jongen voor het korte- baan-werk Een gesubsidieerd paar-apart: Rijk de Gooijer en mede-speler Ben Vereen, speleva rend op de lauwe, blauwe Caraïbische Zee. AMSTERDAM Rijk de Gooijer kan zonder wrok, spijt of zelfbeklag om zien naar het zojuist gesneefde jaar 1981: zijn door repeterende braspartijen feestelijk gelooide hoofd met daarin twee slim geprogrammeerde pretogen werd door vier regisseurs In het celluloid geëtst en zijn boek „Gereformeerd en andere verhalen" blijkt een bovenste beste bestseller te zijn, die Inmid dels aan zijn zesde druk toe is. Van de vier films, waarin hij meespeelde was Dimitri Frenkel Franks eersteling „Hoge hakken. Echte liefde" een onverbid delijke publiekskraker, die ook bij de critici een gunstig onthaal vond. De Gooijer neemt in deze komische zedenschets twee hoofdrollen voor zijn re kening: die van de succesrijke, zich te pletter vervelende zakenman Semijns en diens modale werknemer Arie Snoek, een geboren dwarsligger met een bonkige motoriek en een sappige, licht gepekelde woordenschat. Rijk de Gooijer, alias zakenman in bonus Nick, karakteriseert de film „Sabine" als „een veredelde versie van Lolita". Met die laatste, puntgave creatie woelt hij nu al weken lang moeiteloos de lachsal vo's los in tientallen vaderlandse bios coopgrotten. „Arie Snoek", meent hij nochtans, „was voor mij een duidelijk grensgeval. Dat kon er nog net mee door. tk ben net zevenenvijftig geworden en of schoon ik wat jonger oog is dat gestoei met Monique van der Ven naar mijn smaak toch op het randje. Daar kun je de pest over in hebben. Maar je zult toch moeten erkennen, dat heel wat rollen van wege mijn leeftijd buiten mijn bereik zijn komen te liggen. Mijn lievelingsfilm is nog steeds „De Inbreker", waarin ik voor het eerst in mijn' leven een hoofdrol speelde. Die film is tien jaar geleden gemaakt en sindsdien heeft de tijd helaas niet stil ge staan. Ik zou die rol nu echt niet meer kunnen spelen. Ik zou dan geheid voor gek staan". „In „Hoge hakken. Echte, liefde" heb ik ontzettend plezierig samengewerkt met Monique van der Ven. Een prima actrice en daarnaast ook nog eens een jofele meid, die donders goed weet, wanneer er grappen gemaakt kunnen worden en wan neer er professioneel aangepakt moet worden. Ze is zeer gedisciplineerd. En daar houd ik van. Dat zal te maken heb ben met mijn gereformeerde achter grond". „Je kunt op een gegeven moment het be sluit nemen om niet langer naar de kerk të gaan, maar daarna blijf je toch tot aan je laatste snik in de houdgreep van het calvi nisme. Waar je dat aan merkt? Aan alles, zou ik willen zeggen. Ik ben een doorzak ker van huis uit, maar elke afspraak is voor mij wél heilig. Als ik 's morgens om acht uur ergens moet zijn ben ik er ook stipt om acht uur. Want een mens mag nooit verzaken, begrijp je. Er dient geploe terd te worden. En luieren is uit den boze". Luchtledig „Ik geloof ook in een hiernamaals. Het kan er bij mij namelijk niet in, dat er na de dood niets meer komt. Dat er daarna een groot luchtledig gaapt. Nee, zo zinloos kan je verblijf op aarde niet zijn. Je moet van mij nu geen verklaring eisen. Maar ik ben er van overtuigd, dat er een hogere macht is, die iets met ons voor heeft. Dat beeld laat me niet los. Of het nu precies de God is uit de bijbel in mijn ouderlijk huis, waag ik te betwijfelen. En de hemel, waar vroe ger de dominee uren lang over