"Wigbold's visie op 't bedrog met de kernraketten
er
,Om onze intelligentie te beïnvloeden
moet je misschien wel 100 genen inbakken
-
gguAj WENL AND /BUITENLAND
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 13 FEBRUARI 1982 PAGINA 9
uitensteBi
aagg
hofb
ORZITTING 1
enkort zal de Tweede Ka-
ten debat houden over de
irtenissen die vorig jaar
tnber hebben geleid tot
ewelddadige beëindiging
Ie massale anti-kernener-
toging bij de kerncentrale
Dodewaard. Inderdaad,
kwak mosterd komt wel
ider ver na de maaltijd,
ja, je weet hoe dat gaat
ederland. Over elke ge-
enis die van het normale
alledag afwijkt,
eerst een rapport worden
teld. Uit dat rapport
:en de betrokken minis-
dan hun conclusies en
jlgens mag de Kamer
of zij die conclusies
En dit alles kost tijd,
veel tijd.
)nclusies van de ministers
Thijn (Binnenlandse Za-
en De Ruiter (Justitie)
duidelijk: het is jammer
iet allemaal zo gelopen is,
alles overziende heeft de
e zich in het algemeen
zien van het gebruik van
bussen met gevaarlijk
traangas) correct gedragen,
hetgeen van een deel der de
monstranten helaas niet ge
zegd kan worden.
De PSP-fractie vond dat maar
een constatering van niks. Zij
stelde dan ook in de Kamer
voor, alsnog een hoorzitting te
houden, waarbij de Kamer uit
de mond van actiegroepen en
andere betrokkenen zelf zou
kunnen horen hoe het alle
maal is gegaan. De PSP kreeg
echter een nul op het rekest.
De overgrote meerderheid van
de fracties had geen behoefte
meer aan een hoorzitting (ge
lukkig is het zestiger jaren-
woord „hearing" inmiddels
verdrongen door een normale
Nederlandse term) en wilde
het lang verwachte „Dode-
waard-debat" zo spoedig mo
gelijk houden. Niks daarvan, t
zei de PSP, „als jullie niet wil-'
len, dan organiseren we zelf
wel een hoorzitting. Niemand
kan ons dat verbiedenZo ge
zegd, zo gedaan. Volgende
week dinsdagmiddag zal het
zover zijn. Dan komen enkele
groepjes getuigen naar de
Tweede Kamer om daar nog
eens met de PSP-fractieleden,
onder leiding van partijvoor
zitter Bram van der Lek, voor
malig PSP-kamerlid, terug te
blikken op hun belevenissen
bij de centrale. Voor zover het
demonstranten zijn, zullen ze
ongetwijfeld een warm ont
haal krijgen, want als je klach
ten over de politie hebt, zit je
bij de PSP altijd goed. In de
wandelgangen van de Kamer
is hier en daar zelfs al een cy
nisch scenario te beluisteren
voor de komende „I remember
september-show". Ongeveer
het volgende.
HOORZITTING 2
Decor. Zittend achter de tafel:
Bram van der Lek, die de
hoorzitting leidt. Links en
rechts naast hem: PSP-fractie
voorzitter Fred van der Spek
en diens fractiegenote Andréé
van Es.
Vóór de tafel zitten tien leden
van de actiegroep „Dodewaard
dicht".
Een Demonstrant: „De M.E.
provoceerde overduidelijk. Wij
deden niks. Wij stonden daar
alleen maar bij de barricades
die we net met veel moeite
hadden opgebouwd en zongen
een paar liedjes".
Van der Spek: Wat voor lied
jes?"
D: „De M.E. moet zakkies
plakken, hi ha ho". Dat soort
werk.
V.d. S.: „Daar zie ik niks
kwaads in. En toen begonnen
ze opeens te slaan?".
D: „Ja, keihard, en ze pakten
onze stokken en ijzeren staven
af. Maar die hadden we alleen
maar bij ons om tenten op te
zetten. En de barricades wer
den zonder pardon gesloopt,
terwijl we die alleen maar
hadden gebouwd om een beet
je beschut uit de wind te zit
ten
V.d. S.: „Tssssss. Schande ge
woon
Andréé van Es: Vielen er ook
gewonden?"
