DRACHENFELS hoogste berg van Nederland Kastelen kijken en fietseneen aantrekkelijke combinatie Avonturen met fietsen Alleen de eenentwintig meter hoge wachttoren Ie nog over van de burcht, die aartabie- 9chop Frederik I van Keulen in 1140 op de Drachenfele bouwde. Hollandse r„Vleeskroketten" en „Uitemljter, gebekken ei met ham. brood en aardappelse- j" belooft het uithangbord en de Nederlandse maag knort genoegelijk terug. stichting „Fiets" komt niet Bepraat over de zegeningen (ons ten deel zullen vallen, er (nog) meer gebruik •rdt gemaakt van het rijwiel, et geheel zonder eigenbe- 5 (de fabrikanten dragen i portie bij aan de financie- wordt een al jarenlang houdende stroom van in- atie en propaganda over land uitgestort resultaat mag er zijn. Er dt méér gefietst dan ooit tot genoegen ook van art- die telkens ten tonele gevoerd om het fit- syndroom van twee wie- [de war geraakte architect- Duitse sportarts Konopa trimvariaties op een rijkje gezet en ontdekt dat niets in heilzaamheid het fietsen kan overtreffen, zelfs joggen niet Intussen heeft de stichting ons via een leuke illustratie weer op een nieuw idee gebracht Wie de Nederlandse kastelen wil gaan bezichtigen, moet de motorloze tweewieler als ver voermiddel kiezen. Dat is niet aan dovemansoren gesproken, blijkens de grote belangstelling voor een rijwielmiddag als de Acht Kastelentocht in Vorden. Helaas echter zijn niet alle kastelen in ons land dermate geconcentreerd als in de Ach terhoek, waar men er tijdens zo'n ritje een stuk of acht te zien kan krijgen. Toch ver dient het aanbeveling, om deze raad zoveel mogelijk op te vol- ;n. aar al te veel mensen heb ben wel eens de kastelen aan de Loire op een rijtje gezet (vaak óók op de fiets) of En gelse landhuizen bezichtigd zonder zich te verdiepen in het eigen bezit Honderden burchten, ridderhofsteden, kastelen, borgen, states, stin- sen en sloten of hoe die adellij ke behuizingen genoemd mo gen worden, behoren tot de in ventarisatie van onze beziens waardigheden. Boekjes De Nederlandse Kastelen Stichting heeft ze allemaal ge registreerd en in samenwer king met de ANWB nagegaan, welke rol zij kunnen spélen in toerisme en recreatie. Dit heeft geleid tot de publikatie van een reeks boekjes, die elk kasteel aan de lezer voorstel len. Voorts kan men op de ANWB-kantoren een handig vouwblad afhalen, waarin (al fabetisch) wordt opgesomd, welke kastelen men kan be zichtigen. Lang niet overal staan de be woners klaar om de gasten rond te leiden. Wie speciaal geïnteresseerd is in de niet voor het publiek toegankelijke huizen en hun kunstverzame lingen en dergelijke kan daar óp bepaalde dagen en uren toch terecht, mits voorzien van een introductie. Deze aanbeve lingen worden door diverse in stanties verstrekt, onder meer het ministerie van CRM, di recteuren van rijksmusea en de Nederlandse Kastelenstich ting, Kuluutsheuvel 32, 5825 BE, Overloon. Alle kastelen komen ook voor in de ANWB-gidsen „Waar naar toe vandaag" en publika- ties van de VVV's. Soms is het ook toegestaan, om in de par ken te wandelen en zoals be kend kan er zelfs nabij menige slotgracht gekampeerd wor den. De Vereniging van Land goed- en Kasteel-Campings, Paterijstraat 11, 8081 TA, El- ttirg, tel. 05250-1394, biedt daartoe de mogelijkheid op vijftien terreinen. Ooit telde ons land tweedui zend van deze indrukwekken de behuizingen. Daarvan zijn er nog ongeveer driehonderd over, vaak in gebruik als kan toor bii de overheid of inge richt als museum, raadhuis of hotel-restaurant. Gelderland en Limburg hebben er elk nog zo'n honderd binnen hun grenzen. Dat zijn dus ook de provincies, waar het mogelijk is om fietsroutes te maken, die langs een flink aantal kastelen voeren. Men kan die zelf ontwerpen of ggbruik maken van bestaande tfajecten. Behalve de genoem de publikaties kan men bij de ANWB ook het overzichts boekje „Kastelen in Neder land" verkrijgen. Tal