Werkgroep gaat geschiedenis van Leidschendam schrijven hond zoekt huis 1 as ja is een echte vrijkous Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschre ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook vol slagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven die ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10 ^oM^r^4-1^jur^onda^erwnaanda^gesloten^^^^ ZATERDAG 10 APRIL 1982 PAGINA 5 EEN „HYDRO-AEROPLAAN" OF WATER-LUCHTVLIEGER „Waarmee op het oogen- blik te Warmond proeven worden genomen. Met dergelijke toestellen worden in het Zui den van Frankrijk goedgeslaagde vluchten van en op het water opvliegend en neerstrij kend gehouden". DE ONDERGANG DER TITANIC, „op het bootdék der Titanic, met een kijkje op de red dingsbooten ,die elk met 60 a 80 passagiers drie dagen na het nemen dezer foto's na de vreeselijke ramp door de Carpathia werden opgepikt. Onze foto laat ook verschillende pas sagiers zien die eenige dagen later zulke schrikkelijke beproevingen hebben meegemaakt". Onder redactie van Ton Pieters. Ik put moed voor het ver volg van deze zaterdagse se rie „Geïllustreerd Zondags blad 1912" uit een tweede oproep tot rectificatie. Eerst was het Pontje die Bontje heette, van de week belde onze „vrouw in Warmond" me op, met de mededeling dat het Zondagsblad er in 1912 wat een naam betreft helemaal naast had gezeten. „Jacobus van den Beij", heette het, vierde zijn 50-ja- rig molenaarsfeest in War mond. Frieda Onderwater, geboortig Van den Berg, ging rechtop zitten en pakte de telefqon. „Het ging om mijn overgrootvader, Jaco bus van den Berg. Van den Beij bestaat niet. Ook niet in de Boterhuispolder. „Je moet wel bedenken", aldus onze vrouw in Warmond, „dat onze familie al genera ties lang molenaars kent; watermolenaars. Mijn groot vader was molenaar en mijn vader net zo goed. Van den Berg dus. En het is nog steeds een Van den Berg die maalt. Ik noem nu maar de achter-achterkleinzoon van van den Berg; student aan de Technische Hogeschool van Delft. Hij haalde z'n molenaarsdiploma, voor z'n vrije tijd. Als eens de Rijn landse Molenstichting geld genoeg heeft voor de com plete restauratie (het maal- vaardig maken, en voortge zet hertstel), zal Chris dus de wipwatermolen aan de Warmondse Leede bedie nen. Ik ben een Van den Berg. Dus ik bedoel maar!". Daarmee hebben we afgere kend met een niet bestaande Van den Beij. Ik vraag me nu af, of ik dit maal toekom aan de manf--"- pulaties van De Raaadselre- dacteur, april 1912. Nee, daar kom ik dus niet aan toe, want het is twee voor twaalf en bijna Pasen. Pren tjes zijn er nog wel. A4f LEIDEN LEIDSE COURANT nn LEIDEN Neem een herder (de hond dus) en een bouvier, versmelt bei de rassen en wat daaruit voortkomt, heet Tasja. Al thans die naam kreeg het merkwaardige bouwsel, dat destijds nog maar een blauwe maandag, zacht en donzig op de we reld als gevonden voor-, werp in het asiel werd af geleverd. Tasja slofte anderhalf jaar ge leden op wankele poten door de Leidse binnenstad. Het beest was drie maanden oud en wist totaal niet wat er zoal in de wereld te koop was. Het waren twee alerte dienders, die zagen, dat het beest met knikkende knieën een louche steeg inwaggelde. Tasja werd behoedzaam in 'de sterke arm' genomen. Na een rit per luxe surveillancewagen werd de pup in het asiel te rusten ge legd. Warm opgerold in een behaaglijke lappenmand wachtte zij tot de onteige ningsprocedure achter de rug zou zijn. Na twee weken had nog steeds niemand naar de hond geïnformeerd en zo was Tasja officieel gereed voor vertrek. Een jong echtpaar was al di rect hevig gecharmeerd van