RON STEENS heeft er nog zin in Nobelprijs en bloem kooloren Vraag: Wie hoort in het volgt rijtje (nog) niet thuis Het Internationale Rode Kruh Unicef, Bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, Nansens Internationaal Bureau voor Uitgewekenen, het Internatioi Olympisch Comité en Internationaal Bureau voor dt Vrede? Antwoord: het Internationaal Olympisch Comité! Het in de eerste zin tussen ha ïs: staande „nog" geeft al aan dal Je IOC er wellicht nog eens aansp op kan maken in één adem te worden genoemd met die and respectabele instanties. Als mi tenminste in Stockholm, waar bekend het Nobelprijs-comité gehuisvest, ingaat op de sugge it van de internationale amateurjj boksassociatie AIBA om het IC Nobelprijs voor de Vrede toe kennen. Nobelprijzen behoren op onze aarde tot de meest begeerde onderscheidingen. En niet alli g\ omdat aan elke toekenning eq bedrag van ongeveer 300.000 gulden is verbonden, maar in gevallen vooral vanwege de Welk laatste in het bijzonder voor diegenen die al niet zo U klagen hebben over het bezit aards slijk. Er zijn ook i uitzonderingen: Zuster Teresa bijvoorbeeld kon de ruim drier( goed gebruiken voor haar we/!r ontwikkelingslanden. ts Maar ik zie Juan de Samaranc ;c hoogste baas van het IOC, nog r» zo gauw oog in oog staan met koning Gustaaf van Zweden o Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst te nemen. Hoe gras amateurboksbond dat ook zou h Er zitten overigens nogal wat 1 curieuze kanten aan het voort van de boksbond om het IOC te dragen voor een Nobelprijs de Vrede. Laat ik eerst eens argumentatie bekijken. „De Olympischè Spelen hebben bijgedragen tot het beëindigen oorlogen en tevens gezorgd vc een betere internationale verstandhouding", vindt de boksbond. Dat mag de boksbond nu wel j vinden, maar hoe nu is de real Net zo gemakkelijk kan word\ gesteld, dat de Olympische Sj hebben gezorgd voor een verscherping van de internatio{ politieke tegenstellingen. f Denk maar eens aan Montreal waar tientallen Afrikaanse n£\ wegbleven, omdat Nieuw-Zedf) aantrad, terwijl dat land conti1 onderhield met Zuid-Afrika. Denk maar eens aan Moskou, s door vele landen werd geboyia omdat Rusland Afghanistan tol binnen gevallen. Denk maar eens aan Berlijn, Hitier een gigantisch propagandafestijn van maaktep, Denk maar eens aan Münche waar Israëlische sportlieden werden vermoord als uitvloei van het nog immer voortdure conflict in het Midden-Oostei\ situatie die bepaald niet werd gewijzigd door het fenomeen Olympische Spelen. „De bijdrage tot het beëindigel oorlogen mag al een merkwa onderdeel van de argumentati de boksbopd zijn, het „verbet e van de internationale verstandhouding" is al helem niet met feiten aan te tonen. Argentinië en Engeland zijn lid van het IOC, maar dat he i volstrekt geen rol gespeeld bi) huidige conflict rond een paan eilandjes in het zuiden van di Atlantische Oceaan. Of, en misschien hebben de heren v i boksbond wellicht ietwat verblind door het gescherm n vuisten tijdens het onlangs gehouden toernooi om de wereldtitels in München d een geheel eigen kijk op. En zi in de schermutselingen rondo Falklanden een prima, bijna Olympische wedijver, over de vraag wie zich daar de sterks mag noemen, wie de gouden medaille en wie de zilveren omgehangen? Neen, de heren van de internationale amateurboksassociatie hebben hun voordracht voor de Nobe voor de Vrede slechts de lach opgeroepen. Die zelfs homerii omvang aannam, omdat het ju boksbond was die het initiatiel voor dit ridicule voorstel. Eei organisatie, die het sanctionee sportlieden