MODE 1982 door veel combineren bepaald et gehoorapparaat van mijn grootmoeder is door de bliksem getroffen an de das is hetzelfde als de kleur Deze dolle, gestreepte combinatie draagt jntalon. Deze sportieve combinatie heerlijk. Het jasje heeft door de diepe V-hals blazer met lange brede revers, ge- en zijsplitjes een slankmakend effect (Collec- i een lichte zomers beige-grijs ge- tie Bleyle). (Collectie Jacques Esterel). Sportief in joggingpakken met capuchon een eind rennen. (Collectie Schies8er Sporting). ie|nvergetelijke va- dfinneringen, die t«n bepaalde geur binnen schieten, terugvinden van iaal kledingstuk verlangen soms (fom kan het kie- de vakantie-gar- oms al een klein roorpret beteke- ;it zou iemand van al die vrij- d nuttige haar- en Ijrstels. lingerie, ^cetera als va- derobe mee men? Jnensen voelen zich jng in hun dagelijks p sterk vastzitten aan dat ze in de vakan- jdigweg moeten ont- 'ri rerversbagage zitten u >te jeans, shirt of m ipak, trui en jack of at foor de meeste men eer meer mee.. Heel r is hoeft de bagage de zomervakantie trou- zweer niet te zijn. Bij envan zomer 1982 be- steeds weer anders n van kleding na tendeels het beeld. 'ants n een bepaalde gele- #ts wil eten, als er tek op het program- of allebei misschien) ^heel plezierig als er gants in de koffer 'enomen. Er worden attractieve bad/bou- jbinaties aangeboden rokken of jurken Dor uitgaan in aan kunnen komen. En fyer die kreukloos de jflaat is een makkelij- Jplossing. Een beeldi- Irk is natuurlijk enig jan dansen. (Vooral ie is in the air"!). I zou als geklede ba ll meer formele com- «genomen kunnen jjat hangt een beetje in de vakantie ij zo'n stadspak een paar perfecte i pak van linnen, uur of zijde, in elk lichtgewicht stof. Katoen is ook prima. Zowel bij uitgaan als bij een nonchalante vriietijds-stijl kunnen dan al lerlei pantalonvariaties gedra gen worden. En er is vrijwel geen kleur, die daarbij niet wordt aanvaard. De bandplooi blijft ook. Verder mogen aller lei lengtes of wijdtes van pij pen, evenals recht en glad en de rechte taps toelopende pijp. De rijkelijk geplooide pantalon staat vooral heel slanke vrou wen goed. Voor langere tochten en sight seeing zijn er tropenjasjes op pantalons, of een tuniek, dat zonder meer of op shorts kan worden gedragen. Folklore- achtig zijn strokenrokken met duizend bloemetjes bezaaid, blouses met waaierkraag, on der-rok of-pantalon en lange wappershawls. Heel wat in- pakwerk, maar leuk 's avonds op een terras. Al die kleding laat zich onderling trouwens uitstekend combineren als er enigszins een bepaalde basis- kleur wordt aangehouden. Dan moeten er naast uitgaans- schoenen en of flaneersanda- len zeker een paar makkelijke vakantieschoenen mee. Vrou wen die zichzelf doorgaans veroordelen tot strompelen op torenhoge hakken kunnen deze zomer hun voeten zalig verwennen met sportief schoeisel. Mensen die veel buiten zijn hebben veel plezier van short- In dit blazerpak in nautische stijl is men altijd gekleed om ergens te gaan eten. (Collectie Fiesta Schiesser). shirt combinaties. Zo'n short kan van polyester-katoen zijn of van badstof dat zit heel fijn of van glansstof. Het meenemen van een modieus joggingpak voor kille momen ten hoeft absoluut niet auto matisch te betekenen, dat er voor dag en dauw moet wor den getrimd. Mannen-accessoires Ook voor de man-op-reis is het meenemen van zeker één geklede pantalon met lichtge wicht blazer wenselijk. Er zijn deze zomer sportcolberts te over. Van katoen-polyester, tweed, linnen, seersucker. Ef fen korenblauw. bordeaux, écru of wit. Ook met krijt streep of geruit. De schouder lijn is natuurlijk en de revers zijn wat breder. Ook het tic ketzakje