„Halen we
het jaar 2000?
Och, een
doelstelling
is het niet,
vind ik"
Don Quichot
uit de
Lage Landen
begint
hotelschool
in
Zwitserse
Jura
fnstei
uiskai
4n vai
eer bi
I vergi
janier
Ichnis
Irs he
ior bt
at de t
fergroo
teld te
in, e.d
fen tw<
fenheid
toevoi
,fe aan
left de
in illu:
Hij is getrouwd,
vijftig jaar oud,
heeft twee doch
tertjes en stemt
PvdA. In 1956
werd hij priester
gewijd. Achtereen
volgens was hij
pastoor in Leiden,
IJmuiden en Arn
hem. Tot bisschop
van Deventer
werd hij gekozen
in 1979. Een titel
die hem toegang
gaf tot het Neder
lands episcopaat,
maar verder wei
nig rompslomp
met zich mee
bracht aangezien
er in het bisdom
Deventer nauwe
lijks gelovigen zijn
te vinden. Mon
seigneur A. J. Gla-
zemaker, op 6 fe
bruari jongstleden
gekozen tot nieu
we aartsbisschop
over circa 7000
oud-katholieke
Nederlanders: „Wij
respecteren de
paus. Maar zijn on-
feilbaarheid kun
nen we niet aan-
vaarden".
UTRECHT - „Als de vrouw in het
ambt wordt toegelaten, treed ik af",
heeft monseigneur M. Kok, de vo
rige aartsbisschop van de oud-ka
tholieke kerk ooit gewaarschuwd.
Zijn opvolger, mgr. A. J. Glazema-
ker, zegt die woorden niet graag
na: „Het ziet er niet naar uit dat
het op korte termijn zal gebeuren,
maar de ruimte daarvoor kan wel
degelijk ontstaan. Wie kan in de
toekomst kijken? De toekomst
brengt inzichten en waarheden,
waarvan we het bestaan nu nog
niet kunnen bevroeden". Aartsbis
schop Glazemaker van Utrecht is
kortom geen scherpslijper. Hij rela
tiveert. Houdt een open oog voor
de zekerheden van de ander. Wijst
ook onbekommerd op fouten en te
kortkomingen in zichzelf en zijn ei-
'gen kerk. Of die kerk het jaar 2000
zal beleven? „Och, een doelstelling
is het niet, vind ik. We groeien toe
naar een steeds opener beleid. Ze
ker is in elk geval dat we tegen die
tijd in een heel andere vorm zullen
'bestaan, dan nu het geval is".
In ons land ontstond de oud-katho
lieke kerk in het begin van de 18e
eeuw. Haar oorsprong ligt in het
verzet tegen de toenmalige centra
lisering van het gezag binnen de
westerse katholieke kerk. De ver
antwoordelijkheid van de lokale
kerkgemeenschappen werd beknot
en de paus kreeg geleidelijk aan
meer macht. Een conflict over de
"benoeming van een bisschop leidde
er uiteindelijk toe, dat een deel van
de gelovigen in Utrecht en Holland
zijn eigen weg ging. In 1723 werd
Cornelis Steenoven de eerste bis
schop van wat officieel heet de
„Roomsch Katholieke Kerk van de
Oud-Bisschoppelijke Clerezie".
Een internationaal karakter kreeg
de oud-katholieke kerk na 1870,
toen bleek dat meerdere geloofsge
meenschappen in West- en Mid
den-Europa weigerden zich neer te
DEN HAAG Temidden der
doemdenkers, die met telkens nieu
we, huiveringwekkende grafredes
onze planeet een totaal faillisse
ment aanpraten, blijft Paul A. J.
Waals tot nader order een onverbe
terlijke optimist met een krimpvrij
geloof in de commerciële zalighe
den van onze samenleving. Terwijl
toch vrijwel iedereen om hem heen
pas op de plaats maakt, de buik
riem enkele gaatjes aansnoert en
,'s morgens bij het ontwaken zorge
lijk denkt: als we het vandaag
maar droog houden, stroopt hij
welgemoed de Nederlandse kapi
taalmarkt af om pegulanten los te
weken voor zijn hotelschool, die in
mei 1982 met passend feestgedruis
geopend wordt. De stek, die hij
daarvoor heeft uitgekozen, ligt in
de Zwitserse Jura. Uitgerekend dus
in het hol van de horecaleeuw,
vanwaar via de roemruchte hoge
school van gastheerschap in Lau
sanne in de loop der jaren duizen-
"den toppers van toen en nu de in
ternationale hotellerie zijn binnen-
gesluisd.
