male „Effe naar de Chinees", een smakelijke afwisseling van dagelijkse kost Oma Keasberry eet graag erwtensoep met rijst en sambal dwaas als praten over dé Europese keuken. Als je van Taiwan naar Hongkong wilt, zit je wel zes uur in het vliegtuig. Daar zit eigenlijk een wereld tussen". „Honderden jaren geleden kwamen de Chinezen naar Indonesië. Ze hebben daar invloed gehad. Var kensvleesgerechten eten de Indo nesiërs bijvoorbeeld niet, omdat ze mohammedaan zijn. Daarom vind ie babi pangang in Indonesië alleen bij de Chinezen die daar wonen." Notariszoon Een halve eeuw geleden zette Co- nimex de eerste schreden op het pad van de verkoop van buiten landse produkten. „Een notariszoon uit Baarn reisde regelmatig in Eu ropa. Hij ontdekte op ziin reizen veel produkten die in Nederland onbekend waren. In 1932 begon hij een handeltje in olijven, sardines en Spaanse pepers. Artikelen die hij verkocht aan mensen in Baarn. De tuin van het notarishuis grens de aan die van een vriend, Alphon- se Sterneberg. Die voelde ook wel wat voor de verkoop van buiten landse produkten. De notariszoon raakte in die tijd bevriend met de dochter van een Hilversumse apo theker. Deze man had acht apothe ken in Indië en kwam met het idee om kruiden uit dat land te importe ren. De vrienden zagen daar wel brood in en in 1936 concentreerden ze zich op Indische produkten. Dat is de eigenlijke start van Conimex geweest Nog voor de oorlog begon men met de verkoop van eigen produkten. Op bestelling vervaardigde men onder meer sambal. Verder impor teerde men specialiteiten die in Baarn werden verpakt. Kantoor en produktiebedrijf zaten in het koets huis van de notariswoning, dat vo* rig jaar is afgebroken. „Eigen per soneel was er niet. Medewerkers van de notaris hielpen soms eei\ handje mee. Na de Tweede Wereld oorlog zijn we echte fabrikanten geworden. Toen kregen we om vang en eigen personeel. De nota riszoon overleed in de oorlog. Alp- honse is de fabrikant, de pionier, die er echt een bedrijf van heeft gemaakt". Recepten Conimex heeft een telefonische rer ceptenservice in huis. Wie het nummer 02154-11888 draait krijgt het recept van de week voor ge-, schoteld. Dagelijks verwerkt men zo'n veertig telefoontjes. Degene die aan de „conimex-bel" trek^ kan daar ook met vragen terecht. Het produktiecomplex heeft een proefkeuken en twee laboratoria onder de pannen. De proefkeuken is berekend op demonstraties. Co nimex verzorgt verder onder meer eenmalige lessen op scholen exi causerie-avonden mét proefhapjes. Het vijftigjarig bestaan is overigens niet uitbundig aan de grote klok gehangen WIEPKE NAUTA (Wetens waardigheden Taugé Het is een peuleschil om zelf taugé te maken. Het enige wat je nodig hebt is een weckpot en katjang idjo, kleine groene erwten. De erwtjes in een pot doen en afdekken met een doekje. Twee maal per dag spoelen met lauw water. Na een dag of vijf staat er verse taugé op tafel. Tien gram kat jang idjo is goed voor 75 k 100 gram taugé. Keijap Ketjap heeft dezelfde eigen schap als wijn. Hoe langer je het bewaart des te beter wordt de kwaliteit Het rijpingspro ces zet zich in de fles voort Sambal Het kan gebeuren dat na het gebruik van sambal je de vlammen uitslaan. Dit binnen brandje kun je blussen met een klontje suiker of een stuk je kroepoek. Braadpan In de oosterse keuken ge bruikt men een speciale braad pan met een ronde bodem, een wadjan of Chinese wok. Deze pan is erg handig. In veel to ko's, warenhuizen en grote su permarkten zijn ze te koop. doen, om over de concurrent te kunnen oordelen". Mevrouw Keasberry wil graag haar kennis van de Indische keuken uit dragen. Het boekje met Indische keukengeheimen is daar een voor beeld van. Ze schreef het in drie maanden. Ze houdt niet van dui men draaien. Ik heb wel eens les op de huishoudschool gegeven. Ik zou dat wel meer willen doen. Als er mensen zijn die mij willen halen wil ik graag bij hen thuis laten zien hoe ik kook. Als ik een lening kon krijgen, zou ik direct een nieuwe zaak beginnen. Niet hier in Am sterdam. want ik ga natuurlijk niet mijn eigen zoon beconcurreren". ZATERDAG 17 APRIL 1982 Belt vaki e hul één z'n dood is de ander z'n