'inalê
„Carré ligt nog
mijlen ver
van mijn bed"
ZATERDAG 24 APRIL 1982
heb ik godslasterlijke taal gebezigd.
Terwijl dat toch overduidelijk niet
mijn bedoeling is geweest".
„Wat ik in de loop van die vijftien
jaar ook geleerd heb is „nee" zeg
gen tegen mensen. Jk ben wat har
der geworden en durf nu voorzich
tig dingen af te stoten. Ik open on
der geen enkele voorwaarde een
winkel en presenteer evenmin een
modeshow. Dat doe ik niet. En al
had Lou van Rees me honderddui
zend gulden geboden dan had ik
nog niet voor hem in de Eden-Hal
gezongen. Ik ga trouwens ook niet
meer in een televisieshow van een
collega een liedje zingen. Vandaag
de dag is dat de grote mode: ieder
een vraagt iedereen in zijn pro
gramma. Maar ik kan er niet meer
tegen".
Personeelsfeest
„En als ze me vragen voor een per
soneelsfeest zeg ik pas „ja" als ze
me uitgebreide informatie hebben
verstrekt. Vaak blijkt dan, dat zo'n
directeur mij wil laten optreden om
zijn vrouw en drie invités een ple
zier te doen. Maar het personeel
wil Vanessa en André Hazes. En
kijk, in dat geval kun je zo'n man
beter tijdig aan het verstand bren
gen, dat het doodzonde is van zijn
geld om mij te laten zingen".
„Henk heeft daar duidelijk meer
moeite mee dan ik. Hij kan ook
moeilijk „nee" zeggen en is geneigd
om elke uitnodiging aan te nemen.
„Zou u een liedje willen schrijven
meneer Van der Molen". „Dat lijkt
me heel leuk", hoor ik hem dan
door de telefoon roepen. En ik on
dertussen als een gek om hem heen
dansen en mimen, dat hij het voor
al niet moet doen. En helaas krijg
ik achteraf in negen van de tien
gevallen gelijk en heeft hij er de
smoor in, dat hij zo'n opdracht
heeft aangenomen. Terwijl hij veel
liever met een elas wiin en een
goed boek thuis was gebleven. Dat
is het ergerlijke".
„Ik heb daar minder moeite mee.
Als iemand opbelt durf ik tegen
woordig te zeggen: „Nee, ik doe het
toch maar liever niet". Meestal
volgt er daarna een gesprek, dat
volstrekt overbodig is. In de trant
van: „Waarom dan niet mevrouw
Bijl?". En dan jij: „Omdat ik er
geen tijd en geen zin in heb".
Waarop die andere kant weer:
„Maar mevrouw Bijl, die paar on
nozele uren kunt U toch best vrij
maken voor ons". Dat zou best
kunnen, denk ik dan, maar ik heb
er geen zin in. Laat mij nou maar
in mijn kamertje zitten met de deur
op de knip. En reken er op, dat ik
me dan geen moment verveel. Ik
moet nog zeker dertig boeken en
twintig kranten en tijdschriften le
zen. En op tafel ligt al dagen een
ganzeëi, dat nodig door mij beschil
derd dient te worden. Dat is weer
een nieuwe hobbie van me. Ik ben
met tekenen gestopt en zit nu uren
lang met de tong tussen mijn tan
den door een vergrootglas naar zo'n
mal ei te turen. Ook weer een af
wijking, die bij me past. Jezelf
dwingen om iets te doen, dat eigen
lijk niet kan. En daar nog lol in
hebben ook".
Interdut
Op vrijdag 7 mei zendt de TROS
een televisieshow van ruim drie
kwartier uit, waarin Martine Bijl
zingend en in diverse vermakelijke
vermommingen een ferme gooi zal
doen naar een compacte kijkdicht
heid en een hoog waarderingscijfer.
Ditmaal zal zij geassisteerd worden
door Paul van Vliet in de sketch
„Slaapservice Interdut BV", Ge
rard Cox met wie ze een hoopge
vende moderne relatie aanknoopt
(„zie je die koppen al op de voorpa
gina van de roddelbladen: „Blonde
Martine verliefd op Cox"), de zan
geres Katja Epstein, de popgroep
Purper en de Duitse acteur Horst
Tappert, die een zéér vrije versie
van zijn successerie Derek zal ge
ven. Regisseur Ralph Inbar had
ook graag Toon Hermans in een
kleine scène laten optreden. Maar
vanuit zijn Hilversumse residentie
meldde de meester eind oktober,
dat de TROS op 12 februari 1982
nog maar eens moest terugbellen.
