Ze zoeken naar
en arm om
un schouder"
IKTER HOOGERWERF OVER
MENTE BEJAARDEN:
In verpleegtehuis
kan familie
een veel grotere
rol spelen
Veel angst en onbegrip over dementie of kindsheid
„Koningin
J der Bergen"
nieuwe
trekpleister
van
Doorwegmuseum
fljNENLAND
luldgevoel beheerst veel
sen", zegt geneesheer-di-
iur Aart Hoogerwerf van
utphense „Leeuwerikwei-
een groot verpleeghuis,
van de vele die ons land
„Ik kom het hier veel te-
bij mensen die uiteindelijk
liten hun demente partner
het verpleeghuis te doen.
>ok bij kinderen die hun
r of moeder hier komen
gen. Dat schuldgevoel
t meermalen samen met
ten die ze ooit gedaan
sen. Ik zal altijd voor je
en, ik zal je nooit in zo'n
lleeghuis stoppen. Dat
t beloften".
nterecht gevoel?
lat geloof ik wel. Als je merkt hoe
ommigen het opbrengen om hun va-
f moeder, hun man of vrouw te ver-
n, dat is onvoorstelbaar. Daar kun je
ootste bewondering voor hebben,
een nog gezonde vrouw met een
nterende man. Ze zit er vierentwintig
er dag bij, zeven dagen in de week.
imand die de hele dag hetzelfde
t. Alsmaar herhaalt: gaan we nu kof-
inken? Iemand die je geen ogenblik
kunt faten, omdat hij anders de be-
eemt, het gas laat branden,
leb ik het nog over de rustige men
ie hebt ook nog agressieve mensen,
genblikkeljk uitvallen als de ander
>eetje geprikkeld is. Later gaat zo'n
n bed plassen, kan hij het niet meer
jden, gaat in de hoek van de gang
plassen. En naarmate het proces
Jementie voortschrijdt, vallen de ge-
csonderwerpen weg. Het kringetje van
atiënt wordt steeds kleiner. Hij praat
/n nog maar over het verleden en wil
meer. Later gaat het nog maar uit
end over eten en drinken, z'n eigen li-
km. En dan het verschrikkelijke mo-
jt waarop je eigen man of vrouw je niet
)X kent, een andere naam zegt of
igt: wie ben je eigenlijk?"
el tragiek
Jfeur Hoogerwerf weet van ,,veel tra-
'thuis bij de mensen". Hij vindt dat
I wat mensen zich onnodig lang be-
n. „Niet, omdat ik de verzorging thuis
er hoog aansla. Onzin, de beste
s voor de dementerende mens is na-
ijk thuis. Ik zeg dat ook niet, omdat
net lege bedden zitten. Integendeel,
ebben lange wachtlijsten. Nee, ik zeg
omdat lang niet iedereen die men
voor dement houdt, dat ook is. In
derde deel van de gevallen blijkt er
anders aan de hand te zijn. Dan wordt
verwarring van iemand veroorzaakt
lichamelijke aandoeningen. Longen,
een stoornis in de urinewegen, slech-
>eding, geneesmiddelengebruik, noem
r op. Na behandeling gaan die men-
vaak weer hersteld naar huis",
ens dokter Hoogerwerf is tegen de-
tie (nog) geen kruid gewassen. „Het
(elingsproces kan jaren duren. Gemid-
blijven de mensen hier vier a vijf jaar.
valt voor de familie vaak niet mee om
contact vol te houden. Zeker niet als
sen herkenning meer is. Niettemin sta
lak versteld van de trouw. De partners
I vrijwel nooit verstek gaan. De kinde
ren zijn over het algemeen ook behoorlijk
trouw. Maar een kwart krijgt nooit bezoek.
Dementen vormen duidelijk een groep
mensen met wie we niet goed raad weten.
De neiging is groot om ze ergens ver weg
op te bergen. Ik denk dat de angst mee
speelt, dat het onszelf overkomt".