De Zwitserse kranten hebben in
middels verbaasd gereageerd op
zijn initiatief. Zij introduceerden bij
hun lezers: „De ambitieuze Neder
lander Waals", en „De Don Qui
chot uit de Lage Landen, wiens
lang gekoesterde droom tussen de
nachtmerries van inflaties en
werkloosheid werkelijkheid
wordt". Voor de meesten van hen
blijft het overigens duidelijk een
open vraag, of er in een land met
vijf gerenommeerde hotelvakscho
len reële bestaansmogelijkheden
zijn voor een nieuwkomer. De eni
ge die niet met dat probleem wor
stelt is Paul Waals, die ervan over
tuigd is, dat zijn eigentijdse formule
magnetische kracht heeft en moei
teloos het vereiste aantal leerlingen
uit alle windstreken zal aantrek
ken. Hij start met 30 jongens en
meisjes, die in twee jaar door een
hoog gekwalificeerde staf van lera
ren zullen worden voorbereid op
MGR. GLAZEMAKER,
NIEUW GEKOZEN AARTSBISSCHOP VAN
DE OUD-KATHOLIEKEN:
leggen bij de resultaten van het
Eerste Vaticaans Concilie. In het
bijzonder verzetten zij zich tegen
de aanvaarding van het dogma dat
de paus onder bepaalde voorwaar
den onfeilbare uitspraken kan
doen. In 1889 gingen deze kerken
een federatief verband aan op basis
van de zogeheten Utrechtse Bis-
schoppenverklaring. Het totaal
aantal oud-katholieke gelovigen in
de wereld wordt momenteel ge
schat op 620.000. Van hen wonen er
een half miljoen in Noord-Amerika
en de overigen in Europa. Op ons
continent zijn er oud-katholieke
kerken in Duitsland, Zwitserland,
Oostenrijk, Joegoslavië, Tsjecho-
Slowakije en Polen. De Nederland
se gemeenschap telt tussen de zes-
en achtduizend zielen.
Niet veel
„Veel zijn dat er niet", constateert
de nieuwe aartsbisschop van
Utrecht opgeruimd. „We kennen
zo'n vijfentwintig parochies, plus
nog enkele zogenaamde staties, die
niet over een eigen kerkgebouw
beschikken. De parochies vind je
bijna allemaal in* Noord- en Zuid-
Holland en Utrecht. De grootste,
met zestienhonderd gelovigen, zit
in Egmond. IJmuiden heeft twee
parochies, waarbij samen dertien
honderd mensen zijn aangesloten.
Voor de rest zijn het allemaal veel
kleinere gemeenschappen. De pa
rochie in Den Haag bijvoorbeeld,
telt honderdvijftig leden en die in
Leiden zo'n honderd. We zijn een
echt mini-kerkje. Bijna alle oud
katholieken in Nederland kennen
elkaar en dat heeft zowel voor- als
nadelen. Een voordeel is dat we
ons kerk-zijn heel gemotiveerd be
leven. De persoonlijke- betrokken
heid en daardoor de geborgen
heid bij elkaar is ook groot. Als
nadeel staat daar tegenover dat de
sfeer soms wel wat benauwend
dreigt te worden. Ik bedoel: als ie
mand eens iets onplezierigs doet,
gaat zo'n bericht als een lopend
vuurtje door heel de gemeenschap.
Iedereen heeft er een mening over,
iedereen bemoeit zich ermee en
dan denk ik wel eens: we wéten te
veel van elkaar".
„Ook om die reden hebben we de
oecumene als een verademing er
varen. Het contact met andere ker
ken heeft ons nieuwe impulsen ge
geven. Onze horizon is erdoor ver
breed en dat heeft ons goed gedaan.
Dés te spijtiger vinden we het dat
het oecumenisch getij/althans wat
de kerk van Rome betreft, weer
wat gekeerd is. De opstelling van
het Vaticaan is weer zoveel be
hoedzamer geworden, de benade
ring zoveel stroever".
