Melkbussen schieten is nu
dodelijke traditie in Kampen
Fraaie gordelknopen uit Japan
te kijk in museum te Leiden
Hagenaar Laurier wordt
toekomstig voorzitter MHP
^NENLAND/KUNST
ZDktopus" kan autoschepen schadevrij doorschutten
CPN-Assen geweerd
van nieuw jaarsvisite
Michelle Leclerc
bespeelt Batz-orgel
Lutherse Kerk
■F™
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 6 JANUARI 1982 PAGINA 11
ijui:
dezt
:alzi|
»n. AMPEN Eigenlijk
ad het veel eerder moe-
jn gebeuren. Iedere in-
der heeft zich al jaren
iithffrwonderd dat ket
eeds maar weer goed
,ng. Maar dit keer is het
jn eindelijk mis gegaan,
e traditie in Kampen
h tijdens de jaarwisse-
ng met carbid gevulde
telkbussen te schieten,
een dodelijke traditie
te hébleken. Zaterdag over-
Dordöed in het ziekenhuis de
n. Hfventienjarige Bram
>r zijfrn Haare. Hij kreeg in
e vroege morgen van 1
;chol#iuari een deksel van
i zijfn melkbus tegen zijn
oupofd. Het leek er aan-
e on^nkelijk op dat er geen
moetfvensgevaar was, maar
de klap was wel degelijk
hard aangekomen.
Verslagenheid alom in Kam
pen. Uiteraard in de eerste
plaats omdat er dan toch een
dode is gevallen bij het melk-
busschieten. Maar ook omdat
het de laatste jaren tijdens de
jaarwisselingen zo goed ging
in vergelijking met een jaar
of zeven geleden. Commissa
ris van politie R. Verkerk:
„We zijn als politie de laatste
jaren wat toleranter gewor
den. Daarmee keuren we het
schieten met melkbussen niet
goed. Maar we hebben een
keus gemaakt tussen twee
slechte zaken. Daarom laten
we ze schieten. Alleen als het
echt uit de hand loopt grijpen
we in. Ik geloof dat het één
van de redenen is dat het de
laatste jaren betrekkelijk rus
tig is gebleven".
Nergens in ons land is het
schieten met melkbussen zo'n
diep ingewortelde traditie als
juist in Kampen. Het princi
pe is simpel. In de bodem
van een melkbus wordt een
gat gemaakt. In de bus zelf
worden enkele grote stukken
carbid gedaan en vervolgens
wordt er water of urine (als
er geen water in de buurt is)
op het carbid gegoten. Er
ontstaat gas in de bus. Het
deksel wordt vast op de bus
geslagen. Vervolgens een
vlam bij het gat in de bodem.
Het gas veroorzaakt een ex
plosie waardoor het deksel
met geweld van de bus
schiet. Daarbij worden soms
afstanden van bijna honderd
meter door het draaiende pe-
rojectiel afgelegd. Om de bus
in bedwang te houden tijdens
de explosie gaat de schutter
op de bus zitten. Iemand met
erg veel lef en kracht houdt
de bus gewoon onder de arm.
Bloed kriebelt
Het vreemde is dat in Kam
pen het melkbussen schieten
min of meer wordt goed ge
praat. Inspecteur T. Olders-
ma van de Kamper politie:
„Ik sprak op Oudejaarsavond
een oudere Brunneper die
naar het schieten stond te
kijken. Mijn bloed kriebelt,
zei hij, toen hij de jongelui
bezig zag. Men realiseert zich
vaak niet hoe gevaarlijk het
schieten kan zijn".
Het centrum van het melk-
bussenschieten was altijd de
oude volkswijk Brunneper.
Daar vandaan trokken groe
pen jongelui, gewapend met
melkbussen, al schietend
richting centrum. Steevast
kwam het halverwege tot
heftige confrontaties met de
politie. De etalageruiten wer
den namelijk moedwillig aan
scherven geschoten en dat
kon de politie niet toelaten.
Jaren achtereen werden op
die manier grove veldslagen
uitgevochten tussen politie
aan de ene kant en agressie
ve jongelui aan de andere
kant. Er zijn jaren geweest,
dat traangas, politiehonden
en speciale ME-groepen wer
den ingezet. Dat hele „spek
takel" trok dikwijls duizen
den toeschouwers, die niet
zelden ook klappen kregen
in het heetst van de strijd.