van an dere „prachtboeken" vestigen de aandacht op dit bezit, zoals de onlangs verschenen „Atlas van de Nederlandse kastelen", waarin er zestig zijn beschre ven en afgebeeld. Fietsen in eigen land is mooi en fietsen vlak over de grens na-, tuuclijk ook, maar fietsen ver weg is avontuurlijker. Zeker als men hele grote tochten maakt. Bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, Canada, China, Nieuw Zeeland of om iets dichter bij huis te blijven in Oost-Europa. De Stichting Bikecentennial- HoUand, die zeven jaar geleden begon met een fietstocht van oost- naar de westkust van de VS, organiseert in 1982 fietstoch ten over de hele wereld, zowel voor groepen als voor fietsers die er liever op hun eentje op uit trekken. Het volledige toerpro- gramma kan men aanvragen bij de Stichting Bikecentennial- Holland, Cattenbroekerlaan 63, 3445 EH Woerden. Tel. 03480- 2Q201. Zo'n nacht, miin vriend, mocht ik daar waken Op d'hoge Drachenfels: doch bij 't ontwaken Thuis bleef slechts het hoesten en 't genies. Zozeer was de Drachenfels ge leidelijk tot een nationaal sym bool geworden, mede door de sagen en legenden die erom heen werden geweven (de draak die passerende schepen met zijn adem in brand stak en de schipbreukelingen opat; de ridders, Siegfried, de Nibe- lungen), dat Pruisen in 1837 het bovenste deel van de berg alsmede de restanten van de burcht opkocht als een soort nationaal monument. Dit kon evenwel niet verhinderen dat de rots een steeds kommervol ler bestaan begon te lijden. Af gravingen van het gesteente en onderaardse erosie deden de Drachenfels steeds verder afbrokkelen. Op het beroemde „ezelspad" (waar nu nog altijd kinderen een rit op de ezel mogen maken) begonnen ste nen te vallen, eerst kleine, la ter steeds grotere. Aan het eind van de jaren zestig moest de weg zelfs geheel worden af gesloten. Geologen brachten alarmerende rapporten uit waaruit bleek, dat een behan deling aan de oppervlakte niet meer zou helpen, vooral van wege de gevaarlijke spleten onder het uitstekende gedeelte waarop de burchtruïne staat. Tien jaar geleden werd een be gin gemaakt met een groot scheepse reddingsoperatie die meer dan 3,5 miljoen mark zou kosten en die de Drachenfels als het ware in een korset hees. De rots werd in een be tonnen ommanteling van meer dan 250 meter gegoten en ver sterkt door staalverankeringen die gedeeltelijk door tientallen meters rots heen zijn getrok ken en die men bij kan stellen. De gehele operatie, die telkens moest worden aangepast en veranderd, was uniek in zijn soort. Deze „breukband" van staal en beton heeft in elk ge val ervoor gezorgd, dat de Drachenfels als een van de meest populaire recreatie-oor den van Duitsland in stand kon worden gehouden. Snel groeiend groen zorgde er bo vendien voor, dat van de litte kens nauwelijks meer iets te merken is. Nibelungen De ezeltjes waggelen dan ook weer gemoedelijk met kinde ren op hun rug het pad af, e- venals de makke paarden die de feestelijke rijtuigjes trek ken. Van de ruïne boven aan de rots en het daar gevestigde terrassenrestaurant („Wie heeft mijn pils opgedronken? Dat zal die smerige Utrechter wel zijn geweest!") voert de weg kronkelend omlaag. Langs de wijngaarden die het bekende „Drachenblut" ople veren leuker als aandenken dan om te drinken en langs een verrassende hoeveelheid curieuze attracties. Daar heb je bijvoorbeeld het slot Drachen fels, een strip-achtig kasteeltje met onzinnige uitsteekseltjes en torentjes, dat alleen maar in het brein van een geestelijk in de war geraakte architecht kan zijn ontstaan. De inboedel van het als mu seum ingerichte gebouw is zo mogelijk nog krankzinniger, hoewel het tegelijkertijd zo gek is, dat het weer mooi be gint te worden. Het ene ver gulde afgietsel van een klas siek standbeeld staat naast de andere kitscherige kopie van een beroemd schilderwerk. Tijdperken en stromingen zijn