Wm
ij-examinator houdt zich op de achtergrond
[JK NEEMT PROEF MET ANDERE VORM VAN „AFRIJDEN"
"ftr
pii
in!
bij het CBR voor zijn rij-
ijs zakt kan bij de Staat in
>ep gaan. Men krijgt dan
naken met de examinato-
van Verkeer en Water-
it, die een wat persoonlij-
benadering ten opzichte
de kandidaat blijken te
ben dan hun collega's van
CBR. Deze examinatoren
en de toekomstige automo-
it allereerst op theoreti-
kennis. Slaagt de kandi-
voor dit onderdeel, dan
hij/zij het praktische ge-
ite afwerken. Normaal bij
examen zit de examinator
it de kandidaat terwijl de
istructeur achterin mag
itsnemen. Daarin is vorige
op beperkte schaal ver-
xing gekomen. Verkeer
'aterstaat heeft in 120 ge-
n de rollen eens omge-
id. De examinator ging
rin zitten en de instruc-
I mocht, zoals bij het lesge-
naast de examenkandi-
gaan zitten.
deze proef, die in Am-
dam, Rotterdam, Den
g, Utrecht en Arnhem is
ouden, werd een onder-
t gekoppeld. Door middel
vraaggesprekken met
didaten en instructeurs
dt vastgesteld hoe men
andere manier van exa-
j afnemen (ofwel examen
|h) heeft ervaren. Een
^gs adviesbureau nam de
Tggesprekken en een
yse daarvan voor zijn re-
,ng. Het is de bedoeling op
manier de voor- en nade-
van dit systeem te gaan
rdelen; een systeem ove-
s dat in het buitenland al
t toegepast.
HEM DEN HAAG Arn-
Ppp had de primeur. Daar zat vori-
i^^eek tijdens het praktische ge-
te voor het rijbewijs voor de
te keer de „vertrouwde" in-
^teur naast „zijn eigen" kandi-
Voorlopig resultaat: de meeste
toonden zich ui-
?n diate enthousiast. Ze voelden
Het meer op hun gemak dan tij-
aan voorgaand(e) examen(s). Of
n Van de nieuwe opzet ligt is ech-
vamog de vraag. Een bekend feit
■re dat in het algemeen „De Staat'"
meer oog heeft voor de ge-
dstoestand van de kandidaat
het CBR, dat op zijn beurt
stelpt wordt met aanvragen,
hts twee procent van de onge-
1 miljoen aanvragen om een
af te mogen leggen
öt door Verkeer en Waterstaat
Voorlopig zal Verkeer
dat op de beproefde
5 blijven doen. Pas als alle ge-
houns over het experimentele exa-
„1 zijn verwerkt gaat men bekij-
ki of de instructeur in de toe-
is mst naast de automobilist in spe
jekx blijven zitten. Voor de instruc-
indeis dat bepaald geen eenvoudige
egrijve, omdat hij een deel van de
e m/an de examinator moet over-
en. Aan hem bijvoorbeeld de
och in geval van gevaar op de rem
appen.
n, z< zijn tot dit experiment overge-
w omdat we van twee kanten
iverzoek kregen wat aan het
lc". amen te doen. Aan de ene kant
de kandidaten die zeggen
!RKz'j wel goed rijden als hun in-
:teur naast hen zit en aan de
mfre kant de bonden van rij-
olhouders die de proef be-
als een soort schoolon-
nenoek, een andere vorm,van exa-
ovei dus". Mevrouw Koopmans,
lse d van het Bureau Rijexamen
ik inroep verwacht veel reacties op
rijexamen-experiment. „Ik ben
stofg gelukkig mee. Op deze wijze
i mrfien we inspelen op de vragen
at jmensen. Hoe het zal uitpakken
„I ik niet, laat staan dat ik van
me ing ben dat in de toekomst op
i nieuwe wijze van examineren
t overgegaan. Ik heb er ook
we geen duidelijke mening over.
vanr mij is het net zo nieuw als
ge de instructeurs en de kandida
die hieraan vrijwillig meewer-
Ik sta volkomen blanco tegen-
t dit experiment".
