j„Diakonie noodzakelijke consequentie
het geloof in JezusChristus"
De armenzorg groeide ook in Leiden mm
de liefdadigheid boven het hoofd
brieuen
BUM
lezers
éËGÏÖ
HUTSPOT, HARING EN WITTEBROOD, DEEL 3
1
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 2 DECEMBER 1
Misschien dat deel drie van
de veelbelovende reeks
„Hutspot, Haring en
Wittebrood" niet
onmiddellijk een pakkende
indruk maakt. Na de
voorgaande Tien eeuwen
Leiden, Leienaars en hun
feesten, misdaad en straffen,
nu een overzicht van de
armenzorg door die eeuwen
heen. Een minder
„schilderachtig" onderwerp?
Beslist niet! Al bij het
vluchiig doornemen van de
tekst uitstekend verzorgd
door D.E.H. de Boer en J.F.
Heijbroek en het
schitterende
illustratiemateriaal, wordt
duidelijk, dat Leiden ook in
deze maatschappelijke sector
aandoenlijk geschiedenis
heeft geschreven. Neem
alleen maar de hofjes.
Leiden: hofjesstad bij
uitnemendheid, deel van een
rijkdom, maar dan zoals
de auteurs schrijven „een
rijkdom aan armoede".
Immers, weeshuizen en
hofjes hebben de ontelbare
armen van Leiden
honderden jaren lang een
toevluchtsoord geboden.
Op het oog, derhalve, een
rijkdom aan monumenten
en sfeer. Leiden en zijn
armen hebben dat vooral te
danken aan heel wat
vermogende Leienaars die
aan het einde van een
werkzaam leven een deel
van hun kapitaal aan de
armen schonken. Armoe
door de eeuwen heen,
vroeger nog schrijnender
dan vandaag. Rembrandt
hoefde niet lang te zoeken
toen hij een volkstype wilde
vastleggen. Toen hij, als
aankomend kunstenaar
daarom is Amsterdam de
stad van Rembrandt
geworden nog in Leiden
woonde, maakte hij in 1629
een majestueuze, „rafelige"
ets van een haveloze
bedelaar, een
koekebakkersfiguur in zak
en as. Schamel volk, in de
vaderlandse Gouden Eeuw.
Leiden was bij uitstek een
stad die steeds grote moeite
heeft gehad om de eindjes
aan elkaar te knopen. De
stad was in 1493 voor de
eerste maal failliet, en niet
voor de laatste keer. „Den
Haag" heeft steeds weer
ondervonden, dat het slecht
De kapel van het St. Annahof aan de Middelstegracht bleet gespaard voor
de beeldenstorm rond 1570. Een juweeltje: natuurstenen altaar, drieluik uit
de eerste helft der 16e eeuw, vermoedelijk geschilderd door een Vlaamse
kunstenaar: Aanbidding van de Drie Koningen; in de vensters fragmenten
van de oorspronkelijke beglazing, het meeste glas ging verloren bij de Bus
kruitramp van 1807.
veren plukken is van een
kale kip. Bij dit schamel
volk viel niets te halen: in
1498 was meer dan een
derde van de ruim 14.000
Leienaars te arm om één
procent op het vermogen
aan belasting te betalen.
Het waren dagen, dat de
arme sloebers hun hele bezit
in een zakdoek konden
knopen. De klepel sloeg, en
de poorten werden gesloten,
tegen het vallen van de
nacht. De kloosters, met hun
gehabijte bevolking, waren
goed voor een bed voor de
nacht, een karig maal, een
slok, en eventueel Wat zalf
op de blaren, want de
zwervers trokken, met hun
schoeisel dat verre van
onverslijtbaar was, van
onderdak tot onderdak. Het
eerste gasthuis van Leiden
stond in 1275 op de plaats
waar eind vorige eeuw de
Stadsgehoorzaal
„classisistisch" werd
gebouwd. Waar eens de oude
ziekenzaal lag, kunnen we
nu massaal examens
afleggen, een
Meesterserieconcert
beluisteren of er naar
Repelsteeltje komen kijken.
Het Catharina Gasthuis was
zowat overal goed voor.
Dronken Katrijn kon er
haar roes uitslapen, en wilde
Robbe kreeg er eerste hulp
als hij met een mes in z'n
donder was gestoken bij een
ruzie in een primitieve
„kroeg"; een ongehuwde
moeder kon er van haar
kind bevallen, en als de
Kerk feestte werd er, zolang
de voorraad strekte, brood,
lauw bier of soep uitgereikt.
