Nederlandse toeristen bekeren zich massaal tot de bus Toeristische boeken en kaarten moeten actueel zijn -1 '**M ZATERDAG 30 JANUARI 1982 HAAG Uitgerekend IUS, die nog niet eens zo geleden in de ogen van hen xperts een vervoermiddel waarmee slechts potver- ,de viscolleges, rumoerige Jbalfans en van-je-hela- p -feestneuzen vervoerd n, den worden, is nu in de i erlandse reiswereld de m edreigde koploper, die de. ■operators aan meer klan- helpt. Met name de auto- :ndels naar Oostenrijk cuJjpanje jaar geïntroduceerd blijken een weerga- verkoopsucces te zijn. jet-gevoelige Nederlanders", JlRV Holiday-directeur Peter ono erhoff vast, „hebben de bus uw ontdekt en geven aan manier van reizen weer de veejjceur. In vergelijking met vorig 5 het aantal boekingen op onze jndels meer dan verdubbeld, esjrbij ik aanteken, dat steeds en 'jonge mensen er gebruik van en". idei oude, vastgeroeste imago, dat üen utocar alleen maar interessant ves zijn voor bedaagde burgers ht{ om de aow-drempel, is ver- :ti jen. De moderne bussen zijn gr it comfortabele vervoermidde- sc: die van alle gemakken voer- 'aar zijn. De toonaangevende buso- jrs zoals Broere en De Jong >n een generatie bussen op de kan ebracht, waarover ook de kri- ie c reisorganisator terecht ra- esli enthousiast is". Del nio liekstrekkers on (leek ook weer op de zojuist uden Vakantie Beurs in :ht, waar twee tentoongestelde de grote publiekstrekkers Begrijpelijk, want het ging im mobiele paleizen, die res- "noe velijk 375.000 en 600.000 gul- 1 ekost hebben, kli lijkt een onverantwoorde in- nel ing", geeft Felderhoff vol- ig toe, „maar mét de bouwers er toch vari overtuigd, dat ze sten binnen de kortste keren en dwars hebben terugver- >u overigens mogen verwach- et lat de opmars van de bus het rervoer in de wielen rijdt. De tietreinen, waarover wij fn beschikken, zijn immers twi lijk verouderd en voldpen ineer aan de eisen van de mo- reiziger. Maar curieus genoeg a< en de Bergland Express en de da itietrein naar Spanje bedui- P«ter Felderhoff ia terecht trota op zijn Haagse reisorganisatie, die inmiddels 75 Jaar „op maat gesneden vakanties" verkoopt. S?i,2?Vn..**n ®n,S* 9"«tvrouw«n blijf» hij lijn credo verkondigen, det hef ondanks de lorgelljke conjunctuur verrukkelijke lijden aljn voor een ondernemer, die lijn huiswerk gemaakt IteefL dend meer reizigers dan vorig jaar". „De grote verliezer in 1982 wordt de eigen auto, die velen bij nader inzien toch niet het ideale vervoer middel vinden voor hun vakantie. Als je de plus- en minpunten naast elkaar zet, begrijp je ook, waarom men zich massaal tot de bus be keert. Degene, die met eigen ver voer naar een wintersportbestem ming reist, gaat doorgaans onmid dellijk na zijn werk op vrijdag weg. Hij begint dus meestal al vermoeid aan een heidense klus van 1000 tot 1500 kilometers Autobahn. En tien' tegen één, dat hij onderweg van de' ene file naar de andere ploetert en ook nog eens te maken krijgt met mist, gladheid en sneeuwbuien". „Tel daarbij op, dat een rit per ei Peter Felderhoff: „Dit zijn prachtige tijden voor mensen, die hun huiswerk gemaakt hebben" gen auto allang niet meer goedkoop is en in vele gevallen zelfs duurder uitvalt dan een busretourtje, dan kan zelfs een onmo/idig kind be grijpen, waarom vele Nederlanders hun wagen thuis laten". „Die bus, waarin hij op 280 plaatsen in Nederland kan instappen, om zeilt de files weliswaar ook niet, maar daar hebben de reizigers toch duidelijk minder last van. Ze heb ben een bar en een toilet bij de