Centraal geschilpunt in de contro
verse tussen Rome en de oud-ka
tholieken is altijd de visie op het
pausschap gebleven. Niet dat bis
schop Glazemaker en zijn geestver
wanten de verantwoordelijkheid
van de paus als historisch primaat,
als van oudsher de „eerste onder
zijns gelijken" betwisten. Wel blij
ven ze gekant tegen het haast abso
luut gezag dat de H. Vader aan dit
primaatschap ontleent.
„We hebben altijd veel ruimte gela
ten voor dat primaat van Rome. De
paus bezet de oudste zetel en hij is
de eerst verantwoordelijke voor de
eenheid. We hebben ook nog heel
lang gebeden voor de paus. Maar
zijn aanspraken op onfeilbaarheid
en zijn absoluut recht om bisschop
pen te benoemen, kunnen wij niet
accepteren. We komen op voor de
zelfstandigheid van de lokale kerk.
Wij vinden dat de plaatselijke ge
meenschap ook eigen verantwoor-
leidinggevende taken in internatio
nale horecabedrijven. Zij betalen
per jaar 25 mille, plus een bedrag
van circa 3000 gulden voor school
kleding, professionele excursies en.
andere onmisbare nevenactivitei
ten. Volgens de planning zal de
school na twee jaar zijn volledige
bezetting hebben van 150 leerlin
gen, ongeveer in de verhouding 90
jongens en 60 meisjes.
Pottekijkers
De school, die hij listig het „Swiss
International Training Centre"
heeft genoemd (met die naam kan
hij immers alle kanten uit en zit hij
niet vastgebakken aan de horeca),
is gevestigd in hotel Tête-de-Ran,
dat door zijn ligging in de bergen
eert favoriet conferentie-oord was
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1 I
management en computerweti
schap. Gewapend met die keni
beginnen de leerlingen daarna
hun stageperiode in diverse
serse bedrijven.
En alsof dat nog niet pittig gem
is heeft Waals ook nog bedacht,
per semester buiten de schooli
tenminste honderd uur gewei
dient te worden in de keuken en|
het restaurant van de eigen roti:
rie, die al jaren een gewilde pli
terplaats is voor gastronomen in
Jura. Hebben de leerlingen dan
smaak goed te pakken en willen
per se in hun vrije tijd door blij1
buffelen, dan kunnen ze reke;
op een kleine vergoeding. Want
is Paul ook wel weer, de goed:
Onschatbaar
„Tête-de-Ran", zegt Waals, „is
hotelschool, waar de voertaal
gels is. Daar blijkt grote behoel
aan te bestaan, met name.in
Verre Oosten. Uit die hoek is
belangstelling voor ons experimi
dan ook verheugend groot, Dai
naast hebben we veel respons
kregen uit heel Europa, inclu:
Frankrijk. Zwitserland heeft
zeer lang een grote renommee
het gebied van hotelscholen en
blijkt voor ons een onschatb;
voordeel te zijn".
Waals, veertig jaar geleden geboi
in Oegstgeest, heeft zelf gestudei
aan de hotelvakschool in Lausam
waar de wachttijd momenteel
jaar bedraagt. Tijdens zijn opleidij
raakte hij prompt van de kook
de nabijheid van zijn Schotse
descholiere Elizabeth. Het mag
ook nauwelijks verwondering wi
ken, dat zij al weer geruime tijd
mevrouw Waals de verrichtinj
van haar echtgenoot met meer
normale aandacht volgt. x
Gebleken is, dat steeds meer'
sen haar voorbeeld volgen.
LEO THURi:
•rkt al
irpen
kijke
[kende
:t mee
it de c
irwer
ide h<
>rdt V(
ien d
r ze\
s eer
ve m
ijp ééi
lim op
achte
iepen
'm sta
»r de
[ide oj
irdt de
•t bei<
nd, d
■senen
ind er
Mgr. Glazemaker: „We zijn een achtergebleven voorhoede". (Foto Cees Verkerk).
delijkheid draagt en zelf zijn bis
schop moet kunnen kiezen. En wat
de leer betreft, zeggen wij: die
wordt in laatste instantie niet door
de paus alleen gedragen, maar door
de bisschoppen gezamenlijk".
