3e strijd tegen het water loopt als een ode draad door de vaderlandse geschie- lenis. Wij hebben dijken en dammen aan- jelegd om het water tegen te houden of jebieden met elkaar te verbinden. Wij lebben land aan het water onttrokken en >ewoonbaar gemaakt. De Zuiderzee werd net een dertig kilometer lange dijk afge- iloten en gedeeltelijk ingepolderd. De wa- ersnoodramp van 1953 in Zeeland was aanleiding het Deltaplan te ontwerpen: een Jigantisch project om de Nederlanders die zijl onder de zeespiegel leven veiligheid te ga randeren. In de loop van eeuwen hebben de Nederlanders dan ook een wereldbe- faamde know-how op waterstaatkundig gebied opgebouwd. Toch vormt dit alles niet de directe aanleiding voor het thema jaar Water '82. De reden daarvan is dat het dit jaar vijftig jaar geleden is dat de Afsluitdijk werd ge sloten en dat nu, met de plaatsing van 66 pijlers, de laatste fase intreedt van de werkzaamheden aan de stormvloedkering in de Oosterschelde. Verder bestaat Fle voland 25 jaar en loopt het Zuiderzeemu seum een buitenmuseum in Enkhuizen te openen. dacht te kunnen geven, werd twee jaar ge leden een stuurgroep in het leven geroe pen. De ANWB, de ministeries van verkeer en waterstaat en economische zaken, de Dienst Zuiderzeewerken, de Rijksdienst IJsselmeerpolders, de Dienst Deltawerken, het Zuiderzeemuseum en het Nationaal Bureau voor Toerisme hebben de afgelo pen twee jaar in de stuurgroep Water '82 nauw samengewerkt aan de voorbereidin gen van het themajaar. Er werd contact gezocht met organisaties en instituten die zich met het water in dit land bezig hou den, op het gebied van milieu en land schap, planten en dieren, beroeps- en sportvisserij, drink- en industriewatervoor ziening, recreatie en waterzuivering. De activiteiten die de stuurgroep voor dit jaar in gedachten heeft, bestaan onder meer uit het uitgeven van een waterkaart van Nederland. Daarop staan alle punten en objecten aangegeven die met water te maken hebben, zoals terpen, dijken, mo lens en watergemalen. In de Martinihal in Groningen wordt 52 da gen lang in juli en augustus een enorme tentoonstelling gehouden over alle facetten van het water. Het moet een edu catieve, toeristische attractie worden, waar informatie wordt gegeven over de betekenis van de dijken, polders en ha vens, over rivieren, meren en waterwer ken, de off-shore industrie, milieu en re creatie. Verder worden er ten behoeve van het onderwijs speciale informatiekoffers gemaakt over het thema water. Corry Vis, een van onze verslaggeefsters, nam een kijkje in Enkhuizen, waar moge lijk nog dit voorjaar een openluchtmu seum wordt geopend, dat bestaat uit een compleet dorp met boerderijen, vissers huizen, grachten en tuinen. Men kan er een indruk krijgen van het leven van de mensen rond de Zuiderzee, vóór die werd afgesloten en ingepolderd. ENKHUIZEN Als op 28 mei van dit jaar, precies 50 jaar nadat de Afsluitdijk de Zui derzee definitief indamde tot het IJssel- meer, het Buitenmuseum van het Enkhui- zer Zuiderzeemuseum geopend wordt, is een stukje Zuiderzee-verleden voorgoed veilig gesteld. Een schitterend dorp 135 woningen en werkplaatsen met de daarbij behorende straatjes, grachten en tuinen getuigt van de tijd dat het leven nog be paald werd door de zee. Het unieke van dit authentieke museumdorp is, dat je er heel sterk ervaart hoe men woonde en leefde in het begin van deze eeuw. Hoe het dagelijks leven als het ware meedeinde met de getijden van de Zuiderzee. Hoe de cultuur van de bewoners werd bepaald door het leven en werken van vissers en schippers. Een compleet dorp met alle o- penbare functies, inclusief de dorpskroeg, de kalkovens, de stoomwasserij en de snoepwinkel op de hoek. In het milieu waarin het thuishoort, buitendijks aan een magnifiek waterfront