Stichting Revival bundelt verenigingen in nostalgie In Amsterdam en Haarlem compleet beeld van Hokusai 1 KUNST GEMEENSCHAPPELIJK MAANDBLAD AMSTERDAM Ruw geschat geven zo'n tachtig verenigingen in Neder land een periodiek uit n>et een gemeenschappelijke onderwerp: nostalgische muziek. De liefhebbers van opera verzamelden zich en dat deden ook de bewonderaars van Elvis Presley, de liefhebbers van Rock and Roll, Blues, Nederlands kabaret, Dixieland en zo voorts. Eén vereniging onder scheidt zich, sinds de op richting ruim drie jaar ge leden: De Weergever, waarbij zich mensen aan sloten, die zich vooral be zighielden met de histori sche apparatuur voor het wëergeven van boven staande nostalgische mu ziek. Gelijktijdig met deze vereni ging ontstond de stichting Re vival. die oude muziekstijlen in stand wilde houden en een eigen blad als proefkonijn ging uitgeven, met dezelfde naam als de vereniging: De Weerge ver. Het proefkonijn groeide voorspoedig op en de stichting besloot zich volwassen te ver-, klaren. Met een evenement dat talloze nostalgisch ingestel de lieden moet trekken, wordt dit feit zondag 2 mei nv Am sterdam gevierd. Op die dag organiseert de Am sterdamse Stichting Revival in de Amsterdamse Bajes aan het Kleine Gartmanplantsoen (bij het Leidseplein) een beurs, waar verzamelaars van allerlei Eluimage overtollige platen wijt kunnen en anderen een droomwens in vervulling kun nen zien gaan. De beurs heeft niet alleen stands met 78 toe renplaten, maar ook fonogra- fen, grammofoons en ander oud materiaal tot 1950, onge veer het jaar waarin de laatste 78 toerenplaten werden ge maakt. De stichting wil niet alleen de mensen gelukkig maken die al eerder aan het verzamelen sloegen, maar juist zij, die een vage belangstelling toonden, maar niet wisten hoe zij over de drempel moesten komen. De leden zijn aangeschreven om deel te nemen aan de beurs, waar zij hun overcom- Elete yerzamelstukken kwijt unnen aan degenen die er juist naar zoeken. Informaties tands worden bemand door lieden die door ervaring zijn wijs geworden en minder er varen zoekers bij eventuele aanschaf kunnen bijstaan. Voorts zal er voldoende gele genheid zijn om aan te rom melen, te ruilen en te zoeken. Op deze beursdag presenteert de stichting Revival het eerste nummer van een blad in een oplage van 10.000 stuks. Het blad moet, 32 pagina's dik, maandelijks verschijnen. De stichting stelt zich voor het blad gratis te verspreiden via de adverteerders, die per defi nitie de meeste binding met het werk van de stichting heb ben. Het is de bedoeling dat in dit blad actuele, informatieve artikelen verschijnen zoals over optredens en nieuwe uit gaven van platen en periodie ken, bestemd voor allen die zich geïnteresseerd voelen in grammofoonopnamen van vóór 1950. Dit ongeacht de vereniging waarvan zii toch al lid waren, met bijbehorende eigen uitgave. Vereniging Aan de Amsterdamse Jac, van Lennepkade 171 is inmiddels tot stand gebracht wat Gerry Bezuijen ruim twee jaar gele den voor ogen stond: een vere nigingsgebouw waar leden van De Weergever elke zaterdag van tien tot vijf tezamen ko men. Gerry had daar aanvan kelijk een antiekwinkel, maar ruimde zijn spullen op om zich geheel aan het verenigings werk te geven. Met steun van een beperkt aantal werkzame leden wer den stelselmatig, in het tempo dat liefhebbers eigen is, enkele plannen tot uitvoering ge bracht. Het heeft twee jaar ge duurd. Maar dc platenbar en het praat- en luisterhoekje kwamen er toch maar, evenals een huisbar waaraan leden uit alle windstreken elkaar op de hoogte stellen van hun laatste bevindingen. Bovendien is een technisch verenigingslid elke zaterdag druk doende vrijwel hopeloze reparaties uit te voe- Bezuijen: „De meesten zijn Ne derlanders, uit het hele land. Maar er komen ook Amerika nen, die zich op ons blad heb ben geabonneerd, een aantal Belgen en Zuid-Afrikaners".