Holland op de schaats, Holland op z'n mooist chaatsend erop uit of rat men zoal ontmoet in een romantisch Hollands landschap DE VERGULDE y.<"*S, t hij plastisch. Iets art Kok een dode plete Iglo-maaltijd, zijn klompen over is zo hard als een celijk", wensen we mniers en trekken aan onze geslepen i PAj_ hLE ZATERDAG 16 JANUARI 1982 Pal voor de dorpstaverne ligt een jongeman, bij enkele graden onder nul, een dutje te doen op de aanlegsteiger. Vader L. van Hameren uit Rijpwetering trekt er samen met zoontje Pas cal (4) per prikslee op uit om de eendjes te gaan voeren. ir (rechts): „Raak 'm niet aan, want hij stinkt als de neten". rs spatten knerpend on- schaatsen vandaan. We il voor café „De vergulde Rijpwetering. „Verboden ïeren", staat er op een al Voor de dorpstaverne ongeman over zijn volle gestrekt op de aanlegstei- et jachthaventje een dutje De zon beschijnt zijn ge- ch is het enkele graden „Het is goddelijk", mom- twat versuft. Reus, student rechten, is vroeg met twee vrien- lder ingetrokken. „Prach- js met soms wat oneffen-', vertelt hij geheimzinnig end, met de klemtoon op e woord. De oorzaak van zo verklaart hij -meteen indt zich aan de overkant,, eg. „Als het goed is, staat vriend van me die zojuist 't schaatsen door het ijs is k wil wel effe meelopen",, bereidwillig aan. rustig in „De Vergulde n paar dorpelingen drin- topje koffie. Achter de bar ee jonge meisjes, die de noeite hebben het niet uit ;n van het lachen. Achter k treffen we Max Willem is met zijn rug gekeerd bezoek. Zijn ontblote lede ven bij een eerste blik stof overpeinzing. Echte liten heeft hij niet, dat zie broek houdt hij te drógen /arme haard. „Schaatsen", rt hij; „over een zonover- ïdschap. Schaapjes in de entjes en zo, pure roman- leek het tot straks alle- op. Totdat ik hier vlakbij et mijn schaatsen aan de en mijn vingers aan de ant in een of ander wak |en. Vanaf de wal had een sen nog naar me gebaard niet hierlangs". Maar ik, 'io, deed precies, zoals ik het moest zijn. Met alle vandien. Dank zij mijn jkelijke tactiek heb ik nog len vermijden, dat ik riiet 't water door hoefde te Maar ja, voor zoiets, hoef t per se filosofie te stude- wel?" is wordt vanaf de bar door geluiden begroet. Het ko- /an zijn woorden ziet hij, It, achteraf zelf ook wel in. nakelijk" glijdend langs de wituitge- veidevelden, belanden we |de armen van twee droef- figuren. Jan de Boer en praaf. Beroep: kantonnier. Vinciale Waterstaat. Ze zijn iet. de controle van 's lands fn 's Heren wegen. Met e visstand in de wateren [n bijzondere aandacht. Ze je schaatsers op het akelig niet eerder opgemerkte ta pt zij in het ijs onder hun Een met rijp bestoven polder landschap, een helderblauwe hemel, een stralende zon. Kale knotwilgen en populieren. Een bevroren poel met in het mid den twee statige zwanen, die al maar rondjes zwemmen in een plas water die steeds kleiner wordt. Roerloze meeuwen hoog aan de hemel met hun vleugels aan het azuur geprikt. Afgezien van die torenflats en die roken de fabriekspijp daar aan de ho rizon, een volmaakt beeld van bloedrode zonsondergangen in grijzige vergezichten, windstille molens: Holland op de schaats, Holland op zijn mooist. Jong en oud bonden in de afge lopen dagen de ijzers onder. Glijdend erop uit, de frisse lucht in, luidde het motto. Stadssin gels leverden een weelderig «aanbod van typisch ouderwetse, winterse taferelen: „Koek en Zopie" uit het ijs herrezen, schaatsende schooljeugd 's mii" dags rond een uur of vier, tassen op de rug. In het midden van de ™ek de eerste polder schaatufi&strijden. De b^Kwbaarheid van het ijs lig^^Ben daar nog wel te r. Op de grote pias wakken klompen aantreffen. Grote openge sperde yissekoppen staren met blinde ogen omhoog; beeld uit „De Hel" van Dante, verbeeld door Je roen Bosch. Enorme snoeken en karpers, ingevroren in'het ijs, met