Die korte „oorlogen" zijn
verleden tijd. De jeugd gooit
niet meer met klinkers en
putdeksels naar politie. Voor
al ook omdat de politie, meer
dan vroeger, oogluikend toe
staat dat er wordt geschoten.
Het patroon is ook veran
derd. Het schieten is niet
meer centraal, maar speelt
zich op meerdere plaatsen in
Kampen af. Daardoor zijn de
groepen jongeren kleiner, is
er minder publiek en dat al
les is volgens de politielei
ding in Kampen aanleiding
te veronderstellen, dat men
op de goede weg is. En dan
toch zo'n triest dieptepunt.
„We zien steeds meer dat er
met meerdere bussen tegelijk
wordt geschoten. Dat is ook
gebeurd in het geval van de
jongeman die om het leven is
gekomen. Voor zover we
hebben kunnen nagaan wa
ren er op de onheilsplek
meerdere melkbussen opge
steld. De jongen was aan het
deksels verzamelen en heeft
waarschijnlijk gedacht dat
alle bussen afgeschoten wa
ren. Dat bleek niet zo te zijn.
Er kwam er nog een", aldus
inspecteur Oldersma.
JAN VAN DALEN
aflelECHT De leden-
mai| van de vakcentrale
g (vakbonden van
dadelbaar en hoger per-
uiktjel) heeft de heer
geleis Laurier uit Den
Kie^r benoemd tot be-
irder met de bedoe-
dat hij te zijner tijd
P-voorzitter drs. Henk.
der Schalie zal opvol-
1 Laurier is thans voor-
lr van de regio Zuid-
landZeeland van de
e BLHP, één van de
de vakcentrale MHP
gesloten bonden. Deze
op zijn beurt waar
schijnlijk worden opge
volgd door de heer Henny
Bekking, die nu voor de
Unie in Breda resideert.
Na de benoeming van Laurier,
die in het voorjaar naar
Utrecht verhuist, is enige ver
warring ontstaan omdat niet
duidelijk is, wanneer Van der
Schalie zal vertrekken. Deze
laatste wordt in mei 1983 zes
tig jaar. De indruk heeft steeds
bestaan, dat hij dan uit de
MHP zou terugtreden; Van der
Schalie heeft tot die veronder
stelling zelf aanleiding gege
ven en een officiële benoe
mingstermijn bestaat er niet.
Thans wordt echter volgehou
den dat Van der Schalie steeds
heeft gesteld in zijn zestigste
levensjaar te zullen vertrek
ken en dat kan dus ook nog
mei 1984 worden. Ook nu is
nog geen datum van aftreden
bekend.
Binnen de MHP zijn er stro
mingen, die beweren, dat Van
der Schalie op zijn aanvanke
lijk besluit tot aftreden in 1983
is teruggekomen uit weerstand
tegen de kandidatuur-Laurier.
Sommigen hadden namelijk de
verwachting, dat de begin 1981
benoemde Wim Muller, net als
Van der Schalie afkomstig uit
de kringen van het hoger per
soneel, de nieuwe voorzitter
zou worden. Uitstel van de op
volging zou dan nog wijziging
in de kandidatuur kunnen
brengen. Dit zou met name het
geval kunnen zijn als de vak
centrale intussen meer aange
sloten bonden krijgt, bijvoor
beeld het Ambtenarencentrum
dat toenaderingspogingen
doet.
Feit is wel, dat Laurier een ge
heel andere vakbondsfiguur is
als Van der Schalie. De huidi
ge voorzitter wordt door ver
schillenden overigfens in
waarderende zin overigens
afeschilderd als een kamerge
leerde met als sterke kant de
lobby; Laurier vooral be
kend als onderhandelaar bij de
metaal-cao veel meer als
vakbondsman. Laurier is bijna
zestig jaar; hij zou over twee
jaar bij de Unie met pensioen
zijn gegaan, maar is nu bereid
tot zijn 65ste bij de MHP te
blijven. Hij wordt dan ook als
toekomstige voorzitter van de
vakcentrale als een „tussen
paus" gezien met als taak de
MHP naar buiten een duidelij
ker gezicht te geven.
