Patiënt
zoekt
genezing
niet
allereerst
bij dokter
/oor
enve
Heti
ar ik
ij eei
ZATERDAG 13 FEBRUARI 1982
V olksgeneeskunst
in Nederland
en Vlaanderen
van de Stichting Het Zilveren
Kruis.
De 25 proefpersonen werden er 52.
In september gingen ze er voor
drie weken naar toe. De eerste
reacties van de patiënten waren
gunstig. Ze voelden zich opgeknapt,
maar dat is een logisch verschijnsel
na een verblijf in een andere omge
ving dan de huiselijke. Op het rus
tige Margaretheneiland, midden in
de Donau, in het centrum van de
stad Boedapest, in het luxe Ther-
malhotel, waren ze er eens echt uit.
De eigen bijdrage van 250 gulden
die ze moesten betalen hadden ze
er graag voor over. Vergeleken met
de normale prijs, die ze zouden
hebben moeten betalen bij de enige
Nederlandse touroperator die rei
zen naar ditzelfde kuurhotel ver
zorgt, Kott Kuurreizen B.V. in Am
sterdam, namelijk zo rond de drie
duizend gulden, was het een peule-
schil.
Vraag aan de directeur van Kott
Kuurreizen, de heer Udo Kott, of
het nu allemaal zo duur moet zijn.
„De prijs die wij moeten berekenen
wordt natuurlijk voor een groot ge
deelte door de Hongaren zelf be
paald. Vandaar dat we ook reizen
kunnen aanbieden in periodes
waarin het hotel wat minder kuur-
gasten heeft en de Hongaren hun
prijzen wat kunnen laten zakken.
In november hebben we zo'n reis
gehad bijvoorbeeld. Die was bijna
duizend gulden goedkoper voor
drie weken., In januari organiseren
we weer zo'n speciale groepsreis.
De belangstelling is enorm. Waar
om? Omdat de mensen weten dat
ze er beter vandaan komen dan ze
er naar toe gaan. En dat is beslist
geen zelfbedrog. Ik geloof heilig in
het nut van een verblijf in een
kuuroord met alle behandelingen
die daarbij horen en dat doen de
mensen die al jarenlang bij mij boe
ken ook", zegt de heer Kott.
Vraag blijft of de patiënten er nu
echt wel beter van worden. Het is
tenslotte een vorm van volksge
neeskunst, al wordt die dan ook
door artsen over de hele wereld
aanbevolen en betalen de zieken
fondsen in enkele Europese landen
de kosten. De heer Van Keulen
van Het Zilveren Kruis, vier maan
den nadat de 52 proefpersonen
werden uitgestuurd: „Er is nu wat
stilte rond het experiment. De ge
gevens die we hebben verzameld
zijn nog in onderzoek en het is
daarom nog wat vroeg om een uit
spraak te doen of het experiment al
dan niet is geslaagd. Over enkele
maanden zijn we pas zover en kun
nen we ook zeggen of het experi
ment zal worden herhaald ja of
nee".
Geen garantie
Wordt het experiment wel her
haald dan is dat prettig voor de pa
tiënten die dan meekunnen, maar
het houdt natuurlijk geen enkele
garantie in dat de ziektekostenver
zekeraars in de toekomst het kuren
in een kuuroord in hun verzeke
ringspakket zullen gaan opnemen.
Maar daar is het nog te vroeg voor
om er iets zinnigs over te kunnen
zeggen. Wel is bij "de verzekeraars
een duidelijke neiging merkbaar
om aan de volksgeneeskunstwen-
sen van hun verzekerden meer ge
volg te geven. En wie weet zal over
twintig jaar „kuren" er net zo bij
horen in Nederland als nu de vali
um die de dokter voorschrijft en
die wel door de ziektekostenverze
keraars wordt vergoed.
