Dit jaar wordt een toeristisch topjaar" SCHEIDENDE MISTER HOLLAND: ter wereld behoorden Amsterdam, Rotterdam. Schiphol. Toen konden de in ternationale hotelconcerns niet achterblij ven en dat zoog weer nieuwe reisindu strieën aan. „We kregen die grote Rem- brandt-tentoonstelling. Ik zei tegen Van Schendel, de hoofddirecteur van het Rijks museum: hou die nou niet in de zomer, want dan zitten de hotels toch al vol, maar doe het buiten het toeristenseizoen. Het was moeilijk hoor, om hem zover te krij gen. ledereen wist niet beter of je moest vissen in een volle vijver. Maar hij deed het en die tentoonstelling diende wegens overweldigend succes geprolongeerd te worden en de piek die hij veroorzaakte in de hotelbezetting, vind je in de statistieken nog steeds terug". De toen geleerde les wil Strijkers nu op Europees niveau in praktijk gaan brengen. Ook dat valt onder zijn lievelingshoofdstuk innovatie. „Waarom organiseren we niet elke winter een geweldig evenement, juist wanneer de horeca er de grootste behoef te aan heeft? De ene keer ballet in Parijs, de andere keer operette in Wenen of ope ra in Milaan, weet ik veel wat? Elk land heeft toch wel iets? Neem nou het ver domd leuke idee waarop we in Amerika gekomen zijn: de Holland Cultuur Kaart. Nou weet ik wel dat ze in Friesland of Lim burg weer kwaad overeind komen Hol land, altijd Holland: man, de argwaan die ik me ermee op de hals heb gehaald maar het gaat erom die Amerikanen te la ten zien hoe wijd de cultuur over heel Ne van lical J derland verspreid is, want wat bleek uit het onderzoek? De Amerikanen dachten: voor cultuur moet je in Frankrijk terecht, in Spanje, Italië, Griekenland en helemaal nooit in Nederland. Nou, in anderhalf jaar tijd hebben 30.000 Amerikanen onze cul- tuurkaart gekocht. Wat meer is: deze Amerikanen zijn zes dagen in Nederland gebleven tegen een gemiddelde verblijfs duur van 2,3 dagen. Dat pik je met zo'n kaart toch mooi even mee". Het woord is gevallen. Argwaan. „Ik was vijftig geworden en had vijftien jaar in Am sterdam gezeten. Ik hield het daar voor gezien. Het Nationaal Bureau voor Toeris me betekende een nieuwe mogelijkheid voor me. Een uitdaging. Je had de Alge mene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer, de ANVV, een ou derwetse, amateuristische club, weinig vakbekwaam. Bij het bedrijfsleven, maar ook bij het ministerie van economische za ken, groeide toen, eind van de jaren zes tig, de behoefte aan een nieuw type orga nisatie, die het produkt Nederland heel professioneel, op de commerciële toer, zou kunnen verkopen. Dat was dus het NBT en ik werd algemeen directeur. De argwaan in den lande. De kritiek. Jij? Jij wilt alleen maar Amsterdam verkopen. En: Jij komt op mijn terrein. Vergelijk het met de afstotingsreactie die optreedt, wanneer er in een lichaam een vreemd orgaan wordt getransplanteerd. Een vent uit Am sterdam, die alles mee heeft gehad, moet opeens samenwerken met iemand uit Raadsman Joop Strijkers van de Wereld Toeristen organisatie: „Tarieven op Europese luchtlijnen zijn schandalig hoog". Er zal veel meer gedaan moeten worden aan de spreiding van de toeristenstromen, vindt Joop Strij kers na een reis naar Torremoli- nos. Friesland of Limburg die denkt: fraai is dat; jij hebt me altijd alles afgepakt omwil le van Amsterdam. Ontzettend veel tegen stand heb ik moeten overwinnen. Ik zei: om dit nationale bureau op te bouwen, heb ik zeven jaar nodig. Zij zeiden: je krijg zeven maanden en dan zullen we je kri tisch gaan