Finale "Het is altijd al bon ton geweest om op het parlement af te geven" Full- profs inde politiek "Tweede Kamer maatschappelijk drooggelegd" ZATERDAG 13 FEBRUARI KAMERVOORZITTER DOLMA DEN HAAG Tweede-Ka mervoorzitter dr. Dick Dol man toont zich niet erg onder de indruk van de beweringen van zijn partijgenoot Van den Berg. Volgens hem passen die in een typisch Nederlandse traditie. „Het is hier altijd al bon ton geweest om op het parlement af te geven. Voor de oorlog was dat nog veel sterker. Het was vooral daar door dat de NSB met een aan tal zetels in de Kamer kon ko men. Nu krijgt een Glimmer veen geen poot aan de grond". Volgens Dolman maakt Van den Berg zich schuldig aan het trekken van niet gerechtvaardigde conclu sies. „Politicologen moesten wat minder naar statistieken kijken en wat meer naar de realiteit. Het zou goed zijn als ze eens biografieën zouden schrijven. Als dat in ons land al eens gebeurt, dan is het door de politicus zelf of een journa list, maar nooit door een politico loog". Voor een goed begrip: op de onder zoeken van Van den Berg zelf heeft Dolman geen kritiek. Hij be vestigt dat het aantal nevenfuncties van kamerleden sterk is gedaald en dat er veel minder bindingen zijn tussen Kamer en maatschappelijke organisaties. Hij is het ook met Van den Berg eens dat de partijen op dit punt zijn doorgeslagen. „Dat een Commissaris van de Koningin geen kamerlid kan zijn, is voor mij geen punt. Maar een man als Van Ou denhoven (burgemeester van Die penveen) had wat mij betreft best lid van de Eerste Kamer kunnen blijven". Dolman meent dat hier sprake is van een „naijlen van de jaren zes tig". Ook hij vindt dat als iemand een nevenfunctie wil bekleden, dat alleen verboden zou moeten zijn als het kamerwerk er echt onder zou lijden of de onafhankelijkheid er door in het gedrang zou komen. Maar de schuld van de huidige si tuatie zou niet alleen bij de politie ke partijen liggen. „Dat mensen als Groenevelt en Dutman geen lid van de Kamer kunnen zijn, komt ook doordat hun eigen organisaties (Industriebond FNV en ABVA/ KABO) dat niet willen. Ook in die kring wil men dit soort zaken ge scheiden houden". Maar dat alles biedt volgens Dol man nog geen bewijs voor de stel ling dat de meeste kamerleden wel iswaar schone maar toch ook erg lege handen hebben. „Vanaf de eerste dag begint een kamerlid zijn handen te vullen, door middel van telefoontjes, persoonlijke gesprek ken, brieven, hoorzittingen Van den Berg is dat helemaal niet nage gaan. Hij bespreekt in zijn artikel niet hoe het informatiecircuit werkt van een kamerlid". Dat vergaren van informatie is te vens, aldus Dolman, een van de re denen dat kamerleden zo ontzet tend veel uren maken. Dat Van Kemenade rustig een hele dag per week in Groningen college kon ge ven, vindt Dolman een verkeerd voorbeeld. „We zijn nu eenmaal niet allemaal van die mannetjes putters. Van Kemenade kon dat, op maandag om half zeven 's ochtends op, dan met de trein naar Gronin gen en 's avonds weer terug. Maar wie nog meer?" Invloed Ook betwist Dolman dat de parle mentariërs geen macht van beteke nis meer zouden vormen. „Hun werk heeft wel degeljk invloed op het beleid van de regering. De voorlopige verslagen, de moties, amendementen, door dat alles wordt het beleid bijgestuurd". Een recent voorbeeld van wat de Ka mer vermag, vindt de voorzitter, dat de eigen bijdrage voor zieken fondspatiënten niet is doorgegaan, hoewel minister Gardeniers daar heel zwaar aan tilde. Maar u weet toch ook wel dat als het heel erg belangrijk wordt, de ministers het vrijwel altijd w van de Kamer. Denk eens a toestand onder het vorige ka toen de dissidenten in het keer op keer door de knieëi gen. le „Dat ligt dan toch aan de ho. van die mensen. Als je wer voor iets staat, dan houd je v< stuk. Maar je moet natuurlij alle overwegingen in beschot nemen. Wat was nu beter vo ide mensen van het CDA? Eén v; flink zijn en een kabinet te brengen, maar dan wel door j gen partij uitgekotst te worde l°° konden zij beter in dit ene (te, het hoofd buigen om zo vo be rest hun invloed te behouder zij Arbeiders Over de