PEDRO VAN RAAMSDONK wil ^rote ongelijk aantonen Jammer datNOS geen leden heeft vier jaar geleden. Toen was hij tij dens een vliegreisje met de Albert Cuyp boven Engeland in staat even voor de lol aan de noodrem te trek ken (een poging die overigens nog net op tijd werd verijdeld). Dat soort dingen doet Van Raamsdonk niet meer. Hij is verstandiger ge worden, zonder overigens nu weer de indruk te wekken het leven erg serieus te nemen. „Ik ben er trots op Amsterdammer te zijn. De ambiance is hier gewel dig. Ik heb veel vrienden", zegt hij, terwijl hij regelmatig door vrouwe lijke schoonheden wordt belaagd, die een handtekening op hun arm willen hebben. Van Raamsdonk voldoet graag aan hun wensen. „Ja, dit soort dingen vind ik wel leuk. Als ik in de stad loop, zie je ze kij ken. Van hé, daar loopt Van Raamsdonk. Die populariteit doet me best wat. Ik ben niet te beroerd om dat toe te geven. Amsterdam is een bruisende stad, heeft volop energie. Als ik in Los Angeles zit, mis ik dat. Ik verveel me daar ka pot. Amerika is alleen goed voor te trainen". Onvoorwaardelijk Als het woord Amerika valt komt ook onmiddellijk Henry Davis ter sprake. Davis begeleidde vele pro minente boksers onder wie Rudy Koopmans naar de top en heeft een onvoorwaardelijk ver trouwen in Pedro van Raamsdonk. „He is the greatest", bromt de klei ne donkere Davis als hem naar de kwaliteiten van Van Raamsdonk wordt gevraagd. Van Raamsdonk zelf is helemaal gek van Davis, hij adoreert hem. „Davis is héél erg goed. Hij leert mij zo verschrikke lijk veel. Daar is een Nederlandse nog steeds groeit en volgend jaar waarschijnlijk naar het halfzwaar- gewicht moet overstappen („Maar dat vind ik niet erg") in elk geval nog van plan zijn pretjes te laten voor wat ze zijn. Boksen is zijn le ven en daarom wil hij dat voorlo pig .ook wel zo houden. Daarom werkt hij ook niet. „Geen enkele baas wil je hebben als je zo vaak af wezig bent als ik", zegt hij tussen neus en lippen door. „Slechts twee zaken kunnen voor mij eén reden zijn om te stoppen. Als ik wat aan mijn kop zou krijgen, bijvoorbeeld. Een paar maanden geleden kreeg ik een boksverbod opgelegd door de bond. Bij een hersenonderzoek zou zijn gebleken dat er wat in mijn hoofd niet goed zat. Nou, de dokter die dat beweerde, kan beter zelf een EEG laten maken. Ik ben ook bij andere artsen geweest. Mijn huisdokter zei het laatst nog. Mis schien heb ik wel iets, maar dat kan iedereen overkomen. Dat heeft niets met boksen te maken". Typerend voor Pedro van Raams donk is ook de onverschillige blik in zijn ogen als zijn toekomst ter sprake komt. Immers, over drie weken zijn de wereldkampioen schappen voorbij en titel of geen ti tel, Van Raamsdonk moet toch iets gaan doen. „Ik weet het echt nog niet". Maar even later toch: „Ach kijk, veel zal afhangen van de ko mende weken. Bij succes, zal ik ze ker wel een aardige aanbieding krijgen. Een hele goede zal ik zeker pakken. Maar anderzijds, de Olym pische Spelen trekken ook. Ik kan dat geduld nog best opbrengen. Ik ben pas 21, en nog lang niet op mijn hoogtepunt. Mijn concurren ten in München zijn allemaal een stuk ouder. Het wordt tijd dat die oudjes eens uit de ring worden ge slagen". DENNIS MULKENS Stoppen Voorlopig is Van Raamsdonk, die Pedro van Raamsdonk: „Ik zou inderdaad raar staan te kijken als ik er in de eerste ronde word uitgeknikkerd". MSTERDAM Voor het rst sinds de jaren vijftig, en Hein van der Zee werd gevaardigd, komen vanaf f. nsdag in München bij de ,r(J ereldkampioenschappen [ij >ksen voor amateurs drie «ederlandse pugilisten in ac- eoe: de Amsterdammers Pedro el1 in Raamsdonk en Gilbert allie (beiden Albert Cuyp) de Rotterdammer Jan Le- ber (Crooswijk). an dit trio geldt Van Raamsdonk i, M de grootste kanshebber voor i emetaal; immers, zijn klassering e i derde op de wereldranglijst kichtvaardigt bepaalde verwach te igen. Voor Lefeber en Hallie lig- lel n de zaken anders. Zij kregen pas i irige week van de Nederlandse o>ks Bond (NBB) te horen ook el ar München te worden uitgezon- :ov