en een rug- of zijsplit zijn kenmerkend. Er zouden ten minste twee overhemden mee moeten. Zonder een paar vrijetijdspan- talons is men nergens natuur lijk. Jeans kunnen heel goed. Daar hoort een badstof ge voerd chintz jack op, of zo maar een jasje dat lekker zit. Het zou bést ook een jaqe of jack kunnen zijn, dat ver dwaald is in de klerenkast. Verder natuurlijk polo's, 'n singlet wellicht, vrijetijdsshirts en voldoende riemen en sok ken. Ook voor de man is het deze zomer de kunst om op een persoonlijke wijze kleuren in de kleding te combineren. Voorbeelden? Neem een écru pantalon met marine shirt met gifgroen vignet Daar zou de ene dag een blauwe en de an dere dag een groene heren- riem bij kunnen worden ge dragen. Ook zou men de kleur van een blouson kunnen her halen in de pantalon, of riem en sokken in dezelfde afste kende kleur dragen. Een stropdas of shawl kan ook een kleurig accent vormen, mis schien wel qua kleur overeen stemmen met de tint van een vrijetijdsschoen. Mogelijkhe den te over. Deze accessoires vragen wei nig ruimte in de koffer. Mis schien is er wel een beetje moed en fantasie voor nodig. Maar een creatieve stijl en een tikkeltje schwung kan juist zo'n vakantie trouwens ook de tijd daarbuiten een beet je spannend maken. PH. BARUCH Een luchtige dracht is de pantalon met polo in lengtestreep-dessin. (Collectie Fiesta Schies ser). Een beetje colonial style laat zich bij koele dagen makkelijk combineren met een pullo ver. (Collectie Mimpex). Een shirt-short combinatie voor tennis en voor de vrije tijd. Het shirt heeft een klein Mao-boordje en is met marine stof tegenge- voerd. (Collectie Tweka). De bikini om te zonnen en het badpak om te zwemmen. Of andersom, want ze staan alle- twee even leuk. Let op het a-symmetrische ef fect in het badpak. (Collectie New Ufe). is gans een volk", oude literator en >urisme is het zoe- edr de ziel van een st reng die twee be- bij elkaar en het elijk zijn, dat de moet luiden: *risme is niet mo rs nder de taal van uty te kennen. ?5Praten. De buurman ^huizen verder gaat al Spanje, naar plaats- r£e amper hebben ge- 3) het bestaan van een il dan het Catalaans, .fiomt ook elk jaar na 1 en weer bruin ver staal uitgerust en ui- fvreden terug. „Taal- hfi9", lacht hij, „Kerel, ik heb toch handen en voeten. Meer heb ik niet nodig. Ze be grijpen me wel". Verduidelij kend gaat zijn hand dan naar de plaats waar zijn portemon nee zit. Er is ook een grote categorie toeristen van het AB-type. De mensen, die per vliegtuig, boot of bus van punt A (thuis) naar punt B (vakantieoord) worden gebracht, daar zich een, twee of drie weken laten koesteren en dan weer de AB-verplaat- sing in omgekeerde richting ondergaan. Ook zij hebben meestal geen problemen met de taal, willen die ook niet hebben. De touroperator heeft ervoor gezorgd, dat Marie daar ook haar aardappeltjes met jus en snijboontjes krijgt en dat ze, als ze naar het toilet moet, dat in behoorlijk Nederlands aan de gids kan vragen. Zelfdoeners Toerisme, ieder zijn meug. Maar het aantal zelfdoeners, de avonturiers-in-zakformaat, de Livingstones-in-de-dop, groeit gestaag. Zij trekken er zelf op uit naar „onbekende" streken en bijgevolg zijn er nog nooit zoveel mensen ge weest, die cursussen zijn gaan volgen in talen waar ze in het dagelijks leven weinig aan hebben. Zo zijn er ook nog nooit zoveel taalgidsjes-voor op-reis verkocht als de laatste jaren. En dat allemaal, omdat we iets van het bloed van een Houtman en De Keyzer in ons hebben. Goed, je moet eenvoudig be ginnen. Je stapt een boekwin kel in en koopt een „taaikom pas" in een zilveren omslagje a raison van een tientje. Je haakt de caravan achter de auto, zegt de papegaai