"Wigbold's visie op 't bedrog met de kernraketten er ,Om onze intelligentie te beïnvloeden moet je misschien wel 100 genen inbakken - gguAj WENL AND /BUITENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 13 FEBRUARI 1982 PAGINA 9 uitensteBi aagg hofb ORZITTING 1 enkort zal de Tweede Ka- ten debat houden over de irtenissen die vorig jaar tnber hebben geleid tot ewelddadige beëindiging Ie massale anti-kernener- toging bij de kerncentrale Dodewaard. Inderdaad, kwak mosterd komt wel ider ver na de maaltijd, ja, je weet hoe dat gaat ederland. Over elke ge- enis die van het normale alledag afwijkt, eerst een rapport worden teld. Uit dat rapport :en de betrokken minis- dan hun conclusies en jlgens mag de Kamer of zij die conclusies En dit alles kost tijd, veel tijd. )nclusies van de ministers Thijn (Binnenlandse Za- en De Ruiter (Justitie) duidelijk: het is jammer iet allemaal zo gelopen is, alles overziende heeft de e zich in het algemeen zien van het gebruik van bussen met gevaarlijk traangas) correct gedragen, hetgeen van een deel der de monstranten helaas niet ge zegd kan worden. De PSP-fractie vond dat maar een constatering van niks. Zij stelde dan ook in de Kamer voor, alsnog een hoorzitting te houden, waarbij de Kamer uit de mond van actiegroepen en andere betrokkenen zelf zou kunnen horen hoe het alle maal is gegaan. De PSP kreeg echter een nul op het rekest. De overgrote meerderheid van de fracties had geen behoefte meer aan een hoorzitting (ge lukkig is het zestiger jaren- woord „hearing" inmiddels verdrongen door een normale Nederlandse term) en wilde het lang verwachte „Dode- waard-debat" zo spoedig mo gelijk houden. Niks daarvan, t zei de PSP, „als jullie niet wil-' len, dan organiseren we zelf wel een hoorzitting. Niemand kan ons dat verbiedenZo ge zegd, zo gedaan. Volgende week dinsdagmiddag zal het zover zijn. Dan komen enkele groepjes getuigen naar de Tweede Kamer om daar nog eens met de PSP-fractieleden, onder leiding van partijvoor zitter Bram van der Lek, voor malig PSP-kamerlid, terug te blikken op hun belevenissen bij de centrale. Voor zover het demonstranten zijn, zullen ze ongetwijfeld een warm ont haal krijgen, want als je klach ten over de politie hebt, zit je bij de PSP altijd goed. In de wandelgangen van de Kamer is hier en daar zelfs al een cy nisch scenario te beluisteren voor de komende „I remember september-show". Ongeveer het volgende. HOORZITTING 2 Decor. Zittend achter de tafel: Bram van der Lek, die de hoorzitting leidt. Links en rechts naast hem: PSP-fractie voorzitter Fred van der Spek en diens fractiegenote Andréé van Es. Vóór de tafel zitten tien leden van de actiegroep „Dodewaard dicht". Een Demonstrant: „De M.E. provoceerde overduidelijk. Wij deden niks. Wij stonden daar alleen maar bij de barricades die we net met veel moeite hadden opgebouwd en zongen een paar liedjes". Van der Spek: Wat voor lied jes?" D: „De M.E. moet zakkies plakken, hi ha ho". Dat soort werk. V.d. S.: „Daar zie ik niks kwaads in. En toen begonnen ze opeens te slaan?". D: „Ja, keihard, en ze pakten onze stokken en ijzeren staven af. Maar die hadden we alleen maar bij ons om tenten op te zetten. En de barricades wer den zonder pardon gesloopt, terwijl we die alleen maar hadden gebouwd om een beet je beschut uit de wind te zit ten V.d. S.: „Tssssss. Schande ge woon Andréé van Es: Vielen er ook gewonden?" D.: „Wat heet gewonden. Ik loop nu nóg mank. Hier, kijk maar..." (hij staat op en doet een paar pasjes). En