dooreengemengd in een absur de vlooienmarkt Maar zeg dat de gids niet die leidt zijn be zoekers rond met de ernst en de waardigheid alsof hij het Louvre in pacht heeft. Tenminste zo merkwaardig is de „Nibelungenhalle" halver wege de berg, die een soort mystieke tempel is, gewijd aan de god Wagner. „Ehrt eure deutschen Meister" klinkt het bevelend van de granieten ge denkplaat, met het hoofd van de musicus, die als een altaar in de aspis staat, omgeven door schilderijen die de legende van de Heilige Graal vertellen. In de ruimte klinkt zacht de ge zwollen muziek van de Mees ter. De bezoekers bewegen zich ernstig, alsof zijn lijk nog boven aarde staat. Hier is het een en al Siegfried en Brün- hilde, Walhalla, Walküren en Gotterdömmerung wat de klok slaat, uitgebeeld door de oprichter van dit stukje onver valste Duitse volksziel, prof Hermann Hendrich (1913). Ons oneerbiedig grinniken wordt met boze blikken beant woord. Dertien meter draak Opgelucht buiten aangeland gaat men dan verder over een donker rotsweggetje naar het drakenhol waar dit gedenk waardige dier in steen, dertien meter lang, vereeuwigd is en de bezoekers vanuit een drab big groen vijvertje vervaarlijk aankijkt. Echt interessant wordt het pas (en nog steeds voor dezelfde entreeprijs) in de reptielentuin. Hier kan men een verbluffende hoe veelheid heuse krokodillen, kaaimannen, slangen van al lerlei aard en omvang, tropi sche spinnen, schildpadden, salamanders en wat al niet klaar is (maar wees gewaar schuwd: in het Duits heet kof fie zetten „Kaffee kochen" en zo smaakt het ook meestal). Als thuis chtijd voor do makke paarden, die toeristen in feeeteiijke rijtuigjes naar boven en beneden meer op ziin gemak bewonde ren. Toevallig betrapte ik daar een paar reuzenschildpadden bij de paringsdaad of althans een poging daartoe iets wat een mens nou ook niet elke dag ziet en wat veel moeders met kroost enigszins in verle genheid bracht maar ook zonder dat is een bezoek aan deze reptielentuin van harte aan te bevelen. Verder afdalend naar de voet van de Drachenfels passeer je steeds meer alledaagsere at tracties. Automatenhallen waar het electronische lawaai van alle kanten op je af komt, worst- en friettenten, souve nirwinkeltjes met een assorti ment aan kitsch, dat zelfs een geoefend reiziger voor onmo gelijk had gehouden en allerlei automatieken zoals bewegende beesten, het Paradijs der Scho ne Vrouwen („Nach Einwurf von 10 pf. sofort durch die Op tik schauen of andere ero tiek van twijfelachtig karak ter. Weer terug in Königswinter. het is dan al tegen het eind van de middag, zijn de wijn huizen en café's inmiddels vol gelopen en een deel van de gasten ook. Uit talloze etablis sementen klinken opgewekte schlagers. Het volst is het in de „gelegenheid" waar speciaal voor de buitenlandse bezoe kers het Ramona-duo optreedt De dames en een enkele heer, moedig geworden door het nuttigen van enige glazen Rijnwijn, wagen een dansje voor het podium. „Vakantie aan de Nederlandse zee... Adios, adios", zingen de Ramo- na's. Het gezelschap wiegt zachtjes mee. Bij helder weer wordt de tocht naar boven beloond met een schitterend uitzicht, vooral voor aan plat land gewende Nederlanders, die dan ook met drommen de Drachenfels bezoeken. je je nou voorstellen hier mensen gewoond op die rots?" feeee.." Het meisje kijkt V vader ongelovig aan. 1 hoor, ze hebben dat er niet voor niets opge- h sluitend betoog, dat ■ij meisje kennelijk weet 'Wertuigen. We staan op platform, vlak onder ruïne van de voormali- burcht op de Drachen- Is. Beneden ons, bijna lehonderd meter lager nauwelijks zichtbaar het heiige weer, loomt Vader Rijn aan ■inigswinter voorbij. Als l helder is, moet het feicht schitterend zijn. Ifler en dochter spreken plat luiers of Achterhoeks, meen Ijte horen. Zoals trouwens 'Jral om mij heen de ganse Ia van tongvallen die ons ld rijk is, te beluisteTen