In boksschool Albert Cuyp is stoot van een gulden ook een daalder waard FCAlmen alminder Heeft u wel eens van FC Aimed gehoord? NeeGeen probleem, li zult er waarschijnlijk ook nooit 1 meer iets over vernemen. Maar j naam FC Amsterdam zegt u natuurlijk meer en ook FC Vlaardingen kunt u zich herinneren. En FC Den Haag /rt u natuurlijk. (Even een vraagje tussendoor: wie hoort in het volgende rijtje niet thuis: FC i Almere, FC Amsterdam, FC Vlaardingen en FC Den Haag?: antwoord kunt u per omgaande p post zenden aan ondergetekende^, p a. sportredactie van deze kranig1! Koopmansstraat 9 Rijswijk; ond^ibu: de goede inzendingen wordt éénnaa entreekaartje voor de gezinstribi^del in het Zuiderpark verloot voor <Tcit€ eerstkomende wedstrijd waarbij I Den Haag gratis toegang verleerr Maar even terug naar de inleidir ez> Het is opvallend dat er in het |SCO; betaalde voetbal clubs verdwijn^ter] of dreigen opgedoekt te worden we hun naam ontlenen aan de plaaL-. waar ze spelen. Het eerder genoemde FC Vlaardingen en Amsterdam zijn van de eerste r eI categorie mooie voorbeelden, Fflmrr Utrecht van de tweede. |a p Uitzonderingen op de regel zijn j^g 0 altijd: SC Amersfoort, maar dat j een geschiedenis op zich. j Van FC Vlaardingen via FC Dei Haag en FC Amsterdam naar FfER. Almere is maar een kleine stap.De Maar er zijn lieden die 'm hebbPj- gemaakt. Want wat wil het ^evtfijd Enige figuren uit de failliete boef «Jol van Dé Stoop hebben het idee M eri gelanceerd om in de droog gele$°él IJsselmeerpolders nabij Lelystadn J een betaalde club het levenslichtvan doen zien. En juist dat nu lijkt iaarl een gedachte die de ereprijs X>i c verdient van de deer carnavalsvereniging De t zij Dijenkletsers, die naar ik me h&t e laten vertellen één dezer dagen 6 tei opgericht in Dronten, dat zoals ld n bekend niet ver van Almere is ran gesitueerd. (Ik vind overigens F>ggf Dronten beter klinken dan FC [k- J Almere, maar dat even terzijdez^e Het geheel wordt nog wat mooiVn nu mij ter ore is gekomen dat 1 Cri Jacques Hogewoning, die zoals weef ooit de scepter zwaaide ov|Am alle betaalde clubs, voorzitter is Olst van de commissie die moet gaarir^< uitzoeken of er bestaansrecht is Rlen voor FC Almere. En het verhaald helemaal rond als je hoort dat ach' Hogewonings opvolger mr. Ericv°' Vilé op die gedachte nog niet eéen onwelwillend heeft gereageerd. P°lk Wat namelijk doet mr. Eric Vilé I Hij zegt dat hij eerst eens alle 1 gegevens over FC Almere op zij*nar bureau moet hebben voor hij kd is beoordelen of de 'club van '*e a Hogewoning' in de polder mag cwa gaan spelen. Het zou, dat kan m worden ontkend, een geste van f.sP ongeëvenaarde allure zijn als mFijd Eric Vilé het zijn voorganger 'ost€ mogelijk maakt straks op het ruÜ opgespoten land te laten n d« voetballen. Dan is de ruzie die <?bui tot de betreurenswaardige l'en verwijdering leidde tussen te< Hogewoning en mr. Eric Vilé fur meteen bijgelegd. rÜd Mr. Eric Vilé zal er wellicht eefn- J privé-voorwaarde aan verbindet na FC Almere mag geen a 00 stichtingsvorm krijgen, het moei"0" een multi-sportvereniging wordfl Vl waarbij een belangrijke plaats ;no< wordt ingeruimd voor hockey. wa! Want daar gaat mr. Eric Vilé's °l grootste belangstelling nog steed1 d- naar uit. Kijk, dat betaalde voef18® is natuurlijk leuk, vooral het lei(n van die vergaderingen in Zeist, -Sf" daar schept mr. Eric Vilé een de ongelooflijk groot genoegen in, erei maar het blijft een bijzaak. HoclPPei dat is pas een sport van niveaus- die kringen kan hij tenminste r?1 n gelijk gestemde zielen lls 1 communiceren. Daarom, FC 3?nl Almere mag er van mr. Eric Vl®*18 best komen, wat maakt het '"er tenslotte uit of je met 35 clubs '6en werkt of 36? Een niet gering vor voordeel is bovendien dat als dëjs plaats van FC Amsterdam strak wordt ingenomen door FC Alm er een even aantal clubs in de gc eerste divisie speelt. Want mr. Vilé heeft in het verleden meermalen gehoord dat trainers?