1NEUZEN Minister Zeevalking van verkeer en water-
"1 heeft gisteren tijdens zijn eerste werkbezoek aan Zeeland
oplossing aangereikt gekregen, die een einde zou kunnen
:en aan de aanvaringen door auto-schepen in de sluizen van
leuzen.
gaat om een ponton. „Oktopus" genaamd, met een V-vormi-
litsparing, waarin de boeg past van de scherp uitgesneden
auto-schepen. Ponton en schip worden middels zuignappen aan
elkaar verbonden. Een computergestuurd navigatie-systeem en
de schroeven zouden de ponton het schip dan zonder schade
kunnen doorschutten. Een werktuigkundig ingenieur uit Ter-
neuzen heeft het gevaarte ontworpen. Het proefmodel is al met
succes door Rijkswaterstaat getest, maar er is nog geen definitie
ve opdracht voor de bouw. Een dergelijke ponton zou vier tot
zes miljoen kosten en kan over een half jaar operationeel zijn.
Acht parlementariërs in Hoogovenstrijd
WIJK AAN ZEE Jan Nagel zal zijn titel van parlementair
schaakkampioen verdedigen tijdens het 44e Hoogovens schaak
toernooi, dat van 15 tot 31 januari in Wijk aan Zee wordt gehou
den.
Acht parlementariërs beginnen hun strijd al op de 14e voordat
Andre, van der Louw, minister van crm het tournooi officieel
opent. De deelnemers zijn Ed van Thijn, Bas de Gaay-Fortman,
Henk Heine Makkreel, Arie Pais, Jan Nagel, Hein Roethof, Dick
Dolman en Marten Beinema.
Meer controle op verkoop plutonium
DEN HAAG Het ministerie van Economische Zaken gaat een
regeling maken, waarbij het beheerders van kerncentrales in
ons land verboden is plutonium te verkopen aan anderen zonder
toestemming van de overheid. Het overheidsbeleid, dat gericht
is tegen de verspreiding van kernwapens, moet zo gestalte krij
gen. Dat blijkt uit antwoorden van minister Terlouw op vragen
van twee PvdA-kamerleden. Die stelden hun vragen, omdat uit
gewerkte kernstaven van de kerncentrale in Dodewaard in En
geland worden opgewerkt, waarbij plutonium vrijkomt. Enge
land zou plutonium aan de VS verkopen. Terlouw ontkent dat
dat al gebeurd is, het zijn slechts plannen.
ASSEN De CPN-Assen mag niet meedoen bij de op 9 januari
te houden nieuwjaarsvisite van progressieve partijen en organi
saties in Bellevue in Assen. Het organisatiecomité, bestaande uit
vertegenwoordigers van de acht organisaties en twee politieke
partijen in Assen, besloot de CPN te weren, omdat „het wan
trouwen tegen het communisme zo groot is dat deelname van de
CPN niet op prijs wordt gesteld". De PSP heeft uit solidariteit
besloten eveneens verstek te laten gaan.
Illllllllillllllillllllllllllllll
De Franse organiste Michelle Leclerc.
DEN HAAG De Franse organiste Michelle Leclerc die is
verbonden aan de kathedraal van haar geboorteplaats Sens,
heeft zich in de loop van zo'n vijftien, twintig jaar in ons
land een grote kring bewonderaars verworven. Op Neder
landse orgefe had zij al twee langspelers gemaakt en daar
heeft Festivo in Bodegraven onder nummer 088 onlangs een
derde aan toegevoegd. Die plaat verdient bijzondere aan
dacht, in de eerste plaats omdat het indrukwekkende orgel
van de O.L Vrouwekerk in Breda erop markant tot zijn
recht komt en in de tweede plaats omdat de organiste op zo'n
treffende manier eer bewijst aan haar in 1968 veel te vroeg
gestorven voorgangster Jeanne Demessieux, aan wie veel or
gelliefhebbers in ons land mooie herinneringen bewaren.
