Nederlandse topics hebben
op een klein grondgebied
geconserveerd heel wat te bieden
inrichtingsplan Koudenhoorn goed ontvangen
.MONUMENTENZORG"BRENGT TWEEDE
KLEURRIJKE VERRASSING UIT
Dank!
HERTAXATIE
ONROEREND GOED
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 7 APRIL 1982 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tién en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
Reg,
fn/'i >e Rijksdienst voor Mo-
ïumentenzorg laat naar
ïaar eigen kinderen kij-
een. Dat mag je toch wel
peggen, als je het bijzon-
se ^er goed verzorgde
„doopceel" onder ogen
krijgt. „Kijken naar mo
numenten in Nederland"
j 0jieet het boek ver-
.'pa^orgd door Bosch Keu-
f in fiing n.v. dat in feite
rin/cpestaat uit bijeenge-
7e™4>rachte, al eerder ver-
^"ichenen, fotovouwbladen
bij van deze Rijksdienst.
vor/iNogmaals, en nu gebun-
76'2Jfleld, wordt het duide-
el ölijk, dat „Monumenten-
el. Ö|org" jn ons iand (Vla-
ian dingen en andere Bel-
jen kunnen hiervan
ïveneens kennisnemen)
jeen half werk heeft ge-
be;jaan. En ook in zorgelij-
t Ouke tijden blijft zij het fie-
sesPte, behoudende hoofd
°P geheven houden, al is
j Zu?et conserveren een Pe_
voor fcrdure aangelegenheid
jeworden. Overigens
)aat het hier om een
iweede boek „Kijken
[aar monumenten in Ne-
<eve Seriand". In de eerste
iaat jkijk" werd aandacht ge-
•enorven aan de zaken die
rer v?ePalend zijn voor de
Wnnétads- en dorpsbebou-
met ving: woonhuizen, kaste-
Je zapn en buitenplaatsen,
perken, boerderijen, mo-
ens en monumenten van
jedrijf en techniek zoals
stations, watertorens,
d Opitoomgemalen en vuur-
j. BePrens. Een uiteenlopend
ng, Mestand dus, maar waar-
ven 4evol genoeg om er ge-
inMurig het oog op te vesti-
ot Peen'
tweede reeks dus nu;
k °P nat'onaal monumen-
er bezit, aangeprezen in vijf
^^'oorlichtingspublikaties van
Monumentenzorg" over
schoonheid, hun betekenis
In Buren waant men zich aan de Theems.
voor de wetenschap of hun
volkskundige waarde" van
de tentoongestelde objecten.
In deze uitgave gaat het
voornamelijk over monu
menten, „die soms als zoda
nig minder opvallen, maar
veelal van groot belang zijn",
zegt de staatssecretaris van
CRM, H. A. de Boer, in een
voorwoord.
Zonder van een gebrek aan
respect blijk te willen geven
ten aanzien van een be
windsman, zeg ik toch maar:
laat' de staatssecretaris maar
praten. Wat hij bedoelt wordt
duidelijk als men het boek
voorzien van excellente foto-
reprodukties in zwart-wit en
kleur zelf openslaat. Met
een al staan we voor een ver
rassende openbaring, bij het
eerste hoofdstuk: Historische
orgels. Nederland wordt niet
alleen „orgelland bij uitstek"
genoemd ofschoon Frank
rijk, Engeland, Duitsland en
de jet grote orgel In de oude St. Bavo, Haarlem.
zag©
België niet minder aanspraak
op deze titel hebben; we le
ren ook, dat ons land meer
dan 600 belangrijke histori
sche orgels rijk is, en dat is
nogal wat. Inderdaad: ner
gens ter wereld zal een der
gelijke concentratie aan or
gels te vinden zijn.