Nogmaals de arts Paul van Dijk ge
citeerd: „Het lijkt niet onwaar
schijnlijk dat men over 100 jaar
meewarig zal lachen over deze pe
riode in de geneeskunst. Op dezelf
de manier als men nu spreekt over
de tijd (zestiende en zeventiende
eeuw) waarin bij alle aandoeningen
werd adergelaten, zal men over 100
jaar over de geneeskunde van de
jaren zestig en zeventig zeggen dat
alle aandoeningen, zowel geestelij
ke als lichamelijke, werden behan
deld met chemische stoffen. Even
als wij nu anekdotisch noteren dat
door het aderlaten drie keer zoveel
mensen overleden dan het geval
was geweest zonder deze behande
ling, zo zal men dan zeggen dat in
een landje als Nederland door de
chemotherapie 50.000 tot 60.000
mensen per jaar in een ziekenhuis
werden opgenomen wegens schade
lijke effecten van deze geneesme
thode".
„De wetenschappelijke waarheid
van heden is de leugen van mor
gen".
GERARD CRONÉ
rijgef vroege middeleeuwen werden in de kloosters de eerste zieken verpleegd. Kloosters zijn dan ook te
h t< louwen als de voorlopers van onze ziekenhuizen.
jor
ig de mens op aarde is, zolang is hij ziek geweest en heeft
logischerwijs, geprobeerd beter te worden. Op welke ma-
dan ook. In Nederland kon men om beter te worden tot
naar de buurman gaan, naar het kruidenvrouwtje in het
naar de beul of de barbier, kortom naar iedereen die de
had om ziekten te kunnen genezen. Dat duurde tot in dat
onder Thorbecke een wet werd aangenomen waarin werd
ove gelegd dat de geneeskunde alleen mocht worden uitgeoe-
door hen die een artsexamen aan de universiteit hadden
legd. Voor die tijd kon letterlijk iedereen als genezer op-
fa*°J|en, was er ook duidelijk sprake van „volksgeneeskunst",
zou misschien verwachten dat door de hoge vlucht die de
Niet zonder gevaar
aanvtéle geneeskunde vooral de laatste tientallen jaren heeft
>men de volksgeneeskunst wel zou uitsterven. Niets is min
waar. De laatste jaren juist is er een sterke opleving van de
,metbeskunst te bespeuren én van de nu officiële, maar uit de
JurJ sgeneeskunst voortgekomen stromingen: acupunctuur,
usa der-, zwavel- en waterbaden, kruiden- en natuurgenees-
e, medische astrologie, homeopathie en zo nog een hele rij
xe. Hoe geavanceerder maar onpersoonlijker en chemi-
r de officiële geneeskunst, die uiteindelijk ook zijn wortels
iet j[t in de volksgeneeskunst, wordt, des te meer de patiënt-
inc! ument zi3n eerst zoekt en soms vindt bij personen
kef n middelen die eeuwenlang hun geneeskracht hebben be-
wien, of waarvan men in elk'geval geloofde dat ze die ge-
bij ikracht hadden.
>p t<
en
HAAG Er lijkt iets neer-
ïnds te zitten in het woord
Meicsgeneeskunst", zo van: dat is
maar voor het „gewone
De arts Paul van Dijk, van
hand bij Uitgeverij Ankh-
s het voortreffelijke boek
sgeneeskunst in Nederland
aanderen" verscheen, zegt:
lie volksgeneesmiddelen ge
in, vertellen dat niet gemak-
aan artsen. Zo komt men in
:he kringen tot het denk-
dat er nog maar weinig van
meeskunst van het volk over
it tegendeel is echter waar. Er
aanwijzingen, dat de volksge-
tunst thans bezig is terrein te
veren op de officiële genees-
I Ie, getuige de versnellende in-
1 van de reformgedachte, het
ousiasme bij het publiek voor
natieve geneeswijzen en de
aandacht voor meer zelfstan-
tid en eigen verantwoordelijk-
van de gezondheidszorgconsu-
Het is tevens een onjuiste
iderstelling dat mensen uit Ia-
maatschappelijke lagen van de
Iking meer gebruik maken
door overlevering verkregen
hten en gegevens dan hogere
schappelijke groeperingen. In
l^erband is het interessant te
fielden dat onder de patiënten
magnetiseurs een groep ge-
rs uit deze tijd die dicht bij de
Ési sgeneeskunst staat opval-
111 veel mensen voorkomen met.
lil re opleidingen. Hoewel onder-
op dit gebied ontbreekt, lijken
name artsen en artsenvrouwen
ief veel gebruik te maken van
een ïlijkheden buiten de officiële
p w eskunde".
ringrminst het gewone volk dus.