D.: „Wat heet gewonden. Ik
loop nu nóg mank. Hier, kijk
maar..." (hij staat op en doet
een paar pasjes). En m'n vrien
din vroeg aan een agent een
pleister, maar die kreeg ze niet
eens". „Bekijk het maar met je
pleister. Die had je zelf maar
mee moeten nemen", zei-d-ie.
En dan te bedenken dat mijn
vriendin maar zóoo'n klein
steentje had gegooid (hij houdt
duim en wijsvinger drie centi
meter van elkaar) terwijl ze
van een M.E.'er zóooo'n joekel
terugkreeg (houdt beide ge
strekte handen twintig centi
meter uiteen).
Van der Spek zachtjes fluiste
rend tegen zijn fractiegenote:
„Dat wordt een lekkere mo
tie".
HOORZITTING 3
A.v.E.: Die scheur in je jasje,
hebben ze dat ook gedaan?"
D: „Neeeeee, dét hoort zo. Da 's
gewoon punk. Maar m'n but-i
ton „kernenergie, nee be
dankt" ben ik wel mooi kwijt
geraakt. En schadevergoeding,
ho maar".
Bram van der Lek: „Vertel
eens wat over de arrestaties op
zich?".
D.: „We werden in een busje
gegooid. Een VW, kenteken
34-DF-67. 'k Zal 't nooit verge
ten. Een achtpersoons busje en
daar zaten we met z'n negenen
in. Dat mag überhaupt al niet.
En die chauffeur maar lachen
tegen ons, zo van: net goed. Hij
reed minstens honderd op die
orovinciale weg. Ja, schrijft u
dat maar rustig op, want je
mocht daar maar tachtig rij
den. Nou, en op het bureau
mochten we pas na een uur
één telefoontje plegen en we
kregen een bekertje lauwe
koffie. En nog zwart ook, ter
wijl ik toch duidelijk om sui
ker en melk had gevraagd".
V.d. L.: 'T is niet waar".
D: „Jazeker. Wel degelijk".
V.d. L.: „Jongens, bedankt.
We weten genoeg. Volgende
actiegroep graag".
HOORZITTING 4
Andréé v.E.: „We krijgen nu'
toch eerst de politie?"
V.d. L.: „O ja, dat is waar ook.
Een groep M.E. 'ers, zie ik hier
op de agenda staan. (Wat aar
zelend treedt een aantal poli
tieagenten in gewoon uniform
het zaaltje binnen).
V.d. L.: „Goedemiddag. Hoe
luidt uw lezing van het ge
beurde?"
Agent: „Tja. We hadden echt
gehoopt dat we niet in actie
zouden hoeven komen. Het
zou een geweldloze demon
stratie worden, dat hadden de
actiegroepen beloofd. Maar ja,
toen begon opeens een deel
van de demonstranten barrica
des te bouwen en voorwerpen
naar ons te gooien: flessen, ste
nen en zelfs een molotovcock
tail. Dat was duidelijke provo
catie en zodoende kregen we
opdracht om in te grijpen".
V.d. Spek: „Mmmmmm. Ja, ja.
Hm". En toen bent u dus er
maar lekker op los gaan ram
men".
Agent: „Nou nee. Eerst is her
haaldelijk vriendelijk doch
dringend verzocht, de provo
caties te staken. Maar daar
kwam geen reactie op. Het
werd élleen maar erger".
A. v. E.: „Ach gut. En het eni
ge wat u toen nog kon doen,
was traangas spuiten en mep
pen uitdelen?".
Agent: „Ja, hoor eens, we heb
ben in eerste instantie gewoon
wat elementen aangepakt die
zich verre van pacifistisch ge
droegen. Maar toen steeds
meer mensen zich ermee gin
gen bemoeien, werd dat na
tuurlijk een vrij massaal tref
fen. U moet trouwens niet
denken dat wij zoiets leuk vin
den, hoor. En wat dat traangas
aangaat, dat was inderdaad
niet zo mooi, daar hebt u gelijk
in, maar we kregen opdracht
dat te gebruiken, met het doel
de mensen wat te kunnen ver
spreiden. Kijk, als u het mij
eerlijk vraagt, gebeurt zoiets
nooit meer. Wat mij betreft
gaat die centrale vandaag nog
dicht. Dan zijn we voortaan
van dat gedonder af. Anders
zie ik het over een paar maan
den weer gebeuren, want ge
weldloos demonstreren, dat
schijnen veel mensen niet
meer te kunnen
V.d. L. Wat u over die cen
trale zegt, daar zijn we het in
ieder geval over eens. De rest
van uw beweringen laat ik ge
heel voor uw rekening. Dank
u. U kunt gaan".