eenzijdige herkoms;h: de kamerleden, de tweede b< ni( rijke bron van zorg voor Va ist Berg, blijkt Dolman zich ev< lat erg ongerust te maken. Wij gen daartegen in, dat het toe t merkwaardig is dat bijvooi :h een partij als de zijne (fcrk slechts één echte arbeider Kamer heeft, Frans Moor, evar heel erg veel doctorandussen, at „Moor is niet de enige. Dat I cce misvatting. Castricum, Spien Knol en in de vorige fractie Dl ht mer hebben ook met hun hi gewerkt. Maar ik geef toe, natuurlijk te weinig. Al die randussen en, vooral in de 1. doctors zijn echter het gevol jep de democratisering van het c wijs. Wat mijn partij betreft i vaak afkomstig uit sterk gfïk< veerde gezinnen, waar mend z over had voor het laten stu u van de kinderen. Je moet r wachten dat ineens zomaar uf"s< niets een volkstribuun opstaa °n „Neem mijzelf: mijn vader ®e1 hoofdonderwijzer, niet bepaar" vertegenwoordiger van de naamd betere milieus. Maar i misschien wel in zoverre i zondering dat ik op 18-jari tijd al de Tweede Kamer in J Om die reden ben ik ook ecca gaan studeren en vervolgel een departement gaan werke leek me een goede voorber op het kamerwerk". lge\ Geheimen Hiervoor zei u dat politici meer biografieën moesten ven. Wat mag daarin dan volj gezegd worden? Eerst begrijpt de kamervooi de vraag niet. Dan ineens: bedoelt het onthullen van men. Tja, dat is van geval tot verschillend. Lubbers zegt een interview dat hij tijden vorige kabinet wel van Pais (i ter van onderwijs) had afg Dat kan wel,1 vind ik. Pais is mers weg en wordt er niet door geschaad". Mag een geheim als dat van dijk onthuld worden? Tijde jongste kabinetsformatie is weer de schijn gewekt dat d ningin een actieve rol speelde politiek. „Neen. U mag overal gaan sj maar blijf weg van het Voorhout (werkpaleisje van gin Beatrix). De koningin k£j leen maar goed functioneren, onbesproken blijft. Ik praal ook nooit over mijn gespre met haar. Bovendien is er ge< den haar rol te bespreken. In rie heeft zij de kans om invloi te oefenen, maar ze doet het rij Zij houdt zich strikt aan de c tutie en zal nooit iets doen d' gaat tegen de wil van de mee heid van het parlement". U bent in een positie om c zc kunnen weten, maar wij m dat maar geloven. „Ja, dat moet u dan maar gelo ee RIK IN 'T l »g Dr. Dick Dolman:re vader w« hoofd- onderwijrtnj niet bepifccl een vertel n woordigeje do zogenaaflde betere milieus1* DIRECTEUR WIARDIBECKMAN STICHTING: Wie dagelijks op het Binnenhof verkeert, hoort vaak dat de macht van de Tweede Kamer, die volgens de grondwet de regering controleert en optreedt als medewetgever, niet zo heel erg veel voorstelt. Het zouden de ministers (en hun ambtenaren) en de maatschappelijke organisaties zijn, die samen het beleid maken. „De Kamer doet weinig anders meer dan achteraf maatregelen goedkeuren", zeggen ingewijden. Over de redenen van dit vermeende feit is al veel geschreven. Kamerleden zeggen zelf dat zij te weinig tijd en personeel hebben om de regering voldoende tegenspel te kunnen bieden. Maar het zou natuurlijk ook zo kunnen zijn dat er iets fout zit met de opzet van onze volksvertegen woordiging. De politicoloog Joop van den Berg gooit een knuppel in het hoenderhok. Kamervoorzitter Dolman zet zijn veren op, zoals het een haan betaamt, die Zijn kippen bedreigt De lomerleden hebben niet voldoende voeling meer met de wereld buiten het Binnenhof en weten daardoor niet meer of te laat wat daar leeft, Ziet. aldua dra. Joop van den Berg. bepaald bedrag worden verrekend. Daarnaast hebben diverse partijen strakke reglementen ontworpen, die tal van ambten onverenigbaar verklaren met dat van lid der Tweede en Eerste Kamer. De PvdA ging daartoe al over in het begin van de jaren zeventig; het CDA voerde iets dergelijks vorig jaar in. Het gevolg daarvan was bij voorbeeld dat de burgemeester van Diepenveen in Overijssel zeer te gen zijn zin het lidmaatschap van de Eerste Kamer moest neerleggen. De VVD is nog bezig met regle mentering. De argumenten voor deze regels zijn: Het kamerwerk is een full-time baan, die geen veelvuldige afwezig heid toestaat; Vermijden van conflicten van