m'n vrien din vroeg aan een agent een pleister, maar die kreeg ze niet eens". „Bekijk het maar met je pleister. Die had je zelf maar mee moeten nemen", zei-d-ie. En dan te bedenken dat mijn vriendin maar zóoo'n klein steentje had gegooid (hij houdt duim en wijsvinger drie centi meter van elkaar) terwijl ze van een M.E.'er zóooo'n joekel terugkreeg (houdt beide ge strekte handen twintig centi meter uiteen). Van der Spek zachtjes fluiste rend tegen zijn fractiegenote: „Dat wordt een lekkere mo tie". HOORZITTING 3 A.v.E.: Die scheur in je jasje, hebben ze dat ook gedaan?" D: „Neeeeee, dét hoort zo. Da 's gewoon punk. Maar m'n but-i ton „kernenergie, nee be dankt" ben ik wel mooi kwijt geraakt. En schadevergoeding, ho maar". Bram van der Lek: „Vertel eens wat over de arrestaties op zich?". D.: „We werden in een busje gegooid. Een VW, kenteken 34-DF-67. 'k Zal 't nooit verge ten. Een achtpersoons busje en daar zaten we met z'n negenen in. Dat mag überhaupt al niet. En die chauffeur maar lachen tegen ons, zo van: net goed. Hij reed minstens honderd op die orovinciale weg. Ja, schrijft u dat maar rustig op, want je mocht daar maar tachtig rij den. Nou, en op het bureau mochten we pas na een uur één telefoontje plegen en we kregen een bekertje lauwe koffie. En nog zwart ook, ter wijl ik toch duidelijk om sui ker en melk had gevraagd". V.d. L.: 'T is niet waar". D: „Jazeker. Wel degelijk". V.d. L.: „Jongens, bedankt. We weten genoeg. Volgende actiegroep graag". HOORZITTING 4 Andréé v.E.: „We krijgen nu' toch eerst de politie?" V.d. L.: „O ja, dat is waar ook. Een groep M.E. 'ers, zie ik hier op de agenda staan. (Wat aar zelend treedt een aantal poli tieagenten in gewoon uniform het zaaltje binnen). V.d. L.: „Goedemiddag. Hoe luidt uw lezing van het ge beurde?" Agent: „Tja. We hadden echt gehoopt dat we niet in actie zouden hoeven komen. Het zou een geweldloze demon stratie worden, dat hadden de actiegroepen beloofd. Maar ja, toen begon opeens een deel van de demonstranten barrica des te bouwen en voorwerpen naar ons te gooien: flessen, ste nen en zelfs een molotovcock tail. Dat was duidelijke provo catie en zodoende kregen we opdracht om in te grijpen". V.d. Spek: „Mmmmmm. Ja, ja. Hm". En toen bent u dus er maar lekker op los gaan ram men". Agent: „Nou nee. Eerst is her haaldelijk vriendelijk doch dringend verzocht, de provo caties te staken. Maar daar kwam geen reactie op. Het werd élleen maar erger". A. v. E.: „Ach gut. En het eni ge wat u toen nog kon doen, was traangas spuiten en mep pen uitdelen?". Agent: „Ja, hoor eens, we heb ben in eerste instantie gewoon wat elementen aangepakt die zich verre van pacifistisch ge droegen. Maar toen steeds meer mensen zich ermee gin gen bemoeien, werd dat na tuurlijk een vrij massaal tref fen. U moet trouwens niet denken dat wij zoiets leuk vin den, hoor. En wat dat traangas aangaat, dat was inderdaad niet zo mooi, daar hebt u gelijk in, maar we kregen opdracht dat te gebruiken, met het doel de mensen wat te kunnen ver spreiden. Kijk, als u het mij eerlijk vraagt, gebeurt zoiets nooit meer. Wat mij betreft gaat die centrale vandaag nog dicht. Dan zijn we voortaan van dat gedonder af. Anders zie ik het over een paar maan den weer gebeuren, want ge weldloos demonstreren, dat schijnen veel mensen niet meer te kunnen V.d. L. Wat u over die cen trale zegt, daar zijn we het in ieder geval over eens. De rest van uw beweringen laat ik ge heel voor uw rekening. Dank u. U kunt gaan". DICK VAN RIETSCHOTEN