itse irlogsleeuw id grote jkel aan 'ficiële inker Oorlogskamers" van Churchill openbaar museum ZATERDAG 10 APRIL 1982 gedo [DEN Wijlen Winston rchill hield niet van oor- voeren onder de grond, ens wanneer Londen ge- bardeerd werd, verdween naar op het nippertje en nog met grote tegenzin in officiële bunker. Daar be tte Churchill, die toen gewoon „mister" en dus geridderde „Sir" was, een eenvoudige slaapka- gemeubileerd met een ersoonsbed, een bureau inkele gemakkelijke fau- Maar de trotse Britse igsleeuw had een grote el aan dat kamertje. Hij nachtte er niet graag. Het geen stromend water, rchill moest een gemeen- ppelijk chemisch toilet ge- ken en er was geen bad- Die miste hij heel erg. Dg Churchill placht namelijk maal per dag een bad ,te ne- In de drukke oorlogstijd was ïeestal de enige vorm van ont- ling, die hij zich kon veroorlo- „Als je dag en nacht in touw bestaat er geen betere manier relaxen dan een lange duik n kuip warm water", rede- e de Britse oorlogspremier. Het comfort dat Churchill on- e grond moest ontberen, kon iet volle teugen genieten in elijkvloerse flat op het^toen- e ministerie van openbare en. Tegenwoordig noemen de dat indrukwekkende ge- de „Treasury Chambers", eeft vier etages en staat op de van St. James' Park en Great e Street. Parliament Square, ig Ben en de „moeder van irlementen", is vlakbij. lendance ling Street, een doodlopende met helemaal achterin de of- ymbo i ambtswoning van de Britse lire ier, bevindt zich op niet meer >ep; 2 «en (forse) steenworp afstand maai Je_ huidige „Treasury Cham- 54 bo Tijdens de Tweede Wereld- cnootvormden Churchills flat en tn vo u in Openbare Werken dan een soort dependance van ling Street 10. 3 11 >and op de hoek van Great 185 1 ;e Street, waarin vandaag de '7 76 Verschillende ministeries on- bracht zijn, heeft dus wel een grijke rol gespeeld. In de oor- id was het een echte vesting. ■nige wat daar aan de buiten- ïog van te zien is, zijn de zwa kken gewapend beton (er zit- ide tramrails' in) op de plaats zich de ramen van het souter- zouden moeten bevinden, rende de oorlog werd de in- van het ministerie van open werken op straat bewaakt rdien soldaten van de Home Guard, biedi oud waren om dienst te doen er w< normale strijdkrachten. Op spel. 'erhoging in de hal van het terie stond een zwaar machi- veer. De bedienaars van dat n, waarvan de loop dag en op de brede straatdeur ge was. lagen gedeeltelijk ver en achter een stevige dam van arstens toe gevulde zandzak- Deze militairen waren Grena- Guards van de koninklijke troepen. Andere soldaten van igimeot bewaakten de gang en luren van Churchills gezellige trenge bewaking was niet al- noodzakelijk vanwege de aan- heid van premier en me- r Winston Churchill in dat iw. Openbare Werken speelde lijk een dubbele oorlogsrol. r het ministerie bevonden de speciale schuilkelders van ritse regering en de generale Wes Die bunkers werden officieel Central War Rooms" (centrale gskamers) genoemd. Ze be- nog steeds. Tegenwoordig n ze de benaming „Cabinet Pas Rooms" (oorlogskamers van Pas abinet). klei e schuilkelders bevond zich ,ot wi zogeheten „Cabinet Room", n nai '°°r zware balken geschoord had 1waarin de Britse ministers Heikonden vergaderen zonder ma e< risico's te lopen. In No. 10 de acllet gevaar voor hun leven ver- w voan denkbeeldig. De officiële erd g Woning van de Britse pre- u hai werd trouwens pas in de jaren Spee een beetje solider gemaakt, liet d d'e tijd had het pand zelfs ;ef a2 fr bominslag in elkaar kunnen hart! n- ver g net dak zaal 1 vergaderde met tegenzin onder de grond. Als er een lardement aan de gang was, rtirak hij wel eens de bespre- m om op het dak van Openba getuigt van weinig vakmanschap. Op Churchills verzoek werd