kleine geplastificeerde zuurstofbel letjes bewegingloos langs hun kieu wen. „De vissterfte is dit jaar weer erg groot", zegt De Boer. Ik loop al twintig jaar in dit vak mee, maar na elke vorstperiode kun je 's zo mers weer vis gaan bijzetten. Sneeuw en drab gaan in de kant liggen en die sluiten de bermen luchtdicht af. Van de week merk ten wé het hier voor het eerst, een massa meeuwen op de sloot. Die hadden het op de dode vis voor zien. De natuur is mooi, alles ruimt elkaar op". Kok is een bijl gaan halen. Hij draagt 'm over aan De Boer. Met al zijn kracht begint deze op het ijs in te hakken. De spetters vliegen hem om de oren. Een kanjer van een karper dregt hij met zijn bijl te voorschijn uit het wak. „Raak hem niet aan, want hij stinkt als de ne ten", 1 verdel snoek.l schuift] het ijs^ Steen. de ijveil maar wf stutten. IJsclul] jeïaiarse Plassen kluwt grote groep schaat- sers saHggi vpor een stempeltafel- tje. Ddr ijsclub van Ter. Aar is de eerste ®ij^»iging uit het district die het h^Kj^aangedurfd schaatswed- strijdeifVtophouden. Het ijs in de Braserra,' de Kaag en de Nieuw- koopsejtPléisen is in het midden van wgèk jhóg erg onbetrouwbaar. De iAiibs ginds beperken zicH voorL^^MUt onder meer het orga niseren van priksleewedstrijden' voor n^n en afvalwedstrijden, dit uitsW^Tnd op goedgekeurde slo- rtfên. Op een kleine plas als de Langetaarse is het ijs veel sen trof nu I' aan, het met :'M"i clubs zone over twintig, en soms ste lijk in de door stuntelige zich met van de te onttrekke de wetten Onder de schaatsers waren er veel die speciaal een snipperdag of een vrije middag hadden ge nomen. De cafés langs de kant zaten bomvol moegestreden en dorstige klanten. Luidkeels ver telden ze elkaar hun belevenis sen, wisselden routes uit; weer anderen legden rustig een kaar tje. Verslaggever Peter Viering en fotograaf Cees Verkerk volg den hpt voorbeeld van die tien duizenden anderen, ze haalden hun „ouwetjes" uit de kast en trokken de polder in. Op deze pagina een impressie van wie en wat zij op hun route zo al tegen kwamen. Op de grote en brede vaarten wordt veel aan wakvissen gedaan. steviger dan elders. De wind heeft er minder vat op en er is weinig stroming. Er worden hier dagelijks tochten gemaakt van twintig tot negentig ilométer. Van heinde en verre (de tlaatsnamen Groningen, Zwolle, msterdam en Den Haag vallen) is naar het plassengebied geko- ien om zich aan een dagje onver- 'alste ijspret over te geven. 'Een caravan is ingericht als „koek- en-zópie": een broodje warme worst kost drie gulden, ook staan er marsen en gevulde koeken op het menu; alleen het ijs is vandaag af geprijsd en ligt voor een luttel in- schrijfbedrag onder onze voeten. De mensen verdringen zich om zo wel het een als het ander. De kwa liteit van het ijs wordt door secreta ris L. Sassen omschreven als „uit stekend, goed en betrouwbaar". De Ijrie Langeraarse Plassen hebben jij elkaar een lengte van tien kilo smeter. Het bestuur zelf schaatst 's morgens vroeg het kilometers lange traject af om te controleren of er nog ergens wakken liggen. Gaten in het ijs worden met bosjes takken aangegeven. Het is hier vei lig schaatsen, verzekert men. Zwakke plekken De politie in Rijpwetering daareq- tegen durft de verantwoording midweéks nog niet aan om het ijs van de Kaag of de poelen als be trouwbaar te kwalificeren. Voor het uitschrijven van meren- of mo lentochten is men vooralsnog hui verig. Het ijs op de sloten en kana len is over het algemeen in het hele land sterk genoeg om de schaatsersweelde te dragen. De poelen en plassen tonen evenwel nog veel zwakke plekken. Wachtmeester Bouma van de poli tie in Rijpwetering: „Als men toch de plassen en de poelen opgaat is dat voor eigen risico. Als men niet wil luisteren, houdt het namelijk op." Volgens de politieman hebben de molens in de buurt