hofbuite: .Bwaa.ai.iaw.KiilBmaïn steBinnenhofB DEN Het blijft dus denkbaar, vragen we de professor, dat er ten kwade dag in de zaal hiernaast een fataal foutje wordt ge kt? Een foutje waardoor een besmettelijke ziekte uitbreekt die, sns aan de Europese kant van de Oeral, de hele bevolking uit- In zijn werkkamer op het Sylviuslaboratorium heft prof.dr. Pearson de handen ten hemel: „Wat een nonsens! Verreweg de ste experimenten brengen nauwelijks of geen risico met zich Slechts in enkele gevallen bestaat er een zeker gevaar. Bijvoor- el wanneer je bezig bent stukken DNA te recombineren vanuit igene virussen. Dat zijn virussen die kanker kunnen veroorza- Als je met een dergelijk experiment in de weer bent en je zou je aan de veiligheidseisen storen, ja, dan zouden er rare dingen nen gebeuren. Onder de slechtst denkbare omstandigheden zou dan mogelijk zijn dat er kankerverwekkende genen buiten het- ratorium terecht komen en daar een eigen leven gaan leiden. - juist doordat de veiligheidseisen zo verschrikkelijk streng zijn, 'n ongeluk in de praktijk echt uitgesloten". PROF.DR. P.L. PEARSON: CONTROLE OP GENETISCHE MANIPULATIE VEEL TE STRENG Pearson, verbonden aan ,eidse universiteit, is an- igeneticus van zijn vak. rege zal hij als inleider op- in op het 19 februari in :ht te houden symposium, iet als vraag geformuleer- lotto heeft meegekregen: jtelen aan menselijke ge- De conclusie van zijn :h zal negatief zijn. Niet ege eventuele gevaren, om redenen van doelma- id vindt hij dat de weten- ipelijke sleutelaars zich alsnog moeten beperken ier-experimenten. Daaro- ladelijk meer. moet even in herinne- worden geroepen dat ge- nCtiOf informatie-dragers zijn dQ fui arSen voor de aanmaak eiwitten. En eiwitten zijn ouwstenen van alle leven. Vien kun je beschouwen als putertjes die die eiwitten :uren dat er een bepaald leven ontstaat. De genen een aap geven een zoda- ^^Istel van commando's dat '"™ap „aap" is en geen muis. [enen van mensen sturen witten op zo'n manier dat Jechtoplopende, met rede Siding [tigde wezens ontstaan die elf zijn. .O. ^100 rkeur den bevinden zich die ge- In de kern van levende n. Ze maken deel uit van streng die wordt aange- met de Engelse afkorting Het DNA in een mense cel bevat ongeveer 50.000 chillende genen. Onder- naar de mogelijkheid om mede DNA-streng wat te rom- :n, daarin wat te recombi- heet recombinant OCedl^-onderzoek. Doel daarvan et geheim van de geneti- computertjes te ontsluie- en ze zoveel mogelijk on- van menselijke controle te ?5 2i\6en- Waarbij de weten- ppers hopen dat ze op den zoveel kennis verwerven ze bijvoorbeeld in staat in zijn om menselijke ge- bdie slecht functioneren te 'angen door exemplaren net wel goed doen. Dat zou mogelijkheid ppen om ziektes die een itische achtergrond heb- (alle erfelijke ziektes, in- ■Bnjtëf sommige soorten kan- Elf te overwinnen. Een po- in die richting is in okto ber 1980 al gedaan door de Amerikaanse onderzoekers Martin Cline en Winston Sal- ser. Zij probeerden twee pa tiënten die aan de bloedziekte thalassemia leden weer aan een gezond stel genen te hel pen. Het experiment is mislukt en de patiënten zijn overleden, zij het aan de ziekte en niet ■aan het experiment. Prof. Pearson: „Dat die opera tie zou mislukken, stond bij voorbaat vast. Cline en Salser moeten zich daarvan zelf ook bewust zijn geweest. Hun mo tief is vermoedelijk geweest nieuwe onderzoekservaring op te doen. Probeer je voor te stellen wat ze gedaan hebben. Ze zijn begonnen met