ze tij dens de geallieerde campagne in Italië ruwweg getekend door een of andere klerk, die beslist geen carto graaf was. Sommige Italiaanse na men zijn fout gespeld. Op de tafel voor Churchills zit plaats ligt nog steeds de rode „dis patch box", een koffertje bestemd voor regeringsdocumenten dat elke dag door een speciale koets -opge haald en naar Buckingham Palace gebracht werd, waar koning George VI ze ijverig doornam en signeerde. Zelfs tijdens de oorlog droeg de koetsier van dat rijtuig dagelijks zijn fraai versierde ko ninklijke livrei. t Winston Churchill had een zwak voor historische uitspraken en cita ten. Telkens wanneer zijn ministers tekenen van pessimisme vertoon den omdat de oorlogskansen van Groot-Brittannië niet goed waren, zwaaide hij in de „Cabinet Room" demonstratief met een bordje, waarop te lezen stond: „In dit huis is geen plaats voor neerslachtig heid; de mogelijkheid van een ne derlaag interesseert ons niet". Deze gevleugelde woorden werden in het jaar 1900 voor het eerst uitge sproken door de toenmalige Britse koningin Victoria. De Zuidafri- kaanse Boerenoorlog was toen vol op aan de gang. Het kaartje met die tekst ligt nog altijd op Churchills plaats. Aan een van de wanden van de on dergrondse kamer waarin de Britse oorlogsregering placht te vergade ren, -hangt ook een verklarende lijst van de bel- en andere alarm signalen, die in de schuilkelders ge bruikt konden worden. Een be paald alarmteken, namelijk dat waarmee een Duitse invasie aange duid zou worden, heeft nooit weer klonken. Dure Achter Churchills antieke bureau stoel staat nog steeds een zwarte oude emmer, waarin hij zijn sigare- peukjes deponeerde. Die restantjes oefenden grote aantrekkingskracht uit op de marinier, die buiten op wacht stond. In de buitenwereld brachten die relikwieën namelijk gemiddeld vier pond per avcnd op, wat 40 jaar geleden veel geld was. Bewonde raars kochten zo'n peukje als sou venir van de grote Britse oorlogs leeuw, die in feite geen kettingro ker was en alleen af en toe trek had in een goede havannasigaar. Maar omdat zijn landgenoten hem altiid in de krant zagen met een dikke rookstok tussen de vingers, vond Churchill na verloop van tijd dat zijn openbaar imago een dure sigaar nodig had. Zolang de oorlog duurde, liet hij zich nergens meer zonder zien. In de „Cabinet Room" werd ook vergaderd door een legendarisch comité dat zich bezighield met spio nagewerk en het bedenken van al lerlei trucjes om Hitier bij de scher pe neus te nemen. Voor enkele van zijn afleidingsmanoeuvres, die na de oorlog veel verbazing wekten, deed dit comité een beroep op Brit se acteurs. Op Gibraltar of in Afri ka speelden zij de rol van Chur chill, Roosevelt of Montgomery. Zij deden dit zo goed, dat zelfs de Brit se troepen het bedrog niet door hadden. De Duitsers werden er he lemaal door in de war gebracht. De „flat" van premier Winston Churchill in de regeringsschuilk?l- ders onder het ministerie van o- penbare werken in Whitehall be vond zich naast de „Cabinet Room". Hij was verdeeld in vier kamers, die door een aparte gang met elkaar verbonden waren. In het eerste kamertje zaten de kler ken, in het tweede Churchills ge wone en in het derde zijn hoofdse cretaris. Het vierde vertrek was Churchills slaapkamer. De hope loos verouderde landkaarten, die daar tijdens de oorlog aan de mu ren hingen, zijn er nog steeds. Wie wil weten waar de grenzen van het vroegere Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk lagen, kan daarachter komen in de ondergrondse slaapka mer van de grote Churchill! Churchill kon in zijn slaapkamer onder de grond ook radiotoespra ken houden. Zij was rechtstreeks verbonden met de BBC. In de don kerste jaren van de oorlog richtte