Trotse tamboer
Uiteraard worden die 600
niet allemaal voor het voet
licht geplaatst hoewel per
provincie een volledig over
zicht wordt gegeven maar
de mooiste, de meest uitzon
derlijke exemplaren zijn af
gebeeld en besproken, met
als trotse tamboer voorop het
glorieuze Bavo-orgel in Haar
lems Grote kerk. Een knaap
met drie klavieren; machtige
reus naast het juweeltje van
Oosthuizen (gem. Zeevang)
met slechts één klavier. Als
dan de werking van het orgel
als blaasinstrument grondig
uiteengezet is, maakt de lezer
en kijker een ere-ronde langs
instrumenten van een bijzon
dere architectuur: de orgels
van de kath. kerk van Oot-
marsum, van de St. Walburg
in Zutphen, het koororgel
van de Leidse Hooglandse
kerk, die van de St. Laurens
in Alkmaar, van de Bossche
St. Jan, de Leidse Pieters
kerk, Nieuwe kerk in Den
Haag, St. Petruskerk te
Woerden, Grote kerk in Alk
maar, de Nieuwe Lutherse
kerk in Amsterdam, de Hel-
mondse St. Lambertus, de
AA kerk in Groningen, St.
Michaëlskerk te Zwolle, en
andere rijke orgels, zoals de
instrumenten v$n de Goudse
St. Janskerk en Nieuwe kerk
van Amsterdam.
Na de orgels verschijnt „Mo
numentenzorg" met „Ves
tingwerken". En in het voor
bijgaan krijgen we een in
druk van het nut van water
als verdedigingsmiddel. Oude
leefgemeenschappen, gevan
gen tussen correct gehand
haafde en inmiddels begroei
de bastions: Nieuwpoort
(Z.H.) in vogelvlucht, uitge
diende verdedigingspartijen
bij Hellevoetsluis, bij Buren
waant men zich aan de (ver
smalde) Theems, Culemborg
heeft nog een prachtig stuk
klaagmuur mogen bewaren,
kasteel Doornenburg (Gld.)
werd na de oorlog in 15e
eeuwse staat hersteld. In
Maastricht zien we de ro-
maanse stadsmuur met Onze
Lieve Vrouwewal en Hel
poort, Naarden lijkt vanuit
de lucht nog steeds op een
enorme ster in een ster; Ber
gen op Zoom kon er rond
1750 ook heel wat van, vol
gens een maquette, en in Nij
megen staat, na de ontmante
ling van de vesting, „een
zaam en grijst" de Kronen
burgertoren recht overeind.
En als een eerbiedwaardige,
monumentale roestige
schroothoop, gevat in groen,
zag de KLM het Zeeuwse
Hulst nog geheel buiten de
20ste eeuw liggen. Den Hel
der bezit nog immer een 19e
eeuwse bomvrije kazerne in
het fort Erfprins. Gietstalen
kazematten uit onze mobili
satietijd, die „den vijand niet
konden keren", besluiten dit
hoofdstuk, dat veel „verdedi
gende" documentatie bevat.
De ere-naam „Neerland Ves-
tingland" lijkt niet onge
grond.
Interne details
Onze monumenten bezitten
ook interne, vaak kostelijke
details. Wie het kleine niet
eert, is het grote niet weerd.
Daar schuilt veel waars in.
Ons oog voor het kleine, het
fijne, krijgt een handreiking
in het hoofdstuk „Kleur en
schilderingen". Prachtige
primitieve kopjes aan de om
loop van de middenkoepel
van de St. Jan in Den Bosch,
bijvoorbeeld. Alsof ze een ou
derwets straatorgel of een
draaimolen sieren, zo onop
gesmukt staren ze in duidelij
ke pastellen een eind weg.
Schitterende schilderingen
op kerkgewelven, in spre
kende of verstilde kleuren,
bestand tegen het schrobwa-
ter. Niet slechts kerken kre
gen van onze voorouders hun
kleuren mee, ook de meer
{irofane behuizingen vertel
en een boeiend cultuurver-
haal. Als je in Nederland
marmer meent te ontdekken,
is het doorgaans materiaali
mitatie op stucwerk. Maar
een kniesoor die daar over
valt, in een land van veen en
turf.