„Ik ben zó op die man afgeknapt",
bekent ze berouwvol.
Op dat moment gaat xle telefoon.
„Wat zeg je?", roept ze blijmoedig,
ja hoor, dat zielige vrouwtje en die
hulpverleenster ben ik inderdaad
allebei. Nee, die blote vrouw in dat
bed ben ik niet. Dat is Kees Ter-
bruggen. Wat zeg je? Kees Terbrug-
gen. Juist ja. Graag gedaan hoor".
Weer terug in de tuinstoel zegt ze
gedecideerd: „Televisie is een veel
vraat met moorddadige trekjes. We
hebben nu met een groep pietepeu
teraars vanaf oktober aan die ene
show gewerkt. We hebben er alles
ingestopt, wat we aan talent in huis
hadden. En straks raast-ie in drie
kwartier over de buis. En daarna
krijg je met dat materiaal zelfs in
Pingjum geen hand meer op elkaar.
Want daar hebben ze die avond
toevallig ook gekeken".
„Alleen daarom blijf ik al spelen
met de gedachte, dat ik vroeg of
laat nog eens in een theater sta. En
dan hoeft het voor mij echt niet
Carré te zijn. Ik zal al dik tevreden
zijn met een jief klein zaaltje".
Onder de wijnranken schudt Henk
van der Molen zijn grijze manen.
„Ik zou er toch maar rekening mee
houden", waarschuwt hij. „Als we
de pech hebben, dat die theater
show een succes wordt eindigen we
wel degelijk in Carré. En dan
breekt de hel pas goed los".
Ze kijkt hem welwillend aan en be
slist: „Ik heb geen haast. Henk. Zo
lang we nog in dat zaaltje in Roden
ruimschoots aan onze trekken ko
men, ligt Carré ver van ons bed".
LEO THURING
Foto's: CEES VERKERK
uitzending haastig uitgehaald heb
ben".
„Dat dansje bijvoorbeeld. Ik had
het gerepeteerd in een zaal met le
vensgrote spiegels en wist dus don
ders goed, dat het nergens op leek.
Ik ben niet achterlijk en heb mijn
ogen niet voor niks gekregen. Toch
moest en zou ik dat dansje maken.
Ik zag Jasperina de Jong rond
springen en dacht: Zo wil ik het'
ook doen. Dat soort aanvechtingen
had ik op school al. Het liefst doe
ik dingen, waarvan anderen zeg
gen: „Dat zul je wel niet kunnen.
Begin er niet aan, want je hebt er
geen gezicht voor". Oh neen?, denk
ik dan, ik zal je laten zien, dat ik
het kan".
Pietepeuter
„Met dat dansen is het dus duide
lijk mislukt. En daar heb ik vrede
mee. Een mens mag zich nu en dan
vergissen. Dat is trouwens de enige
keer geweest, dat ik zo aangrijpend
de fout in ben gegaan. Ik ben na
melijk een onverbeterlijke piete
peuter, die zich pas durft te verto
nen als elk onderdeel van een
show tot in de kleinste details
klopt. Wat dat betreft ben ik 180
graden tegenovergesteld aan Wil
lem Ruis. Die doet eerst en vraagt
zich daarna pas af of hij het wel
kan".
„Je zult mij dus nooit in een musi
cal zien optreden, want daar heb ik
de middelen niet voor in huis. Ie
mand, die voor de televisie werkt is
duidelijk met andere dingen bezig
dan een toneelspeler. Ik heb een
manier gevonden, waarbij ik heel
klein werk. Dat is namelijk een
voorwaarde, want op de camping
in Schin op Geul moet ik ook op
het scherm van een portable-toestel
passen. Als ik nou morgen in een
grote schouwburg ga staan weten
ze op de tiende rij al niet meer, wat
ik sta te beweren. Dat is duidelijk
een heel andere wereld".