Vrolijkheid
Dokter Hoogerwerf bestrijdt, dat het in het
tehuis een saaie boel is. „Het leven is hier
zo slecht nog niet. Zeker, er is hier veel
verdriet en pijn en zorg. Maar ook vrolijk
heid. Er wordt gezongen en gedanst. We
hebben een eigen volksdansgroep, waar
aan toch de helft van de mensen meedoet,
samen met veel personeelsleden. Er wordt
feest gevierd. Maar ook gehuild en ge
vloekt."
Behalve de dienst activiteitenbegeleiding,
die spelletjes, dagjes-uit, concerten, vis-
middagen en soosbijeenkomsten organi
seert, is er een afdeling bewegingsthera
pie.
Dokter Hoogerwerf: „De fysiotherapeuten
komen bij de mensen aan bed of ze doen
allerhande oefeningen in de oefenzaal.
Dagr hebben we bijvoorbeeld ook een
vlinderbad. Op die manier bestrijden ze de
gevolgen van lichamelijke aandoeningen.
Ook zijn we zo gelukkig een beroep te
kunnen doen op een legertje vrijwilligers.
Zonder hen waren we nergens. Doordat
we te weinig personeel hebben meer
mensen mag nu eenmaal niet van de over
heid komt de verplegingsdienst niet
veel verder dan mensen uit bed halen,
eten en drinken geven en naar de wc
brengen. Er is geen tijd om gewoon eens
bij iemand te zitten of mee naar buiten
gaan. Daarom is het zo fijn, dat we die,
voor het merendeel vrouwelijke, vrijwilli
gers hebben."
Familieraad
De familie van patiënten staat niet meer
buitenspel in „De Leeuwerikweide". Sinds
een paar jaar worden de naaste bloedver
wanten welbewust bij het beleid betrok
ken. „We hebben hier een familieraad van
vijf mensen, die geregeld gesprekken heb
ben met de leiding over de gang van za-
Troostvolle gedachten in boekje: „ik ben verdwaald"
Wie oud wordt heeft een goede kans op
enige vergeetachtigheid, maar slechts een
kleine kans op dementie. Deze troostvolle
gedachte treffen we aan in het boekje „Ik
ben verdwaald". Het is geschreven door
de Zutphense arts Aart Hoogerwerf (44).
Hij is geneesheer-directeur van het Ver
pleeghuiscentrum Zutphen. Daarvan
maakt deel uit „De Leeuwerikweide", een
tehuis voor 180 demente bejaarden.
Hoogerwerf heeft ervaren, dat maar weinig
mensen weten wat dementie of kindsheid
is. Er is veel angst, onbegrip en misver
stand. Dat bleek hem in lezingen voor de
familiekring van zijn verpleeghuis. Die le
zingen zijn uitgemond in een prettig lees
baar boekje.
Minder dan tien procent van de bejaarden
lijdt aan psychische stoornissen. Slechts
een klein deel van hen lijdt aan seniele de
mentie, de meest voorkomende vorm van
psychisch verval. Deze ouderdomsdemen-
tie is een stofwisselingsstoornis in de her
sencellen. Die tast het geheugen aan. Lij
ders aan deze ziekte hebben steeds meer
moeite met logisch denken en oordelen,
piet het herkennen van mensen, dingen en
situaties.
Op den duur treden gedragsstoornissen
op, uitlopend op volkomen desoriëntatie.
Dat laatste wordt beleefd als een gevoel
van verdwaald te zijn. Het psychisch verval
gaat gepaard met lichamelijke stoornis
sen, zoals verstopping, verstoord honger
gevoel, speekselvloed, slikstoornissen. Uit
eindelijk treedt een zekere sufheid op.
Het is duidelijk, aldus Hoogerwerf, dat de
mentie een ziekte is die de gehele mens
betreft. Ze heeft tot gevolg, dat de ken
merken van de persoon verloren gaan.
