een pet. of hoed, althans hoofdbedekking, anders ont kom je niet aan een zonnes teek". De struiken die enig soulaas boden, op weg naar het vriendelijke, weidse In formation Center for Tourists (waar duizenden folders, bro chures, gidsen lagen, en ver der nog gekoelde juices ofwel sjuën van hoog Floridaans ge halte, drinkfonteintjes met ijs koud water, waar poetsende donkere meisjes met witte mutsjes, lange zwarte en blon de jongens als schoonboeners met witte kwartiermutsjes, kortom, waar Florida de zo juist de grens met de staat Georgia gepasseerde bezoeker eigen-aardig verwelkomde), nou, die struiken dan staken me zowat de ogen uit met re gimenten bleekrode frambo zen. „Afblijven! Niet doen!", zo sprak onze ervaren reis makker. Orkaan Ik proef die dag, die eerste en bijna laatste dag in Florida, nog steeds als gisteren. Het Spaanse graan heeft zelfs daar de orkaan doorstaan, tot ruim een eeuw geleden de hispa- niolen er eieren voor hun geld moesten kiezen. Maar het graan komt er in allerlei verschijningsvormen als ha vermout, flakes en vlokken nog dagelijks onder de verza melnaam „cereals" op de ont bijttafel. Eten? Op de vroege ochtend? Ach, dat gevarieerde volk, in al z'n wereldwijde componenten, serveert zich zelf en de overdonderde vreemdeling uit de oude we reld zoveel verrassingen, die DE LAATSTE DAGEN VAN FORMIDABELE AMERIKA-REIS Op mijn omwegen door. stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 22 44 op toestel 10. De laatste dag, vlak vóór het vertrek, was het strand bij Carillon Beach nog verlaten. Het onweer was weggetrokken; geen tornado kon meer helpen, en de palm was overeind gebleven, en verder was er nauwelijks een mens te zien. En bij Palm Beach zal het niet anders zijn geweest. alleen op de spijskaart met bijgevoegde tarieven tot enige bedachtzaamheid aansporen. Amerika is niet zo „goed koop" als men wellicht hier en daar had gedacht. Hoewel je voor minder dan drie dollar je eieren met toast in ettelijke verschijningsvormen kunt ge nieten. Maar dat is altijd nog driemaal twee gulden zeven tig. De taal kan problemen opleveren. Amerikaans is geen Engels, al gaat het er voor door. Het is onszelf, mijn vrouw en mij, niet overko men, maar wel een strijdmak ker in een wereldvreemde slag om het vroege dagelijks brood. Hij vroeg, in de tame lijke luxe van een room servi ce (zeg maar: ontbijt op bed), om twee eieren van vier mi nuten. Het resultaat was: vier eieren van twee minuten, aangereden door een stomver baasde room-servant. Beach Maar die dag, gisteren, was het nog onvergetelijk pre-Ca- raibisch weder. Ruim hon derd kilometer vóór Miami, de door meer dan 150.000 ille gaal binnengekomen Cubanen (afgezien van de ontelbare le gale) veelgeplaagde mensen concentratie, begon de bebou wing al. The Beach: telkens weer met een andere naam getooid, en aan de Atlantische rand bezet met een oneindige keten van hoog oprijzende, ontelbare hotels met eindeloze genoegens, paradijselijke, in palmen gevatte, concentraties van „rijtjeswoningen" en ver blindend witte residenties (waarvan bouw- en woning toezicht volgens de richtlijnen in de Europese lage landen afgezien van België ture luurs zou worden: hoe is het in 's hemelsnaam mogelijk dat iets kan als het niet zou mo gen?). De bevolking daar bestaat voornamelijk uit Cubanen, al dan niet bootvluchtelingen, en onoverzienbare horden van gepensioneerde Amerika nen, uit alle streken van de westelijke hemisphere, die de levensavond praktisch taxfreé en zonovergoten wensen door In