- In totaal telt de vereniging nu zo'n vijfhonderd leden. Maar slechts een kleine groep houdt die vijfhonderd liefhebbers bijeen, dezelfden die ook een losbladige encyclopedie willen samenstellen. Bezuijen: „Voor die encyclopedie hebben we tien jaar uitgetrokken. We wil len daarin een overzicht geven van alle soorten grammofoons in hun oorspronkelijke staat, voor zover mogelijk met illu straties. De moeilijkheid i^ echter, dat er geen archief be staat, geen museum waarin al les over de grammofoon verza meld is. Van His Masters Voi ce hebben we het meeste wel compleet. Maar er zijn zo veel andere merken, die even goed in die encyclopedie thuisho ren. Heel langzaam komen via de verenigingsleden gegevens binnen. Maar de stroom infor matie loopt zo langzaam, dat we ten minste tien jaar nodig denken te hebben om alles compleet te krijgen. Al zullen de heel kleine bedrijfjes, die maar kort hebben bestaan, wellicht ontbreken. Echt hele maal compleet zullen we ver moedelijk nooit worden. Maar daarom willen we ook losbla dig werken, om steeds aan te kunnen vullen als onver wachts tóch iets nieuws op duikt". De platenbeurs met histori sche afspelers die zondag 2 mei in de Amsterdamse Bajes' wordt gehouden, moet de Stichting Revival, met daarin De Weergever, een nieuwe impuls geven, een van de ge beurtenissen waaraan de stich ting het lijfsbehoud te danken heeft. Bezuijen: „Er zijn nog honderden slingergrammo foons, die nog voor een prikje te vinden zijn. Maar het aantal belangstellenden groeit, het aantal beschikbare grammo foons neemt af. Hoorngram mofoons zijn bijna niet meer te vinden, althans niet in origi nele staat. Er zijn bedrijfjes die vandaag een hoorn maken die voor antiek moet doorgaan. Ik zou er zo een in Rotterdam kunnen noemen; daar maken ze antieke hoorns waar je bij staat". FRITS BROMBERG HokusaLRustende houthakker, tekening Tweede van rechts aan de platen ruil-bar Gerry Bezuijen, organisator van Revi LEIDSE COURANT „OUDE MAN, GEK OP TEKENEN VRIJDAG 9 APRIL 1982 PAGIN Hokusai: De grote golf, kleurenhoutsnede. de leden van de het Rijksmuseum voor kenkunde te Leiden. Dat waai toen in 1837 de Siebold werd verkregen. Deze Ph.F. von Siebold Duitse arts in Deshima, dejyj derzetting in Japan, wa Nederlanders als enige peanen handel konden ven. Hij verzamelde Ja boeken en kunst, kwam schijnlijk persoonlijk in tact met Hokusai. Een schilderingen op pier zouden in zijn gemaakt zijn. Deze dige bladen (het voor ongewone papier geeft tra glans) zijn min of Europese trant gemat Deshima zal Hokusai feld kennis hebben nemen van prenten verre werelddeel. Er is veel te zien in Rolschilderingen van terste verfijning, soms heel gedetailleerd werkt maar soms ook lijn neergezet met een kerheid die aan doet denken. En boeken. Er zijn dels waarvoor Hokusai straties leverde, ook enkele voorbeelder zijn vermaarde erotische ten. Maar ook dienden als voorbeeld dere kunstenaars. Ze beroepen uit en allerlei sche zaken waarbij de wijst op dingen die tekenen van belang men moet nalaten juist doen. Op die komt men niet kleinste figuurtjes zijn; i steeds weer van een ««"«J lijke volmaaktheid. Beide tentoonstelling! ook aandacht aan leerlingen. Hen hier alle) te noemen zou te ver De beste was wellicht Hokkei, die meer dan rinomo's maakte en geïllustreerde boeken naam heeft staan. Zijn wordt gekenmerkt door technische perfectie en fineerde druktechniek, hij kan zich toch niet met de meester die zich man, gek op tekenen" zit aan Japanse prenten. Dat heeft al twee fraaie catalogi inet begeleidende tentoonstel lingen opgeleverd: „Harunobo en zijn tijd" en „Utamaro en zijn tijd". Voorzien was een derde en laatste deel, gewijd aan de grootmeesters Hokusai en Hiroshige en hun omge ving. Maar bij de voorberei dingen bleek dat er zoveel ma teriaal aanwezig was van Ho kusai en zijn leerlingen dat daarmee de zalen van het ka binet op schitterende wijze ge vuld konden worden. Daarom