Vlucht hetuedeu Residentie-Orkest presenteert curieus document van een Toscanini-concert PO P-TI EK LERHANDE KUNST ONDER DE HAMER IN AMSTERDAM !SST LEIDSE COURANT VRIJDAG 7 MEI 1982 PAGINA 15 »ci \istische dat Op gen. De catalo gus vermeldt de namen van o.a. Bosboom, Bles, Ten Kate, Koekkoek, Ronner, Arnt- mans, Van zenius, De Dongen, Bock, Breitner, Escher, Van Gabriël, Is- der Leek, Per- raëls, Mesdag, meke, Sluyters Appel, Brussel- en Ch. Toorop. Reisnécessaire Deze achtdelige verguld-zilveren reisnécessaire in lederen cassette Augsburgmid den 18e eeuw) komt op de vei ling die Sotheby op woensdag en donderdag a.s. houdt, maar dan aan het Rokin 102. Behalve veel zilver worden dan ook cera miek, aarde werk, glas en kristal, brons, klokken, meube len en objets de vertu geveild. Donderdaga vond a.s. wordt in het gebouw aan de Nes de veiling voortge zet van de enorme collectie Hollandse tegels van wijlen de heer F. Leerink. Ditmaal komen aan de beurt tegels met vogels en met bloemen. Er zijn zeldzame exempla ren bij van zo welk losse tegels als van tableaux van meer dere tegels. Aan sluitend komt een collectie tegels on der de hamer die betrekking hebben op het Oranjehuis. Porcelein Tenslotte is er vrijdag 14 mei aan het Rokin een veiling van porcelein uit Duitse en Weense ateliers. Er is prach tig serviesgoed uit o.m. Meissen en Wenen, maar ook tal van grappige en sierlijke beeldjes. Op de foto: een thee- en koffieservies met verguld decor uit Augsburg (1725-1730). Kijkdagen voor al deze veilingen zijn t/m zondag a.s. ïische iek De Orde ?P itie van de Stichting Pop- iue Nederland in een circus- en et Malieveld. Muziek van eseimet oju Bram Vermeulen, inp, nsx, Joost Belinfante en P" «llriks. ndrlks. lifestatie „Hebben en krijgen kunst" Stichting Popmuziek je*nd mag een muzikaal vorden genoemd. Het eig'ee groepen samen te 'ez( en deze met speciaal 1 Jf1 ren materiaal op pad eb i, werkt uitstekend als an$ikanten met elkaar kunnen. Dan krijg je dingende happening 1 ®iteravond in de circus- v.r het Malieveld, tx r>elbreker was de kou, Ia s na ruim anderhalf sen de overhand bleef Daar konden Doe n Bram Vermeulen's die samen als De oor de schijnwerpers niets aan veranderen. l'siek was vooral op- P i rond reggae-ritmes, gen. een twaalftal muzi- '^taet veel plezier werd De zang het leeu- kwam voor rekening 'V^TSt Belinfante en Frans ERjs, al zong Bram Ver- (hij heeft geen stem) aantal nummers oral in het begin over- oor het grote aanbod e klanken. Later werd id wat beter en bleek songs o.m. over och- meur en rust gingen, beljeksten vooral rond het jouwaren geschreven, zo ent reen lekker mee kon vijslen musiceren, bleek ■e leeld uit „Bananen" gio de tekst niet anders ent at „Ik kocht laatst vijf en maar die waren nog In het tweede deel **-" optreden was er wat roor Haagse muzikan- het al overvolle podi-. men saxofonist Ivan in Spotlight Kids-gita- v.d. Berg de groep :n. Ton van der Meer de ruimte om een lartlappen te zingen, •uren, dat weinig pu ik, is door de KRO-ra- ?nomen en wordt bin- uitgezonden. HANS PIËT Op 16 januari was het een kwart eeuw geleden dat Arturo Toscanini over leed. Zo'n toevallig kalen derfeit kan voor platen maatschappijen aanleiding zijn het beschikbare mate riaal van de beroemdheid weer eens wat op te poet sen en er zo mogelijk uit de archieven wat nieuws aan toe te voegen. RCA heeft bijvoorbeeld onder de provocerende titel „de man achter de legende" twintig platen van de roemruchte dirigent vol gens het procédé van de „half speed mastering" opgeknapt en aldus zijn legendarische interpreta ties van Verdi's Requiem, van alle Beethoven sym fonieën, maar ook van de instrumentale stukken van Rossini, Respighi, Wagner en anderen op nieuw aan de markt ge bracht. De kleine Engelse platenmaat schappij Dell'Arte zal wel door de in de Angelsaksische lan den meer dan een uitgespro ken wens dat ook Toscanini's vertolkingen van Debussy en Ravel „ge-remasterd" zouden worden, op het spoor gezet zijn naar Nederland. Dell'Arte