mifouw Koopmans denkt dat de
aan;iciteit rondom de rijexamens
■t tej bureau extra werk zal bezor-
agi»Niet iedereen is op de hoogte
zo/]het feit dat men bij de Staat in
en (ep kan gaan. Ik heb het ver-
laden dat er. door alle aandacht
?in<r l) krijgen, een piek in de aan-
gj/en zal ontstaan. Om teleurstel-
en te voorkomen wijs ik er nog
I nadrukkelijk op dat het hier
d(j\een experiment gaat. Ik heb
?rn4 idee wat er met de uiteindelij-
n Resultaten gaat gebeuren. Je
ontzettend oppassen dat je bij
die in beroep gaan geen
Te verwachtingen wekt".
thema wil ik nog even in-
h. De examens die men bij ons
aflegt zijn beslist niet makkelijker
dan bij het CBR. Onze aanpak is
wat anders. Wij krijgen alleen die
mensen die problemen hebben met
het routine-examen. Die mensen
geven wij speciale aandacht en we
proberen eruit te halen wat erin
zit. Per jaar krijgen we zo'n 20.000
aanvragen. Dat is twee procent Van
het totaal. Vrij hoog die twee pro
cent, zeker als je je realiseert dat
het hier een beroepsmogelijkheid
betreft. Vaak worden we gezien als
een soort tweede mogelijkheid voor
een examen en dat is dacht ik niet'
de bedoeling van de wetgever".
Duitsland
De wetgeving op het gebied van
rijexamens is in Duitsland beter
verzorgd dan in ons land. Zo moet
men bij onze oosterburen eerst een
theoretisch certificaat halen, voor
dat men achter het stuur mag krui
pen. Wie in Duitsland praktijkles
sen wil nemen, wordt op die wijze
gedwongen zich eerst theoretisch te
scholen. In Nederland bestaat geen
enkele verplichting om theorieles
sen te volgen. Het is daarom niet
verwonderlijk dat het percentage
kandidaten dat in Duitsland slaagt
hoger is dan hier. In ons land mag
men net zo vaak examen doen als
men wil. In Duitsland ligt dat wel
even anders. Als men daar drie
maal is gezakt, bepaalt een speciale
commissie of de leerling wel ge
schikt is een auto te besturen. Bij
een negatief oordeel is het afgelo
pen met lesnemen. Bovendien wor
den de rijschoolhouders daar terde
ge in de gaten gehouden. De over
heid roept een rijschoolhouder on
middellijk op het matje, als het
aantal gezakten bij hem aanzienlijk
lager is dan het landelijk gemiddel
de^ In Nederland is men nog niet
zover, al wordt ér wel gewerkt aan
een wet die het volgen van theorie
lessen verplicht gaat stellen.
„Een prima zaak", zegt de heer W.
Holwerda, coördinator van het Bu
reau Rijexamen in Beroep, een
functie die te vergelijken valt met
die van inspecteur bij het CBR.
„Als je goed piano wilt spelen, moet
je eerst de noten kennen. Zo is dat
ook met autorijden. Het is hoogno
dig dat er meer lijn in deze zaak
komt. Als ik rijschoolhouder was,
kwam er geen leerling in mijn auto
die geen theorielessen wil volgen.
Bij elke opleiding hoort theorie. Ik
vergelijk het autorijden ook wel
eens met het werk van een chirurg.
Als hij in de praktijk een fout
maakt, kan dat de dood tot gevolg
hebben. In het verkeer vallen tien
tallen doden die het gevolg zijn van
gebrek aan theoretische kennis van
de bestuurder. Nog niet zo heel
lang geleden zijn er op de weg tus
sen Utrecht en Den Bosch mensen
om het leven gekomen doordat een
automobilist zijn auto op de rijweg
tot stilstand bracht".
Verkeerd
„De praktijk wijst uit dat degenen
die theoretisch goed zijn ook be
kwame automobilisten zijn, al be
staan er natuurlijk uitzonderingen.
Maar dat zijn de uitzonderingen die
de regel bevestigen. Ook de rij
schoolhouders en ik spreek nu
over pgk-weg negentig procent
zijn van mening dat er zo'n wet
moet komen. Theorie neemt bij ons
een grote plaats in. Je krijgt een
globaal beeld van de kandidaat
door hem op zijn theoretische ken
nis te testen. Ik moet zeggen dat de
meeste rijschoolhouders de theorie
koppelen aan de praktijk. Maar er
zijn er ook bij die het helemaal ver-
keerd doen".