.het volk" in het begrip volks
die eskunde behoort dan ook ie-
ni<en die geen officiële genees-
toe ''ge opleiding heeft gehad. On-
het volksgeneeskunst verstaat men
plainwoordig „alles wat het volk,
iron rond van mondelinge of schrif-
e s|ce overlevering, op eigen ini-
n dftf en onder eigen verantwoor
ikheid aanwendt om ziekten of
'ondingen te verklaren en/of
oi snezen zonder daarbij hulp of
(lichting van de thans officiële
te eskunde in te roepen". Dat is,
ieel gezien, heel wat anders
■en kwakzalverij of charlatanerie
zol °k anders dan wat men „alter-
n, v we geneeswijzen" noemt, zoals
'unctuur, natuurgeneeswijze,
der eopathie en zo nog wat andere,
zeer veel mensen aan de vólks-
eskunst de voorkeur geven bo-
s li( de gewone geneeskunde is
lijf 1 verschillende onderzoeken be-
/en«n. Een in België verricht on-
liet oek in 1979 onder 70 patiënten
-en reumatische artritis (gewrichts-
opsteking) wees uit dat 75 procent
,ess hen voor zijn of haar behande-
oi óók hulp had gezocht buiten
ijk ifficiële geneeskunde; 44 pro-
ang had gekozen voor een bede-
raai t. Van de 70 ondervraagden
r k een groot aantal niet minder
Dat 32 verschillende volksgenees-
lt, i delen te hebben gebruikt. In de
irt leltse parochie Kiewit is een
n onderzoek gehouden naar het
digv'jderen van wratten. Van de
anc srvraagden had 64 procent zijn
trintten niet volgens de regels van
de 'fficiële geneeskunde laten be
nen delen, maar zijn heil gezocht in
ierMgeneeskundige behandelin-
it je Een Engels rapport uit 1976
dat meer dan 95 procent van
OE atiënten eerst probeert zichzelf
ehandelen of de hulp van der-
Over het algemeen gaat het om het
gebruik van vrij onschuldige mid
delen. Dat het zelf-genezen op deze
wijze echter niet geheel zonder ge
vaar is, wordt duidelijk als men
weet dat bijvoorbeeld bepaalde
kruiden bij een te grote dosis zwaar
giftig zijn. Over „geneeswijzen" als
het eten van glassplinters bij reu
matiek en het overgieten van
schotwonden met kokende olie
zwijgen we dan nog maar.
Misschien is het wel omdat er een
zekere gespecialiseerde kennis no
dig is, dat de mens van de vroegste
tijden af zijn toevlucht heeft ge
zocht bij „specialisten", hoger op de
maatschappelijke ladder staanden,
die dan bovendien ook nog vaak in
relatie stonden met het hogere,
zoals priesters, koningen en
maar dan in negatieve zin de
beulen.
De Keltische druïden, de Ger
maanse wijze vrouwen, en in chris
telijke tijden de priesters waren de
eerst aangewezenen om de ziekte
demonen uit te bannen. Maar dat
niet alleen: in de vroege middel
eeuwen verbouwden de monniken
geneeskrachtige kruiden in hun
kloostertuinen en in de kloosters
werden de eerste zieken verpleegd,
zodat die zijn te beschouwen als de
voorlopers van onze ziekenhuizen.