rijst. Dat geldt voor im de helft van de wereldbevolking, waarvoor rijst t hoofvoedsel vormt. Een kopje rijst is voor velen orwaarde tot leven en niet zoals bij ons een welko- aanvulling op de dagelijkse Hollandse pot. Sinds komst van de Chinees-Indische restaurants dein- i we er niet meer voor terug thuis de rijst een pjsters smaakje mee te geven. Het woord rijsttafel is Nederlands als het maar kan, maar de maaltijd is Indonesisch van oorsprong. De Chinese kook- ;t kent verschillende scholen. De Kantonese is bij westerlingen het meest bekend en ook bemind. In id-China is rijst het hoofdbestanddeel van de ialtijd en in het noorden tarwe. Verder heeft bijna e streek zijn eigen typerende gerechten, die hier i beetje tussen de wal en het schip vallen omdat 1 is aangepast aan onze smaak. De rijst wordt bij i niet zo heet gegeten als hij in Indonesië en China 't opgediend. De Chinese restaurants en ons ko- le verleden hebben een stempel op ons eetpa- gedrukt. Ketjap en sambal hebben in veel Hol- idse keukenkasten een vast plekje veroverd. We nsl *uiid- ft u rdt c igi ialr :e on bestellen op de markt taugé alsof het bloemkool is en bijna elke zichzelf respecterende supermarkt heeft schappen vrijgemaakt voor typisch Indische produk ten. Bovendien zijn we geneigd in plaats van een pa tatje zo één keer in de week Chinees te halen. Nu de ingrediënten voor het grijpen liggen in de winkels, op de markt en in de toko's bewegen steeds meer mensen zich op het terrein van de Chinees-Indische keuken. Een en ander wordt hun nog wat gemakke lijker gemaakt door fabrikanten die handige mixen op de markt brengen. Een van hen is Conimex, een van oorsprong Hollands bedrijf en nu een dochter van Reckitt and Colman, een Engels bedrijf met ves tigingen in meer dan vijftig landen. In Baarn zo'n 175 mensen dat de oosterse keuken bij ons komt. Deze maand vierde men het feit dat dit al een halve eeuw gebeurt. Conimex heeft nu een markt aandeel van 80 procent. Manager F. Herman de Groot (43) begon dertien jaar geleden als assistent op de marketing afdeling en is nu manager. Hij doet een boekje open over de oosterse kookkunst in Nederland en de geschiedenis van Conimex. lARN In 1968 gebruikte ertig procent nooit of zelden n oosterse maaltijd. Twaalf Jïf51 later' 111 1980' g°ld dat |g maar voor elf procent van Nederlandse bevolking, kele jaren geleden at men estal Chinees in de week- iden, maar tegenwoordig t is ft it ook op andere dagen een iemis ^ese haP er best in- ventig procent eet minimaal keer per maand oosters. Een groot percentage doet het elke Het is zo ontzettend gewoon iet e 'orden. Men waardeert het als pal< alternatief op de dagelijkse forn huisvrouw vindt het leuk te maken. De huisgenoten eten met smaak en dat levert de iktster complimentjes op. Een tafel hoeft niet meer te kosten een gewone Hollandse maal- ■7"sta ons hebben aardappelen de et kl ct'e van vulling, vlees en groen- d en even bouwstoffen en smaak. Bij d kaï 'ijsttafel is rijst de massa, dat is verschil. Ga je meerdere vlees vaten en groenten serveren, dan en oi11 Je over 660 uitgebreide rijst- creat 1- Smaakverschillen krijg je t frie r de smaakmakers. Je hebt een cje i tal bijgerechten als sambal, atjar jkroepoek, maar de Nederlandse ken kent dat ook: mayonaise, ynstel terd en augurken," aldus ma- e drip F- Herman de Groot dertig jaar tijd is Indonesisch gemta uitgegroeid tot een geïnte- tfaaafjtrd deel van onze eetcultuur. is typisch Nederlands gewor- 'oogst, In Washington was onlangs trek feestavond in verband met 200 diplomatieke betrekkingen frie tn Nederland en de Verenigde ten. Die avond serveerde men rijsttafel, als zijnde typisch Ne- beli ands. Dat trof mij ontzettend, waaéiebt bloembollen, kaas en blijk- ier B\x de rijsttafel. De Nederlander neer sitie i iltiveerd. Daar spreekt liefde de in het land uit en financieel en p nen wij er natuurlijk meer van erpreken. Als wij ons gezicht willen van in zien aan een buitenlander, Mu* gaan we met hem naar de Chi- •waseï f met I NOTARISZOON STOND VIJFTIG JAAR GELEDEN AAN WIEG VAN CONIMEX De huisvrouw vindt het leuk om te maken nees en de buitenlander denkt dat hij Indonesisch eet, maar