beoordelen. Dat was niet fair". AMSTERDAM Eerst Mister Am- als sterdam, vervolgens Mister Hol- ian- land Hoe vaak zal hij aldus zijn toegesproken wanneer hij ergens ter wereld vertoefde in een poging ons soppende puntje Rijndelta te verko- pen als een lusthof, waar men zon- der talmen heen diende te snellen al- rat vorens te sterven? De juiste naam luidt Joop Strijkers en vrijdag 8 janu ari zwaait hij af bij het Nationaal Bu reau voor Toerisme in Den Haag dat hij in 1969 op poten heeft gezet en twaalf jaar lang heeft geleid. Zijn breuk met het „slavenwerk" (eigen woorden) is vrijwillig, zij het mede in gegeven door de wens van zijn vrouw om hem de twee jaar voor zijn aow-gerechtigde leeftijd wat meer om zich heen te zien. Noch betreft het een volledige breuk. Hij blijft de commissarissen en directie van het NBT als adviseur bijstaan, houdt zit ting in de besturen van internationale toeristenorganisaties binnen Europa en zal optreden als raadsman van de secretaris-generaal van de Wereld Toeristen Organisatie, een te Madrid gevestigde dochter van de Verenig de Naties. „Op halve versnelling gaan draaien", noemt hij dat. Kun je nagaan. Zijn eerste strijdpunt heeft hij al in de are- zijn^a geworpen: de tarieven op de Europese r uchtlijnen. „Die acht ik schandalig hoog. ne Ms ik op bezoek ga bij familie in Stock- lolm, ben ik duurder uit dan wanneer ik laar Los Angeles zou vliegen. Aan die lijn- i. jiensten moet dus wat gebeuren. Krank zinnig toch, de einden die vanwege allerlei Dureaucratische rompslomp worden om- ee" gevlogen. Het kan veel efficiënter. Geluk- hel-<ig zijn de Engelse en de Nederlandse R ijksluchtvaartdiensten al op mijn lijn gaan 3ra"zitten. En de vereniging van luchtvaart- IATA is onderhand ook endoor de bocht. Tariefsverlagingen V|n-jaar heb je nou een voorbeeld van de in- ''Qe-jovatie waaraan de toeristenindustrie toe ooks". /am3e ironie wil dat uigerekend deze Joop Strijkers indertijd een van de meest gou- slagzinnen uit de vaderlandse recla- negeschiedenis heeft verzonnen: „Vliegen s goedkoper dan u denkt" Weet u nog? De herinnering doet hem voldaan onderuit zakken in zijn rundleren zetel. „Jaaaa, die >loeg in. Ik werkte toen bij de commerciële |e""jienst Nederland van de KLM. Het was de :e|!"Deriode dat de eerste grote vliegtuigen er ."aan zaten te komen en de oude Plesman verzin iets om ze vol te krijgen. Nou, °""/an de broekpoepers moest je het niet .lebben; die zouden een vliegtuig eeuwig r9'eaen mensenvreemd toestel blijven vinden. er moest, dachten we, een grote bestaan die best zou willen en dur- vliegen, mits de luchtvaart zijn imago "l®«wijtraakte van onbetaalbare luxe. Dat .'lebben we met onze slagzin bereikt. Hij ies,Drikkelde de mensen om aan het rekenen slaan, om onze tarieven eens te vergelij- <en met wat een reis per trein, schip of "'^auto kostte. En ze ontdekten: verdraaid, "fVliegen is inderdaad goedkoper dan ik e"jacht". ing. Qroeistuip vanl lat.-0 heeft Joop Strijkers niet alleen aan de van het massa-vervoer door de lucht an-3estaan, maar de boreling nog een be- oorloorlijke groeistuip bezorgd ook. Het is an-1em onlangs lelijk opgebroken. „Jaaa, ik itenfen dit voorjaar voor het eerst van mijn le- oor^en 'n Torremolinos geweest. Nooit meer. boze droom, wat je zegt. Een kwaad aardige nachtmerrie. Ik kon er 's nachts dojeen oog van dicht doen. Ik lag maar te ienken: waar zijn we in 's hemelsnaam nee bezig geweest? Mogen we de mensen loiets wel aandoen"? Een late bekering, maar dat zijn dikwijls we-de