vlakbij de havens van een IJsselmeerstadje met meer dan nor male historische schoonheid. Omdat men voorvoelde dat de Afsluitdijk de cultuur van de vissersstadjes, ontstaan door de invloed van wisselend hoog en laag water zou doen verdwijnen, werd al in 1930 een oproep gedaan om te komen tot de stichting van een museum van de Zui derzeevisserij. Maar pas in 1947 kon men na talloze vergaderingen officieel beginnen met de opsporing van bedreigde pandjes uit alle kustplaatsen langs het IJsselmeer, die geheel intact werden samengebracht tot een geslaagde poging de Nederlandse bevolking te laten zien wat er verloren is gegaan. Steen voor steen werden op instorten staande huisjes liefdevol afgebroken, overgebracht en weer precies zo op gebouwd. Het Buitenmuseum toont heel duidelijk het gigantische, bijna niet meer voor te stellen grote verschil tussen het le ven van nu én dat van vijftig jaar geleden. Maar om zover te komen moest er jaren lang heel wat veldwerk, fotografie en his torisch onderzoek verricht worden. Geba seerd op een groot aantal gesprekken met de voormalige bewoners en ambachtslie den van deze huizen, werd nauwkeurig be kend hoe de interieurs er hebben uitgezien en ze zullen precies zo worden ingericht. Het zijn allemaal pandjes die ter plaatse in de diverse dorpen en steden niet konden worden gehandhaafd in verband met sa nering of andere noodzakelijke verande ringen. Alles weerspiegelt het leven, wo nen en werken van de mens rond de voor malige Zuiderzee, voordat de inpoldering de visserij voor het grootste deel teniet deed. Primitief De talloze vissershuizen getuigen van het primitieve leven dat men op de grens van armoede leefde. Onbeschoten daken, waar je tussen de pannen door kunt kij ken. Potkacheltjes en fornuizen. Spaar zaam gebruik van elektriciteit en olielam pen. Het sanitair, meestal een simpel pleetje achter het huis. Een pomp buiten om je aan te wassen en een petroleum stelletje om op te koken. Bedsteden en een onderbedstede voor de kinderen. Je wordt er zeer nadrukkelijk met je neus op de snelle veranderingen in onze maat schappij geduwd. Omzoomd door dijken zijn acht stede- bouwkundige structuren (Marken, Kolhorn, Hindeloopen, Edam, Urk, Zoutkamp, Westland en Zuiderwoude) samengevoegd tot één historisch geheel met een eigen waterhuishouding en een eigen stadsver warming. Niet alleen vissershuizen, maar. ook de Visserskapel uit Den Oever, waar ook het postkantoor vandaan komt, de kalkovens uit Akersloot, de stoomwasserij uit IJsselmuiden, de scheepswerf uit Mar ken, het havenkroegje uit Hindeloopen, de timmerwerkplaats uit de Haarlemmer Houttuinen, de hoefsmederij uit Harder wijk, de visrokerij uit Monnickendam, de schuitenwerf uit Wervershoof, de apotheek uit Hoorn en de scheepssmederij uit Enk huizen. Ook boerderijen, zoals die in sorn- mige steden en ook wel op het Friese plat teland voorkomen. Kleine ambachten vin den op het terrein een plaats in schuurtjes en winkeltjes en zullen zoveel mogelijk weer functioneel worden gemaakt. Door de hele woonbuurt loopt een gracht je, waar ook een paar huizen van groter formaat een plaats vonden: een bakkerij, een koetshuis en een voormalig kaaspak huis uit Landsmeer, dat met zijn 40.000 kg in zijn geheel werd overgebracht. Deze laatste methode werd bij meerdere pan den gebruikt als ze nog intact waren. Soms ook werd gebruik gemaakt van an dere technieken, zoals het inlassen van gevelwanden en andere bouwelementen. Natuurlijke entourage Als je door het dorp loopt, waan je je eeu wen terug. Dat komt niet alleen doordat het buitendijks op een eiland ligt en om- kolkt wordt door zijn natuurlijke entoura ge, de zee, maar ook^mdat er aan allerlei details is gedacht, die je er vroeger ook kon aantreffen. Zo vind je achter de stoomwasserij