hand, kunnen desgewenst een wandelingetje maken en in steeds meer bussen kunnen ze ook nog naar videofilms kijken. Dat zijn stuk voor stuk voordelen, die je niet uitpoetst". "Natuurlijk", geeft Felderhoff toe, „merken we ook in ons bedrijf de gevolgen van de dalende conjunc tuur. Maar aan het doemdenken wensen wij toch niet mee te doen. Een stroom van negativisme Ver giftigt momenteel onze samenle ving. En overal is men druk bezig elkaar een levensgroot echec aan te praten". Op de tenen „Waar is dat voor nodig? Dit zijn namelijk alleen zorgelijke tijden voor ondernemers zonder fantasie en eigen inbreng. Het zijn daaren tegen verrukkelijke tijden voor mensen, die hun huiswerk gemaakt hebben". „Nu overduidelijk blijkt, dat de bo men echt niet tot in de hemel groeien, zullen we met zijn allen weer op de tenen moeten lopen om iets te bereiken. En dat is prima. Daar kan een mens alleen maar be ter van worden". „Een man als Ad Latjes heeft de reiswereld ontegenzeglijk een opla- waai-de-luxe verkocht..Ook ik neb daar nog steeds een vieze smaak van in de mond. Maar toch geloof ik, dat al die wilde-vaart-onderne- minkjes met hun onverantwoord stuntwerk de bona-fide reisorgani satoren aan een stuk brood helpen. Het geknoei van mensen als Latjes, die nooit meer één poot aan de grond mag krijgen in ons vak, heeft de consument aan het denken gezet over de voorwaarden, waar aan hun vakantiereis hoe dan ook moet voldoen. Men wordt voorzich tiger en speelt liever op zeker". Felderhoff, een 44-jarige besnorde, verbaal rijk geornamenteerde ma nager nieuwe stijl, die zichzelf bij voorkeur „een oprechte, vrije jon gen" noemt, zegt ook: „Op de va- kantiemarkt kun je niet met succes opereren, als je je beperkt tot het vervoer van ladingen mensen tus-« sen de punten A en B. In ons vak moet je allereerst van mensen hou den, anders kun je het wel verge ten. Dan ben je een lamp zonder licht, een bloem zonder geur. Ook al heb je je cijfertjes keurig op een rij, dan red je het nog niet. Het lukt je alleen, als je een produkt brengt, waar je zelf warm voor loopt, waar je voor de volle honderd procent achter staat". In de lift Verheugend noemt Felderhoff ook het feit, dat de Nederlandse Reisve- réhiging, die enige tijd geleden is losgekoppeld van de touroperator NRV Holiday, weer duidelijk in de lift zit. „Het aantal leden stijgt in rap tempo. Dat is waarschijnlijk een tijdsbeeld. De mensen willen weer ergens bij horen. Ze willen zich organiseren. Nou, van mij mo gen ze hun gang gaan. Een touro perator, die zo'n enthousiaste club achter zich heeft, mag zich geluk kig prijzen". LEO THURING Foto: MILAN KONVALINKA URG Als gevolg van onomische malaise zullen meer mensen hun va- in het binnenland ïrengen en niet in het nland. Op het eerste ge- een zeer aannemelijke J. Toch zegt drs. W. de as, econoom aan de Ka- ïke Hogeschool te Til- zuinig: „Ik weet zo net liet of dat wel waqj* is", irdeling van arbeid is •eter instrument om de de van leven zonder te bestrijden dan een ge- iferi deerd basisinkomen ut zo'n stelling. En alweer: Ireet het niet". Nederlan- ne' zullen liever droog brood dan hun auto laten staan. ..Ik weet het niet". vijr wikkeling van het voor Nederland splinternieuwe vak „vrijetijdskun- de" dient te geschieden in' samen werking met het Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme en Recrea tie te Breda. Drs. De Freytas is coördinator van het keuzevak „economische aspec ten van de vrije tijd". De sociologi sche kant wordt aan de Tilburgse hogeschool