Weren fried
van Straaten:
ie beste
ychooier"
van de kerk
Ik ben geen crimineel
nenhofbu]
m
nsrasbghb
steBinnenhofb
HET EENMAAL BEGINT,
~MTHET OVER JE"
VV
VV
Kwelgeest na drie jaar pesten
van echtpaar aangehouden
Onland
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1981 PAGINA ft 1
feestdagen tussen. Spoelt u
maar even.
litiek Den Haag is
pt de orde van de
d onderhand wel
entjes recapitule
ren. Op 26 mei
(V_ naar de stembus,
tber, 108 dagen la-
jen we een nieuw
S£ien kabinet van
:0nzo typeerde pre-
t to gt zijn verse rege-
gn pat merkten we
\auw. Het gevecht
zo hoog op dat
3HI6/7, inspecteur De
adjudant Halber-
i te pas moesten
'e strijdende par
it de orde te roe-
ichiedde het, dat
Jen maandag, 65
e beëdiging, het
\net zich officieel
de Kamer presen-
aantal dagen dat
irkiezingen en de
klaring verstreek
I. Zeggehonder-
jg. In die periode
ICh i)00 mensen werk
en, ongeveer vijf-
Ig per dag dus. En
zelfs nog zon- en
ver
méj
ïelli
Driemanschap
Gek gezicht toch nog steeds,
dat kabinet, zoals het ge
schaard zat rond de regerings
tafel. De netvliezen moeten er
nog altijd aan wennen, vooral
aan dat drietal in het midden:
premier Van Agt, met aan zijn
rechter- en linkerzijde de vice-
premiers Den Uyl en Terlouw.
Nog even teruggedacht aan
het geschiedenisboekje van de
lagere school, dat ons vertelde
over het driemanschap dat aan
het begin van de vorige eeuw
in ons land de touwtjes in han
den had: Van Hoogendorp,
Van Limburg Stirum en Van
der Duyn van Maasdam. Die
namen vergeet je nooit meer.
Zullen de kinderen van het
jaar 2100 (als dat er ooit komt)
nog weten wie Van Agt, Den
Uyl en Terlouw waren
Overigens was de tafelschik
king ingenieus. De vijftien mi
nisters zaten vier dagen lang
zodanig naast elkaar, dat nie
mand geflankeerd werd door
een partijgenoot. Voor de ze
ventien staatssecretarissen, die
op ongnakkelijke stoelen en
bankjeiussen de ministers en
de mur zaten ingeklemd,
gold ee dergelijke fijnzinnige
rangscikking niet. Ze zaten
erbij al waren zij een groep fi
guranti, in volstrekte wille
keur rergezet door een ner
veuze lmregisseur.
Voor c talrijke belangstellen
den, d de afgelopen week de
debatto over de regeringsver-
klarin, vanaf de bomvolle pu-
bliekeribunes volgden, vorm
den voral de staatssecretaris
sen ea dankbaar onderwerp
van g<prek. Logisch, met zo
veel i?uwe gezichten. „Wie is
die vat daar, links naast die
dikke/rouw „Die O, dat
is meser Dik, staatssecretaris
van zonomische Zaken. En
die rtvrouw heet Ien Dales,
die. hvan Sociale Zaken en
Werkelegenheid". „Weet je
ook oe dat blonde meisje
heet„Ja, dat is Sas-
kiaeh Stuiveling. Die is
staatscretaris van Binnen-
landi Zaken
Vereling
Bij e meeste ministers en
staatssecretarissen was gedu
rende de lange zittingen van
deze week de verveling me
nigmaal van de gezichten af te
scheppen. De enigen die voort
durend goed moesten opletten
waren Van Agt, Den Uyl, Ter
louw en de bewaker van de
schatkist, Van der Stee, die af
en toe koortsachtige bereke
ningen maakte op een zak-
computertje. De overigen
doodden de tijd met bezighe
den als: geamuseerd rondkij
ken (Van der Louw, Van