bijvoorbeeld ook de bleek velden waarop de was te drogen lag: was goed dat per schip of per handkar aange voerd werd. Je vindt er de huizen op palen uit Volendam en Marken, terwijl Monni ckendam tegen de dijk aangebouwd ligt met buitendijkse huizen, die bij hoog wa ter onderliepen en zo de zee opvingen, zo dat hij niet door de dijk heenbrak. Precies zoals in het echte dorp werd Hin deloopen op een terp gebouwd om de kerk heen. Achter de scheepswerf uit Mar ken ontbreken de watertjes en weilanden niet, evenmin als de oevertuinen langs de gracht. De kenmerkende witte houten hek jes van Zoutkamp staan er, evenals de ij zeren hekken uit de meer stedelijke gebie den en zelfs de boenstoepen zijn niet ver geten. De karakteristieke verschijnings vorm vèn elk plaatsje is tot in het onein dige doorgevoerd. Zelfs tuinen en andere beplantingen zijn zo ingericht, dat ze ken merkend zijn voor die bepaalde streek. Urk ziet er bijvoorbeeld heel anders uit dan Wervershoof. Boom- en vruchtsoorten zijn in de oude rassen aangeplant en ook heeft elke buurt zijn eigen steensoort. Zo wel wat betreft het bouwmateriaal als in de beklinkering en zelfs in de wijze van straatleggen. Heel wat oude prenten en ansichtkaarten werden bestudeerd en er werd ook heel wat afgereisd voordat de bouwers een goede indruk hadden van hoe het geweest was. Het resultaat liegt er dan ook niet om, al zegt voorlichter Guus van der Kuip relativerend: ,,We zijn redelijk tevreden zonder onszelf op de borst te kloppen, want je hebt toch altijd het gevoel dat het misschien nog wel beter zou kunnen". Versneld Sinds 1977 werd een versnelde afbouw van het buitenmuseum mogelijk gemaakt door fondsen, die het ministerie van CRM in deze moeilijke tijden steeds weer wist te verschaffen. Dat betekent dat op 28 mei het dorp voor een goed deel gereed is voor het publiek. Veertig van de ruim 130 panden zijn dan volledig ingericht. Terwijl het publiek deze vast kan gaan bekijken, wordt aan de overige panden gewoon doorgewerkt. Daarmee wordt het er voor de bewoners van het buitenmuseum niet rustiger op. De directeur, drs. Udo Vroom, woont er hoogstpersoonlijk al een paar jaar. De enige andere bewoner is de hoofdbewaker Cor Broer, die er met zijn vrouw en bouvier Tarras nu zo'n vier jaar woont en daar zeer tevreden over is. „Het was een grandioze verrassing toen ik dit kreeg aangeboden", zegt de 61-jarige Andijker breed lachend. „Mijn vrouw en ik voelden ons hier al na een week thuis, zo lekker rustig. Ook zij heeft totaal geen last van eenzaamheid, ook al is het hier zuiver een mannengemeenschap met al die wisr selende bewakersploegen". Het huis waarin hij nu woont ademt een totaal andere sfeer dan het nieuwbouw huis dat hij achterliet. Het is vrij donker, intiem met veel kleine vertrekken, een schitterend betegelde schouw en een ei gen klinkerpaadje om hem wat privacy te geven als straks de stroom bezoekers langs komt lopen. Cor Broer fungeert min of meer als contactman tussen de ver schillende bewakersploegen, die het bui tenmuseum dag en nacht via monitors en patrouilles bewaken. Toch komt er af en toe wel eens een dronken Duitser over de muur of leggen buitenlanders nietsver moedend bij het eiland aan. Ongenode gasten komen niet verder dan de poort, want de robuuste hoofdbewaker en zijn nog ruigére hond boezemen het nodige ontzag in. Huissie van opoe In 1980 zijn er twee open dagen geweest, die voor de nodige anecdotes hebben ge zorgd. Het prethoofd van Cor Broer plooit zich in tientallen rimpeltjes bij de herinne ring aan alle taferelen, waarvoor nieuws gierige mensen, die het „huissie van opoe" of het „pandje van de theorieles" herkenden, garant stonden. „Er kwam veel volk. Maar ik herinner me dat oude vrouwtje nog het best. Die stond met twee dochters voor een