Nederland al
150 jaar verdeeld
en geregistreerd
in miljoenen
percelen
aap van
de Pol
kent al
jaren
het heen
en weer
ij Eek en
Wiel
KADASTER VIERT FEEST
veer aan het begin van deze eeuw.
ECK EN WIEL Al In de zeventien
de eeuw vormde de veerman de
schakel tussen de Betuwe en de
Utrechtse Heuvelrug. De veerman
van toen is de veerexploitant van nu.
Hoewel er na de Tweede Wereldoor
log steeds meer bruggen over de
Rijn zijn gebouwd speelt de pont tus
sen Amerongen en Eek en Wiel nog
steeds een belangrijke rol. Zelfs vele
bewoners van de Randstad kennen
dit veer. Wanneer zij in deze streek
op vakantie zijn, zien ze het als een
uitje per pont de Rijn over te ste
ken. Per dag schepen zich nog
steeds zo'n duizend auto's in om al
varend de 150 meter te overbrug
gen. Veerman Jaap van de Pol vaart
al sinds zijn jongensjaren mee. Net
als zijn vader en zijn grootvader zet
hij zijn passagiers netjes over en als
Jaap er in de toekomst mee op
houdt, staat zijn zoon klaar om de
leiding over te nemen. Nu al behoort
die zoon tot de vaste bemanning van
de „Regina Fluminum", de koningin
van de rivier, net als Wim van Eek
die in februari zijn veertigste dienst
jaar volmaakt. „Het is een afwisse
lend leven", vertelt Jaap van de Pol,
,Je krijgt steeds weer met andere
mensen te doen. En de rivier leeft.
Veerman zijn is een mooi vak".
„Heen en weer. Heen en weer". Drs. P.
zong het al. „We staan hier aan de oever
van één machtige rivier". En machtig is de
Rijn nog steeds. Het hoge water sloeg al
vele malen toe. Vorig jaar nog stond de
kelder van het veerhuis helemaal blank.
„Prettig is het niet, maar dat risico loop je
nu eenmaal", zegt Van de Pol. „In 1926
was de Rijn op zijn hoogst. Toen stond het
water hier in de kamer. Ik was toen twee
jaar oud, dus ik kan me er niets van herin
neren, maar mijn moeder heeft het me
vaak verteld. Ik was zelf achttien jaar toen
ik het werk van mijn vader langzamerhand
overnam. Met mijn twee broers. Ik ben nu
nog de enige die als veerman actief is".
„De oorlogsjaren waren moeilijk. We heb
ben een hele tijd niet mogen varen. Later
mocht het weer, maar dan wel onder toe
zicht van de Kriegsmarine. In 1943 werd
de pont beschoten door de Engelsen. Aan
de overkant lag een schip met aardappe
len en daarvoor waren de bommen be
doeld. De pont werd geraakt en zonk. Het
kostte gelukkig geen mensenlevens. Ik
was er trouwens niet bij. Ik heb zelf nooit
een beschieting meegemaakt. We hadden
gelukkig een reservepont en in 1946 kwam
er een nieuwe. De Regina Fluminum. Dat
was toen de grootste pont, vandaar de
naam. Nu zijn er veel grotere".
„Het is hier altijd rustig geweest. Weinig
ongelukken meegemaakt. Het is één keer
mis gegaan. Er was dichte mist en een
tanker van Esso raakte de pont in het mid
den. Hij dreef toen een kilometer af maar
de tanker bracht de pont weer op zijn
plaats. Verder is er een keer een auto het
water ingereden doordat de ketting brak,
waaraan de pont vast lag. Voor de rest viel
het allemaal wel mee. We hebben nog
eens een vechtpartijtje gehad toen een au
tomobilist alle wachtenden voorbijreed om
zich van een plaatsje te verzekeren. En dat
namen de wachtenden natuurlijk niet
„Maar er waren ook leuke dingen. Konink
lijk bezoek bijvoorbeeld. Alle leden van
het koninklijk huis hebben we zo'n beetje
gehad. Soms onaangekondigd. Een keer
koningin Juliana met Beatrix en Irene. Ik
had niets in de gaten, maar anderen ver
telden me dat ze geduldig op haar beurt
stond te wachten. We wilden haar voor
rang geven maar daar wilde ze niets van
weten. Ik heb alle tijd, zei ze toen. Later
bleek dat ze op visite ging bij de vrouw
van Van Rappard die hofdame bij haar
was. Ook Pieter van Vollenhoven hebben
we als klant mogen begroeten. Maar ook
politici die hier in de buurt wonen, len van
In het hoofdkantoor van het Kadaster in Apeldoorn: ir. J.W. Resink .plaatsvervangend hoofddirecteur van de kadastrale dienst
aan zijn bureau en mr. ir. J.G.L.Henssen, voorzitter van de commissie 150 jaar kadaster. Het Kadaster, als grootste „gegevens
bank" van onroerend goed in Nederland vormt de basis voor andere diensten en instellingen ,die specifieke gegevens
moeten registreren.