Ambiance
Een vraaggesprek met de oud-ka
tholieke aartsbisschop voltrekt zich
in een andere ambiance dan een
interview met zijn collega van de
kerk van Rome. Met mgr. Glaze
maker praten we gewoon in een
bar van het Utrechtse winkelcom
plex Hoog Catharijne. Een schui
mend biertje in de hand, laat hij
zich niet van de wijs brengen door
het nadrukkelijke spel van de pia
nist en licht toe:
„Onze opvatting dat de eigen ver
antwoordelijkheid van de lokale
kerken gerespecteerd moet wor
den, betekent natuurlijk niet dat ie
dereen maar onbelemmerd en zoals
hem persoonlijk goeddunkt, zijn
gang kan gaan. Dat remonstrantse
beginsel van: ieder zoekt het maar
uit in zijn parochietje, daar zijn we
het helemaal piet mee eens. Als
kerkgemeenschap ben je in je han
delen naar twee kanten verant
woording schuldig. Ten eerste
draag je verantwoordelijkheid ten
opzichte van de traditie, ten opzich
te van de kerk, zoals die zich in de
voorbije eeuwen heeft ontwikkeld.
Je kunt niet van de ene dag op de
andere alle banden met het verle
den verbreken en rücksichtlos een
andere weg inslaan, zoals volgens
sommigen in de reformatie is ge
beurd".
„Op de tweede plaats zul je je han
delen moeten verantwoorden te
genover de zusterkerken en tegen
over de wereldkerk als geheel.
Neem bijvoorbeeld „de vrouw in 't
ambt". Wij zeggen: ook al zouden
we daar helemaal achter staan, dan
nog kunnen we zo'n verandering
niet in ons eentje doorvoeren. Zo'n
wijziging is daarvoor veel te ingrij
pend. Je moet daarover voeling
blijven houden met orthodoxen in
het Oosten, met anglicanen en ook
met de kerk van Rome. Bij alle be
langrijke gelegenheden, vinden wij,
moet je terugkoppelen naar ande
ren: hoe denken jullie erover?"
En met een donkere aartsbisschop
pelijke lach: „Dat dat altijd even
makkelijk is, zal ik niet beweren.
Ons systeem vraagt vreselijk veel
overleg, waarbij je allerlei verschil
lende interpretaties en menings
verschillen krijgt. Een paus is wat
dat betreft veel handiger. Die zegt
gewoon: nou mensen, zus en zo zit
het. Dat is gewoon een stuk helder
der. Ons systeem is wèl spannender
en ik denk christelijker. Maar dat
laatste is natuurlijk gezegd met alle
respect voor mijn rooms-katholieke
broeders"
Geloofspraktijk
Tot pak-weg 1880 was het verschil
in geloofspraktijk tussen de oud
katholieken in ons land en de rest
van de katholieke gemeenschap
vrij beperkt. Natuurlijk keken de
oud-katholieke theologen wat an
ders aan tegen bijvoorbeeld de on
bevlekte ontvangenis van de
H. Maagd, maar de gewone gelovi
gen zullen daarvan niet zo bar veel
hebben gemerkt. Onder invloed
van de buitenlandse kerken echter
die zich in 1889 met de Hollandse
oud-katholieken federeerden, vol
trokken zich in de jaren tot 1920
ook op het praktische vlak grote
veranderingen. De leken kregen
een grotere inbreng, de zondags
plicht verdween en de vastenwet-
ten sneuvelden. De liturgie kreeg
een veel volkser karakter en het
latijn werd vervangen door de
landstaal. Rond 1920 tenslotte werd
het verplichte priester-celibaat af
geschaft. Wie nu op die verande
ringen terugkijkt, ziet parallellen
met de hervormingen die de afge
lopen twintig jaar door progressie
ve rooms-katholieken zijn bepleit
en voor een deel gerealiseerd.
„Er is zeker sprake van een verge
lijkbare ontwikkeling. Dat de pro
gressieven uit rooms-katholieke
kring toch geen aansluiting bij ons
hebben gevonden, komt voorname
lijk, denk ik, doordat onze hervor
mingen zich in een heel andere tijd
hebben voltrokken en wij daarna
min of meer stil zijn blijven staan.