vertelde, verwacht ik straks ook niet in die vorm". „In die hemel was volgens mijn vader geen plaats voor honden. En dat vond ik toen al zeer onrechtvaardig. Want ik kende toe vallig een heel lief hondje, dat volgens mij meer recht op de hemel had dan ik". ,,lk kan me niet verenigen met het Idee, dat er na je dood niks meer komt. Je bent geboren, je hebt wat rondgestapt op aar de en op een gegeven moment ga je de pijp uit. Wat is daar de zin van, als je leven niet op een of andere manier een vervolg krijgt?" Nest bevuilen Zijn milde visie op het gestaalde geloof der mannenbroeders en zusters belijdt hij ook met overtuiging in zijn „Gereformeerd en andere verhalen". Het is geen genade loze afrekening geworden, geen galbitter zwartboek, waarin loodzware, aanvechtba re dogma's door hem aan de schandpaal worden genageld. „Schrijvers van gerefor meerde huize", heeft hij met spijt vastge steld, „hebben er een handje van om hun eigen nest te bevuilen en links en rechts na te trappen. Maar aan die mode doe ik niet mee. Het zou trouwens zeer onrecht vaardig zijn om mijn ouders zwart te ma ken en hun zaken te verwijten, waar ze zelf heilig in geloofd hebben. Mijn vader was een strenge, maar intens oprechte man, die nooit iemand belazerd heeft. Hij heeft geploeterd voor zijn gezin, maar daar klaagde hij nooit over. Want die opdracht had hij immers van God persoonlijk gekre gen". „Moet ik nu gaan zeuren over het feit, dat hij me verbood om op zondag te schaat sen? Met welk recht dan, want ik vond het toen heel normaal. De zoon van de groen teboer ging wél schaatsen, maar daar stond tegenover, dat ie niet in de hemel zou komen. Wij gereformeerden waren an ders. Wij waren uitverkoren. En daarom kostte het ons geen enkele moeite om op Kerstmis vier keer naar de kerk te gaan. Dat was een diepte-investering in de he melse geneugten, die ons aan het einde van de rit deelachtig zouden worden. Om diezelfde reden vond je het ook begrijpe lijk, dat er bij ons thuis geen kerstboom stond. Je wist bliksems goed, dat zo'n hei dens symbool het uitzicht op de ware kerstboodschap versluierde". Gluiperd Herinneringen aan zijn gereformeerde jeugd kwamen ook weer boven drijven, toen hij in de film „Een vlucht regenwul pen" de rol speelde van een zuinig leven de, godvrezende onderwijzer van een strenge, protestantse school. HIJ maakte er een burger met ingebouwde nagalm van, die de onheilszwangere boodschap pen van schrijver Maarten 't Hart puntgaaf overbracht. „Die rol kostte me geen enke le moeite", herinnert hij zich, „op school heb ik vroeger niets anders gehoord". Als filmacteur zonder kapsones was de Gooijer vorig jaar ook actief In de Neder landse speelfilm „Twee vorstinnen en een vorst" en in de buitenlandse produktie „Seven graves for Rogan", waarin Rex Harrison de hoofdrol speelt en hij zelf een SS-officier tot leven wekt. „Een leuke klus", meldt hij met intense voldoening, „want toevallig speel ik liever een gluiperd dan een held. Ik heb geen smoel om een geloofwaardige held neer te zetten. Spijtig, maar ^aar". „In „Soldaat van Oranje" speel ik ook zo'n geüniformeerde ploert, die lachend mensen in elkaar trapt. Ralph Nelson had me daar tijdens de opnamen van „The Wilby Conspiracy" op geattendeerd. „Rijk", zei hij, „de echte onvervalste glui perd doet de meest verschrikkelijke din gen altijd lachend". Dat heb ik goed in mijn oren geknoopt. En het