komt er eerlang een apart deel over Hiroshige en jijn omge ving en wellicht nog een vijf de, gewijd aan latere kunste naars. Deze derde tentoonstelling, een vreugde voor het oog van iedere prentenlief hebber, krijgt een extra dimensie door de jubileumtentoonstelling van de „Vereniging voor Japanse Kunst"in het Frans Halsmu seum te Haarlem. Door een prijzenswaardige coördinatie met het Amsterdamse Rijks museum kon die óók worden gewijd aan Hokusai, niet aan de prenten uiteraard, maar aan tekeningen, schilderingen en boeken. Beide tentoonstel lingen worden begeleid met een rijk geïllustreerde Engels talige catalogus, uiteraard bei de van hetzelfde formaat. Gakoyojin Hokusai is heel oud geworden, 90 bijna. Hij leefde helemaal voor zijn kunst, moet tijdens zijn lange leven zo'n 30.000 kunstwerken gemaakt hebben. Zoals in Japan gebruikelijk wisselde hij vaak van naam. In zijn latere jaren voegcTe hij aan zijn» naam „Gakyojin" toe. „Gek op tekenen" betekent dat. Tekenen deed hij prac- tisch tot zijn dood toe. Hij was er al vroeg mee begonnen. Gp zijn 14e werd hij leerling van een houtsnijder, een ambachts man die de door een kunste naar getekende prenten in een houtblok uitsneed. Op zijn ze ventiende ging hij zélf prenten ontwerpen. Hij zou als kunste naar dus ruim 70 jaar werk zaam zijn. Hij hoort nog bij'dfe kunstenaars van het ukiyo-e (het vlietende leven), die de voorbijgaande geneugten van de Japanse stedeling vastleg- deze Hokusai kan men op twee tentoonstellingen, in Amsterdam en Haarlem gelijktijdig zien (tot 9 mei). Samen geven die wellicht het beste over zicht dat ooit buiten Japan zelf van de kunstenaar te zien is geweest. Het Rijksprentenkabinet is ja ren geleden al gestart met het catalogiseren van het eigen be- AMSTERDAM/HAAR- LEM Als je dc grootste namen uit de geschiedenis van de beeldende kunst op een rijtje zet, staat onze eigen Rembrandt daar bij, naast mensen als Titiaan, Michelangelo, Rubens, Velasquez en nog een paar. Zeker hoort daarbij ook Hokusai, de Japanse meester die leefde van 1760 tot 1849. Werk van W Hokkei: Zout water scheppen, surlnomo. den in prenten van courtisa nes, acteurs en zwaardvech ters,'maar de nadruk kwam bij hem meer en meer op ander werk te liggen: landschap, die ren en stilleven. Hij reikte daarin naar toppen die nooit eerder waren bereikt. Zijn be roemde prentenseries waren populair in Japan, maar wer den er nauwelijks tot d? offi ciële kunst gerekend. 'In eigen land werd de kunstenaar pas echt gewaardeerd toen zijn roem in Europa al lang geves tigd was. drukts". Het zijn kleine pren ten, die niet in de handel kwa men, maar bestemd waren als nieuwjaarsgroet of ook wel voor leden van dicbter-clubs. Ze bestaan uit een afbeelding met een min of meer daarmee samènhangend gedicht. Het genre bestond al vóór Hokusai, maar was nooit zo verfijnd toegepast. Allerlei onderwer ken werden gebruikt: mooie vrouwen uiteraard, maar ook dieren en heel vaak stillevens. Ze zijn vaak van een verbijste rende schoonheid. „Nachtwacht" „De Nachtwacht onder de Ja panse prenten" zo noemt de afdeling Voorlichting van het Rijksmuseum Hokusai's be kendste prent „De grote golf". Het is een van de 36 „Gezich ten op de berg Fuji". Iedere keer als je die prent ziet krijg je een kick, ook nu weer, want dit prachtige blad is uiteraard in Amsterdam te zien. Toch valt na nadruk ditmaal op een ander genre: de surinomo. Het woord betekent „iets ge- Von Siebold De Vereniging voor Japanse Kunst, die de tentoonstelling in Haarlem heeft ingericht, telt 480 leden, waarvan 170 in Nederland. Ze verzorgt En gelstalige publicaties, geeft een driemaandelijks tijdschrift uit en organiseert tentoonstellin gen. De laatste keer was dat in 1975 in Laren, waar toen Ja panse kunst en kunstnijver heid in een brééd scala ge toond werd. Nu is het dus Ho kusai en zijn school. Een van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 4