Wilmington, North Carolina, was het bij Cape Fear bijna net zo blauw als in de „sky". En dan lag er nog een afgedankte maar veelbezochte slagkruiser in de buurt. En daar kon je natuurlijk ook wat eten. te maken. De jeugd is er in de minderheid, in Maimi, waar, volgens verbitterde vanouds ingezetenen, de boel „verziekt Dennensch uimbad We hebben ons in de warme golfslag van de oceaan, die nog lichtgroener was dan onze huisgelegenheid met dennenschuimbad, laten strie men door het spel der over donderende rollers. Bijna ver laten strand, op de parelgrijze zanden van Miami Beach, ge scheiden van het „vaste land" door grote baaien en kreken. „Zandvoort" zou hier honderd keer „in kunnen". Maar er hing iets in de lucht, en dat hebben we dan vandaag zo goed als aan den lijve onder vonden. Donderkoppen, all over the place. Eerst, na aankomst in het Ca rillon Beach a Doral Hotel met een geweldige marme ren lounge als een „gehoor zaal" en peperduur om er te eten, nog dineren in een eet huis dat zoiets als Pumpernik- kel's heet. Cubaanse bedie ning, maar instructief. Ser veerster leek niet al te vrien delijk, maar adviseerde ons toch een voortreffelijke steak met toebehoren, en een glo rieuze dressing („Thousand Islands") van de bereids op ta fel staande verse salade. Haar vermoeide gezicht (ze bleef niettemin informeren naar onze bevindingen tijdens het maal) vertoonde erkentelijk heid toen we haar onze com plimenten maakten. Alleen had ik me vergist met het „bier", maar daar kon zij niks aan doen. Redelijk in prijs leek me „Roots Beer", maar helaas „that turned out to be a non-alcoholic drink": geen bier, maar een suikervrij soort sodawater met een bruine kleur. „Thank you very very much indeed", zei de waitress nadat we gegeten hadden, en we wandelden naar de kassiè- re om te voldoen aan de reke ning, exclusief een nauwelijks van tevoren vast te stellen plaatselijke „tax", BTW dus. Donderkoppen Er hing al iets in de lucht, en dat hebben we dan vandaag, de dag van onze terugreis, zo goed als aan den lijve onder vonden. Donderkoppen, all over the place. Vanmorgen om half acht gebruik gemaakt van het op lauwe temperatuur zijnde zwembad. Onze reis- leidster was toen al een half uur bezig, met het trekken van haar baantjes en dat zou ze nog dertig minuten erbij volhouden. Ontbijt in de din- nerroom; we hebben de eie ren niet geteld. Ik blijf gek op „hash brown", wat op gebak ken aardappeltjes lijkt. En dat op de nuchtere maag, en bij de toast. Ongelimiteerd koffie en nog redelijk van kwaliteit ook maar ga niet naar een coffeeshop, want daar lijkt deze drank (in kartonnen be-, kertje) doorgaans op thee of slootwater met veel melk. Van een doorloop naar de ko kende waterlijn komt niets meer. Er valt geen kip of wat dan ook meer op het strand te bekennen. De grijze lucht wordt almaar zwarter. Be zwangerd van onheil. Boven op onze kamer kijk ik in de richting van Miami. Dat moet ergens achter de Biscayne Bay liggen. Maar de stad doet zich duisterder voor dan ooit en ligt achter een sluier van water en een gore nevel ver borgen. De eerste bliksem schichten vertonen zich in de richting van het rijk van Fi del Castro. Onweders die el kaar ontmoeten boven een eenzame vissersschuit. Tot die ook niet meer te zien is. Speelfilm In plaats van de t.v. uit te schakelen, zoals het hoort bij onweer, kijk ik naar een vroege speelfilm over het le ven van Churchill's voor ouders, onder wie de hertog van Marlborough, die gemene zaak met de Hollanders maakte en ergens de Oosten rijkers