heeft gewerkt. Sinds „Soldaat van Oranje"' ook In Ameri ka een succes is, hangt mijn SS-uniform in alle studio's klaar. Die Amerikanen kennen namelijk het verschil niet tussen een Duit ser en een Nederlander". Rijk de Gooijer heeft vorig jaar ook nog zes weken op het köle Antilleneiland Aru ba doorgebracht voor de verfilming van - -Sa Vader en dochter, Rijk de Gooyer en Berithe Forrer, in troebel gepeins bijeen op het hagelwitte strand van Aruba. Corset „In die dingen lijk ik op mijn moeder! ging op d'r tachtigste nog vrolijk op fil liebezoek naar Afrika. Toen ze haar vei/ den, dat er geen paling mocht wordeif gevoerd, heeft ze een corset geconi eerd, waarin ze de palingen rechtop sen de baleinen kon verbergen". „Ze vond het overigens maar niks, di in films meespeelde. Maar toch is zei eindelijk naar „De Inbreker" gaan kljp Daarin begin ik gelijk met een knallf vloek. Later zei ze: „Moest dat i Rijk?" Vader was anders. Die was al 2 tevreden, wanneer hij weer een br had gebakken, dat goed gelukt was. kon hij dan verzaligd naar kijken, alsol een gerookte zalm was. Hij ging ook n naar het buitenland. Want volgens was de Veluwe het mooiste plekje op de". „Hij heeft ook jaren lang brood gele voor het Avondmaal In onze kerk. Dat een ere-opdracht, waar hij geen voor ving. Maar toch was hij bedr toen de dominee omwille van de lieve de besliste, dat zijn grootste concu die taak zou overnemen". „Vader heeft niet geprotesteerd, want lag niet in zijn aard. Ik heb hem alt zondag erop tijdens de uitdeling van brood zacht horen mompelen: Slecht rezen". LEO THU Hoofdrolspeler Rijk de Gooijer op Schiphol met schrijver-regisseur van „Sabine", Renó van Nie. René van Nle's nieuwe film „Sabine", die vanaf 14 januari in dertig Nederlandse bio scopen te zien zal zijn. „Het is mijn eerste vaderrol", zegt hij, „ik ben Nick. Een ach ternaam wordt niet eens genoemd. Is blijkbaar niet zo spannend. Nick is een za kenman, die over de hele wereld met pijp leidingen in de weer is. Pijpleidingen, hoe verzin Je het?" „Door al dat reizen heb ik mijn vrouw en dochter op een schandelijke manier ver waarloosd. En dat begint op een dag da nig aan mij te knagen. Om het goed te maken neem ik mijn dochter mee op een zakenreis naar Aruba. En daar ontstaat tussen ons belden een levensgroot con flict. Dochterlief wordt namelijk verteerd door een platonische liefde voor d'r eigen papa. En daarom kan ze niet verkroppen, dat ik tussen het zaken doen met een zan geres lig te stoeien". „Mijn dochter wordt gespeeld door Ben- the Forrer, een havo-scholiere uit Zoeter- meer, die tijdens de opnamen nog vijftien was. Ze had nog nooit geacteerd, maar tot ieders verbazing kostte het haar geen en kele moeite om er een gave creatie van te maken. Het leek of ze al jaren voor de ca mera stond". „Of „Sabine" een even groot succes wordt als „Hoge hakken. Echte liefde"? Daar vraag je me wat. Naar mijn smaak Is het een veredeld Lolita-verhaal. En ik weet echt niet of het Nederlandse volk daar nu op zit te wachten. Ik kan alleen afgaan op de mening van Simon van Collem, die de film Inmiddels gezien heeft. „Rijk", zei hij, „met „Sabine" ga je pas goed scoren". Tol, tol, toi. En nou maar hopen, dat die kleine tuinkabouter gelijk krijgt". Lievelingsacteur Wat 1982 betreft: Rob Houwer, die „Hoge hakken. Echte liefde" produceerde, heeft er inmiddels genoeg geld mee verdiend om te kunnen