Tenslotte hadden de twee
Leidse parochies hun eigen
gasthuis: het
Vrouwegasthuis op het Hoge
Land, het Elisabethsgasthuis
achter de Haarlemmerstraat,
en aan de Breestraat,
tegenover de Papengracht,
was er, aanvullend, het
Heilige Geesthuis.
De Heilige Geest was toen
als kind aan huis, bij onze
voorouders die zich het lot
van de minstbedeelden
hadden aangetrokken. Ook
daar konden de armen
aankloppen om voedsel, om
een paar niéuwe schoenen of
een zak turf. De christelijke
naastenliefde groeide de
Heilige Geestmeesters
tenslotte boven het hoofd, en
de arme Leienaars konden
met een „waardebon" van
lood naar een plaatselijke
bakker, kleermaker of
schoenlapper gaan om het
loodje in te wisselen voor
het begeerde artikel. Een
vrij herkenbare manier van
zaken doen.
En dan had de Heilige Geest
vooral nog zich te occuperen
met een bijzondere groep
van behoeftigen: de van kou
krijtende vondelingen. In de
gezinnen waren toch al zo
veel monden te vullen, en
als er dan weer een mondje
bij kwam, werd vaak het
kindje, amper in doeken
gewikkeld, meteen maar,
misschien niet eens na
ampel beraad, te vondeling
gelegd. Tot op de
vrouwenbanken van de
rumoerige Pieterskerk of in
obscure stegen. Daar blafte
een hond, en ja hoor: er lag
weer een zuigeling te
zweven tussen tijd en
eeuwigheid. Onzalige
nooddruft. Soms kwam de
moeder na jaren eens
opduiken om het kind weer
in huis te nemen, maar dan
kreeg ze wel de rekening
van de boekhoudende
Heilige Geestmeesters
gepresenteerd. Toen in de
loop der 16e eeuw het aantal
vondelingen wonderwel
terugliep, kreeg de Heilige
Geest het niet rustiger.
Steeds meer weeskinderen
kregen de meesters onder
hun hoede.
Nee, het viel om de
gruwelijke drommel niet
mee, een laatmiddeleeuwse
Leienaar te zijn. Maar van
een meer verlicht tijdperk
hadden ze nu eenmaal geen
enkel besef, geen enkele
„Ahnung". Nochtans: was
het de Heilige Geest niet,
dan waren het weer de
Huiszittenmeesters die
opgescheept zaten met een
grote groep van armen die
wel een dak boven het hoofd
hadden, maar die
voortdurend door de
„aalmoespot" in leven
moesten worden gehouden.
Naastenliefde in de praktijk;
Sociale Zaken door de
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tienen elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
Het Huiszittenhuis aan de Oude Rijn ca. 1890. In
het pand met de luifel was de Armbakkerij geves
tigd; brood werd gratis aan de armen uitgedeeld.
Boosdoeners kregen een blok aan hun been...
burgers zelf, want de
overheid liet zich niet in met
haar verpauperde
onderdanen. De
Huiszittenmeesters konden
hun taken goed aan toen alle
armen nog katholiek waren
„en niet alle katholieken
arm", maar na de
hervorming kwamen de
problemen het tijdsgewricht
eer aan doen; niemand wist
antwoord op de vraag, of
monden die in verschillende
kerken zongen wel uit één
pot mochten eten. Die 16e
eeuw was ook het
.jaarhonderd" der bedelaars;
een ware sprinkhanenplaag,
met zwermen tegelijk
streken ze soms in de stad
neer. Een spreeuwenplaag,
liever gezegd, want er werd,
heel wat weggepikt. Het liep
dermate de spuigaten uit, dat
in 1566 en 1567 de
stadsomroeper herhaaldelijk
met luider stemme het bevel
verkondigde dat alle
vreemde bedelaars boven de
12 jaar de stad onmiddellijk
moesten verlaten, anders
zou men tot bloedens toe
gegeseld worden werden
geworden. Ik bedoel maar:
die taal is voor ons
ontkracht, maar effectief
was het oordeel destijds
uiterst pijnlijk.