ging aanpakken, in 1704. Fijn Engels spel, onder broken door de reclamebeel den waaraan ik, na een week of twee, al gewend ben ge raakt. Onderaan wordt ineens een mededeling afgedraaid: „From the National Weather Center: Tornado warnings are in effect for eastern Dade en Broward counties until 11.50 A.M. this morning". Een half uur later, op een an der net (want Marlborough is inmiddels uitgevallen) de eerste snelle reportage van vernielingen, veertig mijl bij ons vandaan: ineengedeukte auto's, ontwortelde bomen, honderden kapotte ramen, vertwijfelde mensen, huilende kinderen en vrouwen. Ik zal Schiphol niet meer zien, mijn woonstede, noch mijn weet ik veel. Een tornado in Florida: ik had het kunnen weten. Ik had nooit moeten gaan. De bliksem drijft ons intussen van het raam naar het mid den van de kamer, waar we op een bed proberen zorgeloos te jokeren. Onthutst. Het is pas 10.45 A.M. Dat kan nog leuk worden. De hele nacht hadden we vliegtuigen horen opstijgen vanaf Miami Int. Airport. Nu niets meer. De verbindingen zijn verbroken; het kolkt boven de subtropi sche aarde. Alleen een sheriff, met z'n helse sirene aan, suist beneden over Collins Avenue. De Leidse politie laat zich veel vriendelijker horen, denk ik bedroefd. Kaartspel Kaartspel weg. Ik pak een plaatselijke krant, de Miami Beach Koerier, zeg maar. Met een grote foto op de frontpa gina: een deputy sheriff, die twee donkere knapen in de kroezige kuif gepikt heeft en ze met de koppen op zijn mo torkap douwt. Ze hadden een vrouw bij haar huis van d'r knip beroofd. Tien minuten achtervolging en kip ik heb je. In het onderschrift de vol ledige namen en de adressen van de 15- en 17-jarige rai ders. Zo werkt dat, in de Sta tes. Vanaf hun 14e jaar wor den Amerikanen geacht ver antwoordelijk te zijn voor hun daden. Jammer voor de ou ders, maar het is niet anders. Zonder op te klaren heeft de atmosfeer haar donderkracht verloren. Het zal er toch van komen. We kunnen buiten nog wat shops langs, voor een „sale". Spotkoopjes: een T- shirt voor 8 dollar. „Dat is al tijd nog 21 gulden, ongeacht die tax", sputtert m'n vrouw, die zelf ook aan zo'n ding blijft hangen. Supermarkt. Ik heb scheerzeep of schuim no dig. Leuk: Palmolive. Lekker straks thuis, misschien, sche ren met crème uit Florida; ik lach me dood als ik het haal. En een hekel dat ze eraan hebben als je zo maar doelloos in zo'n place blijft rondlopen. Vandaar dat bord met de op wekking: „If you have no thing to do, don't do it here..!" Tornado Het lukt. De laatste stonden in de V.S. zijn aangebroken. Er wordt weer gevlogen. We hebben een tornado gemist. Teleurstelling, achteraf, na tuurlijk. Had je kunnen op scheppen, thuis. Thuis: nog 14 uur verwijderd. Koffers grij pen, lift, naar beneden vanaf 14 hoog. Lounge, immens; re ceptie en loerende geünifor meerden, die op service verle nen uitzijn ad zoveel. Al ver zetten ze een suite case maar drie yards, dan nog staan ze te wachten op een tip. Keurig hoor, dat wel; gedistingeerd In Florida ontmoette ik in St. Augustine (oudste stad van dit land) dit Indiaanse „echtpaar", dat In de gloeiende zon zat te blakeren zonder een vin te verroeren: „fotograferen is toegestaan", stond op het bordje bij de poppen, „En het kost niets". Dat was, tenslotte; een geweldige on-Amerikaanse meevaller. ook. Witte handschoenen; short cut hair. Amerika heefl volop cultuur. Ik zal het daar nog met u over hebben. Een andere keer. Dan wordt mijn verhaal bijna het verhaal van m'n leven, want „Amerika" is ongelooflijk. In