onlangs ge malen en is het ijs gaan zakken. „Er is daardoor nogal veel stroming in de poelen ontstaan. Op het mo ment dat het ijs goed is, geeft de Twee statige zwanen zwemmen al maar tandjes in een steeds kleiner wordende plas. Op de Langeraarse Plassen kluwt 's middags een grote groep schaat sers samen voor het afstempeltafeltje van de Ter-Aarse IJsclub. politie haar toestemming", aldus wachtmeester Boumav„Dat gebeurt pas als ik het zeg. Ik rijd de meren- tocht eerst zelf voor®'. f Wak visa Op de grote en brede vaarten wordt veel aan wakvissen gedaan. Sommige hengelaars hebben sma kelijke ijspuriten uit het witgegla- zuurde pl^veis^l gehakt: kaarsrech te driehoeken en vierkanten, keu rig pasklaar gemaakt voöf argeloze, passerend^, schaatsers met de schoenmatptiE36 tot en mét 48. Ge lukkig zijifcijSe meeste wakvissers sportvisserar^je voor ze vertrekken als waarschBmng een bermtakje in het uitgekamde ijsgat steken. Het merendeelcliffler koudbloedigen houdt e^^^interslaafc;EJverzueht •n in iets andere be- „Het is nu' wel héél nog geen'Wen ge- - uur aast hij samen met Oudshoorrt op witvis. Hun gecJÏÏTd is inmiddels aardig op Een typisch ouderwets, winters stadstafereel, hier het Galgewater in Leiden. voor de warme haard. de proef gesteld: geen vissebek heeft tot nog toe trek gehad in het wulps dobberende deegpropje te bijten. Schouten legt uit, dat alle vissen s winters naar de diepten van het kanaal afzakken om daair het grootste deel van de dag in een* zalig niets doen rond te wentelen. „Een vis kan makkelijk maanden lang onder het ijs doorbrengen, zonder dat hem iets overkomt. Door de kou worden ze alleen een stuk trager". Niettemin begrijpt sportvisser Schouten er „de ballen" van. Pas met de komst van concurrerend verenigingslid Koos Sinteur, die gaarne bereid is zijn maats voor de zoveelste keer de beginselen van de hengelsport uit te leggen (men be ginne met een omgebogen veilig heidsspeld), heeft Ven Oudshoorn beet. Met onverschillige trots trekt hij een wildspartelend visje uit het ijs. „Ik zit nog geen minuut of het is al weer raak", knipoogt hij tegen de camera, die op zijn beurt even teruglacht. Huwelijksaanzoek Zeker vijfentwintig jaar is het gele den, dat Jack Marschall, voor het laatst zijn schaatsen (nu echte hou ten Noren) onderbond. Jack is doc tor in de antropologie en komt uit Boston. Zijn vriendin Cri hoopt geeft als sociologe les aan de Eras mus Universiteit in Rotterdam. Ze wonen samen in Voorschoten. Van' Jack vernemen we niets anders dan superlatieven over het Hol landse winterlandschap. Om de honderd meter ziet hij wel iets, dat naar zijn idee meer dan „wonder ful" mag worden genoemd. „Dit is- het beeld dat Amerikanen van Ne derland hebben. Boertjes op klom pen, schapen, molens: typical Dutch", vertelt hij enthousiast. Vriendin Cri stoffeert het door hem zo levendig geschilderde pol derpanorama met wat vleugjes Hol lands realisme: die glijpartijen over onvervalste „eendepoep" horen er toch ook bij? vraagt ze hem la chend. „Bier en erwtensoep", vindt Jack nog het leukste onderdeel van het schaatsen. Het grappige van schaatsen, zo definieert hij, is, dat het iets is tussen jogging en skiën in. „In maart trouwen we en daarna gaan we in India werken", memo reert Jack als hij het laatste riemp je van zijn schaats heeft vastge- gespt. „O ja", roept een verbaasde Cri hem van een afstandje toe, „ik dacht dat we in april zouden trou wen?" Jack: „Nou dan doe ik je bij deze een officieel huwelijksaanzoek op het ijs. Jij je zin, okee april!" Hand in hand vervolgt het aan staande echtpaar zijn tocht: twee koolzwarte stipjes, recht op een on dergaande zon af, die met een ver liefde kop een fijn laagje rood over het schitterend witte ijsdoek uit strijkt. PETER VIERING FOTO'S CEES VERKERK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 17