Feestje bouwen
„Nu treed ik 's avonds op voor zes
tig of zeventig aardige mensen in
Roden, die Martine Bijl op hun ver
langlijstje hadden. Op die manier
kom je leuk binnen en wordt het al
gauw een feestje. Het is niet
wereldschokkend, wat we daar
doen, maar we proberen wél se
rieus vakwerk af te leveren. Voor
de rest heeft het inderdaad iets
kneuterigs. Jij je zin. En daar voe
len Henk en ik ons zéér wel bij. We
stappen 's middags in de auto met
de gesmeerde broodjes voor onder
weg plus één gitaar en een koffer
met kleren. En op de plaats van be
stemming bouwen we vervolgens
met aardige mensen een leuke
avond. Ik zing meestal zes, zeven
liedjes. En voor de rest praat ik. Als
je nu weet, dat zo'n optreden drie
kwartier a een uur duurt wordt er
door mij dus aardig wat afgeleu-
terd".
„Op zo'n avond ga ik niet tegen
schenen schoppen. Ik heb zelf de
pest aan mensen, die achter elkaar
hun maatschappijkritische visies op
een drammerige domineestoon
ventileren. Daar begin ik dus niet
aan. Ik ben overigens wél kritisch
en ga een heet hangijzer niet uit de
weg. Maar ik probeer zo'n tekst
dan te verpakken in wat ironie. In
een lach. Als je dat niet doet wordt
het én voor de zaal én voor ons zelf
onverteerbaar".
„Toch moet je altijd rekening hou
den met protesten. Want Nederlan
ders zijn om het minste geringste
beledigd. Als ik in een verkeerde
jurk verschijn bij „Wie van de
Drie" kwets ik gegarandeerd een
volksdeel. En als ik in een liedje de
vraag stel, of'Jezus een zusje had,
wordt er driewerf schande geroe
pen. Dan is Bijl de gebeten hond en
Martine
Bijl:
3ENEN AAN DE VECHT Het
ipppenhuis, waarin Martine Bijl en
enk van der Molen zich verschanst
bben ligt in Loenen, dat zich op
;ze volijverige lentemorgen als een
me kater uitrekt langs de oever van
Vecht. Hun krap bemeten tuin
ree keer languit vallen en je hebt het
ihad grenst aan de rivier, die con-
rm het dichterlijk draaiboek van
arsman nog steeds traag door onein-
g laagland stroomt. Aan de overkant
ligt een ijdele treurwilg zich angstig
ir voorover naar de waterspiegel om
Dor de zoveelste maal te ontdekken,
it hij bij lange na niet de schoonste is
het land en het op dat punt verliest
in de berk verderop en van de popu-
;r, die een LAT-verhouding heeft
et het witte theehuis in de bocht. Als
niet beter wist zou je nu de aanvech-
ïg krijgen om te veronderstellen, dat
ederland alsnog een zichtzending is
in het paradijs.
fij zijn twee stadsmensen, die
t afkeutelen op dat lapje grond",
|t ze met een glimlach, die met
e delen spot is verdund, je kunt
ook zo gek niet verzinnen of
staat erin. Veel steenbreek ook.
e vind je die? Als je zo'n woord
iteloos uit je mond laat vallen
k je gelijk de indruk, dat je alles
imern bloemen en planten afweet,
lar helaas is het de enige platma-
die ik achter de hand heb",
r moet ook ergens een plant
an, die we uit het Zwarte Woud
meegenomen. Als alles
ti gaat zit-ie straks boordevol
1de aardbeien en zullen we er
behoorlijk fors van gaan oog-
n dan is er nog een plant, die we
lens onze vakantie in Zwitser-
)d met ware doodsverachting uit
V bergwand gewipt hebben. In
hotel waar we logeerden ging-
lup in een vaas met water. En
le terugreis hebben we hem als
pleegkind gekoesterd. Ik had
(n idee. hoe hij heette. Maar ie-
nd, die op bezoek was riep ge-
„Meid, dat is erepriis. Dat
;it hier overal in de wei
uiteraard hebben we een afde-
l met vergeet-mij-nietjes en een
:kje met tranende hartjes. Dat is
schattige creatie, die bestaat uit
piepklein rood hartje met een
ginele waterlander eronder,
rkelijk beeldschoon".
krijg overigens de indruk, dat
nk er regelmatig een plant uit-
ilt, die ik net de vorige dag voor
ee vijfenzeventig bij een kweker
het dorp gekocht heb. Henk is
radicale snoeier, die genadeloos
laat en alles, wat boven het
liveld uitsteekt, hardhandig
ijdert".