behartigd door dr. Krijn van Bijsterveldt, uit wiens mond de woorden: „Vrije tijd betekent niet vrij zijn van iets te moeten doen, maar vrij zijn om iets te mogen doen". Een diepe. Nu wordt wel het verwijt gehoord dat de beste ding van die vrije tijd bij de over heid in het verdomhoekje zit. Wim Knuist, medewerker aan het So ciaal en Cultureel Planbureau te Rijswijk, heeft onlangs geklaagd: „Bij het denken aan vrije tijd is vooral uitgegaan van de vrijgestel den in onze maatschappij met hun cultuurpatroon en niet vaft mensen die nauwelijks zijn voorbereid op iets-'anders dan werk. Terwijl we op het moment juist te maken heb ben met een zeer grote gemepgde groep die ook door de werkloos heid meer tijd heeft dan ooit en tegelijk minder geld om zich aan al te commerciële tijdpasseringen over te geven". Adviezen Is zo'n verwijt aan het adres van de overheid gerechtvaardigd? „Niet helemaal", vindt drs. De Freytas. „Ik acht het te eenzijdig. Ook de wetenschap is te kort geschoten. Wanneer wij, wetenschappers, aan de hand van gedegen onderzoek la ten zien hoe maatschappelijk be langrijk het verschijnsel vrije tijd is en wat je er van kunt maken, komt de overheid wel over de streep. Bij de overheid wordt zeer zeker nage dacht over het onderwerp, maar van onze kant zijn te weinig prak tisch uitvoerbare adviezen geko men. Het is allemaal te zwevend geweest". Nu de vrijetijdskunde zich officieel tot vak heeft horen uitroepen, denkt drs. De Freytas op den duur te kunnen komen tot een concreet model dat een verklaring geeft voor de gedragingen die Nederlan ders in hun vrije tijd vertonen. „Daar heersen volgens mij name lijk verkeerde denkbeelden overmet de mogelijkheid van verkeerde beleidsbeslissingen als gevolg. Zo'n model zou de overheid in staat stellen om de uitvloeisels van economische en maatschappe lijke veranderingen te voorspellen en daar zijn beleid op af te stem men. Natuurlijk weet ik dat niets zo grillig is als het gedrag van de consument en dat het consumeren van goederen of diensten hoofdza kelijk in de vrije tijd gebeurt. Maar een model kun je regelmatig bij stellen. Dat doen we met economi sche modellen ook. Nou: op deze manier kan de overheid of het bedrijfsleven straks heel zakelijk bekijken welke voorzieningen voor de vrijetijdsbesteding wenselijk zijn en welke overbodig. Ze hoeven zich niet langer te laten leiden door kreten". De vrijetijdskundoloog. Nieuwste ster in de melkweg van weten schappelijke disciplines. Althans wat Nederland betreft, want we lo pen weer eens achter. In landen als Canada en Amerika "houden niet alleen sociologen, maar ook econo men, politicologen en filosofen zich al een aantal jaren bezig met het vak. Frankrijk heeft er van pre mier Mitterrand zelfs een regel rechte minister voor vrije tijd bijge- kregen. „Ik vermoed dat wij ach terlopen omdat onze wetenschappe lijke wereld soms te behoudend is. Nieuwe ontwikkelingen worden' door wetenschappers vaak niet be langrijk gevonden. Wat moet je er mee aan? die vraag. En er heerst in Nederland natuurlijk een, stevig arbeidsethos. Onze calvinistische erfenis. In het zweet uws aan- schijns zult gij uw brood verdienen. Niet bepaald een klimaat waarin gedachten over de relevantie van vrije tijd snel kunnen rijpen". Kenmerkend is dat er buiten de grenzen al talrijke wetenschappers op de economie van de vrije tijd zijn gepromoveerd, maar in Neder land slechts één, te weten dr. F. Broekman aan de Katholieke Uni versiteit van Nijmegen, van wiens diensten Tilburg