Carillon Dit Jaar Is het 200 Jaar geleden dat Ne derland en de Verenigde Staten offi cieel vriendschapsbanden aanknoop ten. Geen ander land heeft het onafge broken zolang met de Verenigde Staten uitgehouden en daarom wordt aan dit dubbele eeuwfeest (bicentennial heet dat hier) In belde landen ruime aan dacht besteed. Hoogtepunt van het feestgedruis wordt het staatsbezoek, dat koningin Beatrix van 19 tot en met 23 april aan de Vere nigde Staten zal brengen. Dat is precies 30 Jaar nadat haar moeder hier een staatsbezoek aflegde. Belde bezoeken, hoewel 30 Jaren gescheiden, krijgen een bijzondere verbinding. Het is een triest verhaal, waarvan Iedere rechtgeaarde vaderlandse patriot een brok In de keel zal krijgen, maar het eind Is, althans voorlopig, happy. BIJ zulke staatsbezoeken worden ge schenken uitgewisseld. In april 1952 bracht koningin Juliana een carillon mee om de Nederlandse dankbaarheid voor de Amerikaanse bevrijding van ons land tot uitdrukking te brengen. De koningin overhandigde de gift symbo lisch via de kleinste van de In totaal 49 klokken (uit Aerle-RIxtel) aan de toen malige president Truman. „Geen geschenk zal een beter symbool kunnen zijn van de harmonieuze relaties tussen onze landen", riep Truman ver rast uit en ging over tot de orde van de met Korea en andere gewichtige pro blemen gevulde dag. Als de klokken werkelijk een symbool zouden zijn geweest van de NederlandsAmerlkaanse relaties, dan hebben we zojuist een bijna 30-jarige oorlog met de Verenigde Staten achter de rug. Aan de plek, die voor het caril lon werd ingeruimd, heeft het niet gele gen: tussen de nationale begraafplaats in Arlington en het two Jlma-monument. net aan de andere heuvelachtige zijde van de rivier de Potomac met een prachtig uitzicht op het Capitol en an dere In het oog vallende Washlngtonse monumenten. Het duurde ruim acht jaar voordat het carillon In een passende toren was ge hangen. Na het Inwijdingsconcert, bij gewoond door de minister van binnen landse zaken en zo'n driehonderd be langstellenden, bleven de klokken ech ter vrijwel onaangeroerd. Vice-president Hubert Humphrey deed eind 1963 een heldhaftige poging het klokkenspel weer In beweging te krijgen: „Zeker nu na Kennedy's dood miljoenen het nabij i langs de dijk zag het Jonge- .«„womhiik voor de zoveelste maand rook uit de schoor hei stoomgemaal komen, werd zijn nieuwsgierigheid en hij fietste het op- af naar het machtige ge- als een wachtende schlld- het verlaten landschap lag. stiekem door de deur naar sloegen het lawaai en hem tegemoet. Hij zag mannen bezig bij grote oude bebaarde stoker zich om naar de onverwacht en vroeg, zijn schop ult- uitstekend: „Moet jij ook scheppie opgooien?" Dat verleiding waaraan het jon- weerstand kon bieden, hij ook zijn best deed, de amen overal terecht behal- vuur. „Een beetje anders de stoker met een nauw om zijn mond het een keer voor. VAN KLEINE WERKELIJKHEID? gelegen graf zullen gaan bezoeken". Humphreys oproep viel ongeveer sa men met die van een groep dominees in Arlington aan beiaardier Frank Law in Pennsylvania om het instrument te ko men bespelen. Law, een van de weinige carillonspelers In de Verenigde Staten, kwam en raakte geïnteresseerd. Het carillon verkeerde toen echter al in erbarmelijke staat. In feite was het een gigantische, roestige duiventil gewor den. Toch gaf Law een aantal concer ten, neerdalende duivepoep en het ge vaar van instortende klokken trotse rend. HIJ schreef koningin Juliana enke le malen over de gespeelde program ma's maar vond het te pijnlijk haar op de hoogte te stellen van de deerniswek kende staat van het carillon. Toch leidden Laws inspanningen, een aantal kritische kranteartikelen en wat Nederlandse diplomatie achter de schermen ertoe, dat het carillon in 1970 een opknapbeurt kreeg. Het bleek slechts