Toen 'rond 1800 de Fransen
hun vrijheid, gelijkheid en
broederschap ook in Leiden
kwamen invoeren, was de
Lakenstad economisch
ingedut. De helft der
bevolking was armlastig. De
liefdadigheid raakte
versnipperd en „verzuild";
de bedeling werd
calvinistisch, Nederduits
hervormd of wat dan ook.
De roomsen moesten zelf
maar zien wat ze deden. Het
Weeshuis aan de Hooglandse
kerkgracht maakte furore
De kinderkamer van
het Weeshuis, rond
1900.
De Leidse bedelaar van
Rembrandt, in 1629.
als een geüniformeerd
bedrijf; met jongens en
meisjes in dezelfde
wambuizen en jakken,
keurige rood „karsaaien"
rokken en mutsen van wit
linnen, of een „blaauw
Karsaaien Hemdrok". De
weeskinderen waren de
gedisciplineerde kleine
gevangenen, herkenbaar
voor de omgeving;
belhamels werden in het
blok vastgezet, of kregen
een zwaar houten blok aan
het been. Sindsdien konden
kinderen een blok aan je
been zijn. Kleine diefstallen
werden gestraft met het
bordje DIEF op de rug.
Een weeskind in het Leidse
Weeshuis werd een
getekende. Het was'een
slachtoffer van
wantoestanden. In de
zeventiger jaren der vorige
eeuw kwam er een
kentering, na publicaties die
ongenadig de feilen van een
systeem blootlegden. De
Milddadigheid kwam in een
ander daglicht te staan. De
derde aflevering van
Hutspot, Haring en
Wittebrood vertelt er alles
van. Het is kostelijk te lezen,
hoe het leven in een hofje
was. Kostelijk, omdat we blij
zijn dat het zo niet meer is.
Het verleden komt nu over
als een nachtmerrie bij
kaars- of olielicht. Tijden
van „regels zijn regels". En
tijden, dat lang niet alle
mensen ook als „mensen"
behandeld werden.
Regenten. Lees dit derde
deel van die super-Leidse
reeks, en je weet wat en hoe
regenten waren. Je kunt
vergelijken en, postuum,
kwaad worden. Of
vergelijkingen doortrekken.
De heren die in hofjes de
milddadigheid bestierden
kwamen eens of twee keer
per jaar bijeen. „Ze rookten
een goede sigaar, dronken
een stevig glas wijn,
controleerden de boeken en
wensten elkaar een goede
gezondheid tot het volgende
jaar". Soms werden er goten
vernieuwd, grond
aangekocht of werd een
hofje verbouwd. De
oorspronkelijkheid is
goeddeels verdwenen; van
de oude kapelletjes is alleen
die van het Annahofje
gespaard gebleven. „Maar
dat is dan ook een
juweeltje..." Ongekende
weelde: je even bezighouden
met de as van het verleden;
als een kind zo blij zijn met
een nog niet verloren „link",
die een oorsprong aan
vandaag verbindt, en daarna
weer doorgaan met het
ongebluste vuur van het
heden.
- DEN HAAG „Een kerk
w zonder diakonie en cari-
31 tas, houdt op Kerk van
n Christus te zijn. De pasto-
t rale beleidsschets van
stelt dan ook dat de
diakonie, de dienst van de
Kerk aan de Samenleving,
een hoge prioriteit moet
n worden. Wij moeten im-
amers het zout der aarde
o' zijn; niet alleen door een
11 overtuigd geloof in de
Ij persoon van Christus,
rnaar ook door dat geloof
in dienende liefde te bele-
ven. Hoe makkelijk is het
n gezegd, hoe moeilijk is het
er steeds weer handen en
aan to «roven" Dit
zei mgr. Simonis, bisschop
van Rotterdam, gistera
vond onder meer tijdens
de diocesane avond van
het bisdom in het Neder
lands Congresgebouw te
Den Haag.
Tijdens deze bijeenkomst, in
stalleerde de bisschop de Per
manente Commissie Diaconie,
die onlangs op initiatief van de
Diocesane Pastorale Raad
(DPR) van het bisdom Rotter
dam in het leven werd geroe
pen. De commissie bestaat uit
zes leden van de DPR en en
kele medewerkers van de Ka
tholieke Stichtingen voor
MaatcohannpliiV A Vtivcrinfs-
werk en van het Diocesaan
Pastoraal Centrum. De bijeen
komst, bijgewoond door verte
genwoordigers van de paro
chies uit het bisdom en van in
stellingen die op een of andere
manier met diaconie bezig zijn,
werd gehouden in het kader
van het 25-jarig jubileum van
het bisdom Rotterdam.