vast te stellen: bij deze patiënten is de aanmaak van dat bepaalde ei wit X gestoord. Voor die aan maak is het gen Y verant woordelijk, dus moet er met dat gen iets loos zijn. Daarna hebben zë enige gezonde exemplaren van het gen Y geïsoleerd en die overgeplant naar lichaamscellen van de twee patiënten, in de hoop dat het gen Y zou aanslaan en vol gens de regels van het genen- spel de produktie van eiwit X op gang zou brengen. Door celdeling en -vermenigvuldi ging zou de eiwit-produktie uiteindelijk weer zodanig op gang moeten komen dat de pa tiënten zouden genezen". „Welnu, tot en met het mo ment van de overplanting van gen Y in de bewuste lichaams cel hebben ze gehandeld op grond van kennis en technie ken die inmiddels gemeengoed zijn geworden. We zijn inder daad in staat bepaalde genen uit een streng DNA los te snij den en over te brengen naar een andere cel. Daar waar Cli ne en Salser echter gingen „hopen" dat heU gen Y zou aanslaan in de nieuwe cel, kreeg hun experiment het ka rakter van een „gok in het blinde". Want daar eindigt onze kennis. Hoe je ervoor moet zorgen dat zo'n gen op de gewenste wijze aan het werk gaat, is ons volstrekt onduide lijk. En het zal zeker nog tien tallen jaren kosten om daar achter te komen". Regulatie-proces Wat zijn de belangrijkste pro blemen? „Het grootste probleem is dat we geen inzicht hebben in het regulatie-proces dat bepalend is voor het al dan niet functio neren van die 50.000 genen binnen een cel. Want je moet niet denken dat in alle cellen alle genen voortdurend aan het werk zijn. In een bepaalde cel zijn op een bepaald mo ment niet meer dan, ik noem maar wat, 500 genen in ge bruik die opdracht geven voor de aanmaak van de voor die genen specifieke eiwitten. In een andere cel zijn weer 400 andere genen actief, die weer iets anders laten produceren.- Hoe komt het nu dat de ene cel zus doet en de andere zo? Dat weten we niet. En zolang we dat niet weten, kunnen we een bepaalde cel dus ook niet dwingen om juist die gen die wij erin hebben overgeplant aan het werk te zetten". „Een ander probleem is dat je zo'n gen ook maar niet luk raak ergens in die DNA-streng ertussen kan plakken. Als je hem op een verkeerde plek neerpoot, blijft-ie óók op non- actief. Waar precies moet je zijn? Ook dat weten we niet". Zolang dit soort fundamentele gegevens ontbreekt, is de af loop van experimenten met het recombineren van DNA dus volkomen onvoorspelbaar. Cline en Salser hadden geluk kunnen hebben met hun blin de gok. Dankzij een toevals treffer had het bewuste gen inderdaad kunnen aanslaan. Een andere onderzoeker, die op vrijdag de dertiende experi menteert, heeft misschien ver schrikkelijke pech. En creëert in zijn onschuld een genetische combinatie waardoor een be paalde eiwit-produktie op gang wordt gebracht die nou net levensgevaarlijk is voor de mens. Prof. Pearson: „Je kan nooit zeggen dat zo'n ongeluk uitge sloten is. Niets is 100% veilig in dit leven. Als er een ex treem hoge springvloed op treedt, zullen ook de Delta werken het begeven. Maar de kans dat dat gebeurt is natuur lijk verschrikkelijk klein. Het zelfde geldt voor het inplanten van een gen in een cel van het menselijk lichaam. De kans dat die gen aanslaat en tot ac tiviteit wordt gebracht, is ui termate gering. De kans dat het dan bovendien nog eens een schadelijke activiteit zou betreffen, is nog veel minie- mer. Bang hoef je voor dit soort experimenten dus echt niet te zijn". „Een andere vraag is of ze zin vol zijn. En dan