n. Een écht goede voorbereiding t. is er voor hen dan ook niet bij. pr in Raamsdonk is echter al maan- an n intensief bezig met de wereld- pelstrijd. Een periode overigens, hij met de nodige moeilijk beden werd geconfronteerd. De m ïB was hem zeker in mate- rtx-el opzicht niet altijd terwille. i staat hij dan ook te popelen om t grote ongelijk van de bond aan t 2 tonen. Vanuit die positie kan in Raamsdonk, die op zijn tiende r de eerste stap over de drempel on n het Amsterdamse boksmekka w Albert Cuyp zette, dan ook wel gelns érg ver reiken. ;n. n een beter inzicht in de finan- >n< le oorlog tussen Van Raamsdonk /er e in de rug werd gesteund door h in begeleider Ruud van der Lin- nn) en de NBB te krijgen is het ïde idzaam eerst even een half jaar- terug te gaan. Het verhaal is or sommigen misschien al be- nd: de Amsterdammer reisde af ar Amerika om zich daar onder hoede van de bekende trainer nry Davis op München voor te ■eiden. Omdat Van Raamsdonk 'der terug moest dan werd ver- cht (de organisatie van het team arin hij was ingedeeld voor het *n ;rnooi om de Golden Gloves had fsP!t aan haar administratieve ver voldaan, waarna een finitieve schorsing voor de hele lge>eg volgde), werd twee weken t v eden in Amsterdam nog even 8e ;1 een toernooi in elkaar ge- '*a laid om er voor te zorgen dat ns- n Raamsdonk in elk geval nog nett partijen zou kunnen boksen. 'er nry Davis reisde direct met zijn er >il mee om hem in die spannen- 3m weken nog terzijde staan. onIt spreekt voor zich dat de Ame- veI aanse escapades van Van T 'amsdonk en de aanwezigheid cen i Davis op zijn minst een klein *eJl >itaaltje hebben gekost. Een half 1« r geleden vroeg van Raamsdonk "ei NBB al om geldelijke steun. Hij en rtj echter van het kastje naar de ur gestuurd, om vervolgens in uit het bondsblad „De ng" te vernemen dat er geen d beschikbaar was. In de afgelo- t0 i weken deed de NBB dan nog r t water bij de wijn. Een garan- vgj subsidie van 5.000 gulden voor toernooi in Amsterdam werd ^gezegd, de boksers mochten zich foe. e week in het sportcentrum van st op kosten van de bond voor- eiden en voor Henry Davis wer- P& i de benodigde trainersfacilitei- se I voor München aangevraagd. uit es bij elkaar getuigen deze drie heb ften" niet van overdaad. Zeker fee men bedenkt dat Van Raams- nd ik de komende weken een hoop d. idwill kan kweken voor de NBB. interessant ir twee vechten hebben twee vevéuld maar toch is het in deze nog \riH iressant te melden dat Van trainer niet toe in staat. Davis werkt aan mijn zwakkere punten, maar pept me ook op om mijn ster ke eigenschappen te accentueren. Vandaar dat ik ook zo nerveus was toen bekend werd dat hij terug zou gaan. Davis vindt het allemaal wel aardig, maar uiteindelijk is dit toch zijn beroep. Hij zegt steeds dat ik de grootste ben. Dat zal dan wel, want hij heeft er verstand van". Zelfvertrouwen heeft Davis zijn Amsterdamse pupil zeer zeker bij gebracht. Van Raamsdonk gelóóft nu dat hij de grootste is. Zonder enige schroom én zonder overi gens als een bluffer over te komen zegt hij als zijn kansen voor München ter sprake komen: „Na tuurlijk win ik. Je denkt toch niet dat ik daar voor niets heen ga. Al leen goud telt, en dat zal ik pak ken. Ik ken mijn voornaamste con currenten. Die Fin, Tarmo Usivirr- ta, ja dat is een goeie. En ach, je moet een beetje geluk hebben. Gunstig loten. Ik zou inderdaad raar staan te kijken als ik er in de eerste ronde wordt uitgeknikkerd. Maar wat praat ik eigenlijk vreemd, dat gebeurt gewoon niet". En over zijn voorbereiding: „Ik heb in Amerika keihard getraind. Eike dag tweemaal. Ook in Nederland heb ik het tempo opgevoerd. Wat? Een leuk leventje? Dat denken de mensen allemaal. Maar zelf zijn ze te beroerd om een stukje te gaan lopen. Ik doe dat elke dag, omdat het moet. Het leven van een top sporter lijkt voor de buitenwereld wel aardig, maar in werkelijkheid is het een hard leven. Veel trainen, tijd voor pretjes is er niet". geroest. Ze zijn geloof ik bang om te worden weggestemd. De proble men