Bij het concilie van Nicea werd de
bisschoppen bevolen zich het lot
van de zieken aan te trekken en in
de kloosterregels van sommige or
den wordt het bezoeken van de zie
ken genoemd als een van de goede
werken. In de zevende eeuw sprak
men zelfs van monnikengenees-
kunde, zo zeer hield de geestelijke
stand zich bezig met de geneeskun
de. Zelfs de Reformatie heeft ei
genlijk weinig veranderd in de op-,
.vattingen over ziek-zijn. Zo schreef
Luther in 1532 dat het geen twijfel
lijdt dat koorts en ernstige ziekten
niets anders zijn dan werken van
de duivel.
Handoplegging
Koningen hadden eveneens de
naam ziekten te kunnen genezen
en elk koningshuis had zo'n beetje
zijn eigen specialiteit: de Franse
koningen klierziekten, de Hongaar
se geelzucht en krankzinnigheid,
de Habsburgse kropgezwellen, de
Castiliaanse en Engelse vallende
ziekte en klierziekten. Koning-
stadhouder Willem III (1650-1702)
vond het vanuit zijn protestantse
overtuiging maar dom bijgeloof en
deed er niet meer aan mee. De
Franse koning Karei X legde in
1825 echter nog steeds zieken de
handen op. Want daarom ging het,
om de handoplegging door een ko
ning.
Wat de beul betreft lagen de zaken
nog heel anders. Die was door het
toebrengen van letsel zo vertrouwd
geraakt met de menselijke anato
mie dat hij automatisch begon te
gelden als de specialist bij ongeval
len waarbij ledematen waren ge
broken, ontwricht of uit de kom
geschoten. Er kwam nog bij dat hij
door zijn functie een beetje aan de
rand van de samenleving vertoef
de, waardoor er iets geheimzinnigs
om hem heen hing. Dat paste ge
heel in het magisch-mystieke den
ken van zijn tijd. Maar er was nog
een reden waarom de beul een be
langrijke functie in de volksgenees
kunst vervulde: wederom door zijn
functie had hij de beschikking over
lijken. Dat betekende dat hij kon
beschikken over mensenbloed,
mensenvlees en mensenvet.
Hoe vreemd het misschien nu ook
moge lijken, die drie hebben een
grote betekenis gehad voor de ge
neeskunde. Mensenvet werd uit
wendig toegepast tegen piin in de
rug en bij genezing van littekens
en inwendig bij tuberculose, alge
mene verzwakking en bij gezwel
len. Wat het mensenbloed betreft:
nog in de 17e eeuw kwam het voor
dat men een epileptische jongen
het bloed liet drinken van een ont
hoofde misdadiger en in 1908 nog
vroeg een vrouw bij de terechtstel
ling van een moordenaar in Frei
burg de beul om wat bloed voor de
behandeling van een epileptisch
meisje. Mensenvlees werd gecon
serveerd met pek of met kruiden
en werd dan beschouwd als een bij
zonder waardevol geneesmiddel
voor allerlei kwalen, voornamelijk
inwendige aandoeningen. In 1906
was dit mummievlees in Duitsland
nog voor 20 mark per kilo verkrijg
baar. Een recept uit 1600: „Neem
een jonge krachtige man die men,
nadat hij is terechtgesteld, klein
snijdt en verpulvert. Bestrooi hem
dan met aloë en laat hem in bran
dewijn weken".
Heksen
Een heel eigen rol hebben de hek
sen gespeeld in de volksgeneeskun
de en misschien spelen zij die nog
wel. Misschien zijn zij nooit anders
dan goede wezens geweest die een
grotere kennis van het genezen
door middel van kruiden en andere
zaken hadden dan anderen. Dat zal
wel nooit meer te achterhalen zijn.
Ze kregen wel het etiket opgeplakt
handlangsters van de duivel te zijn
en werden als zodanig vervolgd en
gedood, nadat „bewezen" was dat
ze inderdaad heks waren. Dat be
wijzen moet men dan maar met
vele korrels zout nemen. Een van
de bewijzen was de waterproef. De
heks werd dan in een waterput ge
gooid. Als ze bleef drijven was ze
schuldig en werd ze ter dood ge
bracht. Als ze zonk verdronk ze.