het komische dier. Het kleine zwarte hondebeest groeide op temidden van een klein vredig gezinnetje. Na verloop van tijd kreeg Tasja concurrentie: zijn bazin baarde een kind. De aandacht, die tot dan toe ge heel en al door Tasja werd op geëist, verdween vanaf die dag gedeeltelijk in de wieg van de pasgeborene. Ook gromde Tas ja naar de nieuwkomer. Met pijn in het hart besloot het echtpaar daarom de hond aan het asiel te retourneren. Daar springt Tasja nu uitgela ten in het rond. Het beest is geheel in het zwart uitge voerd. Het meest opvallend aan de kop zijn een pluizig baardje en een stel wapperen de oren. Het ene oor staat vaak, aandachtig gespitst, recht overeind, terwijl het ge hoororgaan aan de andere kant slap langs de kop bungelt Haar staart steekt Tasja vaak uit pure nervositeit zover tus sen de benen, dat zij er aan de andere kant mee in de neusga ten kriebelt. Vooral bij aan komst van vers bezoek is Tasja een zenuwpees. Het dier schreeuwt als het ware om aandacht zonder echter ook maar een keer woef te zeggen. Zodra de mensen echter een maal zitten, gaat Tasja tevre den languit op de grond lig gen, liefst vlak naast een aaiende hand. Want ook is Tasja een vrijkous. Vaak vlijt zij zich tegen een willekeurige persoon. Genietend, met half gesloten ogen, ondergaat ze het geklop en geaai over het sluike vel. Tasja is waaks, maar dat is pen geluk bij een ongeluk. Het beest is niet 'spontaan waaks'. Het waakse gedrag spruit meer voort uit zenuwachtig heid. Indien in een donketre nacht een inbreker door een rond gat in de ruit de kamer binnenstapt, maakt Tasja een hels kabaal. Maar en het is de bedoeling, dat de heren in brekers dat niet direct zien wel heeft zij dan de staart tus sen de benen. Indien de man met het zwarte masker en de iute zak toch de moed op brengt om door te lopen, trekt Tasja zich terug. Langzaam, met ontblote tanden achteruit- schuifelend. Terwijl de inbre ker zich verrijkt, gaat Tasja in de schaduw van een grote stoel angstig zitten zijn. Dit weinig stoutmoedige gedrag zal veranderen, zodra Tasja jongen heeft geworpen. Haar moederlijke instincten worden dan wakker geschud en dat werkt eem meer assertief ge drag in de hand. Doch Tasja is gesteriliseerd en zal dus altijd een goedaardige lobbes blijven. Het dier is bijzonder speels, mag andere honden graag, jaagt op katten en vindt auto rijden een waar feest. Karei en Midas De poezen van de vorige week! bleken aan een zekere behoef-i te op de markt te beantwoor den. Nog dagelijks wordt naar het duo geïnformeerd. In het bijzonder de stokdove Midas heeft heel wat willige kopers aan de lijn gehad. Beide dieren zijn ingegaan op de lokroepen van twee gezinnen in Leiden. EEN HOLLANDSCHE TENTOONSTELLING TE LONDEN. „Op een tentoon stelling van „het ideale huis", die op ht ogenblik in het gebouw „Olympia" te Londen wordt gehouden, is Nederland door de goede zorgen der Londensche Ka mer van Koophandel uiterst goed vertegenwoordigd. Een heel „Hollandsch dorp" is daar ingericht, met een veld vol duizenden bloembollen, terwijl in de huisjes van het dorp Nederlandsche firma's etaleeren en meisjes in na- tioanele kleederdracht ver- koopen. Het geheel is zooals onze foto toont ui terst interessant, en trekt duizenden belangstellenden". EEN KIJKJE VAN DE WEELDE AAN BOORD VAN DE TITANIC, „De wintertuin aan dek, een „high-life"-verzamelplaats voor eerste klas passagiers, waar de elegante wereld aan boord van het stoomschip op mooie dagen de thee zou gebruiken". leidschendam °'BJ t,Het zal een zaak van ja- "i ren worden om een gede- >™j [en, wetenschappelijk ge- Lk i