Dam), ernstig voor zich uitsta
ren (De Koning, De Ruiter,
Van Dijk, Zeevalking, Garde-
niets), het bestuderen van rap
porten van hun departement
(op gezette tijden iedereen) of
het gniffelend aan elkaar
doorgeven van briefjes met
kwinkslagen (Van Dam, Van
Mierlo, Van Kemenade en
soms ook Den Uyl). Af en toe
zag je een bewindsman- of
vrouw opveren als een kamer
lid van achter het spreekge
stoelte een onderwerp aan
sneed dat zijn of haar ministe
rie aanging. De betreffende
minister of staatssecretaris be
gon dan als een waanzinnige
aantekeningen te maken, de
spreker opnemend met het ge
zicht van een dokter die een
aantal nooit eerder gehoorde
klachten van een patiënt ver
neemt
En Van Agt zat daar maar, als
een zorgelijke vader van een
fezin met moeilijk opvoedbare
inderen, nu eens met ge
kwelde blik, dan weer met het
bekende lachje van de boer die
kiespijn heeft Zijn drie uur
durende antwoord op de vra
genreeks die de Kamer na het
afleggen van de regeringsver
klaring had afgevuurd, onder
brak hij voortdurend met hul
peloze blikken naar zijn vice-
premiers en opmerkingen als:
Waar was ik ook al weer
Waar ben ik en Waar zijn
we Zijn verhaal was ron
duit saai, de toon vaker korze
lig dan opgewekt. Hij had het
niet naar z'n zin, dat was dui
delijk. Het was dan ook niet zo
vreemd, dat D'66-fractieleider
Laurens-Jan Brinkhorst Van
Agt donderdagmorgen typeer
de als „een beroepswielrenner
die zijn zoveelste klassieker
rijdt, maar het verder wel ge
looft". Echter, wie de ziel van
de steeds bewolkter kijkende
Van Agt een beetje kende, kon
op dat moment aanvoelen dat
er wel eens hele rare dingen
konden gaan gebeuren. Die
gebeurden dan ook.
Boos
In een sfeer van lacherigheid
en irritatie kwam de Kamer
donderdagavond om zeven uur
bijeen. Achter de regeringsta
fel zat alleen het drieman
schap Van Agt, Den Uyl en
Terlouw. De premier zag lijk
bleek. Terlouw, die aan het
begin van de week nog een
beetje jarig had gekeken, om
dat hij afgelopen zondag vijftig
was geworden (nee, dat zie je
er inderdaad niet aan af), blik
te nu gepijnigd voor Zich uit,
de kaken stijf opeengeklemd.
Den Uyl deed enkele geslaag
de pogingen, zijn innerlijke
opwinding met zenuwachtige
lachstuipjes te maskeren. „De
vergadering is geopend", riep
kamervoorzitter Dolman na ae
hamerklap. En hij vervolgde:
Aan de orde zou opnieuw zijn
het debat over de regerings
verklaring". (Hij sprak het
woord „zou" met grote nadruk
uit). „Ik heb echter van de mi
nister-president een brief ont
vangen, waarvan de laatste
alinea luidtIedereen
wist het op dat moment al.
Dries had een truc uitgehaald,
nota bene geheel op eigen
houtje, zonder medeweten van
zijn collega's. Hij wilde het
verdere verloop van, het debat
een poosje uitstellen. De be
langrijkste reden van zijn solo-
act: Hij was boos op de Kamer
en vooral op D'66, omdat de
Kamer en vooral D'66 boos op
bèm waren geweest. Gesno
pen
Verwend kind
De Kamer nam Van Agts han
delwijze niet in dank af. Mar
cus Bakker van de CPN
maakte er een fraai nummer
van. „We worden behandeld
als kwajongens. En kwameis-
jes natuurlijk", mopperde hij.