„De opbouw van het rijden is heel
belangrijk. Eerst moet de leerling
het schakelen onder de knie zien te
krijgen en pas daarna is hij rijp
voor het kleinere werk: keren,
bocht achteruit, enzovoort. Maar er
zijn ook leerlingen die na een paar
lessen al de stad in willen. Dat kan
toch helemaal niet. Er zijn verder
kandidaten die veel te vroeg exa
men willen doen. Dat laatste heeft
de rijschoolhouder niet helemaal in
de hand. Hij kan adviseren maar
als een leerling per se wil, dan kan
de rijschoolhouder er niet onderuit.
Zakt men, dan wordt na het exa
men vaak erg lang gewacht met
lessen. Vlak voor het nieuwe exa
men moet dan vlug-vlug nog een
paar keertjes worden geoefend. Dat
is funest en kost geld
„Wij krijgen kandidaten die om
een of andere reden niet kunnen
slagen bij het CBR. Waar dat aan
ligt? Het CBR is veel groter en
moet zich noodgedwongen aan een
strak programma houden. Net als
wij proberen ook de meeste exami
natoren van het CBR de kandida
ten gerust te stellen. Ik weet dat,
want ik rij wel eens met het CBR
mee. Maar wij leggen nóg meer de
nadruk op het contact met de kan
didaat. Wat praten, kopje koffie er
bij, kortom wij proberen degenen
die in de mist dreigen te gaan de
helpende hand te bieden. Maakt
men een fout in de theorie dan
wordt die fout met de kandidaat
besproken. Door een goede motiva
tie kan men dan deze fout weer
herstellen. De kandidaat moet het
idee hebben: de examinator is met
me. De opvang is erg belangrijk".
Keerzijde
Over het experiment met de exa
minator achterin zegt Holwerda:
„Of het echt effectief is moeten we
afwachten. De kreet: „Als de in
structeur naast me zit, rij ik wel
goed", is maar heel betrekkelijk.
De examinator kan voorin beter
begeleiden dan achterin. Bijvoor
beeld als er wat te hard gereden
wordt. En als iemand de mist dreigt
in te gaan kan de examinator de
auto even laten stoppen en de kan
didaat tot rust laten komen. Ach
terin gaat dat moeilijk. Je bent dan
als examinator niet zo betrokken
bij het spel. Je bent. dacht ik, in het
nadeel. De kans om te begeleiden is
veel minder groot Het is dan de
taak van de instructeur dat op te
vangen. Hij moet het werk, wat de
begeleiding betreft, overnemen.
Daarmee wil ik niet zeggen dat ik
dit experiment afkeur. Ik wil al
leen rhaar aantonen dat de medail
le ook een keerzijde heeft".
Rij-instructeur Jan Dorland uit
Rheden, die in militaire dienst al
In de toekomst met z'n drieën? Er
met eenzelfde experiment kennis
heeft gemaakt en die betrokken
was bij het experiment van Ver
keer en Waterstaat rond Arnhem,
toont er zich voorstander van dat
de instructeur naast de kandidaat
plaatsneemt. „Ik vind het een mijl
paal in de rijschoolwereld. Men
moet niet vergeten dat de leerling
altijd zenuwachtig is. Zitje naast de
leerling dan merk je direct dat hij
of zij rustiger wordt, hetgeen het
autorijden ten goede komt".
„Ik zelf heb er absoluut geen pro
blemen mee, dat ik op de plaats
van de examinator zit. Zojuist ben
ik met een kandidaat het Damcir-
cuit opgegaan. Dat is de doorgangs
route Nijmegen-Arnhem met veel
forensen en dus met enorm druk
verkeer. Te vergelijken met de toe
standen rond het verkeersplein
Leidschendam tijdens het spitsuur.
Een beetje ervaren automobilist
komt daar zonder kleerscheuren
doorheen, maar een knoeier valt
onmiddellijk door de mand. Door
dat circuit op te gaan bewijs ik, dat
ik niet milder ben dan een exami
nator die weliswaar in grote lijnen
van tevoren de route bepaalt, maar
de invulling van die lijnen toch aan
de instructeur overlaat".