Kenmerken die zich uiten in emoties, intel
ligentie, gevoel, intuïtie, lichaam, geloof,
hoop en liefde.
Er bestaan verschillende vormen van de
mentie. Hoogerwerf spreekt dan ook liever
van dementiesyndroom, op te vatten als
een complex van verschijnselen. Tot nu
toe staat de medische wetenschap mach
teloos tegenover ouderdomsdementie. Er
is nog geen enkel geneesmiddel tegen ge
vonden.
Hoogerwerf constateert veel eenzaamheid
bij de onder zijn zorg vallende demente
bejaarden. Hij meent, dat de familieleden
een grotere rol in de verpleeghuizen kun
nen spelen dan ze nu doen. Daarbij denkt
hij aan vaker bezoek, het meebrengen van
kleinkinderen, het zingen van liedjes-uit-
de-oude-doos, het rijden naar oude be
kende plekjes en wandelen in een wagen
tje.
Zelf probeert Hoogerwerf de familie van
zijn patiënten bij de gang van zaken in zijn
huis te betrekken. Hoe vertelt hij onder
meer in het verhaal op deze pagina.
Het boekje „Ik ben verdwaald" of „De
mentie, wat is dat?" is voor een tientje
(exclusief verzendkosten) te bestellen bij
het Verpleeghuiscentrum, postbus 283,
7200 AG, Zutphen, tel. 05750-10644, toe
stel 225.
Ken. Twee keer per jaar organiseert de
raad een zogenaamde kringsamenkomst
met de overige familieleden. We zijn er op
uit het verpleeghuis zo dicht mogelijk bij
de mensen te brengen. Er zijn nu ook klei
ne gespreksgroepen met familieleden van
pas opgenomen patiënten., Daar gaan we
ook in op dat schuldgevoel waar ik het
eerder over had".
Dokter Hoogerwerf wil best toegeven „dat
er wel eens wat misgaat. Natuurlijk lopen
hier ook wel eens mensen met de verkeer
de kleren aan. Er raakt wel eens een gebit
zoek. En het gebeurt wel eens, dat iemand
een halve morgen op een verschoning
wacht. Maar dat is volstrekt geen regel.
We hebben hier niets te verbergen".
We maken een rondje door het huis. Een
vrouw zit verongelijkt in een gang. Spon
taan begint ze tegen ons te mopperen
over haar man „die bijna nooit komt". Hij
is gisteren nog geweest, werpt dokter
Hoogerwerf tegen. De vrouw bestrijdt het
boos. Ze gelooft, dat. haar man haar be
driegt. „Het geheugen laat gaten vallen.
Dat veroorzaakt achterdocht en werkt arg
waan in de harid", zegt de geneesheer-di
recteur.
In de gangen hangt een doordringende
lucht, een mengsel van schoonmaakmid
delen en urine. „Het huis is niet altijd piek
fijn schoon", zegt dokter Hoogerwerf als
we over een paar plasjes hinkstapsprin-
gen. „Er gebeuren nogal wat ongelukjes in
de gang. Direct opruimen gaat niet altijd
helemaal. Ook hier wreekt zich het perso
neelstekort".
Orgelmuziek
Vanuit een zaaltje klinkt muziek. Een
dame, vrijwilligster, bespeelt een electro-
nisch orgel in het stille bijzijn van een stuk
of twintig bejaarden. Ze brengt beproefde
schlagers, maar krijgt geen weerklank. En
kele bejaarden zitten te suffen, het hoofd
diep gebogen boven het blad van de stoel,
waarin ze zijn vastgebonden, maar de
meesten vertonen trekken van tevreden
heid.
Dokter Hoogerwerf blijkt de mensen te
kennen. Met de verpleegsters gaat hij on
gedwongen om. „De zusters zijn fantas
tisch hier. De familie is over het algemeen
erg blij, dat de mensen hier zijn. Ik geef
toe, dat het gevaar groot is hen als on
mondige kinderen te behandelen. Toch zie
je hier ook onderlinge banden ontstaan.