^ spelers van een team dat een weekeinde vrij had dat heel vervelend vonden. eeJ Ik moet er overigens niet aan ,ee denken dat er straks in het Zuiderpark een duel wordt e j gespeeld tussen FC Den Haag er,< FC Almere. Nee, dan lijkt me 01 ontmoeting tussen FC Den Haag" 21 IJsselm eer vogels aan trekkelijké Vf Die laatste club heeft tenminsté nog iets dat op een reputatie lij, en FC Almere? Overigens verdwijnt met de ondergang FC Amsterdam ook de bijnaam Lieverdjes. Ik stel hierbij voor r" FC Den Haag een claim legt op.^' titel; de Haagse Lieverdjes, dat spreekt me wel aan. Misschien zo'n bijnaam in Zuid-Holland a werkt en er hier wel wat meer^u publiek op afkomt. In Amsterdi lukte dat niet, maar ja er loper^ Amsterdam-Oost al zo veel lieverdjes rond. En daar gaan 1 mensen natuurlijk veel liever 1 kijken dan naar Stoops lievelip Misschien had Stoop ooit de briljante inval moeten krijgen zijn collega Den Duik van FC i Haag vorige week beleefde: /iel. publiek gewoon gratis toegang verlenen. Je moet alles natuurÈ' g altijd in de juiste verhoudingen^ zien: als er bij FC Den Haag-M 15.000 mensen voor niks komel zouden er bij bijvoorbeeld FC f Amsterdam-SC Veendam toch l zeker 1800 zijn geweest; alle wJI naar zijn geld tenslotte. Voor Hogewoning en mr. Eric Vilé 1 ik tenslotte nog een aardig mol FC Almere, alminder al minded TINUS L. Bi aar AMSTERDAM De Albert Cuyp floreert als nooit tevo ren. Daar waar andere boks scholen ten koste van héél véél zweet en tranen zo af en toe eens een talentje naar vo ren kunnen schuiven, wordt in Amsterdam op een heel an der niveau gewerkt. Want bij het instituut van trainer - en allesregelaar - Ruud van der Linden (38) wordt moeiteloos de ene na de andere kam pioen geboren. De exponent van het buurthuis in de Al- bert Cuypstraat 241 is Pedro van Raamsdonk. Hem wordt door de bokskenners een gro te toekomst toegedacht en daarom zit hij voorlopig weer voor even in Amerika. Want daar kan hij dat uitbouwen wat hij in de Albert Cuyp in al die jaren heeft geleerd. De boksschool Albert Cuyp, waar net als op het aanpalende marktterrein, een stoot van een gulden een daalder waard is. Maar niet alleen Pedro van Raams donk, die overigens weldra naar Europa térugkeert omdat hij niet verder mag in het toernooi om de Golden Gloves, is een gewaardeerd produkt van het bokspaleisje in die Amsterdamse volksbuurt, maandag zal blijken dat Albert Cuyp een 'rij ke' vereniging is. Liefst vijf bok sers staan dan in Carré tijdens de finale-avond van het Nederlands kampioenschap voor amateurs in de ring. Van één titel weet men zich al zeker, die in het welterge- wicht. Romeo Kensmill, die zater dag de sterke Rotterdammer Ger Sloof nog terugwees, ontmoet na-, melijk zijn clubgenoot Gilbert Hal lie. Hoe komt het dat juist daér, vanuit Amsterdam, zo veel boksers tot het hoogste niveau kunnen doordrin gen?., Is er soms een 'geheim'? „Nee", zegt Ruud van der Linden aan het begin van het gesprek, dat eerst in de trainingszaal en kantine van het clubgebouw plaats vindt en zich later verplaatst naar het Am sterdamse horeca-wezen. Said Kwyasse, die maandag in het ve dergewicht uitkomt tegen de Maas trichtenaar Sjef Zwakhalen, is er dan ook bij. Hij zegt: „Wij zijn één grote familie. We doen alles samen, de leuke en minder prettige din gen. Daarin onderscheiden wij ons misschien van andere scholen. Daar ligt ook onze kracht", klinkt het opvallend resoluut uit zijn mond. Eerst Said Kwyasse nog maar even, de uit Marokko afkomstige jonge ling (19) die zich na enige jaren in Nederland als een echt Amster dams lefgozertje heeft ontpopt, maar die - maar dat even terzijde - van de Nederlandse Boks Bond (NBB) voor Nederland noch Ma rokko mag uitkomen. „Het is hier één vriendenclub. Iedereen mag bij ons komen boksen, al is er dan wel een lange wachtlijst. De betere boksers trainen meestal eerder dan de rest, maar vaak zijn wij wel te vinden op de training van de min der begaafden. Wij geven de jon gens die het nog allemaal moeten leren