Het Bredase orgel dat mag gelden als een gelukkige synthese
van heterogene elementen die tussen 1534 en 1969 werden ge
maakt, laat Michelle Leclerc op zijn aantrekkelijkst klinken in
een van de vier vioolconcertjes van Vivaldi waarvan de grote
Bach zulke originele transcripties maakte. Verder palmt zij de
luisteraar in met de bekendste van de Sonata all'Epistola die
Mozart voor de Salzburgse Dom maakte en met twee pakkende
stukken van Alexander Boëly, de nog altijd weinig gekende
maar heel aparte meester die in de vroege 19e eeuw de Franse
orgelkunst uit het slop haalde door de artistiek integere Bach als
voorbeeld te nemen zonder die slaafs na te volgen. Na een frag
ment uit de achtste orgelsymfonie van de naar een orkestrale
stijl strevende Widor en een fraai koraal op een liturgische
hymne van Dupré besluit de uitstekend opgenomen plaat met
twee karakteristieke werken van Jeanne Demessieux wier com
positorisch werk nog altijd niet de aandacht krijgt die het ver
dient. Het mag waar zijn dat zij zich van een traditioneel idioom
bediende, maar het uitgevoerde, rijk geornamenteerde koraal
„Rorate Coeli" en vooral het bezielde Te Deum hebben een ei
gen zeggingskracht die iedereen moet aanspreken. Michelle Le
clerc zal Jeanne Demessieux op 17 januari in de Parijse Notre
Dame herdenken.
Wie de organiste wil horen, behoeft er overigens niet voor naar
Parijs te gaan. Op vrijdagavond 8 januari bespeelt zij het gedeel
telijk gerestaureerde monumentale Batz-orgel in de Haage Lu
therse Kerk. Het gevarieerde programma vereist van de luiste
raar enige wendbaarheid van geest maar de stilistische overgan
gen lijken groter dan ze zijn. Na Buxtehude (preludium en fuga
in fis klein) en Bach (koraalvoorspel „Das alte Jahr vergangen
ist"), waarmee de Noordduitse orgelschool van rond 1700 sterk is
gerepresenteerd, volgt de vierde sonate van Mendelssohn die
weliswaar een volbloed romanticus was maar niet voor niets
Bachs MatthSus Passion herontdekte en in zijn orgelmuziek dan
ook op zijn manier bij de grote voorganger aansloot. Twee van
de zes études in canonvorm van Schumann oorspronkelijk
voor een zogenaamde „Pedalflügel" gecomponeerd sluiten
hierbij goed aan, evenals een fantasie over een verset uit het Te
Deum van de hierboven al genoemde Boëly en een koraal en
fuga uit een sonate van Guilmant.
Als eerbewijs aan de Nederlandse componeerkunst speelt Mi
chelle Leclerc de variaties op het Valerius-lied „Merck toch hoe
sterk" van Cor Kee, de nestor van onze organisten, waarna zij
besluit met een toccata van zich zelf.
EIDEN Netsuke. Zo
iidt de naam van de
ooguit 4 cm. grote ver
ering aan het uiteindje
an het koordje, waarmee
:en groot aantal dingen
an de gordel worden
gehaakt", waarmee een
n§ apanse kimono wordt
ichtgebonden. Een ki-
ïono kent namelijk geen
akken en om de drager
"ig- rvan toch in staat te stel-
9n-?n iets mee te nemen,
rerd naar andere wegen
ewocht, waarbij men te-
echt kwam bij de netsu-
e, ofwel gordelknóop.
'eze gordelknoop had ten
oei te voorkomen dat de
Sage-mono" (hangdingen",
#ie achter de kimono-gordel
'orden gestoken daar niet
nder vandaan zouden glij-
en. Met name na de opkomst
an het roken in Japan steeg
et aantal „hangdingen", dat
kimono-drager wilde mee-
emen aanzienlijk, evenals
et aantal netsuke's, die
schtstreeks refereerden aan
et rookgenot.
Ir ontstonden nieuwe vor
sen van nieuwe materialen,
'aarbij de in de 17e eeuw tot
relstand gekomen Japanse
urgerij in de steden graag
'eelderig uitgevoerd rookge-
ïi met zich mee droeg, een
irt compensatie op het ver-
1 om een zwaar bij zich te
•ben.