is mijn ant woord: nee, zinvol zijn ze niet. Gegeven ons volstrekt gebrek aan inzicht in het proces dat de genen reguleert, is het zeer onwaarschijnlijk dat je als on derzoeker werkelijk iets leert van dit soort proeven. Daar om, en niet vanwege eventue le gevaren, vind ik dat we het sleutelen aan menselijke ge nen voorlopig moeten laten rusten. We moeten dat pas bij mensen doen als we veel en veel meer weten over wat er nu eigenlijk met die genen ge beurt in het menselijk li chaam. Tot het zover is, moe ten we ons beperken tot dier experimenten. De resultaten daarvan zijn veel gemakkelij ker te interpreteren; ze zijn veel leerzamer". Goedkope medicijnen Maar wat is dan, op korte ter mijn, het praktisch nut van DNA-onderzoek? „De mogelijkheid om op effi ciënte en goedkope wijze me dicijnen aan te maken. Je kan een gen immers overbrengen naar een menselijke cel, naar een dierlijke cel, maar ook Prof. Pearson: „Dankzij het recombinant DNA- onderzoek zuilen allerlei nu nog heel dure medicijnen de komende jaren massaal en goedkoop geproduceerd kunnen worden". naar een micro-organisme. In het geval van een micro-orga nisme is het betrekkelijk een voudig om die gen tot activi teit te dwingen. Dat betekent dat je een micro-organisme er toe kan brengen een gen te ac tiveren waarvan je weet dat-ie de opdrachtgever is voor de aanmaak van een bepaald soort eiwit dat jij graag wil hebben. Nou zijn er nogal wat medicijnen waarin eiwitten zitten die heel moeilijk zijn te winnen en daardoor heel kost baar zijn. Door DNA-recombi- natie zal het de komende jaren mogelijk worden die eiwitten massaal en heel goedkoop te maken. Denk aan interferon, het middel dat gebruikt wordt bij de bestrijding van bepaalde soorten kanker. Wetenschap pers in de Verenigde Staten zijn er kort geleden in ge slaagd interferon te laten pro duceren door micro-organis men. Daarbij is weliswaar een complicatie opgetreden. Het interferon dat betrokken wordt uit micro-organismen is stukken minder doeltreffend dan interferon dat direct uit menselijk weefsel wordt ge wonnen. Maar het procédé is in beginsel succesvol en ik ben ervan overtuigd dat de ko mende jaren allerlei, nu nog zeer kostbare, geneesmiddelen langs deze weg goedkoop ge produceerd gaan worden". Ook in Nederland? „De ellende in Nederland is dat we met ons onderzoek minstens vier jaar achterlopen bij landen als de Verenigde Staten, Engeland en Frank rijk. Oorzaak daarvan is de overdreven angst die het pu bliek en de autoriteiten heb ben dat er eens iets mis zou kunnen gaan met de experi menten. Het duurt waanzinnig lang voor je toestemming krijgt voor en bepaald onder zoek. En als je dan aan de slag bent, zijn de veiligheidseisen waaraan je moet voldoen bela chelijk hoog opgeschroefd. Toen we hier in Holland des tijds begonnen met recombi nant DNA-onderzoek is er op basis van de toenmalige, zeer strenge, Amerikaanse normen een dik handboek met allerlei spelregels opgesteld. Daarin staat welke laboratorium-om standigheden je moet hebben om die en die onderzoeken te doen; welke micro-organismen je mag gebruiken om bepaalde experimenten uit te voeren, enzovoort. Het gekke is nu dat men in de Verenigde Staten, door de ervaring wijs gewor den, die normen al tot twëe keer toe zeer aanzienlijk heeft verlaagd. Al doende is men ër daar achter gekomen dat DNA-onderzoek over het alge meen helemaal niet zo riskant is als aanvankelijk werd ver ondersteld. Maar in Nederland werken we nog steeds met die vreselijk strenge