DICK VAN RIETSCHOTEN
hofbuite:
.Bwaa.ai.iaw.KiilBmaïn
steBinnenhofB
DEN Het blijft dus denkbaar, vragen we de professor, dat er
ten kwade dag in de zaal hiernaast een fataal foutje wordt ge
kt? Een foutje waardoor een besmettelijke ziekte uitbreekt die,
sns aan de Europese kant van de Oeral, de hele bevolking uit-
In zijn werkkamer op het Sylviuslaboratorium heft prof.dr.
Pearson de handen ten hemel: „Wat een nonsens! Verreweg de
ste experimenten brengen nauwelijks of geen risico met zich
Slechts in enkele gevallen bestaat er een zeker gevaar. Bijvoor-
el wanneer je bezig bent stukken DNA te recombineren vanuit
igene virussen. Dat zijn virussen die kanker kunnen veroorza-
Als je met een dergelijk experiment in de weer bent en je zou je
aan de veiligheidseisen storen, ja, dan zouden er rare dingen
nen gebeuren. Onder de slechtst denkbare omstandigheden zou
dan mogelijk zijn dat er kankerverwekkende genen buiten het-
ratorium terecht komen en daar een eigen leven gaan leiden.
- juist doordat de veiligheidseisen zo verschrikkelijk streng zijn,
'n ongeluk in de praktijk echt uitgesloten".
PROF.DR. P.L. PEARSON:
CONTROLE OP GENETISCHE MANIPULATIE VEEL TE STRENG
Pearson, verbonden aan
,eidse universiteit, is an-
igeneticus van zijn vak.
rege zal hij als inleider op-
in op het 19 februari in
:ht te houden symposium,
iet als vraag geformuleer-
lotto heeft meegekregen:
jtelen aan menselijke ge-
De conclusie van zijn
:h zal negatief zijn. Niet
ege eventuele gevaren,
om redenen van doelma-
id vindt hij dat de weten-
ipelijke sleutelaars zich
alsnog moeten beperken
ier-experimenten. Daaro-
ladelijk meer.
moet even in herinne-
worden geroepen dat ge-
nCtiOf informatie-dragers zijn
dQ fui arSen voor de aanmaak
eiwitten. En eiwitten zijn
ouwstenen van alle leven.
Vien kun je beschouwen als
putertjes die die eiwitten
:uren dat er een bepaald
leven ontstaat. De genen
een aap geven een zoda-
^^Istel van commando's dat
'"™ap „aap" is en geen muis.
[enen van mensen sturen
witten op zo'n manier dat
Jechtoplopende, met rede
Siding [tigde wezens ontstaan die
elf zijn.
.O.
^100
rkeur
den
bevinden zich die ge-
In de kern van levende
n. Ze maken deel uit van
streng die wordt aange-
met de Engelse afkorting
Het DNA in een mense
cel bevat ongeveer 50.000
chillende genen. Onder-
naar de mogelijkheid om
mede DNA-streng wat te rom-
:n, daarin wat te recombi-
heet recombinant
OCedl^-onderzoek. Doel daarvan
et geheim van de geneti-
computertjes te ontsluie-
en ze zoveel mogelijk on-
van menselijke controle te
?5 2i\6en- Waarbij de weten-
ppers hopen dat ze op den
zoveel kennis verwerven
ze bijvoorbeeld in staat
in zijn om menselijke ge-
bdie slecht functioneren te
'angen door exemplaren
net wel goed doen. Dat zou
mogelijkheid
ppen om ziektes die een
itische achtergrond heb-
(alle erfelijke ziektes, in-
■Bnjtëf sommige soorten kan-
Elf te overwinnen. Een po-
in die richting is in okto
ber 1980 al gedaan door de
Amerikaanse onderzoekers
Martin Cline en Winston Sal-
ser. Zij probeerden twee pa
tiënten die aan de bloedziekte
thalassemia leden weer aan
een gezond stel genen te hel
pen. Het experiment is mislukt
en de patiënten zijn overleden,
zij het aan de ziekte en niet
■aan het experiment.