uitstel van executie, het verval ging opnieuw door. Reagans besnoeiin gen leken de genadeklap te betekenen. De gekortwiekte nationale plantsoenen dienst zei niet meer in staat te zijn de enkele duizenden dollars per jaar voor het onderhoud op de been te brengen. Maar als de nood het hoogst is, wil de redding wel eens nabij zijn. Met een Ne derlands-Amerikaanse bicentennial op komst en vooral het staatsbezoek van koningin Beatrix werd de treurige aan blik van het Nederlandse carillon een aantal inwoners van Washington te veel. Ze startten een inzamelingsactie, die met name van een aantal spaarban ken zoveel respons kreeg, dat het geld voor een flinke opknapbeurt nu bijeen Is. Het werk zal spoedig beginnen. Wel iswaar lukt het niet meer om het bouw sel nog voor het koninklijk bezoek van een nieuw verfje te voorzien maar, zo meent men, het carillon zal er alleszins toonbaar uitzien en ook als. vanouds klinken. Als de natuur een beetje meewerkt, kan' het er allemaal nog fraaier uitzien, want een aantal Nederlandse bollenkwekers heeft enkele tienduizenden tulpenbollen beschikbaar gesteld. Zo zal het op 19 april tussen de ontvangst op het Witte Huls en het officiële staatsdiner, de tijd die Is Ingeruimd voor een kranslegging op Arlington en een bezoek aan het ca rillon, toch nog een respectabele verto ning kunnen worden. Maar het lijkt toch nuttig als koningin Beatrix gaat winkelen voor een nieuw cadeautje de factoren onderhoudsvrij en duurzaamheid terdege in het oog te houden DICK TOET Kees Jongert, de grondlegger van het nationaal stoommuseum, wiens privócollectie de basis vormt, hier bij de stoombemalingsinstallatie van het gemaal. een stoomturbine, maar hoe hij en zijn geestverwanten ook hun best deden, de overheid gooide roet in het eten. Uiteinde lijk wisten ze alleen de stoompomp te red den, hun eerste museumstuk. De rest ging verloren en daardoor drong het tot hen door dat er haast geboden was om wat er nog In Nederland aanwezig was aan stoommateriaal op te sporen en aan te ko pen voor het museum. Kees Jongert vulde vanaf dat moment vrij wel al zijn vrije tijd met het afschuimen van handelaren en scheepssloperijen en kwam regelmatig met Iets moois thuis. „Zoals deze ongelooflijk mooie kar", zegt hij lief kozend tegen een baggermolen uit 1916, die hij op de kop tikte bij „een stelletje Friese baggeraars, die het helemaal niet zagen zitten dat zo'n oud ding bewaard moest worden". Toen de collectie uitgroeide en er op Oud hollandse markten tijdens demonstraties veel belangstelling voor bleek, werd het nodig de zaak serieuzer aan te pakken en de stoomvrienden besloten een stichting In het leven te roepen. Het werd de Stich ting Nederlands Stoommachine Museum Vier Noorder Koggen, onder wiens verant woordelijkheid het nationaal museum Zal gaan draaien. De stichting werkt, evenals de Vereniging Vrienden van het Stoomma chinemuseum altijd heeft gedaan, nauw samen met de Stoomtrammaatschappij Hoorn-Medemblik, de grootste in haar soort in Nederland, die ook de goederen loods beschikbaar stelde aan het voorlopi ge stoommuseum. Medemblik als „Stoomstad", zo zien zij de toekomst en deze stad is geen toevallige keuze, want niet alleen schijnt de liefde voor stoom bij de Westfries ingebakken te zijn, maar Medemblik was ook de thuisha- „Geen geschenk zal een beter sym bool kunnen zijn van de harmonieuze relaties tussen onze landen" ven van het eerste Nederlandse oplei dingsschip waar praktisch onderricht werd gegeven In het bedienen van stoommachi nes aan de adelborsten van de marine. Achter de werf van Kees Jongert ligt nog een schip, de trots van zijn verzameling, het stoomschip „De Noordzee". Nog jaar lijks voor vakanties gebruikt en volledig In tact. Het stoomgebeuren In Medemblik draait uitsluitend op vrijwilligerswerk. Niet alleen de stoomtram, maar