lebben de kriebel
Ethiek onder sportvissers
De gewone en de speciale hengel
Adviezen voor de jonge beginners
georganiseerde hengelsport
^.edt 300.000 ha viswater
[eer verzet tegen
ïdwongen sluiting
ZATERDAG 22 MEI 1982'
Op de viskaart voor het seizoen
1982-'83 staan voor de sportvissers
enige aanbevelingen voor een juiste
behandeling van de gevangen vis.
Minister drs. J. de Koning van
Landbouw en Visserij heeft hiertoe
besloten na overleg met de georga
niseerde hengelsport en met de
Dierenbescherming. Hij hoopt hier
mee bij te dragen aan een verho
ging van de algemene ethiek onder
sportvissers. Samenvattend noemen
we die ethiek „weidelijk vissen".
Nu dient direct gezegd te worden,
dat menig visser zeer goed weet
wat die ethiek inhoudt en er ook
naar handelt. Zo zal hij altijd pro
beren te voorkomen, dat de vis de
haak inslikt. Hij zal z'n vangst al
tijd langzaam en voorzichtig naar
de kant en in z'n schepnet drillen
en het-dier vervolgens met natte
handen uit het net halen om het
haakje te verwijderen. Hij zal de
vis daarna meteen z'n vrijheid te
ruggeven. Zwaar beschadigde vis
sen zal hij meteen doden, omdat hij
weet, dat dergelijke vissen ziekten
onder de overige kunnen veroorza
ken.
Zo handelt dus de hengelsportlief-
hebberfster), die eigener beweging
weidelijk vist. Maar al te vaak
komt het echter nog voor, dat
„hengelaars" het daarmee niet zo
nauw nemen. Die na een aanbeet
de haak verschrikkelijk hard zet
ten, de vis naar de kant en in hun
schepnet sleuren, zelfs het dier
meteen uit het water op de wal
zwiepen. En die daarna de hengel-
top nog graag een zwiep geven in
de hoop, dat de haak daardoor van
zelf uit de vissebek losschiet We
stellen het echt niet slechter voor
dan het in sommige gevallen is
„Hengelaars", die zo te werk gaan,
zijn moordenaars zonder meer. De
georganiseerde hengelsport ziet ze
liever gaan dan komen, want zulke
liedep bezorgen deze sport een bij
zonder slechte naam.
Vooral voor hen, die het gewoon
lijk met de ethiek niet zo nauw ne
men, is het daarom aanbevelens
waardig de adviezen van de be
windsman goed te lezen
Voor talloze mensen, die af en Joe
eens een hengeltje uitgooien en dan
ook nog alleen bij heel mooi weer,
is het wettelijk verschil tussen een
„gewone hengel" en een „speciale
hengel" moeilijk te bevatten. Ze
begrijpen niet, dat ze, met dezelfde
werp-, insteek- of telescoophengel
vissend, de ene keer met „een ge
wone hengel" vissen en een andere
keer met diezelfde hengel op „een
speciale hengel" zijn overgestapt.
Voor beide onderdelen van de hen
gelsport zijn verschillende wettelij
ke documenten vereist. Door na te
gaan,, welk aas men wenst te ge
bruiken, kan men bepalen wélk
document: een bijdragebewijs van
zes gulden of een kleine visakte
van twaalf piek.
Gebruikt men een haakje voor een
aassoort zoals die in 1963 door de
toenmalige minister van landbouw
en visserij in de Visserij wet is be
paald, dan vist men met een „ge
wone hengel". Deze aassoorten zijn:
a. brood, aardappel, deeg, kaas,
al dan niet gekiemde zaden of gra
nen, peulvruchten, fruit, wormen,
slachtprodukten, zeepier, zager,
mossel, afgeknotte gaper (put-
schelp), steurkrab, garnaal of na
bootsingen van deze aassoorten;
b. insekten en insektenlarven of
nabootsingen daarvan, met dien
verstande, dat de grootste afmeting
niet meer mag bedragen dan 2,5
centimeter.
Een „speciale hengel" is beaasd met
alles wat hierboven niet is ge
noemd. Bijvoorbeeld: een spinner
(blinker), lepel, jig, twister, plug,
een levend of dood visje. Vist men
met een stukje vis, kleiner dan drie^
centimeter, dan vist men eveneens
met de „speciale hengel".
Voor het vissen op snoek of snoek
baars heeft men een zogenaamde
„kleine akte" nodig, plus een ver
gunning van de rechthebbende op
het viswater. De kleine visakte
verkrijgt men voor twaalf gulden
in het postkantoor, de vergunning
door lid te worden van de club die
het visrecht bezit. Veelal is die aan
gesloten bij een federatie van de
NWS.