het is ei genlijk echt Hollands. Je merkt dat ik niet over Indisch eten praat, dat stamt uit ons koloniale verleden. Daar hebben we een keer een reac tie op gehad en sindsdien spreken we hier over Indonesisch". Concurrentv port Export Het was aanvankelijk een onvervalste handelsonderne ming. Conimex is niet het oudste bedrijf op zijn terrein, maar inmid dels wel het grootste. De concur rentie sloeg haar tenten op in het Verre Oosten, Japan en Amerika. „Onze grootste concurrent is echter de Chinees, maar hoe gek het ook klinkt, hij is tegelijkertijd onze grootste propagandist Bij de Chi nees leren de mensen namelijk het oosterse eten kennen. De Chinees- Indonesische restaurants kwamen op in een tijd, dat je in een restau rant nog met de nodige egards werd behandeld. Je at er altijd iets, dat je thuis niet at en het was aan de dure kant. Bovendien waren de porties niet groot. Er zat duidelijk een gat in de horecamarkt. De ChiN nezen zijn daar ingedoken. Ze brachten een goedkope maaltijd en wat ook belangrijk is voor ons Hol landers, het was ruim voldoende wat er op tafel kwam. En je kon er in je gewone kleren naar binnen". We scheren de Indonesische en de Chinese keuken over één kam. Maar dat is beslist niet terecht. De grootste overeenkomst tussen die twee is dat rijst een hoofdbestand deel is. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de keukentjes binnen de Indonesische en de Chinese keu ken. Dé Chinese keuken bestaat net zo min als dé Indonesische keu ken. Herman de Groot: „Als je al kijkt naar het verschil in eetgewoonte tussen een Nederlander en een Belg, hoe groot moet het onder scheid in een enorm groot land als China dan wel niet zijn. Vraag eens aan een Nederlandse huisvrouw wat ze eet Ze noemt dan de groen te. Een buitenlander zal eerst het vlees noemen. Als je in Frankrijk bent moet je vaak groente of aard appelen bijbestellen. Ook in ons land zijn er verschillen in de keu ken. Over het algemeen eet een Chinees zoet en vet en een Indone siër scherp en droog. Met de term dé Chinese keuken kan ik niet goed uit de voeten. Dat is net zo llegoi ma, oot bi saui iutbui ■gtde r.kjes e oei t zie e pu e juv!l 'e ge net wf ronds!1 ^Kruiden zijn let belangrijkst j iet belangrijkste bij het be dden van Indisch eten is dat weet welke kruiden je moet 'bruiken. Verder moet je zor- ;n dat je het eten goed warm t tafel zet. Je moet weten wat in huis moet halen en heb- in. In mijn boek staat het al- naai heel duidelijk", aldus ia Keasberry. Voor haar is t allemaal zo klaar als een ontie, maar ze v iar hints geven: 'i .ijst de e praF' rijke fdpro i aise, ie ei lonk ion ge udeei legen aam oeg van n ga l deren Jie vo er zij en j opr frietje n mayo vorl ijst koken is geen punt. Oma Iviseert om rijst die uit Siam Indonesië komt te kopen, t is het handigst om de rijst een zakje van darmpapier katoen te koken. Het zakje rjillen met gewassen rijst tot centimeter of vier onder helft en de bovenzijde dicht i laien. De rijst gaar koken en is de spreekwoordelijke ees. 1 der tots\ al frh fitmuj op ty\ '\ge ■aar s uit nigdt -den ie frh noflook Brij erpei na's raad is vooral veel toflook te gebruiken. Het is ït alleen lekker maar ook zond. Vooral voor hoge oeddruk is het een puik mid- kokosnoot is belangrijk in keuken. Het is wel prijzig gebruik te maken van ver- Je hebt klappermeel, klap- '1 irmelk en klapperolie die ge hikt is om gedroogde vis, kip i bijvoorbeeld kroepoek in te tkken. [rassi een rijsttafel mag trassi K>it ontbreken, vindt Oma. It ingrediënt bestaat uit ge loogde, fijngestampte vis en [rnalen in koekvorm. narinde lijn is voor oma taboe. Zij ge wikt asam, ook wel tamarin- genoemd. De tamarinde is b tropische boom, die 25 me- f hoog kan worden. De boom It lange, met moes en za- gevulde peulen en bruin- bloemen. AMSTERDAM Oma Keasberry was een van degenen, die de on vervalst Indische keuken naar Ne derland brachten. In 1954 begon zij in de Mokumse Ferdinand Bol straat het Indisch restaurantje Djokja. Zevenentwintig jaar was zij de smaakmaakster van het eethuis je. Inmiddels is ze zeker in de hoofdstad een begrip, ook al staat ze sinds 1 december 1980 niet meer in de