Prof. Pearson: „Dat die opera
tie zou mislukken, stond bij
voorbaat vast. Cline en Salser
moeten zich daarvan zelf ook
bewust zijn geweest. Hun mo
tief is vermoedelijk geweest
nieuwe onderzoekservaring op
te doen. Probeer je voor te
stellen wat ze gedaan hebben.
Ze zijn begonnen met vast te
stellen: bij deze patiënten is de
aanmaak van dat bepaalde ei
wit X gestoord. Voor die aan
maak is het gen Y verant
woordelijk, dus moet er met
dat gen iets loos zijn. Daarna
hebben zë enige gezonde
exemplaren van het gen Y
geïsoleerd en die overgeplant
naar lichaamscellen van de
twee patiënten, in de hoop dat
het gen Y zou aanslaan en vol
gens de regels van het genen-
spel de produktie van eiwit X
op gang zou brengen. Door
celdeling en -vermenigvuldi
ging zou de eiwit-produktie
uiteindelijk weer zodanig op
gang moeten komen dat de pa
tiënten zouden genezen".
„Welnu, tot en met het mo
ment van de overplanting van
gen Y in de bewuste lichaams
cel hebben ze gehandeld op
grond van kennis en technie
ken die inmiddels gemeengoed
zijn geworden. We zijn inder
daad in staat bepaalde genen
uit een streng DNA los te snij
den en over te brengen naar
een andere cel. Daar waar Cli
ne en Salser echter gingen
„hopen" dat heU gen Y zou
aanslaan in de nieuwe cel,
kreeg hun experiment het ka
rakter van een „gok in het
blinde". Want daar eindigt
onze kennis. Hoe je ervoor
moet zorgen dat zo'n gen op de
gewenste wijze aan het werk
gaat, is ons volstrekt onduide
lijk. En het zal zeker nog tien
tallen jaren kosten om daar
achter te komen".
Regulatie-proces
Wat zijn de belangrijkste pro
blemen?
„Het grootste probleem is dat
we geen inzicht hebben in het
regulatie-proces dat bepalend
is voor het al dan niet functio
neren van die 50.000 genen
binnen een cel. Want je moet
niet denken dat in alle cellen
alle genen voortdurend aan
het werk zijn. In een bepaalde
cel zijn op een bepaald mo
ment niet meer dan, ik noem
maar wat, 500 genen in ge
bruik die opdracht geven voor
de aanmaak van de voor die
genen specifieke eiwitten. In
een andere cel zijn weer 400
andere genen actief, die weer
iets anders laten produceren.-
Hoe komt het nu dat de ene
cel zus doet en de andere zo?
Dat weten we niet. En zolang
we dat niet weten, kunnen we
een bepaalde cel dus ook niet
dwingen om juist die gen die
wij erin hebben overgeplant
aan het werk te zetten".
„Een ander probleem is dat je
zo'n gen ook maar niet luk
raak ergens in die DNA-streng
ertussen kan plakken. Als je
hem op een verkeerde plek
neerpoot, blijft-ie óók op non-
actief. Waar precies moet je
zijn? Ook dat weten we niet".
Zolang dit soort fundamentele
gegevens ontbreekt, is de af
loop van experimenten met
het recombineren van DNA
dus volkomen onvoorspelbaar.
Cline en Salser hadden geluk
kunnen hebben met hun blin
de gok. Dankzij een toevals
treffer had het bewuste gen
inderdaad kunnen aanslaan.
Een andere onderzoeker, die
op vrijdag de dertiende experi
menteert, heeft misschien ver
schrikkelijke pech. En creëert
in zijn onschuld een genetische
combinatie waardoor een be
paalde eiwit-produktie op
gang wordt gebracht die nou
net levensgevaarlijk is voor de
mens.