Allengs groeit onze bewonde
ring voor deze uitnemende
uitgave die de blik gevangen
houdt. Nauwelijks een aspect
werd overgeslagen; „Monu
mentenzorg" houdt de wind
eronder. „Interieur woning,
Keizersgracht 720, Amster
dam": ongelooflijk, in een
stad die vandaag op de tocht
staat. Heraldische kleuren
worden verklaard; schilde
ringen en schilderprocessen,
keurbehandelingen, stijlen
en materialen krijgen een
encyclopedische uiteenzet
ting. Nu weten we pas, hoe
we verantwoord kunnen
„verdoeken".
Heilige koeien
„Klokken en torenuurwer
ken", ook een chapiter apart.
We zijn dan geen Zwitser
land, maar al eeuwenlang
weten we hoe laat het is. En
wat ooit bij rampen en brand,
belegeringen en feestgedruis
de massa klinkend op de
been bracht en hulpkorpsen
in beweging, wordt vandaag
door onze nationale zorg voor
monumenten goddank in
hoog aanzien gehouden. Dit
zijn geen heilige koeien,
maar uurwerk en klokken
spel die als een erfgoed aan
de toekomst worden doorge
geven. Kan het spitser en
sierlijker dan die speeltoren
van Monnickendam? Is er
een robuster setting denk
baar dan die compacte bak
stenen wijsvinger van de
Lekpoort in Vianen? Klok-
kenhuizen, daar waren wij
ook groots in; als er geen geld
meer was voor een kerktoren
deden de stads- of kerkbestu
ren de zaak af met in hout
uitgevoerde ombouwen en
optouwen, waarin de bron
zen stemmen toch nog enig
plezier konden hebben.
Klokkenspellen, beiaards, ca
rillons. Roem der Lage Lan
den. De gebroeders Hemony
zijn voor ons een kwinkele
rend vorstenhuis, fiere even
knieën van de makers van
Klokke Roeland en andere
Vlaamse torenkoren. Een
beiaard is gestoeld op een be
schaving die oor heeft voor
muziek; een nijver volkje,
dat liever laat zingen dan
Nu het feestrumoer rond mijn zilveren schrijversju
bileum is weggeëbd, moet mij nog veel dankbaar
heid van het hart Buiten de belangstelling die ik in
de Stadsgehoorzaal vrijdagavond j.l. mocht ervaren,
zijn er nog velen geweest die, verhinderd persoonlijk
aanwezig te zijn, mij schriftelijk of telefonisch hun
vaak materieel en spiritueel onderstreepte geluk
wensen hebben aangeboden. Al degenen die ik niet
direct mijn grote erkentelijheid heb kunnen betui
gen zeg ik hierbij, langs deze omweg, hartelijk dank.
Ook door hun aandeel is mijn jubeldag onvergete
lijk geworden. We zullen elkaar in de loop der tijd
nog weieens tegenkomen.
zelf zingt. We zien ook hoe
die klokken gegoten worden,
een proces, dat van z'n leven
niet meer mag veranderen
zonder een karakter aan te
tasten. Als men dan toch aan
het gieten is: ook geschutgie-
ters krijgen een eervolle ver
melding. Curieus ook: in ons
land, in de saksisch-friese
vindplaatsen, staan Scandina
visch aandoende houten
klokkestoelen; soms zelfs
voor drie klokken, en dat is
vrij veel voor geslachten die
van elke exuberantie ge
speend zijn gebleven. Ook
hier komen details, opmerke
lijke onderdelen, aan het
daglicht: ruitertjes die rond
draaien, het rapier geheven
als in een toernooi.
„Historisch straatmeubilair".