kwam er achter dat de rriae- stro toen hij al zeventig was, onverwacht naar ons land kwam omdat hij in het Israëli sche orkest van Huberman de hoboïst Jaap Stotijn als gast had aangetroffen. Toscanini wilde niets te maken hebben met het Amsterdamse orkest van Mengelberg, die zich in New York oncollegiaal over hem zou hebben uitgelaten, maar toen bleek dat er een Re sidentie-Orkest bestond, waar destijds niemand minder dan Georg Szell de supervisie over had en waar een man als Sto tijn in meespeelde, wilde hij best eens elders in het land van Mengelberg optreden. Nadat de bij Toscanini niet on gebruikelijke moeilijkheden en misverstanden waren opge lost, dirigeerde de veeleisende musicus in 1937 het Haagse or kest in het nu verdwenen Ge bouw voor Kunsten en Weten schappen en ook in het even eens verdwenen oude Doelen gebouw in Rotterdam. Deze concerten waren muzikale sensaties van de eerste orde. De anders zo zure componist en criticus Willem Pijper, wiens pen in gal was gedoopt, noteerde: „Eerwaardige, in het vak vergrijsde toonkunstena ren wisten eensklaps weer waarom zij in hun jeugd muzi kant hadden willen worden". Stotijn zei hem na: „Collega's die al veertig jaar in het orkest zitten en niet zo gemakkelijk te verbazen zijn, schijnen hun vroegere veerkracht herkre gen te hebben. De invloed van deze persoonlijkheid is inder daad onbeschrijfelijk. Zo heb ben we Schuberts „Unvollen- dete" nog nooit leren spelen". In 1938 is Toscanini tot veler verbazing teruggekomen en vierde hier toen zijn 71ste ver jaardag. De VARA heeft bij die gelegenheid het tweede van zijn programma's tijdens een uitvoering zonder publiek in het Haagse K. en W. uitge zonden en op een vrij primitie ve manier op glasplaten vast gelegd. Die platen zijn boven tafel gekomen, voorzichtig naar Engeland getranspor teerd en er zijn, zo goed en zo kwaad als het met de nieuwste hulpmiddelen ging, langspeel platen van gemaakt. Daar staat de ouverture op van Che- rubini's „Anacreon de „Pré lude l'après-midi d'un faun" van Debussy, de populaire „Tovenaarsleerling" van Du- kas en de Klok-symfonie van Haydn. Het symfonische ge dicht „Tod und Verklörung" van Richard Strauss, dat in hetzelfde programma werd ge speeld, kon niet meer op de plaat. Bovendien was de opna me van dit stuk zo onbevredi- Arturo Toscanini gend dat heruitgave pas kan worden overwogen als de al lerergste mankementen enigs zins zijn weg te werken. Het is begrijpelijk dat het Resi dentie-Orkest de Dell'Arte- plaat van een van de hoogte punten uit zijn historie voor zijn publiek importeert en bij het begin van hét komende winterseizoen verkrijgbaar stelt. Wie de plaat koopt of krijgt moet wel incalculeren dat het een vóóroorlogse en zelfs voor die tijd primitieve opname is, die niet vergeleken mag worden met de gesigna leerde RCA-uitgaven of met de meeste verdoekte Mengel berg-platen. Bij het luisteren moet een behoorlijke dosis to lerantie worden opgebracht, want de luisteraar moet door geruis, gespetter en andere bij geluiden de interpretatie zien te bereiken en dat vergt wel wat van de verwende moder ne platenconsument. De hoes en het inlegvel zijn geïllustreerd met foto's die de inmiddels gepensioneerde trompettist Theo Laanen des tijds in het geheim van de re peterende en dirigerende Tos canini wist te maken. In het geheim, want de maestro was niet alleen moeilijk met parti tuur en partijen de KLM heeft destijds in allerijl het door de dirigent zelf beteken de materiaal uit Milaan moe ten overvliegen maar ook ten aanzien van de schrijvende en fotograferende pers, die zich maar beter niet kon laten zien. Wie overigens groepjes leden van het huidige Residentie- Orkest op de plaat wil beluis teren, kan zich ook een ande re, door het orkest geheel in eigen beheer vervaardigde plaat aanschaffen, waarbij zich dan geen luisterproblemen voordoen. Er staan op deze plaat twee composities die geen gemeengoed zijn van zelfs de geroutineerdste con certganger, maar die weinig bekende stukken