En even later: „We gaan het
nog beleven, dat leden van de
regeringsfracties voortaan op
hun knieën naar het spreekge
stoelte toekruipen en dat geen
enkel lid van een regerings
partij nog kritiek durft te leve
ren op de minister-president.
Ja, hooguit nog op een staats
secretaris Ria Beckers
van de PPR stak haar irritatie
ook niet onder stoelen of ban
ken. Met een rood hoofd be
sloot ze haar speech met: „En
overigens ben ik van mening,
dat de premier zich gedraagt
als een verwend kind". VVEi
leider Wiegel veroorzaakte
ook flink wat hilariteit toen
hij opmerkte: „Ik zal mij niet
begeven in de psychologie van
deze gebeurtenis, want daarin
ben ik niet afgestudeerd".
„Waarin dan wèl?", riep mi
nister Zeevalking, die het
schouwspel vanuit een loge ga
desloeg. Wiegel lachte zuur
zoet, de Kamer bulderde. Het
Js immers algemeen bekend,
dat Wiegel nimmer een studie
heeft afgerond.
Het eind van het liedje was,
dat de Kamer gistermiddag
opnieuw in vergadering bijeen
kwam. „Het woord is aan de
minister-president", klonk
Dolmans tenor. En Van Agt
begon, heel gewoon, alsof er
niets gebeurd was. Hij toonde
zich zelfs meer ontspannen
dan hij in de voorliggende da
gen ooit was geweest. Nog een
klein nieuwsfeit tot slot: het is
sinds 1949 niet meer voorgeko
men, dat de Tweede Kamer in
één week vijf dagen achtereen
vergaderde.
DICK VAN RIETSCHOTEN
j
lijlt
ÈS3L
Pater Werenfried van Straaten.
Werenfried
u aaten is sinds en
igen geen leider
n» m de Organisatie
lan de Lijdende
in het is niet on-
ar dat in de sa-
in het Vaticaan
ïht van verlich-
irdt geslaakt. De
ieeft hem deze
iter gelegenheid
afscheid nog uit-
geprezen en zijn
aan de kerk
Jchatbare waarde'
jd. Maar de on-
i Norbertijn is
i Vaticaanse hier-
piet altijd de ge-
'jkste man ge-
Inkele Italiaanse
die overigens
d uitvoerig stil-
iij deze 'merk-
Hollander',
zelfs te melden
'erenfried van
door het Vati-
de kant is ge-
om plaats te ma-
or een fijnbes-
diplomaat.
led, kort voor zijn te-
laar zijn woonplaats
n bij Frankfort,
lit ten stelligste. Uit
veging heeft hij, zo
Ie functie van de lei-
Ie Organisatie Hulp
■ijdende Kerk neer-
Vu ben ik 68, nu heb
kracht genoeg om
tj (volger te helpen."
a j hij voor de kerkelij-
aa\rchie niet altijd de
llijkste mens is gè-
mhtkent hij niet. „Ik
id#enmaal geen diplo-
n zeg altijd maar waar
jtaat. Om de Heer te
poef je geen diplo-
zijn. Christus zelf
erbok niet".
Jkiied van Straaten be-
le oorlog („Ik was de
,e een hulpactie voor
- lopzette") met het in-
j van spek voor
«jngen in Duitsland.
ft Vlaanderen nota
J nu 36 jaar later noe-
hem nog altijd 'spek
kien bijnaam waaraan
ijds imposante gestal-
Jiet vreemd was. Hij
Vnlijk 'Flip', de naam
Jjvader op 17 januari
I de burgerlijke stand
jlrecht meldde, en in
maakten ze daar 21
iAT Werenfried van,
If voor de Vrede'. Zel-
IVt een zo krijgshaftig
man een zo'm vreedzame
naam ontvangen.
Er gaan wilde verhalen over
hem. Hij zou in de jaren vijf
tig sprekers het IJzeren Gor
dijn hebben bewerkt om de
Roden te verketteren en hun
slachtoffers op te beuren.