De aankleding, het milieu
van, om welke redenen ook,
samenlevende gemeenschap
pen. Een plaatje, werkelijk,
biedt het Zeeuwse St. Anna
ter Muiden met z'n lindebo
men, stoepjes, keibestrating
en hardstenen Louis Seize-
pomp. Je kunt, in ons land,
op oude plekjes, toch al zowat
overal naar de pomp lopen.
Maar ook stoeppalen, hek
werken, gedenktekens, lan
taarns, maakten bij ons de
dagelijkse dienst uit. Hoe dat
alles bewaard is gebleven
toont „Monumentenzorg" ons
in Elburg (keitjesstoep), in
prachtige hekwerken (onder
meer in Voorschoten, Van
Kempen en Begeer), bij
Knotsenburg, Nieuwerbrug.
Oud-hollandse stoepen en
Limburgse wegkruisen, de
laatste getuigend van veel
diepgewortelde en automa
tisch geworden devotie. Een
prachtpaal bij Beekstraat:
Hengelo 1 uur, Steenderen 1
uur. Oude grenssteen, anno
1745, bij Wittem (L.): Her-
schaff Wittem, als vingerwij
zing in een „Generaliteits
land". Schamppalen en
schampstenen, bescherming
tejgen aanrijdingen; ook dat
zijn monumenten.
Fonteinen. Ons lieve vader
land ligt daar niet mee be
zaaid. Zo uitbundig zijn we
nooit geweest. De pomp bood
bij dorst uitkomst genoeg.
Voor de sier liggen we te
noordelijk. Daar zijn een
paar mooie, niettemin: de
fontein op de Leidse Vis
markt, eens functioneel voor
de viskopers; een uitbundige
waterpartij aan de Janssingel
in Arnhem, een bijna klassie
ke „Wallace-fontein" op het
Rotterdamse Stadhuisplein.
„Kijken naar monumenten
in Nederland" loopt uit in
het vangen van enkelingen:
monumentale straatverlich-
Je zoekt het maar uit: naar Steenderen of naar Henge
lo; allebei een uurtje lopen.
ting, spaarzame lantaarns
met een verleden. Bijna Pa
rijs-uitbundig op een Amster
damse Amstelbrug, de
Blauwbrug (Amsterdam
heeft in de eind 19e eeuwse
bebouwing soms iets zuide
lijks); stevige gietijzeren ver
lichting met leeuwen en ge-
styleerde bladeren op de
Dam vöör het paleis. Ge
denktekens. „Monumenten
zorg" kan het ook niet hel
pen, maar daar kent ons
nuchter ingestelde land
slechts weinige van maar
ik moet zeggen: het gaat om
in de afgelopen vijftig jaar
gerestaureerde monumenten.
Het boek laat zien: Erasmus
in Rotterdam, een Hijskraan
in Middelburg, een paar Lim
burgse wegkruisen extra
doen de deur dicht. En hele
maal de houten overhaal of
overtoom aan de Achterwe
tering bij de Blauwpoldermo-
len in Alkemade bij Hoogma-
de. Het is mooi geweest. U
leest en bekijkt het zelf maar.
De moeite waard, dat moet ik
bekennen. In Nederland is
het zo gek nog niet, met het
oog op het verleden.
„Kijken naar monumenten,
deel 2"; fl. 22.50, Bosch en
Keuning n.v., Baarn.
Een Interieur aan de Amsterdamse Keizersgracht.
kelijki
ngron)
rigen:
id. ZijtMOND De leden
lig iel de raadscommissie
itelijke ordening heb-
,an digisteravond over het
?menlneen het inrichtings-
en a^Zwanburg, dat voor-
ensenketrekking heeft op
edroeflenhoorn positief be-
le sclfeld' streven om
■rkbaJ' n08 nagenoeg onge-
orij eiland niet al te in-
ein aieve dagrecreatie toe
ïerstkèten en er via een
aderufcangsgebied ook
us wjs in te ruimen voor
itiltegebied vond veel
weerklank. Kanttekenin
gen werden er vooral ge
maakt bij de volgens een
aantal leden te omvangrij
ke bospartijen in het plan
en de hoeveelheid paden.