beste, hebben de jezuïeten altijd gewe- daten. Berouwvolle Strijkers dus: „Er zal veel i ofneer gedaan moeten worden aan sprei- zofling van de toeristenstromen. De fouten vartfie we gemaakt hebben, mogen we vooral ar-jiiet weer maken. En we hebben wat fou ten gemaakt. Ook daar ga ik me binnen iogj:uropa voor inzetten. De Europese Ge- heeft dringend een strategie (or-hodig, maar die bestaat eenvoudig nog J isniet. Stel je voor: pas nu is er een Europe- depe minister gekomen met het toerisme in wefojn portefeuille. En dat voornamelijk om- irvat je zo'n nieuwe Griek toch iets moet dcfaeven". ïerfigenlijk is Joop Strijkers een beetje bij in het vreemdelingenverkeer ver- iligieild geraakt. Eerst leende de KLM hem anfit aan de toen piepjonge Keukenhof, ten- sclèinde die wat in zijn groei te begeleiden. Drie jaar later ruilde hij de tulpen in voor draaiorgels van Amsterdam, omdat de dafioofdstedelijke VVV een nieuwe directeur „Wat ik daar aantrof was een ver ouderde. sombere sfeer. Bromvliegen van Theo Eerdmans. Het ging over mijn hobby: luchvaart. Ik kwam kennelijk zo overtui gend over dat Orlov, je weet wel, de siga- rettenkoning, zei: die vent moet ik hebben. Ik mocht van hem de hele wereld rondrei zen en dat trok me enorm, want nog steeds heb ik dat, hè, ondanks de hon derdduizenden kilometers die ik gevlogen heb. Telkens als ik een vliegtuig binnen kom, raak ik helemaal opgewonden. En het salaris trok me, want wie denkt dat je van het vreemdelingenverkeer rijk kunt worden, vergist zich. Toch is het afge sprongen en waarom? Ik was opgehouden met roken en ik vond dat ik geen produkt kon gaan verkopen waar ik niet meer ach ter stond". Enthousiasme Twaalf jaar Joop Strijkers gaat „op halve kracht draaien". Achter Amsterdam als produkt, achter heel Nederland vervolgens, stond hij wel. „Ik kon er dag en nacht over praten. In Amsterdam, in Canada, in Japan, 's Mor gens op de televisie voor mannen die tus sen het scheren door keken. Later voor vrouwen die koffie zaten te drinken, 's Middags in het kinderprogramma, 's A- vonds in een nieuwsshow en dan nog eens in een quiz. Het deed me niets; ik vond het zalig. En nog steeds ben ik begenadigd met een brok enthousiasme voor mijn vak". Dank zij die spetterende geestdrift wist hij Hilton over te halen in Nederland hotels te komen bouwen die tot de meest gerieflijke Het zijn uiteindelijk toch nog twaalf jaar geworden. Joop Strijkers kan, terugblik kend, opnieuw behaaglijk onderuit zakken en verse thee laten komen. „Ik denk dat Nederland anno 1982 ten opzichte van 1969 een grote verbetering te zien geeft. Bij de toeristenindustrie is meer begrip ontstaan. Waar vroeger verbrokkeling heerste, durft men nu ik noem de inter nationale toeristenbeurzen massaal in te haken op nationale activiteiten. En het eerste kabinet-Van Agt heeft, met name door de persoon van Van Agt zelf, een duidelijke doorbraak gebracht. Er zijn al lerlei mogelijkheden geschapen voor ver nieuwing, voor aanpassing, voor verbete ring van de infrastructuur. Ik beschouw dat als een bewijs dat de overheid, die vroeger aan de kant stond, het toerisme nu als een volwaardige bedrijfstak be schouwt. En de vruchten worden al ge plukt. De negatieve reis-verkeersbalans van zes miljard gulden, die we hadden, is met een miljard teruggebracht. De eerste negen maanden van het afgelopen jaar hebben buitenlandse toeristen 31 procent meer binnengebracht dan in 1980". Een positieve balans zullen we volgens Strijkers nooit krijgen. Er zal altijd meer geld