dan ook gretig ge bruik maakt. Nu echter gloort er eindelijk hoop dat de vrijetijdskun de een volwassen studierichting zal worden, met alle vruchten van dien voor toekomstige beleidsma kers. En voor de mensen natuurlijk die zich met hun vrije tiid geenr raad weten. Een aanzienlijke cate gorie, zo blijkt uit de twee rappor ten die de Tilburgse Hogeschool en het Bredase Wetenschappelijk In stituut voor Toerisme en Recreatie hebben samengesteld alvorens te besluiten definitief in zee te gaan. Vrijetijdsbesteding kan zich als maatschappelijk vraagstuk in nogal wat vormen voordoen, leest men daar. Zo zijn er mensen die er niet in slagen enige zin te geven aan de mogelijkheden die de vrije tijd biedt. Dit komt bijvoorbeeld voor onder werklozen die tegen hun wil buiten het arbeidsproces zijn ge plaatst en die zich niet aan hun nieuwe situatie over kunnen ge ven. Tel daarbij op de arbeidsonge schikten van wie blijkens recent onderzoek maar lieft 92 procent meteen weer aan het werk zou wil len „omdat ze zich zo vervelen". Als tegenvoeter fungeert de groep voor wie de mogelijkheden, gescha pen door de vrije tijd, zo onbe grensd lijken dat men nauwelijks een keuze kan maken of dwangma tig aan alles wil meedoen. Zo'n houding manifesteert zich in ris kante leefgewoonten als drankge bruik, onverstandige voeding, ro ken, consumptie-neurose, een te gejaagde of juist te passieve leefwij ze. En natuurlijk zijn er mensen die gewoon de vaardigheid missen om hun tijd goed te besteden, hetzij als gevolg van onvoldoende scholing, hetzij bij gebrek aan voldoende ontwikkelde interesses. Extreme uitingsvormen zijn verveling, ver vreemding, vereenzaming en cri minaliteit. Maar vooral blijkt het veel Nederlanders te ontbreken aan voldoende middelen en moge lijkheden om iets zinvols met hun vrije tijd te doen. Voorzieningen schieten te kort of er is te weinig geld voor de invulling van verlan gens dan wel voor het vullen van een overmaat aan vrije tijd. Onge lijke kansen voor deelname aan de beschikbare vrijetijdsvoorzieningen ziin het gevolg. Slotsom van beide lijvige rapporten wier hemelsblauwe omslag nogal contrasteert met hun loodgrijze in houd: „De bestuurlijke inrichting van de maatschappij is nog steeds onvoldoende op de nieuwe situatie afgestemd. Er is wel een hoopvol begin van een gedecentraliseerd so ciaal-cultureel beleid door de over heid ingezet, maar de veelheid aan particuliere organisaties juist op dit terrein toch zeker de eerst aan gewezenen voor het ontplooien van initiatieven is nog moeilijk aan spreekbaar voor een gecoördineerd optreden en samenspel met de overheid". Werk aan de winkel dus. En Til burg plus Breda hebben de bel ho ren rinkelen. Te lang zijn de ge dachten over vrije tijd geënt ge weest op elitaire idealen uit de ne gentiende eeuw over vrije tiid en hobby's. Dat blijkt bijvoorbeeld git het feit dat in net beleid ten aan- ziei) van de vrijetijdsbesteding de nadruk nog steeds eenzijdig ligt op toerisme en openluchtrecreatie alsof het grauwe, groeiende leger werklozen en arbeidsongeschikten, alsof dé gepensioneerden en school verlaters met hun plotselinge zwar te gat, zich dagelijks konden ver meien in pretparken of aan de wa terkant. Drs. De Freytas: „Het gro te belang van het terugdringen van de werkloosheid mag niet inhou den dat de bestudering van de pro blematiek van de vrije tijd en de besteding ervan op wetenschappe lijk niveau wordt verwaarloosd. Vrije tijd mag niet gelijk worden gesteld aan de tijd die men besteedt