Deze kaarten, waarbij ook de vele die voor
de uitvoering van ruilverkavelingen worden
gemaakt, komen met indrukwekkende ap
paraten tot stand via luchtfoto's.
Voor de leek het moeilijkst te begrijpen,
maar voor het kadaster een van de hoogst
gekwalificeerde activiteiten, is de Rijks
driehoeksmeting. Deze afdeling, die ook
werkt met internationale contacten, is no
dig omdat de wereld rond is. Net zo min
als je een bananeschil recht kunt strijken,
zo min is het mogelijk, zonder meer kaar
ten te maken waarop zich geen vervormin
gen voordoen. De Rijksdriehoeksmeting
nu bepaalt de uitgangspunten, op basis
waarvan die vervormingen teniet kunnen
worden gedaan.
Werk genoeg
Wensen voor de toekomst in dit jubileum
jaar? Eerst de zekerheden maar. Een feit
is het, dat er een groeiende behoefte is
aan de informatie, die het kadaster kan
geven. De verwachting is, dat die informa
tie in de toekomst steeds meer zal worden
gebruikt voor bestuurlijke doeleinden. En
in het veld zelf zal er altijd volop werk blij
ven, gezien de talloze mutaties die steeds
weer worden gemeld en waarbij percelen
vaak in omvang veranderen.
Als het over wensen voor de toekomst
gaat, denkt de hoofddirectie aan verdere
ontwikkeling en toepassing van de mo
dernste technieken en aan het afronden
van de nieuwe wetgeving. De ontwikkeling
van de technieken slaat vooral op de auto
matische kaartvervaardiging. Verder op de
met hulp van de computer vastgelegde ge
gevens over de kadastrale registratie en
de landinrichting.
Bij de nieuwe wetgeving gaat het om de
toekomstige kadasterwet en in bepaalde
onderdelen van het nieuwe burgerlijk wet
boek. Van belang zijn ook de plannen om
een wettelijke regeling te maken, waarbij
het kadaster een administratie kan opzet
ten van alles wat er in ons land aan leidin
gen in de grond ligt. In die administratie
kan ook opgenomen worden wie de leidin
gen beheert. Nu staat dat allemaal ver
spreid opgetekend, maar het zou onge
twijfeld soepeler werken wanneer een cen
trale registratie wordt opgezet.
Voor het kadaster komt er dan nog een di
mensie bij in het werk. Vliegtuigen en
schepen kwamen er jaren geleden al bij.
Het kadaster te land, ter zee en in de
lucht. Als straks de leidingen erbij komen
wordt het ook nog: onder de grond.
AAD SCHOUTEN
Het maken van kaarten met behulp van luchtfoto's.
werden gebouwd. Maar dat kun je geen
echte subsidie noemen. De burgemeester
van Wijk bij Duurstede wil van de meeste
pontverbindingen af. Er zijn bruggen ge
noeg, zegt hij. Maar deze verbinding is een
noodzaak. Die burgemeester denkt mis
schien alleen aan de automobilisten maar
hij vergeet de fietsers. Die betalen nu 45
cent. We vervoeren per dag honderd kin
deren die aan de overkant naar school
gaan. Waar moeten die in de toekomst
heen? Dat zou ik best eens van die burge^
meester willen weten. Het zal wel niet zo'n
vaart lopen. Ik heb hier altijd mijn brood
kunnen verdienen. We hebben zes man in
dienst. De brug bij Hagestein drukt welis
waar op de inkomsten van de veerexploi-
tanten, maar ik heb er niet zoveel schade
van".