Een Chinees ivoren beeldjes uit circa 1800, dat gebruikt werd door artsen. Vrou
wen met klachten wezen de plek aan waar ze pijn voelden en hoefden zich derhal
ve niet uit te kleden. Dergelijke beeldjes-penseelsteunen zijn in Japan omgewerkt
tot gordelknopen, evenals dat soms gebeurde met Chinese zegels (collectie: Cor-
stiaan de Vries, Amsterdam).
eciale kunst
etsuke's zijn eeuwenlang in
pan gemaakt, maar de
unstzinnige ontwikkeling,
de gordelknoop door-
ïaakte, werd pas aan het
ind van de 16e eeuw, begin
7e eeuw ingezet. In het
Rijksmuseum voor Volken-
kunde in Leiden is gedurende
y le gehele maand januari nog
ten tentoonstelling ingericht,
tfaarop zeer fraaie exempla
ren te zien zijn. Het snijden
ran netsuke's (bijvoorbeeld in
Ivoor) werd op een gegeven
♦genblik verheven tot een
tpeciale kunst, waarbij de ma
ker zich bediende van de uit-
ratuur. Het museum in Lei
den bezit niet minder dan 900
van deze gordelknopen, waar
van de oudste exemplaren
zijn meegebracht door Neder
landse kooplieden, zoals Cock
Blomhoff en Van Overmeer
Fisscher. De eerste was van
1817 tot 1823 „opperhoofd"
van de Hollandse factorij op
het eilandje Decima toen al
leen Chinezen en Hollanders
handel mochten drijven met
de Japanners, die zich in de
periode van 1638 tot 1854 af
sloten van de buitenwereld.
(O.a. was men bevreesd voor
het grote opgang gemaakt
hebbende christendom).
Later, toen het isolement van
Japan meer en meer werd op
geheven, verdween ook steeds
meer de kimono uit het beeld.
De gordelknopen verloren
dan ook voortdurend aan be
tekenis, zij het dat ze soms
nog als versieringsobject wer
den gemaakt of voor export-
doeleinden. Voortaan worden
„sage-mono" en netsuke's al
leen nog maar gedragen bij
formele gelegenheden met de
traditionele kleding, terwijl
anderzijds de spelers van het
Kabuki-theater en de sumó-
worstelaars zich er mee
tooien.
Wortel
Netsuke's het woord bete
kent in het Japans letterlijk
„wortel ter bevestiging"
zijn er in alle mogelijke vor
men en van allerlei materia
len. Bepaalde gordelknopen
waren karakteristiek voor be
paalde beroepen, zoals een
wortelknoest voor houthak
kers. een punt van een gewei
voor jagers en een schelp voor
vissers. Na verloop van tijd
werden de knopen besneden
en verfraaid, waarbij ze ook
een bepaalde funktie gingen
vervullen. Zo werd de kalebas
als reukflesje gebruikt en de
schelp als asbakje. Met name
in de tweede helft van de 18e
eeuw ontstonden scholen van
snijders in o.a. hout en ivoor,
welke materialen veel voor
de vervaardiging van gor
delknopen werdn gebruikt
Ook metaalciseleurs en lak-
kunstenaars lieten zich „in"
met de netsuke, waarbij het
fenomeen van de gesigneerde
gordelknoop ontstond.
In het boekje, dat de tentoon
stelling in Leiden begeleidt,
worden o.a. de namen van Hi-
demasa en Garuka genoemd,
van wie de eerste (en diens
leerlingen) in ivoor werkten,
waarbij zij de gegraveerde lij
nen inkleurden. Onder de
naam Garuka zijn tenminste
twee generaties netsuke-ma-
kers bekend, die soms in hout
werkten.
Discrete artsen
Het voor netsuke's gebruikte
ivoor was lang niet altijd van
olifantstanden afkomstig.
Soms werden ook walrus- of
narwaltanden gebruikt en
soms zelfs de tanden van nijl
paarden of roofdieren. In de
reeks plantaardige materialen
nemen bamboe en rotan een
belangrijke plaats in, evenals
kokosnoot, steennoten, walno
ten en gedroogde citrusvruch
ten. Ook pitten van vruchten
(perzik en kers) werden tot
netsuke's „omgevormd", e-
venals stukken mineraal als
malachiet en agaat. Heel op
vallend is het omwerken van
Chinese voorwerpen tot gor
delknopen, zoals o.m. ge
schiedde met (ivoren) pen-
seelsteunen, die soms uitge
voerd waren in de vorm van
een naakte, liggende vrouw.