voor toeristische doeleinden uit het land wegstromen dan er toevloeit. „Wij Nederlanders vormen nu eenmaal een volkje van hoog ontwikkelde reizigers. Zijn we altijd geweest. En ons klimaat maakt ons wat pissig. Ik heb daar geen moeite mee, hoor. Laat ze alsjeblieft gaan. Een van de fijne dingen van het toerisme heb ik altijd gevonden dat mensen er dichter door bij elkaar worden gebracht. Daarvoor is nodig dat ze erop uittrekken, de grens over. Waar het dus om draait, is de vraag: hoe krijgen we buitenlanders zo ver dat ze naar hier willen komen om ons te leren kennen? Wat dat betreft, vind ik de ko mende Floriade in Amsterdam een goede zaak. In een paar maanden vier miljoen bezoekers. En het begin van de afsluiting van de Oosterschelde, een heel grote zaak, want dan praat je over een regel recht wereldwonder. O ja. ik voorspel dat 1982 op het stuk van inkomend toerisme een topjaar zal worden". PIET SNOEREN vijf jaar in de etalage. Affiches die van hun punaise vielen, zo vergeeld waren ze. Een kantoor waar je alleen naar binnen zou gaan om het condoléanceregister te teke nen". Joop Strijkers dacht, kortom: even die bromvliegen weg, een paar nieuwe affi ches aan de muur en ik kan me, gerugge- steund door dit gezapige baantje, gaan wijden aan de studie in de economie. „Want dat wilde ik, studeren. Dat hoop ik straks alsnog te gaan doen, wanneer ik de versnelling helemaal terugneem. Geschie denis deze keer. De studiedrang is bij me wakker geworden toen ik in de oorlog ge vangen zat. Ik stond op het punt naar En geland te vluchten en reed met draaiende propeller over een erf bij Schiphol ik was vijf jaar vlieger geweest toen de Gestapo me pakte. Verraden door een collega-vlieger. Maar in de gevangenis trof ik een cipier die ik van vroeger kende en die bezorgde me studieboeken". Nieuw optimisme Hoe anders zou het lopen. In Amsterdam trof het nieuwe VVV-kopstuk annex stu diehoofd niet alleen de fossielen van bromvliegen en affiches aan, maar ook een sfeer van tintelende verwachting. Er hing iets in de lucht. Er stond iets te ge beuren. De vreselijke oorlogswonden wa ren gelikt en er gloorde nieuw optimisme. Strijkers, geconcentreerd voorover nu, de handen in brede gebaren meepratend, het kopje thee vergetend: „En precies toen gebeurde het dat onze grootste klant ver lost werd van visa en allerlei andere be perkingen. De Duits-Nederlandse grens ging wagenwijd open. Verschrikkelijk fijn, zoveel klanten binnen rij-afstand. Een on betaalbare meeligger". De maalstroom sleurde Strijkers mee. Het perspectief van de universiteit verbleekte bij zoveel morgenrood. Maar wat viel er al lemaal niet te verhapstukken? Hoe kon met Parijs, met Londen geconcurreerd worden in een Amsterdam, waar de hotel gast zich schielijk in kamer- of regenjas diende te hullen wanneer hij, ergens ver weg op de gang, een kleine of grote bood schap had te brengen? En het gebrekkige sanitair was niet de enige molen die uitno digde tot een gevecht. „Ik ergerde me er groen en geel aan dat de hotellerie draai de op het systeem van half pension. De gasten waren gedwongen vijf avonden achtereen in dezelfde eetzaal te zitten, ter wijl het in Amsterdam barstte van de goe de restaurants". Ondertussen was het wel tot Strijkers doorgedrongen dat hij een zeer goed ver koopbaar produkt in handen had. „En ik ben een verkoper, meer dan iets anders. Niet dat ik alles verkopen kan. Nee, ik ben eens opgetreden in die beroemde quiz van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 13