loyaliteiten, zodat er geen „affai res" ontstaan. Beide argumenten lijken steekhou dend maar zijn het niet, zegt Van den Berg. Volgens hem behoeven alleen de superzwaargewichten on der de kamerleden al hun tijd in het Binnenhof te steken. „Natuur lijk, de tijd van kamerleden is heel gemakkelijk te vullen tot voorbij de grens van de „overbelasting", maar daarom is die tijdpassering nog niet zeer nuttig". Als bewijs voor zijn stelling voert Van den Berg de PvdA'er Van Kemenade op, die na een jaar kamerwerk be sloot één dag in de week als buiten gewoon hoogleraar in Groningen te gaan werken, „om althans ook nog eens een andere werkelijkheid te gen te komen dan het Binnenhof". Het probleem van ongewenste ver menging van belangen is ook niet zo groot als het wordt voorgesteld, meent Van den Berg. „Als neven functies openbaar zijn, is allerlei controle mogelijk. Kamerleden zul len dan door collegae en door de media voldoende kritisch worden gevolgd. In ernstige gevallen kan het kamerlid van het woord voeren over een bepaald onderwerp af zien". Van den Berg meent dat de voor delen van nevenfuncties nu zwaar worden onderschat. „Binnen een beperkt terrein kan men er van op aan dat kamerleden werkelijk we ten waarover zij spreken. Betaling stelt immers eisen aan hun compe tentie op het terrein van hun ne venactiviteiten. Tenslotte blij ven zij financieel ook iets onafhan kelijker van hun eigen partij". Van den Berg vindt dat er nu een hoge prijs wordt betaald voor morele zuiverheid. „De handen zijn welis waar schoon, maar zij zijn vooral leeg". Herkomst Nu kan men zich afvragen, aldus Van den Berg, of die leegheid niet wordt gecompenseerd door maat schappelijke ervaring vooraf. Zijn antwoord is: „Neen". Hij baseert dat op onder meer een onderzoek naar de herkomst van de kamerle den, uitgevoerd rond de jaarwisse- Koekoek naast Vader Abraham: wel verdiend met een nevenfunctie ling 1979-1980. De uitkomsten daarvan zijn beschreven in het eer ste hoofdstuk van het boek „Leden van de Staten-Generaal,dat vorig jaar verscheen. Het onderzoek levert verrassende resultaten op: de helft van de leden is afkomstig uit de sectoren over heid (ambtenaren) en onderwijs (universiteiten e.d.) en elf procent komt uit de categorie „geen be roep" (huisvrouwen en net-niet af gestudeerden). Bijna twee derde is academicus en op iedere vijf afge studeerden is er één afkomstig uit de sociale en politieke wetenschap pen. Negen van de tien kamerle den komen na hun entree nooit meer buiten de deur, hoewel zij bij hun entree op relatief jonge leeftijd nog weinig diepgaande ervaring hebben opgedaan. Zij zijn tenslotte spoedig geneigd het geïsoleerde Binnenhof weer te verlaten. Andere oorzaken „Vanwaar deze herkomst en maat schappelijke positie?", vraagt Van den Berg zich af. „Vanwaar vooral die merkwaardige „behoefte" aan „isolement op het Binnenhof?". Naast de al genoemde professiona lisering noemt hij nog vier oorza ken voor dit verschijnsel. Nieuwe Moraal; de meeste ka merleden menen dat de politiek zich dient te verheffen boven de behartiging van speciale belangen. Ontzuiling; dit fenomeen heeft de eertijds nauw met elkaar ver bonden organisaties in politiek en samenleving van elkaar verwij derd, bij links nog meer dan bij de confessionele zuilen. Democratisering; de politieke partijen hoeden zich voor het onder druk zetten van de achterban bij het opstellen van de kandidaten lijst. Actie en Demonstratie; met name de nieuwe vrijgestelden voe- een gouden plaat, maar zeker niet len veel meer voor déze middelen dan voor (geduldig) lobbyen of het behartigen van de belangen van bevolkings- of belangengroepen. Neveneffecten Het resultaat van al deze sterke veranderingen is, aldus Van den Berg, dat „de Tweede Kamer maat schappelijk is „drooggelegd" en daardoor onevenredig afhankelijk is geworden van ambtelijke infor matie, toevallige vriendschapsrela ties, de media en incidentele infor matieverstrekking (door mensen) in zondags pak". Voorts constateert Van den Berg dat een belangrijk deel van de Kamer is los geraakt van zijn vroeger grote aandeel in de politieke