met de bond hebben mij de laatste weken wel de nodige zorgen gebaard. Ik ben dan ook blij met het gebaar van AZ '67. De voetbal club heeft aan mij in het kader van München een bedrag van ongeveer 6.000 gulden beschikbaar gesteld. Ze vinden mij belangrijk, omdat ik een talent ben. Daardoor kan Davis nu mee naar de wereldtitelstrijd. Het zag er in het begin van deze week nog naar uit, dat hij terug moest naar Amerika". Dit probleem is nu dus van de baan, want vanochtend is Van Raamsdonk samen met Lefeber, Hallie, de trainers Klijnoot, Van der Linden en Davis op het vlieg tuig naar Zuid-Duitsland gestapt. Met voldoende geldelijke middelen op zak. Van Raamsdonk staat wer kelijk op scherp, zoals hij eerder deze week na een pittige sparring- partij tegen Koopmans, in de tui nen van de Amsterdamse Floriade vertelt. Over Amsterdam, zijn trai ner Davis, zijn toekomst. Hij is lang (1,94 meter), blond, vooral bij de schouders erg breed en, zoals gezegd, pas 21 jaar. On danks een grote successen-reeks (zilver bij de Europese kampioen schappen, winnaar van diverse be langrijke toernooien, én een bron zen plak bij het Golden Gloves- toernooi van Amerika), is bij hem geen vleugje van kapsones te ont dekken. Pedro is zichzelf gebleven. Hij haalt nog steeds zijn broertje op van school. Hij doet nog net zo makkelijk even een boodschap. Al leen de. kwajongensstreken zijn er niet meer. Hij is veel rustiger dan Raamsdonk in een columm voor een Amsterdams dagblad in het verleden (en ook nu nog) dikwijls- hard heeft uitgehaald naar de NBB. Die kritiek viel uiteraard niet in goede aarde en Van Raamsdonk mocht zich dan ook niet in een al te grote populariteit bij de bondsheren verheugen. Van bondswege verde digt men zich door te stellen dat er gewoon niet meer geld is. Boven dien zou Van Raamsdonk een paar maal niet zijn opgekomen bij voor hem opgezette interlands en het steekt de bond dat Davis zich al leen voor Van Raamsdonk beschik baar wilde stellen. Deze drie argumenten worden door Ruud van der Linden, die de 21-ja- rige jongeman bij de problemen met de bond met raad en daad ter zijde stond en ook in München aan wezig zal zijn (hij krijgt als tweede trainer van de bond 300 gulden!), zonder problemen van tafel ge veegd. Hij zegt: „We krijgen nu de wereldkampioenschappen en daar concentreren we ons op. Maar het bestuur moet weg. We hebben er nu geen tijd voor om er aan te wer ken, maar zo kan het niet langer. Er moeten nieuwe mensen komen. Er zou niet genoeg geld zijn, roepen ze dan. Klopt niet. Er is geld. Bo vendien wordt er geen beroep ge daan op instanties waar subsidie verkrijgbaar is. Ja, dan kom je in geldnood. Dat Pedro niet voor Oranje wilde uitkomen is onzin. Hij was met andere zaken bezig. Zij be palen niet wat er gebeurt. Dat doen wij. En Davis is er inderdaad alleen voor Pedro. Hij is geen man voor een hele groep. Zo werkt die man niet. Dat zie je toch zo. Hij kiest zijn boksers zelf uit en begeleidt die dan op en top". En Van Raamsdonk zelf: „De bond heeft altijd moeilijk gedaan. Er zit een aantal goedwillende lieden in het bestuur. De rest is echter vast ZATERDAG 1 MEI 1982 Vele sporten zijn mij lief, maar ijshockey kan zich in mijn bijzondere waardering verheugen. Elk jaar weer kijk ik reikhalzend uit naar het wereldkampioenschap in de A-groep, waarbij ik kan genieten van de verfijnde sticktechniek van de Russen, het onverzettelijke van de Tsjechen, het keiharde van de Canadezen en de eeuwige pogingen van de Zweden en de Finnen om eindelijk eens een barst in het blazoen van die Russen te schaatsen. Vaak is het de laatste jaren gebeurd dat ik naar de reportages van dat A- toernooi zat te kijken met de tuindeuren open om de frisse lentelucht te combineren met het stemgeluid van Frans Henrichs die met een bijna onuitputtelijke reeks informatie mijn trommelvliezen belastte. Maar dat ze waar dan ook aan het ijshockeyen waren op een moment dat de mussen zich reeds geruime tijd enigszins bevangen door de warmte in de dakgoot ophielden deerde mij niet. Groot