Prof. Pearson: „Je kan nooit
zeggen dat zo'n ongeluk uitge
sloten is. Niets is 100% veilig
in dit leven. Als er een ex
treem hoge springvloed op
treedt, zullen ook de Delta
werken het begeven. Maar de
kans dat dat gebeurt is natuur
lijk verschrikkelijk klein. Het
zelfde geldt voor het inplanten
van een gen in een cel van het
menselijk lichaam. De kans
dat die gen aanslaat en tot ac
tiviteit wordt gebracht, is ui
termate gering. De kans dat
het dan bovendien nog eens
een schadelijke activiteit zou
betreffen, is nog veel minie-
mer. Bang hoef je voor dit
soort experimenten dus echt
niet te zijn".
„Een andere vraag is of ze zin
vol zijn. En dan is mijn ant
woord: nee, zinvol zijn ze niet.
Gegeven ons volstrekt gebrek
aan inzicht in het proces dat
de genen reguleert, is het zeer
onwaarschijnlijk dat je als on
derzoeker werkelijk iets leert
van dit soort proeven. Daar
om, en niet vanwege eventue
le gevaren, vind ik dat we het
sleutelen aan menselijke ge
nen voorlopig moeten laten
rusten. We moeten dat pas bij
mensen doen als we veel en
veel meer weten over wat er
nu eigenlijk met die genen ge
beurt in het menselijk li
chaam. Tot het zover is, moe
ten we ons beperken tot dier
experimenten. De resultaten
daarvan zijn veel gemakkelij
ker te interpreteren; ze zijn
veel leerzamer".
Goedkope medicijnen
Maar wat is dan, op korte ter
mijn, het praktisch nut van
DNA-onderzoek?
„De mogelijkheid om op effi
ciënte en goedkope wijze me
dicijnen aan te maken. Je kan
een gen immers overbrengen
naar een menselijke cel, naar
een dierlijke cel, maar ook
Prof. Pearson:
„Dankzij het
recombinant
DNA-
onderzoek
zuilen allerlei
nu nog heel
dure
medicijnen de
komende jaren
massaal en
goedkoop
geproduceerd
kunnen
worden".
naar een micro-organisme. In
het geval van een micro-orga
nisme is het betrekkelijk een
voudig om die gen tot activi
teit te dwingen. Dat betekent
dat je een micro-organisme er
toe kan brengen een gen te ac
tiveren waarvan je weet dat-ie
de opdrachtgever is voor de
aanmaak van een bepaald
soort eiwit dat jij graag wil
hebben. Nou zijn er nogal wat
medicijnen waarin eiwitten
zitten die heel moeilijk zijn te
winnen en daardoor heel kost
baar zijn. Door DNA-recombi-
natie zal het de komende jaren
mogelijk worden die eiwitten
massaal en heel goedkoop te
maken. Denk aan interferon,
het middel dat gebruikt wordt
bij de bestrijding van bepaalde
soorten kanker. Wetenschap
pers in de Verenigde Staten
zijn er kort geleden in ge
slaagd interferon te laten pro
duceren door micro-organis
men. Daarbij is weliswaar een
complicatie opgetreden. Het
interferon dat betrokken
wordt uit micro-organismen is
stukken minder doeltreffend
dan interferon dat direct uit
menselijk weefsel wordt ge
wonnen. Maar het procédé is
in beginsel succesvol en ik ben
ervan overtuigd dat de ko
mende jaren allerlei, nu nog
zeer kostbare, geneesmiddelen
langs deze weg goedkoop ge
produceerd gaan worden".
Ook in Nederland?
„De ellende in Nederland is
dat we met ons onderzoek
minstens vier jaar achterlopen
bij landen als de Verenigde
Staten, Engeland en Frank
rijk. Oorzaak daarvan is de
overdreven angst die het pu
bliek en de autoriteiten heb
ben dat er eens iets mis zou
kunnen gaan met de experi
menten. Het duurt waanzinnig
lang voor je toestemming
krijgt voor en bepaald onder
zoek. En als je dan aan de slag
bent, zijn de veiligheidseisen
waaraan je moet voldoen bela
chelijk hoog opgeschroefd.