denken aan een volgende film. „En aangezien ik al geruime tijd zijn lievelingsacteur ben, krijg ik daarin auto matisch een hoofdrol. Dat is dus al voor de bakker". „Dan ben ik ook nog benaderd door Freek de Jonge, die een film gaat maken over een onderwerp, waarvoor hij de meeste ideeën uit zijn theatershow „De Tragiek" heeft gehaald. Dat lijkt me een spannende uitdaging. En ook Jos Stelling wil me heb ben in zijn film „De goochelaar". Brood op de plank is er dit jaar dus in elk geval". „Dan is er ook nog een uitnodiging van het NRC-Handelsblad, dat me al maanden terug heeft gevraagd, of Ik een wekelijkse column wil schrijven voor hun zaterdags bijvoegsel. Ik zie dat wel zitten, want lang zamerhand moet ik toch eens aan mijn ouwe dag gaan denken. Een schrijver hoeft de deur niet uit en kan zijn stukkies opsturen vanaf een bekoorlijk eiland in de Stille Oceaan, waar 365 dagen per jaar de zon schijnt. Kijk, zo'n broodwinning spreekt mij wel aan". „De vraag is alleen, hoe ik het aan moet pakken. En daar ben ik nog steeds niet uit. Ik ben namelijk geen schrijver.lk heb indertijd alleen wat brieven gepubliceerd In de Haagse Post. Maar dat was een grap. Eèlke de Jong zat op een gegeven moment voor het blok en belde me op. Of ik misschien wat wist. En zo zijn we toen op het idee gekomen om elkaar brieven te schrijven. Voor mij was dat geen punt, want ik hoefde alleen de populaire familie weekbladen maar door te lezen en dan wist ik weer genoeg. In die bladen staat elke week zoveel onbedaarlijke nonsens, dat je bijna automatisch zelf ook de won derlijkste combinaties gaat verzinnen. Ik schreef dan bijvoorbeeld, dat W. F. Her mans gesignaleerd was met Corry Brok ken bij het klootschieten in Drachten". „Best aardig hoor. Maar je moet er alleen niet te lang mee doorgaan. Op een dag is de rek er uit en de Jus er af. Dan moet je wat anders verzinnen. En daar ben ik nu dus al maanden mee bezig. Weet jij soms wat?" Korte-baan-werk In afwachting van de broodnodige inspira tie voor zijn NRC-rubriek is hij eind de cember naar Londen gevlogen om een handvol theaterproduktles te keuren. „Ik zou best weer in een toneelstuk willen spelen", bekent hij, „maar dan moet het wél bij voorbaat al een succes zijn. En as jeblieft niet te veel voorstellingen. Hon derd lijkt me een mooi getal. Als het daar boven komt, gq ik me geheld vervelen. Ik ben nu eenmaal een jongen voor het kor te-baan-werk. Ik doe liever één televisie opname. En filmen uiteraard. Daar ver maak ik me ook uitstekend mee". „Filmen is voornamelijk wachten, maar daar heb ik geen moeite mee. Ik hang wat rond op de set, praat met deze en gene en als de regisseur vlak voor de opname in mijn tekst wil knoeien, mag hij wat mij be treft zijn gang gaan. Toevallig heb ik een fotografisch geheugen en leer ik spelen derwijs". „De vraag is alleen, hoe lang ik nog mee kan draaien als filmacteur. Daar maak ik me af en toe toch zorgen over. Soms wacht Ik veertien dagen tevergeefs op een telefoontje en dan denk ik toch weer: Al lemachtig. Zou het soms afgelopen zijn met me? Dat is typisch calvinistisch doem denken. Ik weet het. Je weet, dat je voort durend inteert, dat je te oud bent voor het Amerikaanse werk. Daarvoor heb ik trou wens een te zwaar accent". „Ik spreek nu uit ervaring. Want ik heb die windstilte in mijn carrière al eerder meege maakt. Dat was in 1961. Ik heb toen alle schepen achter