Koudenhoorn was ooit be
stemd voor woningbouw. Een
Kroonbesluit maakte een eind
aan die plannen en daardoor
werd ook de aanvankelijk ge
plande agrarische ontsluiting
van de polder Zwanburg on
mogelijk. Wat overbleef, was
de recreatie, die via een brug
naar het eiland mogelijk ge
maakt zal moeten worden. De
opbrengsten van de zandwin
ning in 't Joppe zullen worden
aangewend voor de inrichting.
„Alleen de meest dringende
zaken, zoals de brug, een boot
jeshaven en een strandje kun
nen uit de opbrengsten van de
zandwinning worden betaald.
Voor de overige dingen zullen
we subsidies moeten zien los te
krijgen", aldus burgemeester
mevrouw G.H.M. Hendrickx
gisteravond, die zei te ver
wachten dat binnen een jaar
kan worden begonnen met de
.ontsluiting van Koudenhoorn.
Het raadslid C.A.L. van der
Zalm (Progressief Warmond)
was van mening dat het groen
tegenover het dorp wel wat
meer gespreid zou kunnen
worden om het gezicht op 't
Joppe niet te blokkeren. De
raadsleden F.H. Bonjer (VVD),
D. van der Geest (CDA) en de
meeste burgerleden spraken
zich ook in die richting uit.
Van der Zalm vond ook dat er
nog wel meer ligplaatsen voor
kleine toten zouden kunnen
komen (er zijn er 400 gepland),
mits er op wordt toegezien dat
leze niet te lang blijven lig
gen.
De meeste leden maakten zich
zorgen over de controle in het
algemeen op het doen en laten
van de toekomstige recrean
ten. Dat varieerde van de
vrees dat straks bromfietsen
en motoren over de fietsers-
voetgangersbrug komend het
eiland in bezit zullen nemen
tot de angst voor een invasie
van honden. Mevrouw Hen
drickx stelde dat het inrich
tingsplan nog maar een glo
baal plan is en dat er over het
instellen van geboden en ver
boden later nog kan worden
gepraat. „Ik denk dat we het
meer moeten zoeken in de so
ciale controle, die er straks bij
voorbeeld zal uitgaan van de
bewerkers van het complex
moestuinen". De burgemeester
verklaarde verder nog dat de
komst van een trimbanen en
fietspaden waarschijnlijk is
omdat uit een enquête is ge
bleken dat daar behoefte aan
bestaat. Ook willen veel War
mondse hondenbezitters me
hun trouwe viervoeter het ei
land betreden. De honden zul
len wel zoveel mogelijk uit hei
stiltegebied worden geweerd,
maar hoe dat gaat gebeuren is
nog niet duidelijk. Voor re
creatievissers zal eveneens
plaats worden ingeruimd.
OEGSTGEEST Om aan de wettelijke verplichtingen
te voldoen gaat de gemeente Oegstgeest het onroerend
goed hertaxeren. Over de wijze waarop dit zal gebeu
ren heeft de gemeente advies gevraagd aan de Stich
ting voor Kadastrale en Financiële Administratie
(KAFI).
Een overgang naar een door KAFI ontwikkeld 'Object Identifi
catie Systeem' oftewel OIS, waarbij alles in de computer gaat
voor wat betreft de gegevens over objecten in Oegstgeest wordt
nog kritisch bekeken. De kosten daarvan zijn nogal hoog en zou
den er pas over tien jaar een beetje uitkomen, terwijl de ge
meente thans een dergelijke uitgave moeilijk kan dragen. Men
voelt het meeste voor een hertaxatie van het onroerend goed
vooruitziend naar de toestand van 1 januari 1983
Over de alternatieven zal nog fractieberaad worden gepleegd
plegen en wel op dusdanig korte termijn dat tijdens de komende
raadszitting een besluit kan worden genomen met betrekking
tot de te volgen procedure.