bevatten, plezierige, gemakkelijk te con sumeren muziek. Het gaat om het Grand Septet dat Conradin Kreutzer, tijdgenoot van Beet hoven, omstreeks 1823 schreef voor viool, altviool, cello, con trabas, klarinet, fagot en hoorn in de onderhoudende Weense serenadestijl en verder om een blaaskwintet van de vrijwel helemaal vergeten August Klughardt, vriend van Liszt en bewonderaar van Wagner, die dit kwintet in 1901 compo neerde, uiteraard in een wat romantischer trant. Beide stukken doen het uitstekend. JOHN KASANDER Paul McCartney Paul McCarthy „Tug 01 War", EMI. Paul McCartney bewijst op zijn nieuwe solo-elpee weer eens een van de grootste songschrijvers van deze eeuw te zijn. Al bij het ope nings- en tevens titelnum mer van de langspeler „Tug Of War" lijkt de plaat niet meer stuk te kunnen. McCartney maakt, onder steund door een prachtige orkestpartij en aangevuld met sublieme samenzang, di rect duidelijk dat hij niet al leen een fantastisch song- schrijver is, maar ook een briljant componist, die weet hoe hij zijn Stem de juiste muzikale, maar vooral voca le ondersteuning moet ge ven. De aanpak op „Tug Of War" is wat anders dan op vorige platen. Hij koos voor elk nummer afzonderlijk de muzikanten uit, gewoon om dat hij eens met die mensen wilde spelen, zoals met bas sist Stanley Clarke en gita rist Carl Perkins of omdat ze volgens hem het nummer het beste muzikaal vorm zouden kunnen geven. Ster ren als Stevie Wonder, Eric Stewart, Ringo Starr, Steve Gadd, Andy Mackay en Dave Mattacks werden daar om benaderd en verleenden op de elpee hun medewer king, terwijl achter de mengtafel niemand minder dan ex-Beatles producer George Martin zat. Het re sultaat is een van de beste McCartney elpees, met Rupert Hine Paul McCartney prachtige ballades zoals „So mebody Who Cares" (met een Spaanse gitaar intro), het sentimentele „Here To day" (de ode aan John Len- non), „Wanderlust" en roc kers als „Ballroom Dancing" (let op de blazers) en „Take It Away". Samen met Stevie Wonder zingt hij niet alleen „Ebony And Ivory", maar schreef hij het veel beter uit de verf komende disco- /funk-nummer „What's That You're Doing?" met af wisselende zang van McCartney en Wonder en schitterende vocalen-invul ling van Paul Linda McCartney en Eric Stewart (die op bijna alle nummers in het achtergrondkoortje zingt). Paul McCartney schijnt met veel plezier de elpee op het eiland Montser- rat opgenomen te hebben. Het resultaat is er naar. Rupert Hine „Waving Not Orowning", A&M/CBS. De inmiddels vierde elpee van de Engelse zanger Rupert Hine is een echt solo-product geworden. Hij produceerde niet alleen de plaat maar neemt op een enkel gitaarloopje en wat drumwerk alle instrumenten voor zijn rekening. Die in strumenten bestaan voornamelijk uit synthesizers, piano's en vervormers. Het resultaat is een interessante langspeler, die zonder de technische kennis van Rupert een waar fiasco zou zijn geworden. Hine, die zijn teksten aangeleverd kreeg door Jeanette Obstoj, is een bekwaam producer. Dat heeft hij de afgelopen jaren niet alleen getoond op talloze elpees van groepen als The Members en Kevin Ayers, maar het is zeker te horen op zijn elpee „Waving Not Drowning". De manier waarop hij met stemvervormers werkt, deze mixt met synthesizers en andere „geluidsdragers" is heel knap.. Rupert Hine produceert vooral fantasierijke muziek, die prachtig past bij de sfeervolle teksten van Jeanette. Dat de „electronische ondergrond" niet zo snel gaat vervelen als bij sommige Japanse synthesizer-artiesten komt niet alleen door de vakkundige mix, maar vooral door de diversiteit aan geluiden, die o.m. door de vervormingen niet direct aan een synthesizer doen denken. Bovendien haalt hij in de nummers met gastmuzikanten hun gespeelde drum-, saxo foon- of gitaarpartijen voor de broodnodige afwisseling sterk naar voren. Mooiste nummers van de elpee zijn o.m. „Inno cents In Paradise" en „The Outsider". B.A. Robertson BJL Robertson - „RA BA", Atylum/WEA. De in Schotland geboren B.A. Robertson