Als een arts overplaatsing nodig vindt,
merk je nog wel eens, dat een verpleeg
ster zo iemand niet wil missen. Er groeit
een zeker .houden van'. Als iemand over
lijdt, is er geen verdriet, dat is een te groot
woord, maar toch wel een zekere stilte,
een zekere verslagenheid".
Dagbehandeling
We belanden in een kamer met een tiental
mensen rond een tafel. „Deze mensen zit
ten te wachten op vervoer naar huis. Ze
zijn bij ons in dagbehandeling. Een nieuwe
loot'aan onze stam. De mensen zijn hier
op werkdagen, 's avonds gaan ze weer
naar huis. Dat helpt vooral degenen die
hen thuis verzorgen, om uit die vierentwin-
tiguurs-tredmolen te stappen. Het geeft
een stuk verlichting.
Terug in zijn kamer zegt dokter Hooger
werf: „We hebben ons een beetje vergist
met de grote verpleeghuizen. We zouden
naar kleinere eenheden toe moeten en
veel meer vanuit de thuisbasis van de
mensen moeten werken. Want als er vol
doende zorg is, ook ziekenzorg, zijn de de
mente bejaarden thuis het beste af. Je
gaat niet voor je lol in een verpleeghuis
zitten, dat moeten we goed in de gaten
houen. In een tehuis zie je nog veel men
sen verloren gaan. Mensen die zich ver
dwaald voelen, omdat ze niet écht iemand
hebben die voor hen zorgt, die om hen
geeft. Ik heb hier mensen zien zoeken naar
naastenliefde, achter hun verwarring. Ze
zoeken naar een arm om hun schouder.
Als die écht is, ervaren ze dat zo. Daar
hebben ze meer aan, dan aan het mee
brengen van gebakjes".-
HOMME KROL
T.EIDSE COURANT DONDERDAG 24 DECEMBER 1981 PAGINA 15
Dokter Hoogerwerf in de eetzaal van „De Leeuwerikweide".
gen op aan vervlogen tijden, waarin het,
althans voor mensen met een ruime beurs,
zeer comfortabel reizen was. Wel valt er
duidelijk verschil in comfort vast- te stellen
tussen twee Staatsspoor-rijtuigen, het
kleine, weinig licht toelatende uit 1874 en
het grote uit 1910 met veel ramen, extra
zorg voor alleen reizende dames en een
toilet. Daarnaast uit dezelfde tijd het rij
dende restaurant van de Wagons Lits,
waarvan het gaaf afgewerkte interieur tot
de verbeefding spreekt en het NCS-rijtuig,
dat de bezoeker met zijn weelde van geca
pitonneerde, lichtgroene trijpen zittingen
en goudkleurige verlichtingsornamenten
bijna onwerkelijk voorkomt.
Verder wordt veel aandacht besteed aan
de trein van nu. De linkervleugel van het
gebouw is er helemaal aan gewijd. Via
schaalmodellen krijgt men inzicht in de
wijze van beveiliging en andere zaken,
waarvan de treinreiziger tijdens zijn reis
nauwelijks iets merkt.
In drie vitrines worden curiosa getoond,
die meer of minder belangrijke gebeurte
nissen in de herinnering terugroepen, ge
bruiksvoorwerpen, in lang vervlogen jaren
onmisbaar voor de uitoefening van de
dienst, hoofddeksels van functionarissen
van diverse voormalige spoorwegmaat
schappijen. Opvallend tussen al deze
voorwerpen is de collectie olieverfschilde
rijen, etsen, litho's en tekeningen, deels
van bekende kunstenaars, veel ook van
onbekende amateurs, situaties en gebeur
tenissen uitbeeldend die geschiedenis
hebben gemaakt. De penningverzameling
van het museum is als een metalen ge
schiedboek.