aan recreatie. Integendeel, er zijn ontwikkelingen aanwijsbaar die het verschil tussen beide eerder vergroten dan verkleinen". Doel van de opleiding vrijetijds kunde is dan ook de vrije tijd als maatschappelijk belangrijk ver schijnsel uit de sfeer van louter leuke dingen te halen. Dit ver klaart waarom een econoom als drs. De Freytas zich ervoor inzet. Zijn eigen woorden: „De aandacht van de economische wetenschap voor het verschijnsel vrije tijd heeft geen gelijke tred gehouden met het toenemen van de vrije tijd en de keuzevraagstukken die daarmee samenhangen. De bestaande theo rieën schieten te kort om het vrije- tijdsgedrag te verklaren. In de er kenning dat de besteding van de beschikbare vrije tijd voor veel mensen een ernstig maatschappe lijk probleem vormt, ligt de drin gende noodzaak besloten van een inbreng vanuit de economische we tenschap. We mogen ons niet lan ger afzijdig houden". PIET SNOEREN Bij het kopen van boeken en kaar ten op toeristisch gebied is het van groot belang dat men zich verge wist de recentste uitgave te ontvan gen die er bestaat. Een steekproef bij diverse winkels leert steeds weer dat lang niet altijd de nieuw ste edities van kaarten worden aangeboden. Bij boeken is het ge bruikelijk dat bij het verschijnen van een nieuwe druk meteen de oude exemplaren „uit de roulatie" worden genomen. Bij landkaarten is dit niet altijd zo. Niet zelden wor den uitgaven die in 1978 zijn ge drukt als nieuw gepresenteerd. Het is ondoenlijk om hier een overzicht van kaarten te geven (Nilsson en, Lamm in Weesp geeft jaarlijks een overzicht uit). Soms staat op de kaarten zelf in heel kleine lettertjes op de zijkant het jaartal aangege- De controle op de jongste uitgaven van reisgidsen is veel makkelijker omdat jaartal en druk doorgaans voorin staan. De 'grootste uitgevers van reisboeken zijn Kosmos en El sevier. We sommen van beide de jongste uitgaven op, zodat u weet wat recent is verschenen. Kosmos: grote gidsen over Honga rije, Noorwegen. Parijs, Verenigde Staten, Egypte en Zweden en in een iets minder omvangrijke band: Joegoslavië, Zwarte Woud, Grie kenland (vaste land), Belgische Ar dennen, Eifel, Noord- en Midden- Zwitserland, Zuid-Engeland, West- Tirol en Voralberg en de minigid- sen Griekenland (vaste land), Griekse eilanden, Karinthië, Tessin en Ierland (verschijnt in april). Een vermelding apart verdienen vier gidsen die door Kosmos in sa menwerking met Baedeker en Shell zijn uitgebracht over Spanje, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk (Griekenland, Engeland, Scandina vië en Italië staan op stapel). Bij Elsevier verschenen vorig jaar een reeks mini-reisgidsen en taal gidsjes. De reiskompassen gaan over: Indonesië, Ierland, Karinthië, Noorwegen, Joegoslavië (kust, ei landen), Istrië Slowenië, Zwarte Woud, de Rijn van Nederland tot Mainz, Zuid-Engeland, Languedoc- Rouisillon, Franse Rivièra, Franse Atlantische kust, Costa Brava, Cos ta del Sol en Granada, Tenerife, Gran Canaria (met Lanzarote en Fuerteventura), Portugal en Madei ra, Algarve, Rhodos, Tunesië. Verder de volgende taalgidsen: En gels, Grieks, Joegoslavisch, Frans, Italiaans, Portugees. Hongaars, Duits en Indonesisch. Behalve Kosmos en Elsevier Gottmer een bekende uitgever va. reisboeken (de Dominicus-reeks). Verder kent iedereen natuurlijk de ANWB als uitbater van reisgidsen, die voortdurend worden bijge werkt. Ook voor deze uitgaven geldt: op letten of het de laatste druk betreft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 21