normen uit de tijd dat er met DNA-onder zoek nog nauwelijks enige er varing was opgedaan. Let wel dat ik niet pleit voor afschaf fing van alle veiligheidseisen. Sommige onderzoeken zijn in derdaad riskant en dan zijn strenge spelregels niet te ver mijden. Maar de meeste proe ven zijn volstrekt onschuldig en in die gevallen is het node loos duur en tijdrovend om zo scrupuleus te werk te gaan als wij doen". Intelligentie Maar als we nou eens met een professor te maken krijgen die te kwader trouw is? Iemand die in het geheim een project op stapel zet om met behulp van DNA-recombinatie, pak weg, de menselijke intelligen tie te beïnvloeden? „Dat is science fiction. We hebben het er net over gehad dat het nog ettelijke tientallen jaren zal duren voor we in staat zijn één enkele gen zoda nig in te bouwen in een men selijke cel dat-ie werkt zoals-ie moet werken. Nou, een ken merk als intelligentie wordt niet bepaald door één gen, maar door een hele serie ge nen. Misschien wel honderd. Die zou je dan allemaal moe ten inbakken in die DNA- streng. Dat zou een hopeloze zaak zijn. Dat zou je onmoge lijk allemaal kunnen controle ren". Over een eeuw kunnen we het misschien wel? „Ik wil niet uitsluiten dat de mensheid die kennis ooit nog eens verwerft. Maar over hoe veel honderden jaren dat zal zijn daar durf ik echt geen slag naar te slaan". WILLEM SCHEER tlch sdrijf ktheidge HAAG Publikatles van een wat grotere omvang over voor en tegen van de stationering van kernwapens zijn in erland betrekkelijk zeldzaam. De publieke discussie over het ïrwerp, nu even door het Poolse drama verdrongen naar de tergrond, gebeurt terwijl gedegen informatie slechts met ijesmaat voorhanden is. Mensen die van de bestudering van problematiek hun vak hebben gemaakt zoals die van het erlands Instituut voor Vredesvraagstukken, blijken ook bij niet altijd de duidelijkheid te kunnen scheppen die in een lijke belangrijke zaak wordt gevraagd. Ten dele vloeit de ekkelijke onbekendheid met de militaire materie natuurlijk j voc{, oede eng Brne avenl 5ti de jacht op feiten die het gevolg is van het gebrek aan open- worden alternatieve scenario's opgebouwd die heel verras- kunnen zijn. Dit is het geval met het boek van de Rotter- se journalist Herman Wigbold, hoofdredacteur van Het e Volk, die voor de gelegenheid diep in het onderwerp is aken. De stationering van nieuwe kernwapens in West-Eu- wijst hij ondubbelzinnig af, maar in tegenstelling tot wat de iesbeweging doet, gebeurt dat niet op grond van louter mo- tische op zich zelf overigens uiterst respectabele rede- Wel bepaalt Wigbolds afkeer van kernwapens de selectie de feiten en de argumenten. Overigens zegt Wigbold geen rstander te zijn van eenzijdige ontwapening, zoals het IKV feit. Hij is aanhanger van het machtsevenwicht, maar vol gens hem bestaat dat machtsevenwicht reeds en wordt het juist in gevaar gebracht door de installatie van nieuwe kernwapens. Ware motieven De eerste hoofdstukken van het boek van Wigbold zijn veruit het interessantst. Daarin wordt de voorgeschiedenis geschetst die aan het dubbelbesluit van de NAVO voorafging. Dit deel is het meest informatief. Het tweede deel daarentegen dat preten deert de ware motieven voor de NAVO-beslissing te kunnen aangeven, is onvoldoende gefundeerd en heeft dan ook niet veel meer dan propagandistische waarde. Het vreemde van het boek van Wigbold is namelijk dat hij aan de door de NAVO aange voerde motieven geen enkele aandacht besteedt. Een afweging van de