en de buurvrouw vaarwel en na een goede duizend kilometer kom je bij een grens. Je rijdt tot vlak voor de slagboom. Dan gaat er een boze, gewapende douanebeambte tegen je staan schreeuwen. „Mien", zeg je dan, „geef me de taalgids eens an". Je laat de man rustig schreeu wen, maakt de vinger nat en bladert naar bladzijde 51. En jawel hoor, daar heb je het ge vonden: „Miet akkar ezzel mondannie?", zeg je stralend met een zucht van verlichting. Het lijkt er even op, dat de goede man uit zijn vel gaat springen, wat je dan weer niet begrijpt, want je hebt hem toch in het Hongaars netjes ge vraagd: „Wat bedoelt U?". En dan komt er zó'n waterval van klanken over je heen, dat je er helemaal niets meer van be grijpt, behalve dan dat de ge baren dreigend zijn. Cursus Het is duidelijk: zo'n taalgidsje is best aardig, maar meestal niet op de momenten, dat je het nodig hebt. Als je nu tot de slotsom komt, dat je toch wel graag de volgende jaren naar Hongarije wilt met vakantie en je wilt echt een toerist zijn, die de mensen begrijpt, op schriften wil kunnen lezen en met de bevolking wil praten, dan kun je natuurlijk een an dere weg bewandelen. Dan be stel je ergens een cursus bij een taleninstituut, blokt vele maanden moeizaam en leert in elk geval de beginselen van de taal. In het land zelf gaat het dan plotseling veel sneller, al thans minder moeizaam. v^ele duizenden doen het per jaar. Ze bestellen een cursus, sturen lessen in, krijgen hun werk gecorrigeerd terug, bij ten door... of vallen af. „Ik schat het uitvalpercentage toch wel op ongeveer veertig", zegt de heer De Vries, voor lichter van de Leidse Onder wijsinstellingen (LOI). Zijn de cursussen dan niet te moeilijk? „Wij brengen cursussen, die op een praktische manier zijn op gezet om de taal, die wordt ge bruikt in het gewone dagelijk se leven, te leren. Zo'n cursus duurt tien maanden. Het lijkt inderdaad wat lang en het be tekent, dat de toerist als hij van zijn ene vakantie terug is meteen aan de volgende moet gaan werken, maar het is nu eenmaal onmogelijk om in een paar maanden een taal onder de knie te krijgen". Kun je dan niet beter een een voudig taalgidsje nemen? „Taalgidsjes brengen zo hun problemen mee. Ik herinner me een opmerking van Car- miggelt, die in zo'n taalgidsje had gelezen: „Het gehoorappa raat van mijn grootmoeder is door de bliksem getroffen". Aan de andere kant zul je in die boekjes zeker wel iets te genkomen, dat je op vakantie kunt gebruiken, bijvoorbeeld om iets te kopen. Maar onze cursussen gaan natuurlijk die per. Maar is het wel nodig om als toerist een taal te leren? Spreekt het bedienend perso neel in het vakantieland niet één van de moderne talen? „Persoonlijk geloof ik, dat je betere contacten met de bevol king kunt leggen, naarmate je de taal beter beheerst. Ik heb ook het gevoel, dat veel men sen niet meer naar het buiten land gaan vanwege de taal. Ze voelen zich niet op hun gemak 99 en zullen daarom minder snel de grens overgaan. Zelfs al heb je maar een geringe ken nis van de taal, dan doe je dat wat makkelijker, je stapt wat makkelijker een winkel bin nen en bent niet alleen op zelfbedieningszaken aangewe zen. Heel wat mensen schrij ven in om toeristische rede nen. Voor enkele talen kun nen er andere motieven zijn, voor Engels en Duits bijvoor beeld, om de televisiefilms be ter te kunnen volgen. Maar de vele honderden die Frans, Ita liaans, Spaans, Portugees, Noors of Zweeds leren, doen dat voornamelijk om in de va kantie beter beslagen ten ijs te komen". Eén ding is duidelijk: het wordt wel aanpakken als je elk jaar naar een ander land op vakantie wilt. GERARD CRONE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 19