fundeerde, geschiedschrij- i» ving van Leidschendam te Jj* naken. Het moet iets 'asiij worden waar de komende °51 generaties bij een onder- sin toek op kunnen terugval- S™ len". Dit zei wethouder J. J. Meijer van Leidschen dam onlangs toen in de d* commissie voor culturele k mi raken werd geïnformeerd Pj naar het resultaat van een ,p oproep om medewerking s bij het onderzoek naar het „ral Leidschendams verleden, archi In zijn mooie werkkamer in het nieuwe deel van het raadhuis herhaalt de wethouder het nog eens. Bracl»We schrijven voor de rdn [oekomst, niet voor nu". Z':-f ïk V! he Op de advertentie in de plaat- elijke pers meldden zich vier- leren. Twee onderwijzers, P. )0 R. Beij en P. C. van der Lin- den (laatstgenoemde hoofd van een r.k school in Prinsen hof), een PTT-ambtenaar, R. C. de Ruijter, en de heer J. P. Lebbing, bouwkundig uitvoer der. De Werkgroep Geschied- 4.0 schrijving Leidschendam, die 12 Ee irorige maand voor het eerst js, bijeen is geweest, bestaat i mmjr uit negen personen. Voorzitter uit ju is wethouder Meijer. Verder intee Je in Leidschendam wonende ^^prchivaris dr. H. M. Brokken, oofd 3e afdeling (Zuid-Hol- ind) van het Algemeen Rijks- ugairt archief. Dan de heer C. H. 1 Voorhoeve, weliswaar voorzit ster van „Mooi Voorburg" (en wVD-raadslid in Voorburg), maar bekend door twee deel- jes „Leidschendam in oude Lich ansichten" en het boek „Lust ig® hoven en oude huizen langs de bij a Vliet". Bovendien nog geboren (NO! n Leidschendam waar zijn va- - 9.2 er, een beroemde boomkwe- ter, een huis had op de j vaar nu het raadhuis staat, 5 nooier kan het haast niet. Voorhoeve zegt veel in bezit te hebben over Leidschendam. '3 iver! Verder werkt Henk Schut -15. nee, vogel- en plantenkenner z m plaatselijk geschiedvorser. lz!|®k|jHij publiceert met de regel- 18j naat van een over de vri| stand van vogels en planten in laai je Leidschendamse parken. I9.( fan" h tenslotte, maar niet de O Te< ninste, gemeentearchivaris J. Aktiif) de Kort die in het nieuwe irchief van het raadhuis al- In nïeen al vÜftig strekkende me- ■den ers Plank heeft over de 2e* 3 Bai schiedenis van Leidschendam l) Vofyt 1936. Wethouder Meijer: „In onze jing0 eerste bijeenkomst hebben we leema ons gesplitst in taakgroepjes «rt ui De Meerlaan omstreeks 1900 gezien naar de Stompwijkseweg. Rechts de boerderij van Rien Belt. voor staatkundige vormge ving, buitenhuizen, grondge bruik, geschiedenis van de binnenvaart en boerderijen en tuinders. Op advies van de heer Brokken hebben we 1795 als snijpunt gekozen. In dat jaar is de wettelijke basis van Stompwijk en Veur eigenlijk ontstaan. De Franse overheer-' sing maakte immers met af schaffing van de adel ook een eind aan de „heerlijke rech ten". Ze werden in 1817 welis waar hersteld maar 1795 was toch de eerste breuk in de ont wikkeling die volgens het oud ste stuk over Stompwijk in ons archief minstens teruggaat tot 1518". Troost Volgens archivaris Pe Kort is de geschiedenis van Leid schendam geheel een verhaal over stukken die elders zijn. Een groot deel van het archief van Stompwijk werd in 1933, wat het ambachtsbestuur be treft, overgedragen aan het Hoogheemraadschap Rijnland. Wat Veur aangaat (in 1938 met Stompwijk en een stukje Noot dorp samengevoegd tot de hui dige gemeente Leidschendam) heeft Voorschoten veel stuk ken, zelfs veel van vóór 1646. „Een troost bij al die verliezen is dat al die stukken op open bare plaatsen zijn en onder vakkundig beheer. Het oudste stuk over Veur is een zoge naamde ambachtslegger uit *1603. Ambachtsleggers zijn in teressant omdat daarin veel details staan over namen, boerderijen, pachters