Voordelen
„Uiteraard heb ik mijn kantteke
ningen bij dit nieuwe systeem. Ik
denk aan de kijktechniek van de
leerling. De examinator zit achterin
en kan heel goed zien of het koppie
gedraaid wordt of niet. De kijk
techniek gaat nu wel een heel be-
Tïmi
STSB-M_-
•i
ll
De wetgeving op het gebied van
rijexamens is in Duitsland beter
verzorgd dan in ons land. Voordat
men daar achter het stuur van een
auto mag kruipen, moet men in
het bezit zijn van een theoretisch
certificaat. Hier hangen de theo
rielessen er in veel gevallen maar
zo'n beetje bijOverigens wordt
bij het „staatsexamen" de theorie
mondeling behandeld, hetgeen als
een pluspunt wordt gezien.
langrijke rol in het hele rijgebeu-
ren innemen. Anderzijds is de exa
minator iets in het nadeel. Hij
krijgt een minder duidelijk beeld
van de kandidaat. Neem bijvoor
beeld het voorsorteren. Achterin
valt dat minder goed waar te ne
men. Maar het zijn slechts kantte
keningen. De nadelen wegen niet
tegen de voordelen op. Voordelen
die ik sowieso constateer bij de
rijexamens die door de Staat wor
den afgenomen. De Staat is zeker
niet milder in zijn beoordeling dan
het CBR. Wel beter. De examinator
gaat niet uit van een enkele fout.
Hij kijkt naar het totaalbeeld. Bo
vendien is hij begripvoller dan zijn
collega van het CBR. Daar is het
een rijbewijsfabriek".
J. Sluiter, examinator bij Verkeer
en Waterstaat, ziet het even anders.
„Wij zijn geen verbeterd CBR. Wij
doen het anders. Het gaat hier wat
:>*y»r«ygr 'T- ■- *T'
Geslaagd
Lovende woorden komen ook uit
de mond van een kandidate, die
zich met goed gevolg aan het expe
riment heeft onderworpen. „Van
mij mogen ze doorgaan met dit ex
periment. En heus niet alleen om
dat ik geslaagd ben. Ik heb nu voor
de vierde keer examen gedaan en
voor het eerst bij de Staat. Natuur
lijk was ik wat meer gespannen
dan normaal, maar toch vind ik dat
hier de gewone rijles het meest be
naderd wordt. Het is in elk geval
op deze manier geruststellender
dan bij het CBR".
Mevrouw Koopmans, hoofd van
het Bureau Rijexamen in Beroep
wil nog één ding kwijt. „Wij zijn er
voor de probleemgevallen. De ver?
houding tussen het CBR en Ver
keer en Waterstaat is zonder meer
goed. Het CBR verwijst mensen
naar ons. Vanwege het feit dat wij
veel minder aanvragen krijgen,
kunnen wij het wat anders doen.
In dat kader past dit experiment.
Ik ben razend benieuwd wat de en
quête, die wij eraan hebben gekop
peld, zal opleveren".
DAVID LEVIE
Verkeer en Waterstaat krijgt voor
het merendeel kandidaten, die al
enige keren bij het CBR zijn ge
zakt en die toch met verlangen
uitzien naar het bekende roze
„papiertje".
gemoedelijker, wat rustgevender.
Voor het mereneel krijgen wij kan
didaten die enige keren bij het
CBR zijn gezakt en soms niet tegen
die „toestanden" kunnen. De theo
rie behandelen wij mondeling en
dat is naar mijn mening een plus
punt. Verder, en dat zal iedereen
onderschrijven, letten wij meer op
het totaalbeeld. Betrek ik dat op
het experiment dan zeg ik: onder
de huidige omstandigheden zijn we
er nog niet aan toe. Maar het moet
wel mogelijk zijn. Als het in het
buitenland kan, kan het hier ook.
Maar dan wel met goede en goed
opgeleide instructeurs. Vergeet niet
dat dit ook voor de instructeur
nieuw is. Ik heb nu een paar maal
achterin gezeten en ik heb gecon-,
stateerd dat de instructeur soms net
zo zenuwachtig is als de kandidaat
zelf. De instructeur zal in zijn nieu
we rol moeten groeien en dat kan
niet van vandaag op morgen. Maar
als in de toekomst blijkt dat dit sys
teem tot verbetering van de exa
mens zou kunnen leiden, dan wil
ik er graag aan mee doen".
ZATERDAG 3 APRIL 1982