Voor het vissen met de „gewone
hengel" heeft men voldoende aan
een „bijdragebewijs". Voor zes gul
den, eveneens in het postkantoor
verkrijgbaar. Het lidmaatschap van
een club is daarvoor niet noodzake
lijk, maar wel aanbevelenswaard!
■Het nieuwe hengelsportseizoen
vangt dit jaar voor de gewone
hengel" aan op 29 mei. Voorheen
mocht eerst op 1 juli met de „spe
ciale hengel" worden gevist. Minis
ter drs. J. de Koning heeft echter,
evenals vorig jaar, begin maart be
sloten de „speciale hengel" ook
voor de periode van 29 mei tot 30
juni toe te staah.
De bezitterfster) van een kleine
visakte, dus hij of zij die daardoor
bevoegd is met de „speciale hengel"
te vissen, mag dertig stuks onder-
maatse blankvoorntjes of baarsjes
bij zich hebben om ze als aasvisjes
te gebruiken. Alleen mag men met
deze visjes niet in het IJsselmeer
vissen.
Je bent jong en je wilt wel eens
wat, om de slogan van een bekende
omroeporganisatie maar eens te ge
bruiken. Je wilt bijvoorbeeld, als
zoveel jongeren, wel eens vissen.
Maar waarmee, met welk materiaal
dus en hoe doe je dat?
Om het direct maar te zeggen: be
gin niet met de aankoop van „het
beste van het beste", al is het onze
ervaring, dat ook op het stuk van
hengelsportmaterialen goedkoop
duurkoop is. Maar wat heb je aan
peperdure spullen als straks blijkt,
dat je sportieve belangstelling toch
naar een andere sporttak uitgaat?
Dan zit je er mee. Kun je ze mis
schien voor een habbekrats over
doen aan een jongere, die wèl en
thousiast hengelsportliefhebber is.
Het andere uiterste bijvoorbeeld
een hengeltje van een paar gulden
en een simmetje van een paar
kwartjes hoeft en moet nu ook
weer niet. Laat eveneens de mooie
werphengel met die fijne molen
nog maar even in de etalage liggen.
Tot de aanschaffing daarvan moet
je pas overgaan, als je zegt „ik ga
door" en als je de slag van het vis
sen goed te pakken hebt.
Die heb je het snelst met een „vaste
stok", zoals die in hengelsportter
men heet. „Een vaste hengel", als
je dat beter verstaat. Een van een
meter of zes voor de kleine knaap,
een van een meter of acht voor de
grotere. De delen moeten behoor
lijk in elkaar passen, liefst in een
koperen bus sluiten als het om „een
gewone hengel" gaat. Er zijn name
lijk ook vaste stokken, die vervaar
digd zijn van holglas, volglas, fiber
en nog tal van andere kunststoffen.
Buigzaam
Goed, een gewone hengel van zes
of acht meter dus. Die ondanks z'n
delen toch buigzaam is. En waar
van het topje dat mag best van
kunststof zijn een lekkere zwiep
vertoont. Niet te veel, want dan
zwiep je de vis zo van het haakje.
Vervolgens aandacht voor de lijn,
voor de dobber, het lood en het
haakje.
De dikte en de lengte van de lijn
zijn belangrijk. De beginner raden
we een lijn van 18-100e nylon aan.
Als dobber een pauweveer of de zo
genaamde Rotterdammer. Dobbers,
die stevig aan de lijn zitten. Pieker
nog maar niet over schuifdobbers.
De lijnlengte is belangrijk. Moet op
z'n minst twee maal de lengte van
je hengel hebben. Eenmaal de leng
te, om te vissen, het resterende
stuk, om op de hengel te winden
via een kikkertje op de helft van
de hengel als reserve. De dobber
moet goed uitgelood zijn. Moet „op
zink staan" (in het water) zogezegd.
Niet voor de helft boven het water.
Bedenk namelijk, dat het de bedoe
ling van een dobber is de vis te sig
naleren. De vis, die het aas heeft
„genomen", zoals dat heet. Hij
neemt dan tegelijk je goed-uitgelo-
de dobber mee. Zie je zo wegschie
ten, als het goed is. Aan een dob
ber, die veel te ver boven water
uitsteekt, heeft hij een tè zware
klus. Als ie die voelt, spuugt-ie zo
het aas uit.
Dat uitloden van die dobber kun je
in een emmer water doen. Met van
die kleine kogeltjes, waarin een
uitsparing. Druk je met je vingers
zo op de lijn. Je hoeft zo'n lijn ove
rigens niet zelf te maken. Je kunt
ze bij de vleet kopen. Voor een
paar gulden ben je de man of
het meisje, want onder de ongeveer
650.000 Nederlandse vissende jon
geren tot en met 15 jaar bevindt
zich menig „wicht".