alles. In ons geval zo fijn en aantrekkelijk, zo verrassend, zo „overwhel ming", dat we er dolgraag hadden willen blijven. Niettemin is daar het shuttle busje, dat ons naar Miami Air- port gaat rijden. Over een binnen-baai die twee keer zo breed is als het Hollands Diep. De driver is een niet al te ge makkelijke Cubaan. Al let-ie best op het verkeer en veran dert zonder vaart minderen kris-kras van baan. Om eng van te worden. Wat een ver schil met George Propion Be- ratarogloe, de Turks geïm pregneerde, orthodoxe Griek met de het „Kind" dragen de Christoffel op z'n dash board die ons twee weken eerder van J.F.Kennedy" in een uur tijd (we boften dus ook nog) kriskrassend, en op volle snelheid tevens, naar 46th Street op Manhattan in New York reed en vervolgens 24 dollar en een schouder-1 klopje in ontvangst mocht ne- j men. Onze Cubaan van de laatste dag eist nors 14 dollar, bij Miami Airport, na twintig minuten, en een kwartier tal men bij het hotel. Hoewel del hele transfer al betaald was. Cuba ligt een paar honderd 'kilometer verder het Caralbi- sche gebied in. Ik zou daar best een keer poolshoogte wil len nemen. Maar niemand zal het me aanbieden. Het was al mooi genoeg, na dat zilveren journalistenjubileum, dat me een „gouden" reis opleverde. Vliegen Vertraging op Miami Airport; moeilijkheden met de cate ring, zeggen ze via de inter com. Nog twee uur vliegert naar New York, in een brul boei van wijde omvang wide body" en film aan boord: Eastern Airlines heet ons welkom en serveert ach ter elkaar leeftocht. Op Ken nedy Airport nog een uur om over te stappen op de „Char les Lindbergh", de Boeing 747 van de KLM. Te kort voor de koffers. Die komen pas over morgen aan. En worden thuisbezorgd. Vliegen, lezen en praten. Nog zes en een half uur. We winnen tijd. Langs Labrador en New Foundland. Waar we toch nog een orkaan ontmoeten. Gezagvoerder, met geroutineerde luie stem: „U zult deze turbulaties als onaangenaam ervaren. Het kan nog enige tijd voortduren. U kunt 't best de riemen aan houden. Het is een wind kracht van 120 km' per uur. We vliegen met een snelheid van 980 km.p.u. De tegendruk is dus ongeveer 1100 k.m. p. hrs." En hij laat ons verder in het ongewisse. Vertrek van New York onge veer 11 uur 's avonds, en na een paar uur van niet louter genoegen begint het licht te worden in de cabine van de vliegende filmzaal. Slapen, daar denk ik misschien mor gen pas aan. Maar wat is mor gen? Het is niet waar: maar om kwart over elf in de och tend, kwart.over vijf in New York, komen we door het wolkendek heen, boven de rode daakjes van Hoofddorp, de keurige veldjes van de Haarlemmermeer, nadat de captain een minuut of wat eerder had geventileerd, dat we rechts „the city of" Den Haag en links Haarlem had den kunnen zien liggen, als het niet zo bewolkt was ge- Schiphol De tienduizenden tonnen heb ben, volgens berekening, de grond geraakt. Het is fris, bui ten op Schiphol; sinds kort Europa's vierde luchthaven, en zo verschrikkelijk mooi en verwelkomend. Een graad of vijftien is het er. Jack aan. Ik sta nergens meer verwonderd om. De Schiphollijn-trein is een allemachtig fijn vervoer middel naar Leiden. Amper 20 minuten, door het vlakke land. Down and up..., als een ondergrondse die al gauw naar adem snakt. Ik ga straks pitten. Die koffers interesse- ren me geen bal op het mo ment. Ik heb een stukje van Amerika gezien, en nog veel' meer. God's own country, zei den ze vroeger. En dat kan best waar zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 4