„Er is wel veel veranderd in de loop der
jaren. Vroeger had elk veerhuis z'n café.
Mijn vrouw en ik hebben er nooit veel voor
gevoeld en we waren blij toen we er vijf
tien jaar geleden mee stopten. Het was
ook niet meer rendabel. Je had mensen
die hier een hele middag op het terras ble
ven zitten op één potjje thee. Daar kon je
geen cent aan verdienen. Vroeger had
zo'n café een veel belangrijker functie.
Auto's waren er nauwelijks en iedereen
had wel tijd om een borreltje te drinken.
Maar nu heeft iedereen haast. Vooral de
jongelui. Als ze maar even moeten wach
ten rijden ze weer weg. Dat kost meer tijd
en meer benzine, maar het geduld om hun
beurt af te wachten kunnen ze niet op
brengen".
Toekomst
„Nu, in de winter is het wat rustiger, maar
's zomers is het hier erg druk. Ik ga dan
'ook nooit in de zomer op vakantie. Ik werk
zelf niet meer alle dagen maar als het druk
is spring ik bij. We hebben een veerman in
dienst gehad, die bijna vijftig jaar heett
volgemaakt. Hij is een broer van Wim van
Eek die in februari veertig jaar bij ons is.
Die goeie man is nu vijfenzeventig, maar
als het druk is kunnen we nog altijd op
hem rekenen. Ze hebben het hier niet
slecht hoor. Er is een bakker die met Pa
sen, Sinterklaas en de Kerst altijd wat
geeft en als er een vrachtwagen is die
snoep of fruit vervoert, is er vaak wat voor
de mannen bij".
„De pacht? Ook daarmee zit het wel goed.
Die betalen we aan de nazaten van de fa.
milie Bentinck. Mijn grootvader pachtte dit
veer destijds van de oude baron. Toen
ging alles nog met de lier, maar nu heeft
de pont een motor. Mijn vader en ik heb
ben ons brood ruimschoots kunnen ver-
dienen en voor mijn zoon zit er ook wei
toekomst In. Al dan niet met subsidie
DAVID LEVIE
300RN Dat zou de oude
japoleon nog eens deugd heb-
sdaan: hele schoolklassen aan-
g gebogen over het kadaster,
en reizende tentoonstelling,
tee een groot publiek ver-
j wordt gemaakt met wat het
ter alzo doet. Dit alles ter gele
ld van het feit, dat deze instel-
jt Jaar honderdvijftig jaar be-
Napoleon had daar Indertijd
nee te maken. In de jaren om-
;s 1811, toen hij de baas was
l groot deel van Europa, vond
in aardige variatie uit op het
>m van de volkstelling. Daarbij
dan niet de bevolking, maar de
In kaart gebracht. Het was el-
wel een logische gedachte,
anse revolutie had Ingang ver-
aan het begrip „vrijheid, ge-
d en broederschap". Napoleon
!lde dat begrip ook naar de be-
wetten, tenminste voorzover
5 gelijkheid en de broeder-
i betrof. Hij ging er van uit, dat
and de bron van alle inkomsten
5 lid van de gemeenschap zou
j belasting moeten betalen over
jbrengst van die grond. Maar
oor moet dan weer precies be-
zljn van wie elk stukje grond is,
r op die grond staat en wat er-
jvordt gedaan.
In Nederland 150 jaar geleden
enst van het Kadaster en de Cl
are Registers tot stand geko-
Tegenwoordlg hoort die dienst
St ministerie van volkshulsves-
en ruimtelijke ordening, want
(verlening is in de loop van de
belangrijker geworden dan het
jn van hand- en spandiensten
jehoeve van de zogenaamde
(belasting. Het gaat om het be-
iren van de rechtszekerheid ten
en van goederen van bijzonder
schappelijk belang: onroerende
eren, schepen en luchtvaartui-
Het hoofdkantoor staat in Apel-
ii. Voor directe informatie kan
e belangstellende terecht bij de
nale vestigingen.