hij zich vandaar per radio tot zijn landgenoten, bezet Europa en de Amerikanen. Maar de BBC heeft ook toespraken uitgezonden, die niet door Churchill zelf gelezen werden. Telkens als de premier geen tijd of geen zin had, werd een beroep gedaan op iemand, die zijn stem en intonatie perfect kon na bootsen. De Britse luisteraars besef ten niet eens, dat ze bedrógen wer den. Mevrouw Churchill had in de schuilkelders onder Openbare Werken een eigen, armoedig slaap kamertje, waarin ze alleen de nacht doorbracht wanneer het boven echt te gevaarlijk was. Voor ministers, ambtenaren, klerken en soldaten waren iq nog dieper gelegen kel ders kamertjes en slaapzalen inge richt. Hoewel ze daar konden over nachten, was het vrijwel nergens mogelijk rechtop te lopen. ..Bezet" Toch hadden de militairen in die diepe schuilkelders een eigen mess en het burgerlijk personeel een aparte eetzaal. Er waren ontspan ningslokalen en ziekenzalen. De mariniers beschikten zelfs over een grote schietbaan. Premier Chur chill kwam daar geregeld oefenen voor zijn plezier. Hij schoot bij voorkeur met een colt-revolver. Britten die het kunnen weten, ver tellen dat hun oorlogspremier zel den het doel miste. Hij was wat men in het Engels noemt een „crack-shót", een eerste klasse schutter. In de bangste oorlogsjaren voerde Churchill geregeld lange telefoon gesprekken met de Amerikaanse president Roosevelt, die zich vaak De zogeheten „Cabinet Room", waarin niet alleen het oorlogskabinet- Churcnill maar ook de generale ataf vergaderde als het boven de grond onveilig was. Premier Churchill nam plaats tegenover de twee karaffen. (Zijn stoel ia nog net zichtbaar in de rechterhoek van de foto). Het eenvoudige ondergrondse slaapkamertje van mevrouw Churchill was het tweede links in deze smalle zijgang van de officiële schuilkel ders onder het toenmalige ministerie van openbare werken in Londen. door hem liet bepraten. De rege ringsbunkers onder het ministerie van openbare werken hadden een rechtstreekse telefoonverbinding met Washington. Churchills „hot line"-telefoontoestel stond in een apart kamertje. Dit vertrek had een witte deur, die de indruk gaf dat ze toegang verschafte tot een toilet. Er zat trouwens een slot op van het type dat men aantreft op gewone toiletdeuren. Telkens als Churchill zich in dat kamertje te rugtrok om Roosevelt op te bellen, zette hij het slot gewoon op „bezet". Hoewel het er allemaal erg primi tief uitziet, werden in die grote „Map Room" toch geregeld belang rijke strategische beslissingen geno men. De hoge oversten, die er kwa men werken, konden telefoneren met alle militaire hoofdkwartieren. Zij beschikten daarvoor over een batterij telefoontoestellen van ver schillende kleuren. Elke kleur had een geheime betekenis. Elk ge sprek kon automatisch vervormd en daardoor voor derden onbeluis- terbaar gemaakt worden. De grote „Map Room" was gedurende heel de oorlog dag en nacht operationeel in gebruik. De „Centrale Oorlogskamers" van de Britse regering werden pas op 17 augustus 1945 officieel gesloten. Daarna duurde het nog een paar jaar eer alle geheime documenten verwijderd waren. In 1956 besloot de toenmalige regering-Eden de schuilkelders opnieuw bruikbaar te laten maken, dit naar aanleiding van de doodsgevaarlijke Suezcrisis. Hetzelfde gebeurde in 1961 ten ge volge van het Cubaanse drama, waarin Amerika de Russen een nu cleair ultimatum gaf. Hoewel de Britse premier Margaret Thatcher op 4 augustus van het af gelopen jaar de oude bunkers onder de „Treasury Chambers" uitvoerig bezocht heeft zij begaf zich zelfs in de onderste kelders, waar ze bij na overal dubbelgevouwen moest lopen schijnen momenteel geen plannen meer te bestaan om er nog ooit opnieuw schuilplaatsen