aanwijzingen. Iedereen moet - en wij uiteraard ook - gewoon heel erg goed luisteren. Mensen die dat niet kunnen, er met de pet naar gooien, vallen af. Zo gaat dat nu eenmaal". „Niemand heeft bij ons kapsones en dat is ook heel erg belangrijk. Op zondag lopen we altijd voor de conditie in het Amsterdamse Bos, onder leiding van Roy Botse. Ge weldige vent trouwens. Maar op zo'n zondag lopen we wel met 44 jongens. Ja kijk, in je eentje lopen is niet leuk, maar als je weet dat er 43 kameraden op je staan te wach ten, wil je natuurlijk wel". Apart sfeertje Bij de Albert Cuyp blijkt dus dui delijk een apart sfeertje te heersen, een geest voor kampioenen lijkt er rond te dolen. In die Amsterdamse volksbuurt, rijk aan een grote ver scheidenheid van rassen, worden de jongetjes die anders mogelijk op het verkeerde pad zouden geraken, keurig van de straat gehouden. Met boksen, dat wel. Ruud van der Linden, geconfron teerd met de stellirig dat het wel eens gevaarlijk kan zijn jongens op een zo jonge leeftijd al met een niet ongevaarlijke sport als boksen in aanraking te brengen, moet daar alleen maar schamper om lachen. „Waarom dan?", stelt hij zittend aan de rand van de ring in de trai ningszaal, die uniek in Nederland is met een vloersoort van Desco die bij de Olympische Spelen in Mos kou 'over' bleek te zijn. „Vallen er wel eens gewonden of zo? Bij het boksen zijn we uiterst zuinig op de jeugd. Er hebben zich bij wedstrij den voor junioren nog nooit ernsti ge ongelukken voor gedaan. Ik denk dat dat ook voor een deel té danken is aan de discipline die op de scholen heerst. Hier zetten we geen grote en kleine jongetjes te genover elkaar". En dan, haast de monstratief, tegen een ventje dat wat al te voortvarend bezig is tegen ^en wat mihder technisch begaafd Albert Cuyp-produkt: „Hé, jij daar. Rustig aan. Anders ga je de ring uit". Het jongetje stopt even, kijkt, vloekt even inwendig en doet het dan gewoon wat rustiger aan. „Zie wel", zegt Van der Linden dan met enige trots. Ruim tien jaar Ruud van der Linden („ik hou van amateurdingen") begon ruim tien jaar geleden in de Albert Cuyp. Als Hagenaar. „Ja, ik ben nog steeds lidvan Cromvliet, die amateur voetbalclub. Daar ben ik trots op. Ik heb ook een gouden speld. Ik ga elk jaar wel een paar keer kijken. Dat is voor mij nog belangrijker dan een wedstrijd van Ajax. Waar om ik dan tien jaar geleden niet in Den Haag ben begonnen? Ach, ik heb er wat problemen gehad. Ik zou er studenten hebben willen aanbrengen. Belachelijk. Overigens had ik in Den Haag best wat willen doen. Wethouder Vink heeft het me vaak genoeg gevraagd". Het werd dus Amsterdam, de Al- bert Cuyp. „Wij zijn eigenlijk geen echte boksclub, er is hier in dit ge bouw meer te doen. Er is ook tur nen, een disco-avond, gewoon heel andere activiteiten. We hebben hier duidelijk een sociale functie. Toch krijgen we van de gemeente geen enkele subsidie. Ik kan me daar verschrikkelijk kwaad over maken. Er gebeuren hier in Am sterdam echt de gekste dingen. Buurthuizen waar de handel in drugs openlijk wordt bedreven, kunnen jaarlijks op een behoorlijke financiële steun rekenen, maar wij krijgen niks. We kennen de wegen ook niet. Die sociale werkers van die centra uiteraard wel". Subsidie En dan uiterst fel: „Er lopen hier Turken, Marokkanen, Surinamers, Tunesiërs en Amsterdammers rond. Weet je wanneer wij een kans maken op subsidie? Als ik bij de wethouder een staatje inlever hoeveel lieden .van al die na tionaliteiten hier actief zijn. Dan kan ik aanspraak maken op de wet voor minderheids-groeperingen. Dat heeft die wethouder zelf ge zegd. Dit is toch te gek. Dat weiger ik. In de oorlog moest men aange ven hoeveel joden men in huis had, en nou zou ik zeker aan dat soort toestanden toegeven. Nee, nooit". Ruud van der Linden probeert het dan maar met andere middelen aantrekkelijk te maken, zo luidt zijn motto. Omdat hij - vooral door zijn vele relaties - daar in de afge lopen jaren in is geslaagd, blijkt