argumenten pro en contra kan daarom niet gemaakt worden en er ontstaat dan ook een vertekend beeld. In Wig bolds ogen zijn de Amerikanen ofwel uit op het voeren van een beperkte kernoorlog of als dat al niet hun bedoeling is wil len ze in ieder geval met de installering van de kernwapens in West-Europa de Russen dwingen zich elders in de wereld koest te houden, ^fgezien van de vraag welk belang de Amerikanen bij een beperkte kernoorlog kunnen hebben, kan men zich af vragen of de Sovjet-Unie niet maar wat graag West-Europa on der druk zou willen zetten. Het persbureau Novosti schrijft bij voorbeeld met grote regelmaat dat wanneer de Westeuropeanen niet tot installatie van nieuwe kernraketten zulllen overgaan, de Sovjet-Unie nooit een kernaanval op Westeuropees grondgebied zal doen. De Sovjets zijn altijd sterk geweest in het bepleiten van dergelij.- ke garanties, maar dat neemt niet weg dat zij de opbouw van hun militaire apparaat altijd hebben afgestemd op de machtsver houdingen. Dat is dan ook de reden waarom zij na de totstand koming van het eerste SALT-akkoord in 1972 over de strategi sche kernbewapening in zo'n hoog tempo aan hun kernbewape ning hebben verder gebouwd. Politieke aspect In feite ziet Wigbold het politieke aspect van de installatie van de kernwapens geheel over het hoofd. Het moge waar zijn dat er militair gesproken tussen de VS en West-Europa aan de ene kant en de Sovjet-Unie aan de andere kant nog steeds een soort afschrikkingsevenwicht of in ieder geval aan Westelijke kant een verdedigingspotentieel bestaat, dat het Westen in staat stelt een aanval van de Sovjet-Unie af te slaan. -laar er kunnen aan een eigenlijke oorlog een groot aantal sta dia vooraf, waarin de bewegingsvrijheid van landen wordt be perkt. Het meest sprekende voorbeeld in dat verband is Finland. Naar aanleiding van de jongste ontwikkelingen rond Polen zou men ook West-Duitsland kunnen noemen. De Westduitsers heb ben zich, om het zacht uit te drukken, uiterst clement opgesteld tegenover de Poolse gebeurtenissen, iets waar terecht veel kri tiek op was. Hoe valt dat anders te verklaren dan door hun rela tief grote afhankelijkheid jegens het Oostblok? Hun speelruimte om wat er in Polen aan schending van de mensenrechten ge beurde aan te klagen was beperkt. Men kan zich overigens in West-Europa andere, bedenkelijker situaties voorstellen wan neer de Sovjet-Unie in de wapenrace ver uitloopt op die van het Westen. Omsingelingscomplex Misschien kan het wel als een voorbeeld van de gefinlandiseer- de gedachtengang van de auteur worden aangeduid, wanneer hij begrip vraagt voor het omsingelingscomplex van de Sovjet-Unie (die zich niet alleen bedreigd zou voelen door Amerikaanse, maar ook door Chinese wapens). Een juiste diagnose van een dergelijk complex zou toch moeten leiden tot de vaststelling dat dit omsingelingscomplex uiteindelijk het gevolg is van een machtsstreven. De geschiedenis van het tsarenrijk én die van het Sovjet-regime kenmerkt zich door een alsmaar voortschrij dende uitbreiding van, respectievelijk controle over het gebied van staten die vroeger autonoom waren. Dit is een nuchtere, on loochenbare constatering. Moet men daarom de Sovjet-Unie maar volgen, wanneer zij blijkens het persagentschap Novosti garandeert dat zij niet als eerste enz...? Op zijn minst lijkt hier PAUL VAN VELTHOVEN Herman Wigbold: Het bedrog met de kernraketten. Uitgave Ad Donker, Rotterdam. Prijs 18,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 9