en eige naren", aldus de heer De Kort. Uiteraard zijn ook de notulen van de dorpsbesturen (schout en schepenen) belangrijke lec tuur, al spreekt hier ook de kennis van het oude schrift een woordje mee. Archivaris De Kort heeft hiervan als hobby een studie gemaakt. Het schrijven van de historie van Leidschendam is voor de ne gen heren trouwens ook een hobby. Er wordt niets voor be taald, zegt de wethouder, „ze zien het als een dienst aan de burgerij". Interviews Hoe het verder met het onder zoek gaat staat nog niet hele maal vast. „Voorlopig begint iedereen aan zijn taak en we komen waarschijnlijk eens in de twee, drie maanden bijeen om de stand van zaken op te nemen". De werkgroep houdt ook contact met de vorig jaar opgerichte Vereniging Mooi Leidschendam die volgens de wethouders bezig is met het opnemen op de band van in- terviev met oude(re) Leid- schendammers. „Misschien wordt de werkgroep in de toe komst uitgebreid. Hoe de uit gave er gaat uitzien is ook nog niet besproken. De gemeente zal die uiteraard betalen maar of het nu een standaardwerk wordt of deeluitgaven of een serie brochures moeten we nog bekijken". De gemeente kan beschikken over een gift van 3000 gulden die een plaatselij ke bank bij de opening van een kantoor in Leidsenhage in een daarvoor bestemd fonds heeft gestort. Er bestaat ook nog een (slapende) vereniging Oud Leidschendam. De wet houder wil contact opnemen met bestuursleden en bij even tuele liquidatie mikken op de resterende gelden die de pen ningmeester nog onder zijn be heer heeft. De voornaamste deskundige in de werkgroep is dr. Brokken. De werkzaamheden zijn wat later gestart dan oorspronke lijk werd gedacht omdat de heer Brokken, toen nog docto randus, werkte aan zijn pro motie. Hij is intussen gepromo veerd op het proefschrift „De Hoekse en Kabeljauwse twis ten". Met het oog op de nade rende gemeenteraadsverkie zing misschien wel een actueel onderwerp. De gemeente blijkt overigens goed voorzien van archivarissen want ook de top man van het Rijksarchief, mr. A. E. M. Ribberink, woont in Leidschendam. Bij een bezoek van de wethouder aan het nieuwe gebouw van het ar chief in Den Haag moet overi gens het idee voor de ge schiedschrijving zijn geboren. Bij het werk kan ook geput worden uit zogenaamde gede poneerde archieven, bijvoor beeld van de Hervormde Ge meente vanaf 1583. Gemeen tearchivaris Dc Kort noemt verder de archieven van het „bureau roerende goederen jvan vijanden en landverra ders", (niet openbaar, zegt hij nadrukkelijk) Maatschappelijk Hulpbetoon, de Stichting Zwembad en de vereniging met de mooie naam „Niemand kent zijn toekomstig lot". Deze in 1826 opgerichte organisatie van welgestelden hielp, als een aanvullende Armenzorg, mid denstanders die in financiële moeilijkheden waren geraakt. Het Leidschendamse archief beschikt verder over duizen den foto's en dia's, originele vanaf 1890 maar ook kopieën van etsen met voorstellingen van Leidschendamse situaties. Regelmatig worden bovendien nog foto's gemaakt van zaken die door woningbouw of an derszins gedoemd zijn te ver dwijnen. Van alles wat op het raadhuis gedrukt of gestencild wordt gaat echter 85 a 90 pro cent naar de papiermolen. „Alles blijft bewaard wat aan geeft welke rechten en ver plichtingen burger en over heid hebben", zegt archivaris De Kort formeel, „en daarbij natuurlijk wat uit historisch oogpunt van belang is". Zo te horen zit er bij sommige leden van de werkgroep nog wel een promotie in maar dan op „Leidschendam". Nol Wesseling tasja is waaks uit pure nervositeit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 5