ook de stoommachi necollectie wordt onderhouden door vrij willigers. Veel onderdelen zoals ruwe la gers, stangen, pijpen en dergelijke, wor den door hen zelf gemaakt. „Gelukkig kan ik door de Jachtwerf wel eens het een en ander ritselen, anders zou het bijna niet te doen zijn", zegt Kees Jongert, die wat hui verig opkijkt tegen de gigantische finan ciële toestand die momenteel op hem af komt. Zonder de hulp van het Anjerfonds en de enthousiaste adviezen van Jaap Bos van het Arnhems Openluchtmuseum, die de vereniging min of meer in het zadel hielp, was het waarschijnlijk nooit zo ver gekomen. „Zo'n nationaal museum kost een vermo gen!", zucht Jongert, die meer praktisch ingesteld is en het liefst nog vandaag aan het opknappen van het stoomgemaal zou beginnen, „maar de gemeente zegt te recht: als we daar zoveel geld In gaan ste ken, willen we van jullie ook de garantie dat het museum dagelijks gaat draaien, dus moet er een vaste man komen". En die gaat er dan ook komen. Kees Jon gert heeft er stad en land voor afgezocht en uiteindelijk In Engeland Iemand gevon den die zowel technisch aangelegd als in stoom geïnteresseerd is en daar zelfs al museumervaring opgedaan heeft. Aan hem zal, als alles volgens plan verloopt, de uitgebreide collectie stoommachines, stoomketels, stoompompen, stoomgene ratoren, stoomlieren, stoombrandspuiten. en stoomfluiten worden toevertrouwd. Daar zijn heel bijzondere exemplaren bij, die enig in hun soort zijn. Veel ervan heeft dienst gedaan in baggermolens en ketel huizen, soms In wasserijen, op marine schepen of in bierbrouwerijen. Intussen ligt het stoomgemaal geduldig wachtend in het weidse landschap onder aan de dijk tot de ambtelijke molen Is doorgedraaid. van de originele stoombemalingsinstallatie, die in het stoomge- gebleven en tot voor kort nög daadwerkelijk dienst deed voor d* van het Westfriese polderland. Niemand zou kunnen ver dat uit bovenstaand tafereeltje nationale stoommuseum zou en toch is het zo. Het stoom- allang niet meer in bedrijf voor de van het polderland, is nu een van machines, die alleen nog op van CRM wachten om te toveren tot museumstukken. 5sïna ,estemmin9 moet sne' komen' want Dreser/ is ernst'9 ,ek en het Qebouw gaat Ie vodchteruit ze9t de 32"jar'ge Kees iet vi?' nu een kordate Westfries met een srhancre snor en de stoornkoorts 'n z'jn minei"1 wie men nauwe"iks nog het klel- nj0t iwsgierige jongetje van toen terug- he wa lede 9t onzl gebouw zo slecht wordt, gaat hem in te <|delijk aan het hart. Overal is kort- i insté ontstaan door het rottingsproces, ten 0e machines nog onaangetast om- Nedeiidik in het vet staan. Voor het ach- onderhoud en het inrichten tot fn is anderhalf miljoen nodig. Via igo heeft het Prins Bernhardfonds in ton beschikbaar gesteld, zodat de menden onmiddellijk aan de slag matlei zodra de handtekening van CRM De provincie heeft bovendien de de 0e hand uitgestoken door veertig als Mid gulden op de begroting te zetten heeftfen beheerder annex technicus, die i enejiseum moet gaan bewaken en ex- én. Het vinden van zo'n stoomlief- estenr, die ook nog moet beschjkken isbakWee rechterhanden, blijkt een pro- t zien op zich te zijn. De stoker uit boven- isperde inleiding zou de ideale figuur zijn, hij zijn halve leven in het gemaal jjewerkt en er bovendien jarenlang .?n steenworD afstand naast heeft ae- steenworp afstand naast heeft ge- Als iemand de machines op zijn ir Ho 7? kent 'S het Wel' maar h'J vindt veel te oud voor zo'n drukke baan de hele onderneming uitsluitend en met adviezen. stoommuseum is als voorloper nu nog gevestigd in een goederenloods aan de voor- het Medemblikker stationsge- staat maar een klein deel van de nu nog de privécollectie van igert, die straks de basis gaat an het nationaal stoommachine- e de zeven pronkstukken ziet puntgaaf, glanzend