Toen we hier in Holland des
tijds begonnen met recombi
nant DNA-onderzoek is er op
basis van de toenmalige, zeer
strenge, Amerikaanse normen
een dik handboek met allerlei
spelregels opgesteld. Daarin
staat welke laboratorium-om
standigheden je moet hebben
om die en die onderzoeken te
doen; welke micro-organismen
je mag gebruiken om bepaalde
experimenten uit te voeren,
enzovoort. Het gekke is nu dat
men in de Verenigde Staten,
door de ervaring wijs gewor
den, die normen al tot twëe
keer toe zeer aanzienlijk heeft
verlaagd. Al doende is men ër
daar achter gekomen dat
DNA-onderzoek over het alge
meen helemaal niet zo riskant
is als aanvankelijk werd ver
ondersteld. Maar in Nederland
werken we nog steeds met die
vreselijk strenge normen uit
de tijd dat er met DNA-onder
zoek nog nauwelijks enige er
varing was opgedaan. Let wel
dat ik niet pleit voor afschaf
fing van alle veiligheidseisen.
Sommige onderzoeken zijn in
derdaad riskant en dan zijn
strenge spelregels niet te ver
mijden. Maar de meeste proe
ven zijn volstrekt onschuldig
en in die gevallen is het node
loos duur en tijdrovend om zo
scrupuleus te werk te gaan als
wij doen".
Intelligentie
Maar als we nou eens met een
professor te maken krijgen die
te kwader trouw is? Iemand
die in het geheim een project
op stapel zet om met behulp
van DNA-recombinatie, pak
weg, de menselijke intelligen
tie te beïnvloeden?
„Dat is science fiction. We
hebben het er net over gehad
dat het nog ettelijke tientallen
jaren zal duren voor we in
staat zijn één enkele gen zoda
nig in te bouwen in een men
selijke cel dat-ie werkt zoals-ie
moet werken. Nou, een ken
merk als intelligentie wordt
niet bepaald door één gen,
maar door een hele serie ge
nen. Misschien wel honderd.
Die zou je dan allemaal moe
ten inbakken in die DNA-
streng. Dat zou een hopeloze
zaak zijn. Dat zou je onmoge
lijk allemaal kunnen controle
ren".
Over een eeuw kunnen we het
misschien wel?
„Ik wil niet uitsluiten dat de
mensheid die kennis ooit nog
eens verwerft. Maar over hoe
veel honderden jaren dat zal
zijn daar durf ik echt geen
slag naar te slaan".
WILLEM SCHEER
tlch
sdrijf
ktheidge
HAAG Publikatles van een wat grotere omvang over
voor en tegen van de stationering van kernwapens zijn in
erland betrekkelijk zeldzaam. De publieke discussie over het
ïrwerp, nu even door het Poolse drama verdrongen naar de
tergrond, gebeurt terwijl gedegen informatie slechts met
ijesmaat voorhanden is. Mensen die van de bestudering van
problematiek hun vak hebben gemaakt zoals die van het
erlands Instituut voor Vredesvraagstukken, blijken ook bij
niet altijd de duidelijkheid te kunnen scheppen die in een
lijke belangrijke zaak wordt gevraagd. Ten dele vloeit de
ekkelijke onbekendheid met de militaire materie natuurlijk
j voc{,
oede
eng
Brne
avenl 5ti
de jacht op feiten die het gevolg is van het gebrek aan open-
worden alternatieve scenario's opgebouwd die heel verras-
kunnen zijn. Dit is het geval met het boek van de Rotter-
se journalist Herman Wigbold, hoofdredacteur van Het
e Volk, die voor de gelegenheid diep in het onderwerp is
aken. De stationering van nieuwe kernwapens in West-Eu-
wijst hij ondubbelzinnig af, maar in tegenstelling tot wat de
iesbeweging doet, gebeurt dat niet op grond van louter mo-
tische op zich zelf overigens uiterst respectabele rede-
Wel bepaalt Wigbolds afkeer van kernwapens de selectie
de feiten en de argumenten. Overigens zegt Wigbold geen
rstander te zijn van eenzijdige ontwapening, zoals het IKV
feit. Hij is aanhanger van het machtsevenwicht, maar vol
gens hem bestaat dat machtsevenwicht reeds en wordt het juist
in gevaar gebracht door de installatie van nieuwe kernwapens.