Hulp
Mgr. Simonis wees erop dat er.
op diaconaal gebied wel al het
een en ander gebeurt. „Maar
wij zijn nog lang niet toe aan
een waarlijk diakonale kerk
gemeenschap. Er is bij velen
nog te weinig diakonaal besef.
Daarom is het een hele goede
r»r.H-.obt« WWO-ct v«n Ho T>PF
om het in het kader van het
25-jarige jubileum van ons jon
ge bisdom een avond als deze
te beleggen. Een dergelijke bij
eenkomst kan behalve de gele
genheid tot ontmoeting ook
een hulp zijn om die diakonale
opdracht, die wij als Kerk van
Christus zijn, beter te leren
verstaan en dieper tot ons te
laten doordringen. Mede met
dat doel is de gedachte ge
groeid om een permanente
commissie voor de diakonie in
het leven te roepen".
De bisschop beklemtoonde dat
het niet de bedoeling is dat de
commissie het diakonale werk
in hét bisdom van anderen
overneemt. „De bedoeling van
de commissie is veeleer om te
blinde vlekken op te sporen en
initiatieven tot diakonie te
helpen ontplooien. Mgr. Simo
nis stond ook even stil bij het
feit dat het woord diakonie bij
Velen een nog wat „reformato
rische klank heeft". „Maar",
zo zei hij, „het begrip diakonie
burgert steeds meer in, wel
licht ook omdat het gebruike
lijke woord „caritas" bij velen
een bijsmaak heeft gekregen.
Behalve het onzegbare vele
goede dat in het verleden op
het gebied van naastenliefde
gebeurde, is het negatieve dat
soms voorkwam, in de zin van
een superieure neerbuigend
heid over de anderen." Maar
het gaat niet om woorden, het
gaat om de navolging van
Christus onze Heer, van Hem
die bij voorkeur in de H.
Schrift als Dienaar van Jahwe
wordt aangeduid. Hij bedient
zijn leerlingen aan tafel. Hij
wast hen de voeten, omdat Hij
niet gekomen is om gediend te
worden maar om te dienen.
Dienstbaar zijn tot de dood op
het kruis, liefde tot het uitster-
ste, let wel: gevende offerende
liefde, dat is behalve de ver
giffenis van de zonderen en
Gods barmhartigheid de in
houd van zijn boodschaap.
Diakonie en caritas zijn daar
om noodzakelijke consequen
ties van ons geloof in Chris
tus". Mgr Simonis pleitte ver
der voor een diakonale samen
werking met de reformatori
sche christenen
Brieven graag kort en
duidelijk geschreven De
redactie behoudt zich
het recht voor ingezon
den stukken te bekorten.
Belegen opvatting
over apartheid
Mijne Heren, 23 jaar geleden
was ik 24 jaar. Ik werkte in de
koperen buizenfabriek aan de
Zijldijk in Leiderdorp. Ik had
mijn militaire dienstplicht ver
vuld. Daarnaast was ik op
mijn dertiende jaar gaan wer
ken om het gezin, waartoe ik
bphonrHc finnnoïpol on Ho
been te houden. Mijn moeder
heeft haar negen kinderen een
katholieke opvoeding gegeven.
Pas jaren later, toen wij ook
tot de jaren van het verstand
waren gekomen, heeft zij ons
verteld vele jaren van haar le
ven geen KVP te hebben ge
stemd. Achteraf denk ik dat
dit ook niet bij deze rechtvaar
dige vrouw paste.
Deze mening werd opnieuw in
mij versterkt toen ik de uit
spraken van de huidige be
windsman Van Dijk op mij liet
inwerken. Hij was toen 28 jaar,
afgestudeerd econooom. Zijn
militaire dienst zat erop en hij
bekleedde een verantwoorde
lijke functie bij een bank.
„Wist die jongen veel". Schan
de dat er een krant bestaat, die
deze gedachtengang goed
praat. Of heeft dat soms weer
met de instelling van uw le
zers te maken? Volgens mij
hoort deze man niet in de poli
tiek thuis, want natuurlijk
heeft hij geweten en weet hij
nog.
L. van Leeuwen,
RoelofareriH«»'ppn