elkaar zo hard mo op eikaars gezicht timmeren i blijkbaar niet kan voorkomen er in wedstrijden onder haar supervisie het met de regelm van de klok gebeurt dat er dt vallen. Kijk, zou nu nog de zw atletiekbond het IOC voordra voor de drie ton en de Nobel daar zou je nog enigszins vrei mee kunnen hebben. Hoewel argumenten nog steeds zo krt blijven als een veelvoudig boksersneus. Ik vrees, dat bloemkooloren gericht zal zijl ik zeg, dat die kandidatuur mi snel mogelijk moet worden ingetrokken. Het was even Ja geblazen, maar zo is het wel genoeg. Pierre de Coubertin in 1937 voorgedragen voor et Nobelprijs voor de Vrede; de initiatiefnemer van de 01ym\ Spelen kreeg hem niet. De bi zou zich in zijn graf hebben omgedraaid als hij van het ini van de boksbond zou hebben gehoord. En terecht. TINUS L. BUYS DEN HAAG HC Klein Zwitserland staat weer eens aan de vooravond van een belangrijk eve nement. De Haagse hoc- keyvereniging dient van af volgende week vrijdag in Parijs de Europa Cup voor clubteams te verde digen en voor de zoveel ste maal in de weliswaar niet zo lange historie is KZ de grote favoriet voor de titel. Eén van de mensen die Alle succes sen - zes achtereenvolgde landstitels en twee Euro pese bokalen - heeft meegemaakt, is Ron Steens (29). Rotterdam mer van afkomst, maar sinds zijn 21e lid van HCKZ. Ron Steens vindt het nog steeds al lemaal leuk. „Natuurliik zijn we de grote favoriet. Als alles normaal verloopt, moeten we opnieuw kun nen winnen". En dan gedecideerd: „Een tweede plaats is niets. Alleen de eerste telt". Ron Steens heeft er net een extra training en een lichte maaltijd op zitten. Nadat hij van schoenen heeft verwisseld, bieden de luie skaie stoelen van de boven-etage van het sfeervolle clubgebouw van Klein Zwitserland een geriefelijke gelegenheid om over de club, de kansen, de successen en zijn eigen persoontje te praten. Een koele chocomel en zeker af en toe een si garet bepalen verder het decor. Ron Steens, een paar koppen groter dan broertje én clubgenoot Tim, praat rustig. Hij kiest zijn woorden zorgvuldig uit en past ervoor hoog van de toren te blazen als de kan sen van Klein Zwitserland in het komende Europa- Cuptoernooi ter sprake komen. „We hebben in principe het beste clubteam", zegt hij. „Er is echter een aantal factoren dat tegen ons werkt. Er zijn wat blessures. Tim heeft last van zijn enkel en mijn pols doet wat pijn. Kleine dingetjes, die wel vaker voorkomen in deze période. Maar ik heb in Dick van Toorn een goede fysiotherapeut. Dus onoverkoménlijk is dit soort problemen zeker niet". „Verder weten we niet of in Parijs het gras goed is. Dat is eigenlijk ie der jaar het probleem. Wij zijn al jaren gewend aan kunstgras. Heb ben deze competitie ook heel wei nig op natuurgras gespeeld. Alleen in de competitiewedstrijd tegen MEP en tijdens het Batavieren- toernooi. Daarom hebben we maar de laatste tijd regelmatig op gras getraind. Morgen, tegen HGC, spe len we echter toch weer op een kunstmat". Zwak moment „Bovendien kun je in zo'n toernooi natuurlijk een zwak moment krij gen. De tegenstand is ook niet ge ring. We beginnen tegen Slough; dat heeft toch de beschikking over een aantal aardige hockeyers. En ik heb gehoord dat Polo Club de Bar celona het de laatste tijd goed doet. Afwachten maar". Van de kant van Steens dus geen directe-voorspellingen. Wel laat hij merken dat er ook dit jaar weer al les aan is gedaan het toernpoi in Parijs tot een goed einde te bren gen. Er werd de laatste zes weken viermaal per week getraind. De hockey-amateurs zijn druk