Treinen en trams vormen nu nog de
hoofdmoot van het museumbestand, maar
het is de bedoeling in de toekomst de be
zoeker een beeld te geven van de ontwik
keling van het gehele openbare vervoer in
Nederland. De twee eerder genoemde au
tobussen kunnen daarvan als voorloper
worden gezien.
De stadsbus, die belangstellenden van het
Centraal Station in Utrecht naar de halte
Maliebaan vervoert, moet nog even wach
ten, voordat ook hij. onder de naam „Lijn
3", in het museum voorgoed tot stilstand
komt.
DAVID LEVIE
Boven: De „Koningin van de Bergen".
Links: De oude T-Fordbus van de Gelderse Tramwegen.
sonregens onderweg te beschermen. De
totale transportkosten bedroegen meer
dan een ton. Momenteel hebben de Indo
nesische Spoorwegen nog zo'n honderd
stoomlocomotieven in dienst, maar in
1988 hoopt men deze door electrische
toestellen te hebben vervangen.
Behalve met de aanwinst uit Indonesië is
het museum verrijkt met een fraai restau
ratierijtuig, dat tijdens de Tweede Wereld
oorlog in Roemenië werd gebouwd. Door
bemiddeling van „Wagons Lits Neder
land" verwierf men dit rijtuig, dat in Oos
tende werd gerestaureerd. Museumbezoe
kers kunnen heel toepasselijk hier hun
wandeling onderbreken voor een kop kof
fie in dit rijtuig, waarvan de komst een
welkome aanleiding was om het voorter
rein van het museum te herscheppen in
een fraaie museumtuin. Wie geen plaats
meer kan vinden in deze wagon die aan
tweeënveertig personen verpozing ver
schaft, kan ook op het terras ervoor te
recht.
Onder het nieuwe afdak zullen in de toe
komst autobussen worden geëxposeerd
en als voorproefje daarop staan er alvast
twee: van de NV Brabantse Buurtspoorwe
gen en Autodiensten BBA kreeg het mu
seum een in 1934 gebouwde Ford-autobus
nummer 63 en van de Gelderse Tramwe
gen kreeg men een nog oudere T-Ford in
bruikleen.
Door middel van een grote hoeveelheid
modellen, voorwerpen en afbeeldingen
wordt verder bijna anderhalve eeuw
spoorweggeschiedenis uit de doeken ge
daan. Langs drie overdekte perrons staat
een uitgebreide sortering rollend materieel
tentoongesteld en er komen nog een
tweede en derde perron, bereikbaar via
een luchtbrug over de nog steeds door de
NS gebruikte sporen.
Paarde- en stoomtrams roepen herinnerin
«ECHT De „Koningin van de Ber-
Lmag dan door de Indonesische
vegen op een zijspoor zijn gezet,
lerangeerd is zij nog steeds niet. Het
lerlandse Spoorwegmuseum koestert
r nieuwe aanwinst als de alom beken-
Arend". Het stoomgeweld in ruste
mt een van de trekpleisters van het
Ie Maliebaanstation aan de Johan van
lenbarneveldtlaan.
1928 kwam deze Mallet-locomotief ge
el. De CC 5022, „Sri Guning" (Koningin
de Bergen) werd door Werkspoor in
sterdam gebouwd. De loc had een gro-
vermogen dan de treinen die in Neder
land dienst deden, hetgeen het roosterop-
pervlak van 3.3 vierkante meter nadrukke
lijk onderstreept. Tenslotte moest de loco
motief dienst doen in de bergen en niet in
de Lage Landen. Eind november vorig jaar
gaf Jakarta toestemming de locomotief
naar Nederland te verschepen. Jaren van
onderhandelen waren daaraan vooraf ge
gaan.
De „Mallet" was het laatst gestationeerd
in het depót Purwokerto en werd daar ge
bruikt als verwarmingslocomotief. Het ge
vaarte moest voor een deel onttakeld wor
den en er dienden maatregelen te worden
getroffen om de CC 5022 tegen de moes