De lijn bevestig je aan het topje met
behulp van een rubberringetie of
een stukje ventielslang. Makkelij
ker kan het al niet. Komen we ten
slotte bij het aas. Waarvan sommi
ge ervaren hengelaars een pro
bleem maken. Zij menen een zelf
gemaakte aassoort te hebben, waar
mee zij ik-weet-niet-wat vangen.
Niks van aantrekken. Gewoon een
snee brood nemen, in een iets
vochtige doek wikkelen, aan de
waterkant een stukje eraf pulken,
even wrijven tussen duim en wijs
vinger en klaar is Kees. Maar pas
op, niet één aassoort mag ruiken
naar bijvoorbeeld tabak, benzine of
petroleum. Dus: je handen moeten
schoon en reukloos zijn.
Probeer aan de weet te komen, hoe
diep het water is. Vis je op brasem
of aal, dan dien je het aas dat ook
een worm kan zijn op de bodem
aan, want zij zijn bodemazers. An
dere vissoorten iets daarboven
baars, snoekbaars of zelfs net
onder het wateroppervlak (ruis-
voorn). Bijt de vis en zwemt-ie met
je aas plus de onder water gescho
ten dobber weg, sla dan voorzichtig
aan. „De haak zetten", noemen we
dat. Als dat lukt, dril de vis dan al
even voorzichtig naar de kant en in
je schepnet. Vis weidelijk. Vis zo,
dat niemand er aanstoot aan neemt.
Zo goed, als jij de kans hebt een vis
te vangen, moet hij op zijn beurt,de
kans hebben er vandoor te gaan.
Fifty-fifty, zogezegd.
Gedraag je aan de waterkant rus
tig. Met geschreeuw „Heb jij al
wat gevangen?" verjaag je de
vis. Die hoort meer dan menigeen
denkt. Maak ook geen lawaai op je
visstek. Geluid zet zich veelvuldig
in het water voort. De vis neemt
dan de vinnen en jij zit voor jo
ker
Als je de slag eenmaal te pakken
hebt, kun je gaan piekeren over
een mooiere eri betere hengel en
over een lichtere lijn. Weet je, dat
er wedstrijdvissers zijn, die met een
nylonlijntje van 8-100e vissen?
Daarmee is het hard werken gebla
zen, ook al, omdat de dobber die zij
gebruiken een lucifer groot en dik
portvissers
wekenlang hebben duizen-
hengelsportliefhebbers-
rs) de kriebel. Ze zijn on-
dJurig, bij het zenuwachtige
Moeder had dat vroeger
is ook. Vooral tegen de tijd
er „zo nodig" in het voor-
najaar schoongemaakt
hakst worden. Zoiets.
^aijer de sportvissers is het
lsi een jaarlijks terugkerend
J schijnsel. Waar een dokter
sn psycholoog nog geen
laring voor heeft gevon-
Een medicijn ertegen be-
gefii niet. Een diepgaand ge-
?J"ik heeft ook al geen zin.
liefhebber moet je ge-
n laten betijen; moet je z'n
g laten gaan
verlangen van de echte
gelaar om een hengeltje
le gopien is en blijft groot,
sommigen is het zelfs zo
dat zij in de huiskamer
de hengel in hun hand de
„worp" na de andere pro-
;n. Terwijl in hun gedach-
hun „vangst" steeds grote-
rormen aanneemt
irejr hen is de hengelsport
ts als verslaving. Met dit
wh chil, dat als het „weer
10^;" alle bijkomende ver-
^jnselen als ongedurigheid
Tzenuwachtigheid verdwij-
-3^ als sneeuw-voor de zon.
iet mag weer gauw. Zater-
29 mei, om precies te zijn.
afijn bijna twee miljoen hengel-
aptliefhebbers in ons land.
500.000 van hen zijn lid van
icJub, die op zijn beurt weer
ris van een provinciale of re-
'Cile organisatie, welke is aan-
«ten bij de NVVS, zijnde de
lerlandse Vereniging Van
Hvissersfederaties. Als u nu
t, dat er jaarlijks zo'n klein
"ten bijdragebewijzen van 6
(en of kleine visakten van 12
jen worden uitgegeven, leert
Jt eenvoudige rekensom, dat
imiljoen „liefhebbers" met de
paar het visdocument gooien
'pat anderhalf miljoen sport-
fers niet zijn georganiseerd,
laatsten missen heel veel. Zij
en bijvoorbeeld niet en nooit in
i'nerking voor de jaarlijkse Gro-
iergunning van de NVVS, die
In staat stelt in dik 300.000 hec-
ilandelijk water te vissen. De
Vergunning 1982 is met nog
aantal wateren uitgebreid. Zo
len de sportvissers in de omge-
i) van Amsterdam dit jaar voor
lerst vissen in de Sloterplas. De
jelsportvereniging „Amster-
biedt deze mogelijkheid. De
liefhebbers kunnen ook ge-
t maken van de visboten, die
de vereniging daar heeft liggen.