machtscircuits. Dat zou vooral het geval zijn op sociaal-eco nomisch terrein, waarbij met-name de linkse parlementariërs praktisch geen invloed meer zouden hebben. Ook is het kamerlid, aldus Van den Berg, te zeer afhankelijk geworden van de politieke partij, die hem kandidaat stelt. De partijen, die zich eenzijdig richten op maat schappelijke acties zouden op hun beurt weer te zeer afhankelijk ge worden zijn van de daar sterk wis selende samenstelling en humeu ren. Dat alles verklaart volgens Van den Berg ook waarom de Tweede Kamer tegenwoordig betrekkelijk weinig gezag heeft. Geïsoleerd als zij naar zijn mening is, is de Kamer volstrekt eenzijdig afhankelijk van de effectiviteit van de eigen beslis singen. „Bij een onvermijdelijk groot aantal mislukkingen en con flicten waarmee de politiek in een democratie heeft te maken, is dat een te smalle basis voor maatschap pelijke aanvaarding en vertrou wen. Politiek gezag binnen de be volking komt waarschijnlijk voor een deel tot stand via diepgaande vervlechting met allerlei groepen in de samenleving". Van Kemenade: Eén dag in de week buitengewoon hoogleraar in Gro ningen. AMSTERDAM Sinds het eind van de jaren zestig is er een nieuw soort Tweede-Ka merlid ontstaan: de full-time professional. Drs. Joop van den Berg, directeur van de Wiardi Beekman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, constateert dit en toont zich er niet blij mee. In een artikel in „Socialisme en Democratie" lanceert hij de bewering dat de Tweede Ka mer mede daardoor in een iso lement is geraakt. De leden van het belangrijkste deel der Staten-Generaal hebben vól gens hem niet voldoende voe ling meer met de wereld bui ten het Binnenhof en weten daardoor niet meer of te laat wat daar leeft. „Het bestaan van een full-time po liticus is niet gezond. De informatie die op het Binnenhof aankomt, is dank zij het karakter van belang hebbendheid en dank zij allerlei se lectiemechanismen zeer gefilterd. Wat het kamerlid te zien krijgt, be staat in hoofdzaak uit ambtelijke nota's, brieven van belangengroe pen en leuzen van demonstranten. Dat is niet zonder meer de werke lijkheid van de Nederlandse sa menleving", aldus Van den Berg. De WBS-directeur, politicoloog en nog niet zo lang geleden parlemen tair redacteur van NRC/Handels- blad, geeft twee hoofdoorzaken van wat hij noemt de maatschappelijke „drooglegging" van de Tweede Ka mer. De eerste is de rigoureuze be perking van het aantal nevenfunc ties; de tweede is de verandering in de herkomst van nieuwe leden. „Koekoek is thans het enige ka merlid voor de BP. Koekoek maakt voor dat Kamerlijk werk een zes- tienurige werkdag, de overige acht uren is hij aan het eten, drinken, rusten en slapen. Hij zou dus in an dere functies geen cent waard zijn. Hij heeft dus geen enkele neven functie". Aldus antwoordde Hen drik Koekoek, in wiens persoon de Boerenpartij vele jaren vertegen woordigd was op het Binnenhof, in 1978 op een verzoek van kamer voorzitter Vondeling om medewer king aan het jaarlijkse overzicht van nevenwerkzaamheden der le den. Dwaalspoor Dit lijstje, dat elk jaar de kranten weer haalt, geeft een ellenlange op somming, van commissariaten tot voorzitterschappen van carnavals verenigingen. De Tweede Kamer heeft daartoe zelf in 1976 besloten, nadat was ontdekt dat de politici Norbert Schmelzer (KVP) en Bau- ke Roolvink (ARP) in het geheim betaalde adviezen gaven aan de Amerikaanse oliemaatschappij Gulf. Maar volgens Van den Berg moet men zich door de soms zelfs aandoenlijke volledigheid van het overzicht niet op een dwaalspoor laten brengen. „De ver bondenheid door middel van al dan niet gehonoreerde nevenfuncties met allerlei politiek relevante orga nisaties is bezig aanzienlijk af te nemen". Ook hierbij heeft de Kamer zelf weer een zeer belangrijke rol ge speeld. Sinds 1968, toen de schade loosstelling van de leden werd op getrokken tot „het salaris van een directeur van een kleine onderne ming" (aldus wijlen VVD-senator Van Riel), geldt de regel dat even tuele andere inkomsten boven een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 18