heeft zijn elpee „R BA" volgestopt met popsongs waarin hij nogaleens thea traal uitpakt. Dat komt vooral door de manier waarop de zang, de samenzang van het dameskoortje (dat een belangrij ke rol speelt) en de muziek is samengebracht Vervelen doet de elpee echter allerminst, want de achtergrondzang, de verfijnde (electronische) strijkers en het wisselende stemge luid van B.A. maken het een gevarieerde plaat. Bovendien weet Robertson heel mooi en muzikaal de drie minuten du rende liefdesgeschiedenisjes onder woorden te brengen. Voor wie van Leo Sayer- en Cliff Richard-muziek houdt is de elpee dan ook meer dan de moeite waard. HANS PIET iRTE INHOUD VAN "n!(T VOORAFGAANDE las Keiler wordt bij een vluchtpoging naar het Men gedood en dit Is voor de families Strelsyk urWetzel aanleiding serieus plannen te gaan ma- Oost-Duitsland te verlaten. 2e willen dat doen I een heteluchtballon. De eerste poging mislukt. ïst de namen gevonden, maar als de politie op le^hdressen arriveert zijn de vogels gevlogen. De 'rKizels en de Strelsyks maken zich op voor een b^%de poging ■gel AFLEVERING 6 (SLOT) CoPyri,jit WÏ7 heinden weer op de open J)e ballon werd opnieuw «wd en de uitrusting „Zouden we nu 'kans hebben?", vroeg zich af. „Als het dit ojiet lukt, dan is er geen eer meer". igzaam vulde de ven- de ballon. Peter stelde der in werking. De in de ballon werd eerst >lijk, dan steeds sneller Doris rende naar de ^jgVaar Petra samen met ieren zat. Ze rukte de ïdcjl op, iedereen eruit Ze n moeizaam naar bui- itrompeld waar ze eerst itzag naar de ballon ble- 'jken. Zoals het er nu esïl van binnen verlicht brullende toorts, leek iets dat bij carnaval zo bontgekleurd. De blauwe, groene en witte waren stille getuigen g fe vele winkeltjes die ze eg af geweest om de stof te krijgen. De man- at [breeuwden door elkaar btot Peters stem zich bo- irfjpt lawaai verhief: „Do- jnpt ze opschieten. Kom ,r lal hier naartoe, nu". |erFam beweging in het en plotseling begon ie- ;yj te rennen en te roe- niet lawaai werd nog gro ter het brullen van de „J. Toen eindelijk ieder- 31^n boord was. leunden Günther en Frank voorover om de touwen door te hak ken. Terwijl ze hiermee bezig waren, sprong de ballon plot seling op. Een van de palen waar nog een touw aan vast zat, raakte los en sloeg, door de schok. Frank in het ge zicht. Hij werd met een ruk naar achteren geslingerd en botste tegen Fitschers hoofd. Günther sneed snel het laatste touw door. Het mandje begon wild te zwaaien, raakte de grond en een plotselinge vuurtong likte aan de ballon waarop deze vlam vatte. Nog steeds waren de ballon- In de kelder van Strelsyk had men geoefend, opdat iedereen keurig zijn plaats zou weten als er geen tijd meer te verliezen was. vaarders doodsbang en ze ble ven door elkaar schreeuwen, terwijl Peter zich wanhopig verstaanbaar probeerde te maken. „Schiet op, haal de blusser!" De ballon zweefde weg van de bomen en zette koers naar de hemel. Fitscher gilde dat ze naar beneden zouden vallen. Met een verbe ten gezicht greep Günther de blusser en spoot de inhoud op de brandende ballon. Tot hun opluchting zagen ze hoe de vlammen doofden. Er zat een gat in de ballon, maar men wist niet wat de consequenties waren. Ze ke ken even naar hun gezinsle den. Frank had een flinke snee over zijn gezicht, maar voor de rest was iedereen on gedeerd. Ze hadden al een hoogte van driehonderd mé- ter bereikt en stegen te snel. Peter draaide de vlam wat la ger. Beide mannen keken nu naar het gat in de stof. „Zou het goed blijven?", vroeg Günther. „Het moet", ant woordde Peter. Andreas zag ze het eerst, voor hen waren grote lichtpennen die krui send het landschap verlichten waar ze doorheen dreven. Zoeklichten. Petra begon te gillen. „Hoger", schreeuwde Gün ther. Langzaam draaide Peter de vlam weer hoger. De bal lon steeg en zeilde boven de bereikbare hoogte van zo'n lichtstraal. Maar men had ze al gezien. Binnen enkele seconden stap te Körner in zijn helikopter. Hij had de hele tijd al onge duldig staan