De laatste waterproef in Nederland
werd in 1823 in het Overijsselse
Delden verricht. Paul van Dijk:
„De begrippen hekserij en ketterij
Voor 1865 kon iedereen als „chirurgijn" optreden.
kuuroord door het ziekenfonds bet
lagen steeds meer in eikaars ver
lengde en iedereen die niet voldeed
aan de verwachtingen die vanuit
de christelijke bovenlaag werden
gesteld kon worden opgepakt. Op
deze manier had men de mogelijk
heid alle personen die gevaar ople
verden voor het voortbestaan van
de kerk op te ruimen".
Het is niet onwaarschijnlijk dat
door het doden van nagenoeg alle
„heksen" een grote schat aan wer
kelijk waardevolle kennis omtrent
het genezen door middel van krui
den is verloren gegaan. Want dat
in de volksgeneeskunst wel dege
lijk een grote kennis over de wer
king van kruiden aanwezig is of
was lijdt geen twijfel. Er zijn boe
ken te vullen met namen van ge
neesmiddelen die nu in grote che
mische fabrieken worden gemaakt
maar afkomstig zijn uit natuurlijke
produkten, planten enzovoort. In
1978 heeft de Wereldgezondheids
organisatie in Alma Ata een con
gres gewijd aan volksgeneeskunst.
De Pakistaan dr. Rehman wees er
tijdens dit congres op dat westerse
fabrikanten de kruidengeneeskunst
vaak van primitieve volken afkij
ken, dan de planten voor weinig
geld opkopen, het actieve bestand
deel isoleren, dat in chemische
vorm namaken en dan het eindpro-
dukt de tabletjes en pilletjes dus
tenslotte voor hoge prijzen aan
dezelfde derde-wereldlanden ver
kopen. Het is een trieste waarheid,
die evenwel bewijst dat de ervaring
die de volksgeneeskunst oplevert
ten nutte van de moderne genees
kunde kan worden gebruikt en ook
wordt gebruikt.
Volksgeloof
Het zou te ver gaan om te zeggen
dat de volksgeneeskunst geheel is
gebaseerd op een grondige kennis
van werkzame bestanddelen, zoals
kruiden die bezitten. Daarvoor zijn
er te veel onverklaarbare zaken,
handelingen, die men misschien
nog het best kan zien als overblijf
sel uit donkere tijden toen de ma
gie heerste. Een van die onver
klaarbare zaken is het volksgeloof.
Er zijn voorbeelden te over. Neem
bijvoorbeeld het geloof dat het ge
slacht van een kind van te voren te
bepalen is. Men geloofde heilig, dat
de vrouw als ze een meisje wilde,
tijdens de geslachtsgemeenschap
een muts op moest zetten. Wilde
men een jongen dan zette de man
zijn pet op. Volgens Magnus (1230-
1280) is een onfeilbaar middel om
een zoon te krijgen: de baarmoeder
en de ingewanden van een haas
drogen en tot póeder stampen en
dit met wijn vermengd aan de
moeder geven. Op zijn zachtst ge
zegd een beetje bizar en zeker niet
maatgevend voor de volksgenees
kunst als zodanig.
De geneeskunst van het volk heeft
een duidelijke plaats in onze sa
menleving en zij verdient dan ook
meer aandacht dan nu hieraan
wordt besteed, meent de arts Paul
van Dijk. Tot op zekere hoogte ge
beurt dat dan ook van semi-officië-
le zijde. Neem bijvoorbeeld het
weer opbloeien van de kuuroorden,
in het buitenland zowel als in Ne
derland. Nijmegen heeft grootse
plannen gekoesterd in die richting,
Maastricht heeft kortelings ge
neeskrachtig water aangeboord en
heeft al plannen klaarliggen om
een groot kuurcentrum aan te leg
gen waar patiënten van hun kwa
len af kunnen komen, Nieuwe-Pe-
kela staat startklaar. Het is opval
lend dat van officieel medische zij
de zo weinig protesten zijn geko
men. Vraag is of hier niet het prin
cipe wordt toegepast: Baat het de
patiënt niet dan baat het in elk ge
val de economie.