Ware motieven
De eerste hoofdstukken van het boek van Wigbold zijn veruit
het interessantst. Daarin wordt de voorgeschiedenis geschetst
die aan het dubbelbesluit van de NAVO voorafging. Dit deel is
het meest informatief. Het tweede deel daarentegen dat preten
deert de ware motieven voor de NAVO-beslissing te kunnen
aangeven, is onvoldoende gefundeerd en heeft dan ook niet veel
meer dan propagandistische waarde. Het vreemde van het boek
van Wigbold is namelijk dat hij aan de door de NAVO aange
voerde motieven geen enkele aandacht besteedt. Een afweging
van de argumenten pro en contra kan daarom niet gemaakt
worden en er ontstaat dan ook een vertekend beeld. In Wig
bolds ogen zijn de Amerikanen ofwel uit op het voeren van een
beperkte kernoorlog of als dat al niet hun bedoeling is wil
len ze in ieder geval met de installering van de kernwapens in
West-Europa de Russen dwingen zich elders in de wereld koest
te houden, ^fgezien van de vraag welk belang de Amerikanen
bij een beperkte kernoorlog kunnen hebben, kan men zich af
vragen of de Sovjet-Unie niet maar wat graag West-Europa on
der druk zou willen zetten. Het persbureau Novosti schrijft bij
voorbeeld met grote regelmaat dat wanneer de Westeuropeanen
niet tot installatie van nieuwe kernraketten zulllen overgaan, de
Sovjet-Unie nooit een kernaanval op Westeuropees grondgebied
zal doen.
De Sovjets zijn altijd sterk geweest in het bepleiten van dergelij.-
ke garanties, maar dat neemt niet weg dat zij de opbouw van
hun militaire apparaat altijd hebben afgestemd op de machtsver
houdingen. Dat is dan ook de reden waarom zij na de totstand
koming van het eerste SALT-akkoord in 1972 over de strategi
sche kernbewapening in zo'n hoog tempo aan hun kernbewape
ning hebben verder gebouwd.
Politieke aspect
In feite ziet Wigbold het politieke aspect van de installatie van
de kernwapens geheel over het hoofd. Het moge waar zijn dat er
militair gesproken tussen de VS en West-Europa aan de ene
kant en de Sovjet-Unie aan de andere kant nog steeds een soort
afschrikkingsevenwicht of in ieder geval aan Westelijke kant
een verdedigingspotentieel bestaat, dat het Westen in staat stelt
een aanval van de Sovjet-Unie af te slaan.
-laar er kunnen aan een eigenlijke oorlog een groot aantal sta
dia vooraf, waarin de bewegingsvrijheid van landen wordt be
perkt. Het meest sprekende voorbeeld in dat verband is Finland.
Naar aanleiding van de jongste ontwikkelingen rond Polen zou
men ook West-Duitsland kunnen noemen. De Westduitsers heb
ben zich, om het zacht uit te drukken, uiterst clement opgesteld
tegenover de Poolse gebeurtenissen, iets waar terecht veel kri
tiek op was. Hoe valt dat anders te verklaren dan door hun rela
tief grote afhankelijkheid jegens het Oostblok? Hun speelruimte
om wat er in Polen aan schending van de mensenrechten ge
beurde aan te klagen was beperkt. Men kan zich overigens in
West-Europa andere, bedenkelijker situaties voorstellen wan
neer de Sovjet-Unie in de wapenrace ver uitloopt op die van het
Westen.
Omsingelingscomplex
Misschien kan het wel als een voorbeeld van de gefinlandiseer-
de gedachtengang van de auteur worden aangeduid, wanneer hij
begrip vraagt voor het omsingelingscomplex van de Sovjet-Unie
(die zich niet alleen bedreigd zou voelen door Amerikaanse,
maar ook door Chinese wapens). Een juiste diagnose van een
dergelijk complex zou toch moeten leiden tot de vaststelling dat
dit omsingelingscomplex uiteindelijk het gevolg is van een
machtsstreven. De geschiedenis van het tsarenrijk én die van
het Sovjet-regime kenmerkt zich door een alsmaar voortschrij
dende uitbreiding van, respectievelijk controle over het gebied
van staten die vroeger autonoom waren. Dit is een nuchtere, on
loochenbare constatering. Moet men daarom de Sovjet-Unie
maar volgen, wanneer zij blijkens het persagentschap Novosti
garandeert dat zij niet als eerste enz...? Op zijn minst lijkt hier
PAUL VAN VELTHOVEN
Herman Wigbold: Het bedrog met de kernraketten. Uitgave
Ad Donker, Rotterdam. Prijs 18,50.