bezig. Vorig jaar gebeurde dat alles nog onder de hoede van Joost Bellaart („Al is hij er niet altijd meer, hij hoort nog steeds bij de groep"). Dick Dalhuisen volgde de laatste op en dat bevalt prima. „Dick, die vroeger onze clubarts was, en Joost zaten al jaren op één lijn. Pie wis seling van coach is voor de spelers dan ook vrij geruisloos verlopen. Of wij met zo veel klasse in het elf tal eigenlijk nog wel een coach no dig hebben? Ja, natuurlijk. Er ipoet altijd een vent zijn, die boven de rest staat. Spelers kan motiveren wanneer dat nodig is en mensen op fouten kan wijzen". De landstitel kwam dit jaar voor Klein Zwitserland hoegenaamd la ter dan verwacht. De competitie verliep voor de superieure Hage naars voorspoedig, .maar ineens volgden op het moment dat dank zij twee punten de flessen cham pagne definitief konden worden ontkurkt, twee nederlagen. „Tegen MEP en Kampong hebben we de zaak misschien toch iets te makke lijk opgevat. Niet bewust hoor, maar er kwam kritiek. Terecht dacht ik, want twee achtereenvolg- de verliespartijen waren in jaren niet meer voorgekomen. Tegen Groningse Studenten waren we er dan ineens weer wel. Dat bleek duidelijk uit de winst van 11-2. Dat is eigenlijk frappant. Als we er echt moeten zijn, zijn we er ook. Dat heeft het verleden inmiddels wel geleerd. Daarom heb ik er eigenlijk wel vertrouwen in". Geïrriteerd Welhaast als vanzelfsprekend volgt dan een filosofietje over de succes sen en het feit of ze een landurig vervolg zullen krijgen. Steens: „De organisatie bij Klein Zwitserland is perfect. Bovendien hebben we na tuurlijk een prima groep. Met wei nig mensen van buitenaf trouwens. Mijn broer, Joost.Claushuis en ik, spelen hier toch ook al weer ten minste zes jaar. De jeugdafdeling is bovendien sterk. Daarom hoeft mén ook niet bang te zijn voor de toekomst. Jongeren als Maarten van Grimbergen, Hidde Kruize en Hugo Jonkman hebben al een ba sisplaats. Zij zijn straks de nieuwe routiniers". Ron Steens: „Als we er echt moeten zijn, zijn we er ook". Het heeft Steens bijna altijd mee gezeten. Daarom kan hij - als hét in een wedstrijd eens niet mee zit - geïrriteerd reageren. „Ik speel om te winnen. Dan ben ik enorm ge concentreerd. Als een scheidsrech ter dan eens niet goed functioneerd - in Nederland wordt in vergelij king tot het buitenland overigens best goed gefloten - kan ik me daar wel eens over opwinden. En dat uit zich bij de één wat sneller en ster ker dan bij de ander". Afscheid nemen van tophockey is er voor Ron Steens voorlopig nog niet bij. „Beslist niet", stelt hij. „Er zouden twee redenen zijn om te stoppen. Geen tijd of geen zin meer. Welnu, dat is bij mij niet het geval. Als de groep uit elkaar zou vallen, zou het voor mij inderdaad een aanleiding kunnen zijn om er een punt achter te zetten. Ik ben met Ties .Kruize de oudste van de selectiegroep, maar we kunnen nog makkelijk een jaar of vier, vijf mee". Ron Steens vindt het spelletje nog veel te leuk („Hoewel ik merk dat de laatste titels op mij minder in druk hebben gemaakt dan de eer ste"). Ooit begon hij op 12-jarige leeftijd in Delft met hockey. Toen hij 19 was, koos Steens voor een hoger spelniveau, bij het Rotter damse Victoria. Na drie seizoenen volgde de overgang naar KZ. „We haalden met Victoria de hoofdklas se niet. Den Haag was voor mij toen de dichtstbijzijnde stad om hoofdklasse-hockey te kunnen spe len". Voetbal Ron Steens koos voor hockey, maar het had net zo goed voetbal kunnen worden. Dank zij het door de NCRV op. poten gezette, mini-voet bal kon heel Nederland getuige