In Duitsland en in Scandinavische
landen wordt het verblijf in een
kuuroord door het ziekenfonds be
taald, in Nederland niet. Geen
wonder dét men dan ook in de
„goedkope" kuuroorden, zoals in de
Oostbloklanden Hongarije en Roe
menië struikelt over de Duitsers en
de Scandinaviërs, maar er alleen
maar enkele Nederlanders tegen
komt die er wat geld voor over
hadden. Maar, en dat moet ook
worden gezegd, er meestal wel baat
bij hebben. Geen wonder dat de
druk op de ziekteverzekeraars dan
ook steeds groter wordt om voor
lijders aan bepaalde ziekten de kos
ten van een verblijf in een kuur
oord gedurende een bepaalde tijd
in het verzekeringspakket op te ne
men. Te denken valt hierbij vooral
aan reumapatiënten.
Proef
Schreef in 1976 een directeur van
een ziekenfonds nog in het orgaan
van het Nationaal Rheuma Fonds,
het Reuma-Bulletin, dat het onmo
gelijk was om patiënten op kosten
van de ziekenfondsen naar kuur
oorden te sturen „Wij betreuren
dat, want wij zijn er om de mensen
te helpen en wij hebben alle begrip
voor de moeilijkheden van vooral
de chronische zieken. Ook van de
genen die tevergeefs een beroep op
ons doen. Maar wij kunnen een
voudig niet aan hun verzoek vol
doen" in 1981 liet de ziektekos
tenverzekering Het Zilveren Kruis
weten als proef patiënten uit te zul
len zenden naar een buitenlands
kuuroord.
De algemeen directeur van Het Zil
veren Kruis, de heer J. H. Bok,
schreef in februari een brief aan de
bij zijn stichting verzekerden,
waarin hij zei dat het beleid er al
tijd op gericht is een complete ver
zekering te kunnen bieden tegen
de laagst mogelijke premie, maar
dat de taak van een particuliere
ziektekostenverzekering daartoe
niet beperkt mag blijven. „Daar
om", zei hij, „volgen wij met veel
belangstelling de ontwikkelingen
in de gezondheidszorg en pogen ons
een juist oordeel te vormen over de
waarde en betekenis van nieuwe
behandelingsmethoden. Ons is ge
bleken dat er een grote belangstel
ling bestaat voor de zogenaamde
balneotherapie, een in wezen zeer
oude behandelingswijze van be
paalde ziekten door middel van
bronwater. Er zijn duidelijke aan
wijzingen dat deze behandelings
methode door de combinatie met
moderne medische inzichten en
moderne (para)medische appara
tuur aan effectiviteit heeft gewon
nen. Gezaghebbende Nederlandse
reumatologen, zoals bijvoorbeeld
prof. dr. J. K. van der Korst staan
dan ook zeker niet afwijzend te
genover de balneotherapie. Op
grond van deze informatie heeft
het bestuur besloten om als proef
een 25-tal patiënten uit te zenden
naar een buitenlandse badplaats.
De keus is daarbij gevallen op de
Hongaarse hoofdstad, Boedapest.
Dat de keus op Hongarije viel is
niet toevallig. Hongarije is namelijk
rijk aan warme bronnen, die be
langrijk zijn voor de behandeling
van ziekten van het bewegingsap
paraat. Daarenboven heeft de bal
neotherapie in Hongarije een eeu
wenoude traditie en naar onze me
ning wordt aan de individuele ver
zorging en behandeling in Honga
rije zeer veel aandacht besteed".
Tot zover de algemeen directeur