en feilloos ziet onmiddellijk met hoeveel zijn. Het lijkt een ge- oude manier van combineren met een zo authen- als een oud stoomgemaal, ïen museumstuk is en als zodanig Je monumentenlijst staat. dateert uit 1869 en bezit nog stoombemalingsinstallatie historische waarde: een stoom- een centrifugaalpomp en twee uit het begin van deze eeuw. genoeg ruimte om behalve deze ook de andere 25 stoommachl- de collectie te herbergen. De be- van het toekomstige stoommachi- is alle machines weer te laten en zo het publiek een wer- luseum te laten zien. Daarnaast r een tentoonstelling ingericht over van het stoomwerktuig en de polder en het gemaal zelf. KU.OII komen er vitrines, waarin de In drukwekkende collectie manometers en stoomfluiten van Kees Jongert wordt uit gestald. Het gemaal, nu nog één grote, hoge, holle ruimte waar de wind om de pijp loeit, krijgt tegen die tijd een balustra de, zodat de mensen van bovenaf en van dichtbij al deze krachtmonsters kunnen bekijken. Stadswaterpeil De stoommachine is eeuwenlang een van de belangrijkste „drijvende krachten" ge weest. Al in 1775 werd in Rotterdam het eerste stoomgemaal geïnstalleerd voor de beheersing van het stadswaterpeil. Vijftig jaar later maakte een Nederlands schip de eerste stoomreis heen en terug over de Atlantische Oceaan. Niet lang daarna con strueerde Röntgen de eerste compound- stoommachines. Zonder de stoommachine zou ons land nooit dat moderne Industrieland van nu geworden zijn. Inmiddels zijn bijna alle stoommachines vervangen door andere krachtwerktulgen en wordt stoomkracht nog uitsluitend „museaal" of toeristiek ge bruikt. Bierbrouwerijen zijn de enige be drijven die voor thermische doeleinden nog met stoomkracht werken. Intussen neemt de belangstelling voor deze ouderwetse vorm van verkeer en produktle toe, niet alleen bij stoomhobby- isten, maar ook bij het grote publiek. „Er is dus alle reden om het bestaande nogal bescheiden stoommachinemuseum In Me demblik uit te bouwen tot iets dat de naam Nederlands Museum met ere kan dragen", vindt grondlegger Kees Jongert dan ook en in afwachting daarvan vult hij zijn collectie nog voortdurend aan met nieuwe stukken. Hoewel de Vereniging Vrienden van het Stoommachinemuseum Vier Noorder Kog gen Inmiddels uit heel wat leden bestaat, is hij de enige die daadwerkelijk stoomma chines aankoopt, in het allerprilste begin* wat goedkope spullen van zijn zakgeld en pas later toen hij wat ruimer in het geldzat de kostbaarder stukken. Daarbij deed hij de ervaring op dat de beste en interes santste machines al naar het buitenland verkocht waren of waren stukgeslagen. „De markt is verknoeid", iegt hij dan ook vol gramschap, „alles wat Ik vroeger had kunnen krijgen voor een schappelijk prijs je, maar waarvoor Ik toen het geld niet had, is verdwenen. Had ik ze toen maar al lemaal gekocht!" Stoomkoorts Dat de liefde voor het stoomgebeuren bij hem zo diep zit, Is eigenlijk geen wonder als Je nagaat dat zowel aan vaders- als aan moederskant een groot aantal ooms machinist was of op de grote vaart zat. Hij kreeg de stoomkoorts dus met-de paple pel ingegoten en zoals hij dat zelf schert send uitdrukt: „Dat komt er een keer uit!" Toen zijn collectie dan ook uit de goede renloods puilde, maakte hij op zijn jacht werf wat zolders en opslagruimte leeg om alles toch veilig te kunnen bewaren. De gedachte aan een nationaal stoomma chinemuseum in Medemblik ontstond voor het eerst toen het Provincieziekenhuis leeg kwam te staan. Kees hoorde verluiden dat daar nog een ketelhuis was met drieHel stoomgemaal, nu nog een koud, hoog en hol gebouw mei een lekkend dak en scheurende muren wacht op de handteke- stoomketels, oud schakelmaterlaal en zelfs nlng san CRM om lol nationaal atoommachinemuseum Ie «roeden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 21