zijn van het feit dat de lange midden velder niet onverdienstelijk "tegen een bal aan kon trappen. Later volgde nog een wedstrijd bij Sparta, dat toen onder Cor Brom trainde. „Was wel aardig, ja. Ik vind voet bal nog steeds verschrikkelijk leuk. Ik speel ook vaak op maandag met een artiestenteam mee. Dat met Sparta kwam eigenlijk al te laat. Op die leeftijd had ik nog zo veel dingen moeten leren, dat het niet meer de moeite waard was", zegt hij. Indien Steens ooit voor voetbal had gekozen, had een prof-carrière mis schien wel tot de mogelijkheden behoort. Schamper lachend stelt hij: „Ik heb een goede keus ge maakt. Als voetballer had ik geld kunnen'verdienen. Nou en? Maakt mij niet uit". Dan volgt de vergelijking voetbal ler-hockeyer. De Nederlandse prof klaagt steen en been als hij meer dan een wedstrijd in een week moet spelen, een hockeyer hoor je daar niet over. „Ik heb dat eigen lijk nooit goed begrepen. Engeland ligt schijnbaar een stuk voor op Ne derland, want daar klagen ze niet. Het is natuurlijk wel zo dat hockey een amateursport is. Wereldtoer- nooien moeten zo snel mogelijk worden afgewerkt. De voetballer kan wat meer rust nemen. Zo hoort het ook. De hockeyers hebben daar geen tijd voor. Omdat onze tegen stander ook geen lange pauze tus sen de wedstrijden heeft, merken we er weinig van. Zijn we eigenlijk allebei moe". Druk bezig Nog steeds is Steens intensief bij het voetbal betrokken. Na twee iaar op een accountantskantoor te hebben gewerkt, is hij nu - welis waar nog niet full-time - in dienst van Inter Football. „Ik studeer nog, maar ben al wel druk bezig. Ik doe alles wat met Feyenoord heeft te maken. Eén van de eerste klussen was het regelen van shirtreclame. We zijn nu op zoek naar sub-spon sors. Ajax hebben wij bijvoorbeeld al drie jaar onder contract. Daar loopt het wel al prima. Is inderdaad leuk werk, ja. Veel creatief bezig zijn. Steeds maar denken en zoeken naar oplossingen", meldt hij terwijl de vinger richting rechterslaap gaat. Het is ook dank zij zijn functie bij Inter Football dat Ron Steens weer wat meer tijd heeft. „Vroeger was ik aan het kantoor gebonden. Nu kan ik wel het een en ander rege len". Daarom ook kon hij nog tijd vinden voor het trainersschap van meisjes A van Klein Zwitserland. „We zijn kampioen van Nederland geworden. Enorm leuk trouwens. Het heeft me een hoop tijd gekost, dat wel. Maar ik heb er graag voor over gehad". Ooit - vlak voor de Olympische Spelen van Moskou - bedankte Steens voor het Nederlands elftal. Zijn interlandcarrière eindigde bij een aantal van 139, een record. „Toen had ik inderdaad weinig zin en tijd meer. Het kwam vrij plotse ling. Ik heb er echter nooit spijt van gehad". Onlangs kwam echter toch weer het praatje in de wereld dat hij best wel weer in Oranje zou willen spe len. Dat bericht zou toen niet op waarheid berusten, maar toch: „Ik heb weer wat meer tijd. Ik ga ech ter niet op een telefoontje zitten wachten. Ja, de deur staat inder daad nog open. Dat weet de bonds coach. Waarom hij dan niet belt? Ik weet het niet. Ik heb het er nooit met hem over gehad", klinkt het dan toch wat nonchalant. Steens behaalde nimmer een Olympische plak. „De Spelen is een apart evenenement. Een dieptepunt in mijn loopbaan was dan ook de nederlaag die wij in Montreal in de halve finale tegen Nieuw-Zeeland leden. Daar was ik echt kapot van. Zo'n medaille zou ik best willen hebben. Voor de rest heb ik im mers toch zo'n beetje alles gewon nen". DENNIS MULKENS Foto: MILAN KONVALINKA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 16