Discrete Chinese artsen droe
gen dergelijke figuurtjes met
zich mee, zodat de vrouwelij
ke patiënt de pijnlijke plek op
het poppetje kon aanwijzen,
zonder zich daarbij te hoeven
uitkleden....
Duiveltjes vangen
Behalve dat gordelknopen uit
alle mogelijke materialen
kunnen zij nvervaardigd, is
ook het aantal voorstellingen
in de netsuke's legio. Er zin
afbeeldingen bij van figuren
uit de Japanse godenwereld,
uit de mythologie, de historie,
sprookjes, enz. Bekend zijn de
netsuke's met daarop afge
beeld een van de zeven ge-
luksgoden, zoals de dikhuidige
Hotei of de god Fukurokuju
met zijn wanstaltig lange
hoofd. Ook Shóki, de Chinese
duivelsuitbanner, die duivel
tjes (oni) kon vangen, werd
meermalen afgebeeld.
Uit China zijn meerdere ele
menten overgenomen, zoals
voorbeelden van ouderliefde
(Yókó); deze liet zich door een
tijger opeten om op deze wijze
zijn vader te beschermen.
Ook de figuur Kakkyö is in
Leiden present: de netsuke
laat Kakkyó zien, terwijl hij
een hak in de hand heeft en
een pot op het hoofd. (In het
Een netsuke van palmhout, voorstellende een jongetje
met over het hoofd een leeuwenmasker, spelend op
een trommel. Tijdens de laatste dagen van het oude
jaar worden in Japan hier en daar op straat „leeuwen-
dansen" gehouden, waarmee de kwade geesten van
het oude jaar worden verdreven en de goede geesten
van het nieuwe jaar ingeluid. De bek van de hier afge
beelde gordelknoop is beweeglijk; de netsuke is gesig
neerd: Minkó met kakikan. Mede als gevolg van de
grote Japan-expositie in Londen trekt de netsuke-ten-
toonstelling in Leiden, waarin de nadruk wordt gelegd
op materialen en technieken, veel belangstelling.
verhaal wil Kakkyó zijn enig
kind doden uit pure armoede.
Hij heeft het graf reeds gedol
ven wanneer hij daar een pot
met goudstukken vindt).
Nooit 1.000
zwaarden
Ook de figuur van de Japanse
bedelmonnik Benkei, die
1.000 zwaarden wil verzame
len, is een geliefkoosd onder
werp van de netsuke-kunste-
naars. Met Benkei wordt die
genen bedoeld, die wanneer
hij 999 zwaarden bijeen heeft,
op de Gojóbrug in de stad Ky
oto, de fluitspelende Yoshitsu-
ne ontmoet, de broer van de
veldheer Yoritomo. Tot zijn
grote verrassing moet Benkei
het onderspit delven tegen de
fluitspeler, zodat hij nooit zijn
1.000 zwaarden bijeen zal
kunnen brengen; wel wordt
hij Yoshitsune's trouwe met
gezel.
De aan symboliek zo rijke Ja
panse vormentaal maakt dat
er ware juweeltjes van gor
delknopen zijn gemaakt, ook
al omdat de Japanse kunste
naar over een traditionele
handvaardigheid beschikte en
bovendien veel fantasie had.
Netsuke's zijn dan ook een ge
wild verzamelobject gewor
den. evenals tsuba's, de stoot-
platen van de Japanse zwaar
den, waarin eveneens buiten
gewoon fraaie staaltjes van
kunstnijverheid zijn te her
kennen. Behalve door Cock
Blomhoff en Van Overmeer
Fisscher zijn ook netsuke's
door de stichter van het Leids
museum, de arts Ph.F. von
Siebold, naar Nederland ge
bracht. (Deze was namelijk als
dokter werkzaam op Decima;
zijn gordelknopen werden in
1830 naar Nederland ver
scheept en zeven jaar later
reeds door de Nederlandse
staat aangekocht.)
Heel bijzonder is een set van
negen gordelknopen met
voorstellingen van dieren van
de dierenriem, die speciaal in
opdracht van Von Siebold
door Matsushita Otoman uit
ivoor werden gesneden. In to
taal bestaat de tentoonstelling
in het Volkenmuseum te Lei
den uit 180 exemplaren.
KLAAS GOÏNGA