valt. ant de Drachenfels wordt ét voor niets de hoogste berg n Nederland genoemd: mil- »nen landgenoten zijn mij er voorgegaan en zullen mij ■g volgen. Beden, aan de voet van de l9g in Königswinter wordt be al spoedig duidelijk. Het iferlands mag dan nog geen llrtaal zijn, maar het begrip leetaligheid" is zeker niet 4rdreven. Op de grote par- staan tientallen au- Tussen met Nederlands ken- Souvenirwinkels laten 1 voorbijgangers weten, dat Nederlands spreekt (of Jt daarvoor doorgaat). Res- irants lokken hongerige [santen met uithangborden staat dat men „verse eskroketten" (overal elders Duitsland volstrekt onbe- jid) en „uitmijters" serveert, pvijl cafe's oerhollands we- i te melden, dat de koffie Bij het stationnetje, waar de tandradbaan sinds 1883 naar de Drachenfels omhoog gaat, is het een drukte van belang. Hier en verder op de tocht waan je je werkelijk thuis. Zelfs al zouden ze niets zeggen (maar het tegendeel is het ge val), dan nog zouden deze dag jesmensen op meters afstand als onderdanen van het Huis van Oranje herkenbaar zijn. Zulke bloemetjesjurken kon Tante Pollewop alleen bij ons kopen en de verweerde ge zichten van de mannen onder het kortgeknipte kapsel (graag een beetje vrij in de nek. kap per) verraden onmiskenbaar Jan Modaal van het platteland. Al tijdens de rit naar boven de meeste bezoekers denken ten onrechte, dat de klim te voet omhoog lastiger is dan de afdaling wordt het duide lijk, dat deze mensen nog echt plezier in een pretentieloos uitstapje hebben. De „oh's" en „ah's" zijn niet van de lucht. Eindelijk eens geen verwende welvaartsburgers die verveeld zich afvragen of ze dit jaar naar de Bahama's of op safari in Afrika zullen gaan. Gewoon aardige leden van de kegel- of klaverjasclub die in de donke re "wintermaanden hun zomer se uitstapje naar de Rijn bij el kaar hebben gespaard en die daar nu zichtbaar van genie ten. De „Drakenrots", van ridder lijk bolwerk tot romantisch ideaal, van revolutionair ont moetingspunt tot commercieel recreatie-object: het is allemaal nog aanwezig. Vandaar de ui terst curieuze samenstelling van kitsch en romantiek, van geschiedenis en kermis, van opvoeding en ontspanning. De Drachenfels, ontstaan door een onderaardse vulkaanuitbar- De „Duitse volksziel" waart nog rond op de Drachenfels, ver steend in kronkelend beeldhouwwerk en (op de achtergrond) een eprookjeskasteeltje, produkt van een in de war geraakte architect sting die niet naar buiten trad, maar versteende, werd in 1140 door aartsbisschop Frederik I van Keulen benut om er een burcht op te bouwen, die eventuele aanvallen van bui tenaf onmogelijk moesten ma ken. Sindsdien werd het een strijdobject tussen de vele vor sten en vorstjes tot het in de zeventiende eeuw als bolwerk werd ontmanteld. Alleen de eenentwintig meter hoge wachttoren is nog over. Romantisch symbool In de tijd van de romantiek werd de Drachenfels, waar Siegfried van de Nibelungen- sage de draak zou hebben ge dood waarvan het bloed hem vrijwel onverslaanbaar maak te, tot symbool van patriotisme en revolutionair élan. De stu denten uit Bonn maakten er in de eerste helft van de vorige eeuw hun ontmoetingsplaats van. Heinrich Heine, die een tijd lang in Bonn studeerde, heeft deze „schwSrmerische" stem ming fraai en relativerend be zongen in een gedicht dat „De nacht op de Drachenfels" heet en dat nij in 1819 schreef. Het luidt als volgt: Om middernacht was dan de burcht bestegen. Het houtvuur vlamde aan de voet van 't gesteent. Gehurkt de knapen, blij ver eend, Daar klonk 't heiige lied der Duitse zege. In Rijnwijnbekers die wij le gen Zien wij de burchtgeest, hoe hij loert; Veel donk're ridderschadu- wen, omfloerst. En nevelvrouwen, (ladderen de vegen. Vanuit de torens klinkt een steunend huilen. Geraas, gekletter en gekras van uilen. Daartussen giert de stijve noorderbries.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 21