Na 1920 brak voor ons een tijd van
consolidatie aan. Het maatschappe
lijk engagement dat voor de rooms-
katholieke progressieven van het
begin af zo'n belangrijke rol heeft
gespeeld, had onze kerk hun niet te
bieden. Ook onze liturgie is vrij
traditioneel gebleven. En de inter
ne hiërarchie vrij strak. Weliswaar
staan we ten opzichte van Rome al
bijna drie eeuwen een democrati
sche koers voor, maar binnen onze
eigen gemeenschap was de „trouw
aan de bisschop" tot voor kort een
vanzelfsprekendheid. Wat dat be
treft lopen we nog steeds achter bij
de oud-katholieke kerken in het
buitenland. In Nederland zijn we
ten opzichte van de rooms-katho-
lieken in de positie geraakt van een
achtergebleven voorhoede".
Welke gevolgen heeft de ontkerke
lijking voor de oud-katholieken in
ons land gehad?
„Tot tien jaar geleden is het aantal
gelovigen rond de 13.000 blijven
schommelen. Daarna heeft zich een
voor staatslieden, bankiers en sa
menzweerders. Enige koddebeiers
aan de ingang van het doodlopende
dal vormden al een waterdichte ga
rantie, dat pottekijkers met telelen
zen op veilige afstand bleven.
Omdat Waals echter weinig te ver
bergen heeft en van zijn pupillen
geen heremieten wil maken, die
gevangen zitten in een afgegren
deld kloostercomplex, heeft hij
zojuist een schoolbus aangeschaft,
die straks op verzoek gratis zal
pendelen tussen Tête-de-Ran en de
nabijgelegen steden NeuchStel en
La Chaux-de-Fonds. Op die manier
blijven disco en bioscoop voor de
leerlingen geen fata morgana's.
Veel tijd voor uitjes gunt directeur
Waals hun overigens niet. Er dient
poot-aan te worden gespeeld, dag-
in, dag-uit, van half negen 's mor-
Hotel Tête-de-Ran in de
Zwitserse bergen, waarin
Paul Waals zijn „nieuwko
mer" tot bloei wil brengen.
gens tot zes, zeven uur 's avonds.
En dat gedurende vier semesters
van elk zestien weken. In die pe
riode staan op het overvolle les
rooster vele uren intensief onder
richt in de Engelse, Franse en
Duitse taal en voorts boekhouden,
„eten en drinken", operations, re
ceptie, verkoop en public relations,
interne accountancy, onderhoud en
techniek, architectuur, financieel
in ji
aanzienlijke teruggang voorged^e G
en nu zitten we dus tussen de g
en de achtduizend. Dat dat zou Liete
men door geloofsafval, verslonzLter
of hoe je dat noemen wilt, geloo^,.^
niet zo. Ook de vergrijzing sp^ee.
geen belangrijk# rol. Wat ons ^ter
parten speelt, is de toegenon^e t)
mobiliteit in Nederland. Er wo|sjn{;
veel meer verhuisd. Een oud-jntej(
tholiek die zich vestigt in het Nojievj,
den, Oosten of Zuiden van L tc
land, komt meestal in een gebLgj^,
terecht waar tientallen kilomet^^
in de omtrek geen parochie te vLnjj;j
den is. Wat doe je dan? Je gaatbrdei
helemaal niet meer naar een kLgen
óf je probeert onderdak te vin<^
bij een andere kerkgemeenschnner
Dat laatste gebeurt niet zelden
ik vind dat een compliment vijzel
ons pastoraat. Als je zo vertroufetter
bent geraakt met „kerk-zijn" dau ajs
je ook elders thuis kunt voelen, 4met
heb je iets belangrijks meegek|eter
gen".
Hartverscheurend Mei
■n scl
We nemen nog een biertje. Het f ^.9®
sprek stokt even. Vanonder JreiKt
hoge bos met grijs haar staart
Glazemaker naar een onduidef,.^11
punt in de verte. Dan:
„Ik ben uitgenodigd voor de
ding van pater Bar tot hulpbisscl».,.
van Rotterdam. Ik ken hem nogl!
de tijd dat we samen studeerd!n£er
aan het oud-katholiek seminaR?en.
van Amersfoort. Ik verheug mej.?1^'
die wijding. Maar ik vrees dat flKer J
niet de bedoeling is dat ik dan uren
communie ga. Ik heb gevraagd w con
ze willen. Maar ik ben bang datpor e'
het liever niet willen. HaVtvr^0
scheurend vind ik dat toch wel'*