de Albert Cuyp een standvastig insti tuut. Veel boksers blijven hangen, slechts weinigen taaien teleurge steld af. „We proberen altijd de boel levend te houden. Daarom staan er ook elk jaar reisjes op het programma. We hebben hier Joe Frazier gehad. Dat is toch leuk voor die gasten. We zijn een keer' met een vliegtuig met 90 jongens naar Londen geweest. Hebben daar Joe Bugner ontmoet. Met die stunt haalden we ook de hele internatio nale pers. Zoals wij hier in de Al- bert Cuyp regelmatig televisie en radio binnen hebben. Kijk zo bindt je ze, hou je ze enthousiast". Naam hoog houden Niet alleen nationaal, maar ook ze ker buiten Nederland heeft de Al- bert Cuyp een naam hoog te hou den. Zo worden zeer regelmatig boksers haar Amerika gezonden om daar onder de bekende trainer Henry Davis te trainen. Pedro van Raamsdonk doet dat, zoals gemeld, bijvoorbeeld nu - en deed dat in het verleden zeer regelmatig - maar niet alleen hij. Romeo Kensmill, de 18-jarige Zwarte Parel van de Al- bert Cuyp is er al een aantal malen geweest en ook Said Kwyasse kon de oversteek maken. Hij werkt dank zij de bemoeienissen van Van der Linden, bij wie zelfs regelmatig een aantal boksers slaapt, voor de KLM. „Zulke jongens zitten geloof ik voor 270 gulden aan de over kant. En verder hebben wij veel te danken aan Mike Koster van reis-«. bureau Gefau. Die betaalt veel voor ons". „Je moet er heel wat voor over hebben, je gezicht laten zien en mazzel hebben. Ik was een keertje in Amerika voor mijn werk, samen met Pedro van Raamsdonk. Komen we daar aan het strand een vrouw» tegen, bleek een Nederlandse te zijn. Die bood - toen ze van onze fi nanciële problemen én ambities hoorde - direct slaapplaatsen aan. We zijn daar altijd welkom. Daar moet je inderdaad geluk mee heb ben". Zei Ger Sloof, de eerder genoemde Rotterdammer die in de halve eindstrijd Romeo Kensmill tegen over zich vond, nog .na.afloop van dat gevecht dat hij ook wel eens onder Henry Davis, die veel promi nente Amerikaanse boksers onder zich heeft gehad, zou willen trai nen; voor de jongens van de Albert Cuyp is dat realiteit. En daarin ligt - naast dip geweldige onderlinge band - uiteraard ook een deel van het succes opgesloten. Niet zo vreemd Het is dan ook niet zo vreemd dat de Albert Cuyp door anderen wel" eens met een jaloerse blik wordt bekeken. Met alle gevolgen van dien. Want Ruud van der Linden mag zich niet over een al te grote populariteit bij de heren van de NBB verheugen. Direct ha binnen komst vraagt hij zijn gesprekspart ner hem 'er niet in te luizen'. „Ik praat wel eens te veel", zegt hij. Maar later wil hij toch wel wat kwijt. Zo stoort het hem dat Pedro van Raamsdonk - vriend en vijand moe ten toegeven dat hij het grote ta lent van nu is - zich momenteel in Amerika onder bepaald niet ideale omstandigheden moet voorberei den op de komende wereldkam pioenschappen (begin mei) in Mün- chen. „Pedro slaapt daar in een volkswagenbusje. Want hoewel we, zoals ik al zei, de nodige steun krij gen, ligt het geld nu eenmaal niet voor het oprapen. Ik heb de bond om geld gevraagd, tenslotte kan Pedro straks in München wat voor Nederland betekenen. Mijn brief werd via het bondsblad beant woord: neen. Ik vind dat onfat soenlijk. Dan hadden ze toch min stens een briefje terug kunnen stu ren". Onder de roos spreekt hij dan nog over meer zaken, die hem pijn doen. Maar tegelijkertijd voorspelt hij een sportieve revanche. Pedro van Raamsdonk wordt straks een grote, wellicht wel prof („en na tuurlijk heb ik straks nog wat'met hem te maken, dat is afgesproken") en maandag in Carré zal de Albert Cuyp zeker een aantal kampioenen leveren. „Door allerlei vormen van tegenwerking zullen wij alleen maar sterker worden. Maandag, daar draait het om. Op de school was de koude oorlog al vroeg be gonnen. Romeo heeft bijvoorbeeld veel alleen getraind. Dat vind ik alleen maar heerlijk". DENNIS MULKENS Foto: CEES VERKERK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 20