van te maken. Ze zijn trouwens niet be stand tegen een kernaanval. Daarom wil de huidige Britse con servatieve regering eindelijk door zetten met haar voornemen om van het belangrijkste deel van de „Cen trale Oorlogskamers'' (de brede gang met de „Cabinet Room", Churchills flat, zijn privé-telefoon- cel en de twee „Map Rooms") een openbaar museum te maken. Dit zou volgende zomer officieel geo pend worden. Tot nu toe konden de regerings schuilkelders onder de „Treasury Chambers" alleen bezocht worden op speciaal verzoek. Bij gebrek aan publiciteit was die mogelijkheid zo goed als onbekend. Alleen NAVO- bonzen en schrandere Amerikaan se toeristen hebben ervan geprofi teerd. De bewakers van het toe komstige ondergrondse museum zeggen, dat ze er in al die jaren vrijwel geen Nederlanders en Bel gen op bezoek gehad hebben. ROGER SIMONS Foto's: Copyright Imperial War Museum, Londen In de ene helft van Churchill* ondergrondse slaapkamer stond zijn bu reau, met daar tegenover een smal eenpersoonsbed. Achter dat bureau hield de Britse oorlogspremier zijn historische radiotoespraken. re Werken naar het oorlogsgeweld te gaan kijken. Zijn ministers kon den dan haast niet anders dan hem vergezellen. Hoewel Churchill dus eigenlijk een hekel had aan de schuilkelders on der Openbare Werken, bestonden die toch maar dank zij hemzelf. Op 28 juli 1936, drie jaar voor het begin van de Tweede Wereldoorlog, was de toekomstige Sir Winston aan het hoofd van enkele conservatieve Lagerhuisleden naar premier Stan ley Baldwin getrokken om bij deze hun bezorgdheid uit te spreken over de ontoereikendheid van de defensiemaatregelen, die toen door Groot-Brittannië genomen werden. Zij maakten Baldwin erop attent, dat in Londen zelfs niets gedaan werd om mensen aan de top te be schermen tegen vijandelijke lucht aanvallen. Dat gesprek met Churchill moet Baldwin inderdaad tot nadenken gestemd hebben. Negen maanden later, in mei 1937, gaf zijn regering de stafchefs opdracht voor haar een geschikte plaats te zoeken, die vol doende bescherming zou bieden als het ooit menens werd. Zuini; Uiteindelijk werden de ruime dub bele kelders onder Openbare Wer ken tot officiële bunkers gepromo veerd. Al in de loop van 1937 be gonnen de werkzaamheden om dit souterrain extra te versterken. Na verloop van tijd noemde iedereen de nieuwe schuilkelders gewoon „de kuil". Hoewel hij in feite erg ondiep was, oordeelde men toch dat ministers en stafchefs er veilig zou den zijn. Dat is inderdaad het geval gebleken. Aan het einde van de jaren dertig moesten de Britten, net zoals nu, zuinig omspringen met hun geld. Om de kosten van „de kuil" zo laag mogelijk te kunnen houden, werd dan ook gebruik gemaakt van ma teriaal dat elders gerecupereerd was. Oude schepen leverden ko kers ^n buizen op voor de luchtver versing. Er werd dag en nacht ver se lucht door de schuilkelders ge pompt. Houten deuren, balken en planken kwamen uit gesloopte hui zen. De bunkers werden schraal voorzien van eenvoudige tafels, stoelen, bureaus, kasten en bedden, die al veel dienst gedaan hadden in ministeries en kazernes. De „Oorlogskamers" van de Britse regering waren kant en klaar toen de wereld in 1938 zich bezorgd af vroeg hoe de crisis van München zou eindigen. In die periode wer den ze al gebruikt voor miliUire oefeningen. Een week voor de oor log op 3 september 1939 begon, werden ze opnieuw geopend. Van toen af bleven ze' tot 17 augustus 1945 in gebruik. De kelders onder de huidige „Trea sury Chambers" hebben een opper vlakte van 15.000 vierkante meter. Tijdens de oorlog was die ruimte verdeeld in 168 kamers, waarin 270 personen permanent konden wer ken en overnachten. Alles was erop De grote „Map Room" die per telefoon