i „bij"
ld indertijd, haast letterlijk, heel wat
in de aarde voordat al die grond
z'n bestemmingen netjes op papier
I in de registers op de kaarten. In de
pussen 1811 en 1832 werd heel Ne-
I bij stukjes en beetjes opgemeten,
mvoudige middelen, maar zo nauw-
dat de deskundigen van nu er nog
respect voor hebben. Er moet wel zo
er dag en nacht aan zijn gewerkt.
mutaties die er sindsdien zijn ge-
ligt het vaderland nu verde.eld en
Istreerd in zes miljoen percelen, die
iioren aan 2,5 miljoen gerechtigden,
jar vindt in dat bestand het duizeling-
inde aantal van 1,5 miljoen wijzlgin-
laats. Niet zonder voldoening stelt de
directie vast, dat het kadaster on-
i dat grote aantal mutaties tot op de
Ibij" is.
pt en wet
hoofddirectie wordt met veel animo
iet werk van het kadaster gepraat,
1 bij monde van ir. J. W. Resink,
'ervangend hoofddirecteur van de
Irale dienst en mr. ir. J. L. G. Hens-
iorzitter van de ccrnmissie 150 jaar
iter. Het is hun wel degelijk bekend
„.tadaster" voor veel landgenoten een
in ge?
^begrip Is, dat ver van hun bed ligt.
juist daarom zouden zij willen, dat in
ren rre krin9 wordt begrepen hoe dicht
yj Jadaster in feite bij de mensen staat.
»rha3 e,9en,'jk Qaat he* niet om dat in
n onl gebrachte „onroerend goed", maar
e cl Jp mensen zelf die ermee leven, om de
i weirn die Z|J eraan ontlenen. Op dat
Fnnèi's het kadaster te vergelijken met het
^r^nlkingsregister. Wie bijvoorbeeld
het (P kr'^9t bePaalde rechten. Moet ie-
at HUI ■mil ■■IIBIIWBIIMIIIMI
TEERMAN ZIJN IS
:EN MOOI VAK"
Meetwerk in een ruilverkavelingsproject.
mand zich daarop beroepen, dan kan hij
uit het bevolkingsregister aantonen dat die
rechten inderdaad bestaan. Zo is het ook
met het kadaster. Bij transacties kan zo
wel de koper als de verkoper via het ka
daster in een handomdraai vaststellen wat
zijn rechten zijn. Eventueel via de notaris,
wat bij grondtransacties altijd het geval zal
zijn. Maar ook voor de particulier staan de
vestigingen in de provincies open.
Elke gevraagde inlichting wordt verstrekt
zonder dat het kadaster vraagt waarvoor
die inlichtingen dienen. Er wordt alleen
een kleine vergoeding gevraagd. Ander
zijds kunnen ook instellingen zoals banken
bij het kadaster komen vragen of een hy
potheeknemer op dit gebied misschien al
andere verplichtingen heeft. Hiermee
wordt dan voorkomen, dat de een of an
dere slimmerik vijf hypotheken op één huis
neemt.
Overigens is het voor Iedere koper of voor
iemand die plannen heeft tot koop van een
stuk grond of huis van belang dat vooraf
te weten.
Ruilverkaveling
In groter verband is het kadaster nauw be
trokken bij samenwerking met andere
overheidsinstellingen. Bij projecten op het
gebied van stadsvernieuwing, wegenbouw
en ruilverkaveling. Geen van die projecten
zou immers uitvoerbaar zijn, als niet exact
bekend is wat de eigendomsrechten van
iedere betrokkene zijn. Je kunt dat een
bijdrage aan een doeltreffend bestuur
noemen, maar hoe dan ook, alles ligt vast
op basis van neutrale gegevens, die voor
iedereen toegankelijk zijn.
Van groot belang is sinds de jaren twintig,
toen daar een speciale wettelijke regeling
voor kwam, het werk voor de ruilverkave
lingen geweest. Aanvankelijk was dat puur
een agrarische aangelegenheid. Daarbij
ging het om herindeling van percelen, die
in allerlei ondoelmatige vormen door el
kaar heen lagen. Later kwam er de ecolo
gische herindeling bij. Dat is een uitvloei
sel van de sociale ontwikkeling in ons
land, waarbij gezocht wordt naar mogelijk
heden om optimaal te kunnen leven. Bij
voorbeeld: Moet en kan het tracee van
een rijksweg omgelegd worden ten behoe
ve van een natuurgebied? Je hoeft de
krant maar open te slaan om met de re
gelmaat van de klok voorbeelden van zul
ke situaties te vinden.