pandje, dat open was voor koffie en zo. De kamertjes waren af gesloten met een hekje en daar bleef ze lang voor staan. De dochters vertelden me toen, dat zij jarenlang in dat pandje ge woond had en daarom deed ik het hekje open zodat ze in de kamertjes kon. Ik zie het nog voor me. Ze zette haar hoedje af, legde het op tafel, ging zitten en zei: „Zo, ik ben weer thuis". We hebben de groot ste moeite gehad om haar er weer uit te krijgen". Behalve als hoofd bewaker fungeert Cor Broer ook als koster van de Visserskapel, waarin nog wekelijks huwelijken worden afgesloten. Wie daar trouwt, mag de bruidsreportage ook in het museumdorp laten maken en menig bruidje zwicht voor deze romantische omgeving. Veel mensen herkennen er dingen van vroeger en dat geeft een nostalgisch gevoel. Na de open stelling zullen er nog twee huisjes uit oog punt van bewaking bewoond worden, maar verder is er geen enkele concessie gedaan. Rookgeur De officiële opening van het buitenmu seum moet een onderdeel worden van een verzameling watergebeurens onder de naam „Water 82". Dan gaat de hele zaak onmiddellijk in bedrijf, voorzover dat nu al niet het geval is. De scheepswerf, belast met het onderhoud van de eigen vloot, zal aan de ruim 70 soorten schepen (die nu nog in depot liggen), haar handen vol heb ben. De smederij maakt materialen aan om slijtende onderdelen te kunnen vervan gen. „Hét slijtageproces is erg hoog, omdat al les in zo'n vochtige omgeving staat", legt Van der Kuip uit, die tevens vertelt dat de ontwikkelingslanden belangstelling heb ben voor de techniek van de schelpkalko- vens, die terwille van het leerproces in be drijf komen. Ook de stoomwasserij zal de monstraties geven van hoe er vroeger ge wassen werd. In de visrokerijen wordt weer gerookt om de rookgeur er weer in te krijgen, die bij de afbraak verloren is gegaan. Er komen een schifdermuseum en diverse informatieruimten, waarin door middel van video, dia's en films getoond wordt, hoe de mensen toentertijd werkten, hoe de begrafenissen verliepen en tal van andere aspecten uit het dagelijks leven. Van der Kuip: „Er komt steeds meer bij, ook als het al opengesteld is. Net als een echt dorp is het onderhevig aan verande ringen. Zo komen er nog een borstelmake rij, zeilmakerij, sigarenmakerij, visschoon- maakhuis, kuiperij, biezenvlechterij, water molen en een reddingsboothuis, het laat ste uiteraard met de originele houten roei- reddingsboten. Het hele museale bedrijf gaat dan daadwerkelijk in bedrijf". Naar verwachting gaat het Buiten-„Zuider- zee"-museum jaarlijks bezocht worden door zo'n 300.000 bezoekers, die waar schijnlijk over het water zullen worden aangevoerd. Binnenkort doet de raad van Enkhuizen daar definitief uitspraak over, maar het lijkt de beste manier om de his torische stad te ontzien van al die drukte. In elk geval is op 28 mei een gedeelte van de Zuiderzeecultuur niet verloren gegaan, ook al was deze vrees zeker niet onge grond. De kleine stedelijke nederzetting buiten de dijk waarin zeven provincies ver tegenwoordigd zijn, is een levend monu ment. Het straatmeubilair, een bepaald rit me in de ordening van de huizen, een rea listisch stukje verval en authentieke pand jes geven een goed beeld van een ge meenschap vóór de afsluiting van de Zui derzee. CORRY VIS nederland idsboerderijen uit Harderwijk met op de achtergrond de Visserskapel uit Den Oe- nog steeds gebruikt voor trouwerijen. Brug over de gracht in aanbouw, met als middelste huis de apotheek uit Hoorn met een Jugendstil-ui uit 1901. en vissersdorp pial aan zee, zoals het terug is te vinden op het buitendijkse eiland at het Buiten-Zuiderzeemuseum vormt. De Visserskapel uit Den Oever, waarin tijdens huwelijken. Broer als koster fungeert

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 11