verbonden was met alle militaire hoofdkwartieren. De telefoongesprekken konden automatisch onver staanbaar gemaakt worden voor derden. berekend, dat ze het daar ook zou den kunnen uithouden wanneer het pand boven hun hoofd in puin lag. Drie verschillende installaties zorgden voor elektrische stroom. Een artesische put leverde drink water. Leidingwater was er ook, maar alleen op bepaalde punten. Noodrantsoenen voor zeven tot tien dagen werden doorlopend in reser ve gehouden. Een kleine radiozender hield con tact met de buitenwereld als de te lefoonverbindingen verbroken wa ren. De schuilkelders hadden twee aparte telefooncentrales. Om in die bunkers te kunnen komen, moest men de grote trappen van het mi nisterie afdalen tot in een kelder- portaal. Zwaar gewapende konink lijke mariniers betrokken daar de wacht voor een sterk? stalen d^ur. Deze werd alleen geopend voor personen die over een speciale pas beschikten. Ratel Hierna moest men door een smalle gang lopen, waarin óp geregelde af standen de toegang opnieuw ver sperd werd door stalen deuren en tot de tanden gewapende mari niers. Wie niet te vertrouwen was, had het dus wel erg moeilijk om door te dringen tot het heilige der heiligen. Alleen de zware stalen balken ver raden dat het geen gewone gang is. Aan de muren hangen ook vandaag de dag nog enkele ouderwetse En gelse soldatenhelmen. Op een tafeltje in de gang ligt een monsterachtig gasmasker, geflan keerd door een grote houten ratel en een antieke koperen schoolbel. De ratel diende om de kelderbevol king te alarmeren bij het begin van een gasaanval. Dan moest iedereen zijn gasmasker opzetten. Pas wan neer de schoolbel klingelde, mocht het masker weer afgenomen wor den. Maar ér zijn nooit gasaanval len geweest. Elders aan de muur zien we de houten rekken voor de geweren van de mariniers. Er hangt ook een houten „barometer". Het is een bruin kastje, waarin brede staafjes steken. Op elk plankje staat een woord dat het weer boven de grond beschrijft: regen, zonnig, koud, warm, heet. Eén plankje zegt: win derig. Als dat weerbericht uit het kastje stak, wist het personeel in de regeringsschuilkelders dat Londen opnieuw aangevallen werd door Duitse bommenwerpers. De „Centrale Oorlogskamers" van de regering-Churchill en haar ge nerale staf waren met de buitenwe reld verbonden via lange ontsnap pingstunnels. Een daarvan eindigde onder Trafalgar Square, een andere in Waterloo Station. Ondergronds kon men ook tot bij Buckingham Palace komen, vanwaar een specia le tunnel de ontsnapping van leden van de koninklijke familie en de regering mogelijk maakte naar een grasveld in de omgeving van Ken sington Palace. Prinses Margaret, prins Charles en prinses Diana wo nen daar nu. „Geen neerslachtigheid" Het spreekt vanzelf dat in de schuilkelders onder de huidige „Treasury Chambers" de geschie denis bijna letterlijk van.de muren druipt. Het eerste kamertje op de grote gang is dat van generaal lord Ismay, die „de kuil'* ontworpen had en verantwoordelijk was voor de goede gang van zaken onder de grond. Het ijzeren kazernebed, de houten stoel en antieke ventilator van de generaal staan er nog. Enkele stappen verder bevindt zich de „Cabinet Room", waarin pre mier Churchill dus kabinetsverga deringen voorzat als het boven de grond niet pluis was. Aan de mu ren van die vierkante kamer han gen ouderwetse landkaarten, van het soort dat vroeger de wanden van klaslokalen sierde. Een van die kaarten springt in 't oog omdat ze Om in da regeringsbunker* te kunnen komen, moest men de grote trappen van het ministerie van openbare werken afdalen tot in een kel derportaal, waar zwaar gewapende marinier* de wacht betrokken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 23