wachten. „Dit", dacht hij tevreden, „is het eind van de ballonreis". Toen begon opnieuw de vlam te sputteren, werd kleiner en sputterde weer. Ze waren nu op een hoogte van bijna twee kilometer en Peter voelde hoe zijn hart in zijn schoenen zonk. De brander leek ge blokkeerd en het flikkerende licht maakte dat de ballon als een vuurtoren knipperde. Een moment dacht Körner dat hij hen had. Hij zag een lichtschijnsel, maar het vol gende moment was het weer verdwenen. „Verdorie", brul de hij. Toen bedacht hij dat zij misschien aan het dalen wa ren. „We hebben hen". Hij schreeuwde zijn orders door de radio. Op de grond reden auto's en jeeps naar de plaats waar de ballon moest landen. In het mandje probeerden ze van alles, maar de brander reageerde niet meer en was geleidelijk aan het zakkenr Kleine Peter huilde in een hartverscheurende echo van Petra's nachtmerrie. „Ik val, mama, ik val". Ze probeerden hem zoveel mogelijk te troos ten. Opeens vatte de brander opnieuw vlam, alhoewel het een ongeregelde was. Ze voe ren nu op anderhalve kilome ter. Ademloos keken ze naar de vlam, die even omhoog kwam en toen weer kleiner werd. Peter probeerde hem hoog te houden. Andreas be gon te huilen en om zijn ge dachten af te leiden zong Pe tra een kinderliedje voor hem. „Er was een kleine teddybeer „Frank, kijk even naar die andere tanks", riep Peter. „Ze zijn leeg". De vlam doofde. „Mijn God", fluisterde Peter. „Er is geen gas meer". „Boemie, boemie, boemie, boem, boem zong Petra. „We zijn al zevenentwintig minuten in de lucht", zei Günther hoopvol. „Het is niet genoeg". Peter keek bezorgd. „Günther, kijk eens of we de grond al kun- qen beschijnen met de lamp. Ze daalden nu heel snel. Gün ther leunde over de rand en scheen met de lamp naar be neden in een poging te kun nen zien waar ze waren. „Ik ben blij dat we het gepro beerd hebben", zei Petra. Günther kon nu de toppen van de bomen en de hoog spanningslijnen zien. Peter brulde een waarschu wing. Günther zag een open plek in een bos waar ze het volgende moment met een schok landden. Toen iedereen weer op adem probeerde te komen en uit het mandje stapte, dacht Peter: Ik heb het weer laten mislukken. Hard op zei hij: „Günther en ik zul len even op verkenning gaan. De rest blijft hier. Als we iets vinden, dan zullen we een vuurpijl afschieten". „Maar als we in de grenszone zitten", begon Petra. „Alsjeblieft, wacht even!", zei Peter nadrukkelijk. Peter en Günther liepen weg, op hun hoede voor eventueel gespannen draden. Na een paar minuten bereikten ze de rand van het bos. Voor hen stond een boerderij. Toen ze zenuwachtig naderden hoor- Uit allemaal losse lappen werd de heteluchtballon gemaakt den ze een auto aankomen. Boven op de auto draaide een blauw zwaailicht. Ze gleden onmiddellijk in de schaduw van de schuur en gluurden voorzichtig toen de auto voor bijreed. Maar Peter maakte een beweging, die de scherpe ogen van de politieman niet was ontgaan. De auto stopte. „Hee, wie is daar? Kom te voorschijn". Goed, het is zover. We heb ben het gehad, dacht Peter. Angstig liepen hij en Günther naar de politieauto. Maar er was iets aan de auto en aan het uniform dat Peter met een schok uit zijn bange ver lamming rukte. „Zijn wezijn we in het Westen?", vroeg hij. „Ja, natuurlijkantwoordde de politieman en keek stom verbaasd toe hoe de twee mannen schreeuwden, dan sten en elkaar en hem omhelsden. Ze schoten een vuurpijl af. Toen deze door de anderen werd gezien brak de kleine groep in een wilde combinatie van vreugde en tranen uit „Het is gelukt!" De twee mannen liepen naar hen toe en ze hielden elkaar vast, huilend en lachend. „Pap, je hebt het gemaakt", schreeuwde Frank. „Nee, we hebben het allemaal gemaakt", riep Peter, terwijl nij de fles champagne, die Pe tra aan boord had gesmok keld, omhoog hield. „Gekoeld op een hoogte van twee kilometer", lachte Gün ther, terwijl hij de fles met een felle plop ontkurkte. Ope ratie ballon was geslaagd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 15