:i
„Mijn
ambitie is
echt niet
zo
klein
als vaak
wordt
beweerd"
R-spot
„Hard
werken
kun je ook
opeen
vierkante
koffie pruttelt gestaag op het
xinelicht uit grootmoeders dek-
mooie jaren, de witte tuinstoe-
staan in een stand, waarvan
i de grootste luiaard niet terug
ïft: een STER-spot op ware
lotte.
'e hebben nu langzamerhand
i punt bereiktzegt ze, „laat
het zo simpel mogelijk formule-
l, want dan klinkt het nog eng
ïoeg. Het punt bereikt dus, dat
in onze verhouding niet langer
ake is van de meester en zijn
rlinge. Dat zal de reden zijn,
arom de roddelbladen op ons
'gekeken zijn. Die hebben ooit
puttend over ons tweeën ge-
ireven en de natie met volle teu-
laten meegenieten van ons wel
wee. Maar we zijn niet interes-
it meer voor die heren".
'at lag duidelijk anders toen ik
uitsluitend de liedjes zong, die
nk voor me schreef. Ik had in
tijd geen eigen inbreng en was
"er een reproducerende artieste.
ik toen ook al zéér minnetjes
nd. Maar ik had geen andere
us. Ik wilde best van alles onder
men en schrijven en dacht ook
g. dat ik er het talent voor had.
'ar het kwam er niet van. Eigen
'uld, dikke bult. Ik was te jong
moest mijn dagen vullen als het
schuldige, blonde meisje met een
lertoire van louter lieve liedjes,
als ik een opmerking maakte,
dat beeld verstoorde was het
ijk: „Oh, dat heb e zeker van
"k. Dat heeft Henk je zeker in-
luisterd". Terwijl ik er dan toch
zelf op gekomen was".
meter"
echt geen nare herinneringen aan
die tijd en begrijp nu ook, waarom
ze me toen in een hokje hebben ge
duwd. Dat lag niet alleen aan het
publiek, maar ook aan mij. Ik kon
niet anders".
„Vergis je overigens niet. Mijn am
bitie is echt niet zo klein als vaak
wordt .beweerd. De mensen halen
alleen twee zaken door elkaar. Es
sentieel is wat je doet en hoe je het
doet. Alles, wat ik aanpak probeer
ik zo goed mogelijk te doen. Ik ben
fanatiek en werk hard. Maar hardf
werken kun je ook op de vierkante'
meter. Mij hoor je niet roepen: „Dit
land heeft voor mijn talent een te
laag plafond". Aan mijn hoela. Dat
is kul. Ik hoef niet naar Amerika
af Duitsland om carrière te maken,
want ik kom in mijn eigen land al
vijftien jaar leuk weg".
„Een ander trekje van me is, dat ik
geen haast heb. Er wordt al jaren
geroepen: „Bijl, je moet het theater
in". En dan denk ik: Dat zal best
nog eens gebeuren. Maar wél vol
gens de lijnen van de geleidelijk
heid. Misschien ben ik over vijf
jaar zover. Maar het kan wat mij
betreft ook nog tien jaar duren.
Ondertussen speel ik met dat idee
en probeer ik het spits te krijgen.
En tegen de tijd, dat ik denk: Nou
moet het maar eens gebeuren, zal
ik geen officiële première geven,
maar rustig in een of ander dorpje
beginnen. Ze komen er dan vanzelf
wel achter, dat Bijl begonnen is".
Kerstshow
„Ik weet ondertussen ook, wat ik
niet kan. Ik heb ooit een Kerst
show gemaakt voor de televisie en
daarin maakte ik een dansje met
vier kerstmannen. Uitgerekend dat
programma is door de TROS her
haald. En dat had voor mij nou net
niet gehoeven. Want er zaten on
derdelen in, die niet deugden en
die we er dan ook voor de tweede