Het zal duidelijk zijn dat de dienst met zijn
3700 medewerkers moet kunnen beschik
ken over hoog gekwalificeerde deskundi
gen en perfecte apparatuur. Dat alles is er
dan ook wel.
Basiskaart
Een van de later gekomen taken van het
kadaster ligt in het maken en bijhouden
van grootschalige topografische kaarten.
De meest bondige uitleg van hetgeen zo'n
kaart de gebruiker biedt: het land staat er
op zoals je het ziet. Maar dan op een
schaal van 1 op 1000 tot 1 op 2000 (ter
vergelijking: een stafkaart geeft 1 op
50.000). Deze kaarten zijn met name van
belang voor gemeenten en nutsbedrijven,
die er ook telkens hun nieuwe gegevens
aan kunnen toevoegen. Het voordeel van
'de centralisatie bij het maken en bijwer
ken van deze kaarten is, dat niet iedereen
meer lukraak kaarten maakt, die moeilijk
uitwisselbaar zijn. ledereen heeft nu de
beschikking over dezelfde basiskaarten.
den Heuvel en Wiegel kwamen regelmatig.
Wiegel ging met zijn kinderen vaak fietsen
in de Betuwe".
Dronken
„Ook aardig om te vertellen is het verhaal
van de man die hier met zijn paard en wa
gen steevast hout kwam halen en dat dan
aan de overkant verkocht aan een paar
bakkers. Hij was altijd dronken, maar zijn
paard wist gelukkig de weg. Het beest
trokken we dan aan de overkant de weg
op en het bleef trouw wachten tot zijn
baas weer nuchter was".
Nuchterheid kenmerkt Jaap van de Pol. Zo
voorkwam hij in de strenge winter van
1956 ongelukken toen de Rijn bevroren
was. „Had het echt vreselijk hard gevroren
dan was het mogelijk met de auto over het
ijs te rijden. Wij hadden dan de taak om
een soort weg over de Rijn te maken. We
moesten dat 's nachts doen. Bepaald niet
makkelijk omdat het ijs altijd hobbelig is.
De laatste ijsschotsen botsen namelijk te
gen elkaar voordat ze aan elkaar vastvrie
zen. Je hebt dan geen vlakke weg over het
ijs. In 1956 hadden we zo'n strenge winter,
maar in Rhenen zag ik op een gegeven
moment dat het ijs door al het zout dat
door de Rijn stroomt was aangevreten.
Het Ijs was aan rotting onderhevig. Ik heb
toen direct gewaarschuwd, dat het onver
antwoord was nog langer met de auto
Fietsers
„Ik heb subsidie gekregen toen we de
pont hebben verlengd en verbreed en een
keer geld toen de stuwen bij Amerongen
over het ijs te gaan. De laatste jaren kun
je het wel vergeten. Er zit veel te veel zout
in het water. Het vriest niet meer dicht. De
Rijn is overigens wel eens vuiler geweest.
Ik heb de indruk dat het water wat scho
ner is geworden".
In dat jaar 1956 kwam de brug bij Rhenen
gereed en was het voor Van de Pol afgelo
pen met de nachtelijke overtochten.
„Geen probleem", zegt hij, ,,'s nachts
werken was toch niet rendabel. Vroeger al
niet. Maar het hoorde erbij. Nu werken we
van half zes 's morgens tot twaalf uur
middernacht. Zondags beginnen we later.
Maar het wordt allemaal wel wat minder
hoor. Tot en met vorig jaar hebben we
winst gemaakt maar nu wordt het kiele
kiele. Ik krijg geen cent subsidie omdat ik
steeds winst heb gemaakt. Er zijn nog vier
andere veren in de buurt en de meeste
krijgen wel subsidie. Vroeger was de prijs
voor de overtocht 35 cent, nu kost het
voor een auto 1,40. Alle prijzen zijn om
hoog gevlogen maar de pont is maar vier
keer zo duur geworden. We zullen in de
toekomst of subsidie moeten aanvragen of
de prijzen verhogen. Er zit niets anders
op".