keuken. Oma hield het, met pijn in het hart, voor gezien. Haar zoon en schoondochter runnen nu het restaurant. Twee jaar geleden gaf mevrouw Keasberry haar keukengeheimen prijs. De recepten werden gebun-, deld in het boekje „Oma Keas- berry's Indische keukengeheimen". Het werd uitgegeven door H. J. W. Becht uit Amsterdam. In de pocket komen ontelbare gerechten uitste kend en duidelijk uit de verf. Over bijgerechten, diverse soorten sam bal, pasteien, nagerechten en dran ken doet oma ook een boekje open. De bereidingswijze wordt op simpe le manier uit de doeken gedaan en voor wie het abacadabra is, staat achterin het boekje een verklaren de lijst Mevrouw M. A. Keasberry-van Beekom werd tachtig jaar geleden geboren in Gombong op Midden Java. Bij het horen van haar naam De huisgenoten eten het met smaak... zou je dat niet denken. Mevrouw Keasberry: „De naam komt uit Schotland. De grootvader van mijn man was een Schot. Mijn vader was Hagenaar en de vader van mijn moeder Leidenaar. Hier in Amster dam noemen ze mij allemaal oma. Ze kennen me niet anders. In het begin kwamen er veel studenten in het restaurant. Verschillende van die jongens noemden me moesje. Hun kinderen noemden me oma. Zo is het gekomen. Ik vind het leuk en schaam me er niet voor". Modezaak Oma zei op 29 december 1949 Indo nesië vaarwel en zette bijna een maand later met haar kinderen voet op Nederlandse bodem. „Ik heb vijfentwintig jaar een mode zaak gehad in Indië. Tijdens de Ja panse overheersing zat ik in het verzet. Ik hielp de zusters en de pastoors; de mensen in de kampen gaf ik eten. Het was een nare tijd. Ik heb helemaal geen heimwee. Het graf van mijn man bestaat mis schien niet eens meer". „Ook in Amsterdam heb ik een modezaak gehad. Ik kreeg een ren teloos voorschot van de regering. Voor vijftienduizend gulden kocht ik het pand aan de Ferdinand Bol straat. Er zat al een kledingzaak in. Maar het liep niet zo goed. De men sen waren eenvoudig gekleed en maakten geen luxe van hun kleren. De kleurencombinaties zijn ook niet te vergelijken met die in Indië. De Hollanders gingen niet in avondtoilet uit maar in een rok en een vestje. Als er in Indië een dansavond was of zo, ging je keurig gekleed. In Amsterdam ging ik al tijd heel netjes naar Femina". Na vier jaar sloot zij de modezaak. Des Indes Mevrouw Keasberry hield van ko ken. Als de ex-sultan van Pontia- nak in hotel Des Indes in Batavia logeerde moest zij het eten voor hem klaarmaken. Terwijl Des In des toch gerenommeerde koks in de keuken had. „In Indië leverde ik vaak eten buitenshuis. Dat kon daar, hier word je gepakt met alles watje doet. Vooral in de oorlog heb ik veel gemaakt. Van de mode naar de keuken is niet zo'n grote stap. Voor allebei moet je een goede smaak hebben. Toen het met de modezaak dus niet zo goed ging, ben ik zelf in Amsterdam een res taurant begonnen". „In het begin was het allemaal pri mitief natuurlijk. Mijn oudste zoon hielp me, de andere kinderen wa ren nog te klein. Ik kookte op een vierpits-gasstel. Pas later kwamen al die moderne dingen. We hebben wel wat afgelachen in die tijd. Als hulp had ik een Indische dame en later een Chinese. Het is lastig om mensen te krijgen. Ze kunnen niet meer koken. En iedere kookster heeft een andere hand. Ik zat in de keuken, maar ook aan de kassa. Ik kan goed uit het hoofd rekenen, nu nog hoor! Ik liep langs de tafeltjes en dan zei ik: Niet husselen of prakken, anders gaan jullie over de knie Oma Keasberry is dol op de Hol landse pot. „Lekker, erwtensoep met rijst en sambal. Dat aten we in Indië ook. Sambal is belangrijk. Het is een smaakmaker die je over al bij gebruiken kunt. Ik maak het altijd zelf. Bij de Chinees krijg je zoute sambal. Ik maak het anders. Alles wat je kant-en-klaar koopt moet je bijspijzen. Ik wil ze niet af kammen, maar ik doe er altijd wat bij. Vroeger kocht ik altijd fijnge malen kruiden. Nu kun je bijna al les vers kopen. Chinees eten vind ik te vet. In Indië is Chinees eten wel erg lekker, maar alleen als het door Indische koks wordt klaarge maakt. Ik hou niet van buiten de Ideur eten. Je moet het wel eens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 19