was dan ook eerst mijn verbazing, vervolgens mijn verbijstering en tenslotte mijn onuitsprekelijke boosheid toen ik mij afgelopen dinsdag voor de kleurenbuis had gezet om te kijken naar de NOS-uitzending en ik van de omroepster hoorde dat Studio Sport het ijshockey verder voor gezien hield. Het toernooi zou niet langer interessant zijn, omdat Rusland enige dagen eerder de titel reeds had veroverd. Het is dat ik over een redelijk gelijkmatige gemoedstoestand beschik, maar anders zou op zijn minst mijn televisietoestel het hebben moeten ontgelden. Ik heb het nu maar bij een fles jonge klare gelaten, maar na elk glaasje nam mijn bedroefdheid over wat Studio Sport nu weer had gepresteerd toe. Bestond maar de mogelijkheid om lid te worden van de NOS. Als ik dat al zou zijn geweest, ik zou in een uiterst kernachtig schrijven mijn lidmaatschap hebben opgezegd. Telefonisch klagen, hetgeen in Hilversum nogal eens schijnt te gebeuren, heb ik geen moment overwogen. Dat is een uiting van boosheid, die toch nooit degene bereikt die bereikt móet worden. En die arme telefonistes kunnen er tóch niets aan doen dat de heren van Studio Sport in hun onnavolgbare voortvarendheid beslissingen nemen die de belangen van de kijkers keer op keer aan de laars lappen. Gelukkig beschik ik sinds enige tijd over de mogelijkheid om ook andere kanalen dan waarlangs Hilversum al zijn onbegrijpelijke droef, banaal en platvloers gedoe over ons uitstort te bekijken en tot mijn opluchting hadden Duitsland en België wel degelijk oog voor de interesses van ijshockeyliefhebbers en zonden die avond wel beelden uit. Wij benaderen de sport op een journalistieke wijze", heb ik ergens Studio-Sportchef Kees Boerhout horen verklaren. Is de opstelling in Duitsland, waar ze voortreffelijke sportprogramma 's maken, en België, waar vooral de alternatieve kant van de sport regelmatig wordt belicht, dan niet journalistiekU mag het zeggen. Ik heb er een uitgesproken mening over. Laat ik die wat toelichten. In mijn nog steeds grote boosheid over de beslissing van de NOS dinsdag het ijshockey maar te laten voor wat het was ben ik eens wat gaan filsoferen over wat er zou kunnen gaan gebeuren als Studio Sport zich vanaf nu ook bij andere onderwerpen op een dergelijk standpunt zou stellen. Dan zouden de volgende dingen zich aan ons oog kunnen voordoen. Van een wielerklassieker wordt de reportage een kwartier vóór de finish gestaakt, omdat een buitenlander bij een ontsnapping een voorsprong van een half uur heeft genomen en niet meer kan verliezen. De beelden verdwijnen, de omroepster komt in beeld en verklaart dat verder uitzenden journalistiek niet verantwoord is, omdat de beslissing al is gevallen. Het spreekt voor zich dat als een Néderlander zo ver voorop zou hebben gelegen de uitzending wel degelijk tot vele meters na de eindstreep werd voortgezet en wellicht zelfs zijn uitgelopen, omdat er natuurlijk nog wel even aan de Nederlandse winnaar moet worden gevraagd hoe het allemaal is verlopen. Ander voorbeeld: een rechtstreekse buitenlandse voetbalbekerfinale wordt afgebroken, omdat de ene ploeg na 25 minuten in de eerste helft al met 5-1 voorstaat. Nóg een voorbeeld: de samenvattende reportage van zwemwedstrijden gaat niet door. omdat elke finale door een Oostduitse deelneemster met vele meters voorsprong is gewonnen en alle Nederlandse zwemsters onderweg zijn verdronken Kortom, aan voorbeelden geen gebrek. Maar wanneer wordt een uitzending van Studio Sport afgebroken als Jan Stekelenburg weer eens over zijn woorden struikelt? Of wanneer gaat het beeld op zwart als Leen Pfrommer en Mart Smeets voor de zoveelste keer onnodig een schaatsrondetijd hebben gemeld van een deelnemer uit AndorraOf wanneer komt Kees Boerhout zelf op het scherm om aan te kondigen dat er een punt achter een voet bal reportage wordt gezet, omdat Hans Kraay voor de achttiende keer een onbegrijpelijke opmerking heeft gemaakt? Ik weef het antwoord: nooit. TINUS L. BUYS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 19