Verschil tussen leden van de vere
niging en Grote-Vergunninghou-
ders wordt daarbij niet gemaakt.
De federatie Randstad biedt even
eens goede en nieuwe mogelijkhe
den. Zoals bijvoorbeeld aan beide
kanten van de rivier de Lek, vanaf
Everdingen tot aan Lexmond. Ook
in het recreatiegebied Noord Aa
mag nu gevist worden en wel in de
Zoetermeerseplas.
Geheel nieuw in de Grote Vergun
ning zijn de looprechten op de
Meerdijk van de Noordoostpolder.
De NVVS is daar erg blij mee,
want de sportvissers hoeven nu
tenminste niet langer zelf de ver
gunning voor deze dijk aan te
schaffen. Dat gaf in het verleden
nogal eens moeilijkheden voor die
hengelaars, die graag een hengeltje
in het IJsselmeer uitwierpen. Ze
„vergaten" die aanschaffing soms.
De dijken rond de polders van Zui
delijk en Oostelijk Flevoland zijn
nu, dank zij de acties van de
NVVS, al twee jaar vrij toeganke
lijk.
Aangenomen tenminste, dat men
in het bezit is van een Grote Ver
gunning. Iedere visser zonder Zo'n
vergunning kan rekenen op een
fikse bekeuring
i dl
a
rks Pmt steeds meer verzet tegen
[esloten seizoen, waarin in ons
'n de vis letterlijk en figuurlijk
slegenheid krijgt zich voort te
ten. Alsof vissoorten als voorn,
baars, brasem, snoekbaars en
er maar een Paar te noe"
zich iets aantrekken van een
ich ten se'lZ0e^- Men kan er don-
?ry Jp zeggen, dat er onder onze
orten van paaien en van eier-
tje l'n8 ëeen of amper sprake is,
EerE Weersomstandigheden slecht
Jist die zijn in het nu bijna
n >'je gesloten seizoen bijzonder
iet1 geweest- Regen, natte
af iw, hagel en vooral veel ijs-
jm e snerpende wind, lokten de
dl 'et er£ aan om °P vrijersvin-
le gaan. Best mogelijk dus, dat
0 ij mildere weersomstandighe-
.tijdens of kort na de opening
L^y het seizoen daarmee nog hard
rre ^n' Maar de ethische bezwa-
vel 8esi°ten tijd wettelijk
het vissen gelden, zijn dan
Jaar niet meer van toepassing.
hei ^eronderstelling die. te gek is
z-jt 'aar te zijn. Maar in ons land
en we daaraan vast.
j verzet tegen de gedwongen
li van neemt,
_ej gezegd, toe. Vorig jaar bij-
in >€eld heeft de tweede voorzit-
an de Nederlandse Vereniging
iSportvissersfederaties (NVVS),
eer R. Wielenga, zich reeds
doorvissen op de witvisachti-
uitgesproken. Dit jaar en om
ini 6S te zijn °.p donc,erdag 1 april,
ft een vijftigtal Friezen de eer-
ag van de gedwongen gesloten
de aan hun laars. Onder de
rook van Sneek visten zij dat de
brokken er afvlogen. Jammer ge
noeg werd dit protest tegen de jaar
lijkse sluiting- door velen als een
beste aprilmop opgevat.
Nachtvissen
Terug naar het nieuwe hengel
sportseizoen. Waarin minister drs.
J. de Koning heeft goedgevonden,
dat er opnieuw bij wijze van expe
riment door sportvissers 's nachts
mag worden gevist. Echter slechts
tot en met 29 augustus. Daarna mag
tot twee uur na zonsondergang de
hengel worden uitgeworpen. Zoals
men zich ongetwijfeld zal herinne
ren heeft zijn voorganger, visserij
minister Braks, het nachtvissen in
1980 voor het eerst toegestaan.
Aanvankelijk zonder voorbehoud,
om enkele dagen voor de opening
van het seizoen 1980-1981 alsnog
een knieval voor het beroep en de
natuurbeschermers te maken. Hij
zette zijn oorspronkelijk definitieve
besluit om in een experiment voor
één seizoen. Een experiment overi
gens, dat nu zijn derde jaar ingaat.
Deze gang van zaken is net zo bela
chelijk als de handhaving van het
allang achterhaalde gesloten sei
zoen.
Op zaterdag 29, zondag 30 en
maandag 31 mei mot men „op ver
langen" nog zijn of haar oude vis-
documenten kunnen tonen. Kan
men dat niet, dan kan een fikse
boete en in sommige gevallen ver
beurdverklaring van de hengel
sportattributen, het gevolg zijn.
Voor het derde jaar nachtvissen als experiment