me verbrand en ben naar de UFA-studio in Berlijn gegaan, waar ik zou worden klaargestoomd voor een inter nationale filmcarrière. Het leek een droom, maar helaas kwam kort daarna al de nachtmerrie. De UFA ging over de kop en ik kwam midden in het seizoen op hangen de pootjes terug in Nederland. Alle gezel schappen waren inmiddels voorzien en niemand had werk voor me. Dat heeft een dik half jaar geduurd. Ik weet dus, wat het kan betekenen, als de telefoon In Giet hoorn niet meer rinkelt". „Daar komt nog bij, dat Ik mezelf niet ga aanbieden. Dat verdom ik. Ze moeten bij mij komen, zin in me hebben. En dan kan het nog gebeuren, dat ik niets zie in het scenario en bedank voor de eer. Dat heb ik gedaan met „Heb medelij Jet". Ik vond het een afschuwelijk verhaal en ik heb „nee" gezegd. Met „Het jaar van de kreeft" van Hugo Claus lag het weer an ders. Er werd van mij verwacht, dat ik met Kitty Courbois uit de broek ging. En daar voelde ik niks voor. Toen heeft Rutger Hauer die taak met een aangeplakte snor op zich genomen". „Akkoord, in „Hoge hakken. Echte liefde" komen ook bedscènes voor. Maar die zijn lief en onschuldig. Dat is gein. En daar wil de ik bij hoge uitzondering wel aan mee doen". Lowletje Rijk de Gooijer, die zich eens de eerste gereformeerde komiek van Nederland mocht noemen de NCRV lanceerde hem als „Lowie, de kleine klusjesman" tij dens de Steravonden houdt ook serieus rekening met de mogelijkheid, dat hij nog eens in zijn oude glansrol van aangever op de televisieschermen zal verschijnen met zijn oude gabber Johnny Kraaykamp. „Kraai", zegt hij, „is een geboren clown met een prachtige, tragische kop, die par does op zijn romp is gesoldeerd. Als ie nog niks gezegd heeft, ligt het publiek al krom. En als hij daarna zijn mond open doet, is dat eigenlijk dubbelop. Een toe gift". „We hebben samen aardig wat succes ge had, maar na een tijd kregen we geen Rijk-privé gaat in 1982 op de oude, fe$ lijke voet verder. „Ik ben een stappe I dat wil ik voorlopig maar zo houden.ll saunaatje, een lekker bruin café in F sterdam, waar je met wat oude matei kunt tanken, dat zijn zaken, waar iki buiten kan. Ik ben wel wat rustiger gei den, maar voorlopig toch nog niet u| woed. Ik woon plezierig in mijn boerdö Giethoorn, maar toch, als ik een week punterd heb en in de tuin gerommeld] gin ik Amsterdam toch weer te misse» „Die combinatie is voor mij ideaal. In 0 hoorn vind ik rust en stilte. Je kunti eens met je auto bij ons huis komen moet hem ergens neerzetten en dat nog vijf minuten over een smal pad lo| Mijn vrouw voelt zich daar senang; heeft geen behoefte gelukkig begrijpt dat ik van tijd 1 aan wil leunen. I kletsen en reizen onverbrekelijk bij" goeie teksten meer en werd het eer£ pende affaire. „John", heb ik toen ge; „we moeten er mee kappen. Voordel] helemaal de mist in gaan". Ik zou he,r weldig vinden om na al die jaren L eens samen in een speciale televisief te werken. Maar ik ga niks overhaa Eerst zullen er steengoeie teksten opl! moeten komen. En helaas vind je dieu in Nederland. Vroeger was er nog well? een bruikbare tekst te koop in Engefc Maar de mensen, die daar het métiec heersen, zijn inmiddels al voor het <r geld naar Amerika afgereisd. Dat isL realiteit, waarmee je je dagdromen hf niet kunt verzilveren. Maar opgeven dt, dat plannetje toch niet". F Stappen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 18