Werenfried noemt het een
fabeltje, waarschijnlijk ver
ward met zijn tochten in ka
pelwagens (overigens door
Nederlanders geschonken)
langs de vluchtelingenkam
pen bij het IJzeren Gordijn.
Hij is communistenvreter ge
noemd, agent voor de Ameri
kanen, en de laatste generaal
van de Koude Oorlog.
„Elke Koude Oorlog is beter
dan een hete", vindt Weren
fried en hij haalt zijn schou
ders op over wat ze zeggen
over zijn onverzoenlijk anti-
-communisme. „Als christen
kan ik niemand haten, ook
geen communisten. Een anti-
-communist ben ik niet. Het
enige wat ik altijd gewild heb
is de mensen die van het
communistisch systeem te lij
den hebben te helpen. Over
communisme kun ie denken
wat je wilt, maar het is een
feit dat 95 procent van de
vluchtelingen in de Wereld
komen uit landen die door
communisten geregeerd wor
den".
De moeilijkheden die Weren
fried met het Vaticaan heeft
gehad (hij ontkent dat trou
wens) werden veroorzaakt
door zijn harde houding te
genover Oost-Europa. In
brieven, preken, radio-uit
zendingen en corresponden
tie hield hij nooit op de regi
mes in die landen over de
hekel te halen. En hij ging
daarmee door, ook toen het
Vaticaan uiterst zorgvuldig
en voorzichtig met de com
munisten begon te onderhan
delen over betere wederzijd
se betrekkingen. Deuren
werden op een kier gezet en
voelhoorns aarzelend uitger
stoken, maar de robuuste
Norbertijn bleef de Roden
naar de hel wensen, en door
kruiste daarmee het ragfijne
spel van de Vaticaanse diplo
matie, als een Hollandse stier
in een kast met moeders
teerste porcelein.
Tito
Op het laatste concilie mobi
liseerde Werenfried (om zich
te verdedigen tegen de toene
mende kritiek) zijn bondge
noten, de bisschoppen van
Oost-Europa om voor hem en
zijn werk bij de paus een lans
te breken. Paus Paulus heefl
hem nooit laten vallen, ooh
niet toen president Tito var
Jóegoslavie bij het Vaticaar
ai de bel trok. Werenfried:
„ls ik moeilijkheden kreeg
nt communistische landen,
ch konden ze in het Vati
can zeggen: och het is We-
nfried weer, en van hem
linnen we ons dat goed
vorstellen. Maar ik realiseer
r dat mijn opvolger het niet
z gemakkelijk zal hebben",
lenals paus Paulus heeft
ck deze paus, Johannes
lulus II, nooit enige afstand
t Werenfrieds activiteiten
jnomen. Ze kennen elkaar
Dg goed uit de tijd dat Wo-
vla kardinaal was in Kra-
lu. Van Straaten wist toen
i het Westen het geld bijeen
i brengen voor een nieuwe
brk in Wojtyla's bisdom,
>als deze 'bedelpater' erin
jaagde geld voor de bouw
an drieduizend andere ker
en in Oost-Europa bijeen te
rengen.
/erenfried van Straaten is
euw heeft gehad. Zijn pen,
ijn stem, zijn persoonlijkheid
goed voor miljoenen dol-
ars per jaar, en zonder zijn
lansprekende persoonlijk-
leid zouden organisaties als
Ie Internationale Bouworde,
Dost Priesterhulp, Hulp aan
le Vervolgde Kerk en Hulp
tan de Lijdende Kerk, nooit
lie gigantische afmetingen
nebben aangenomen als nu
het geval is geweest. Heeft
wat met spek begon in de
loop der jaren niet veel te
grote vormen aangenomen?
Is de organisatie hem niet bo
ven het hoofd gegroeid? We
renfried van Straaten: „Dat
heb ik natuurlijk nooit zo ge
pland. Maar als je eenmaal
begint, komt het over je. De
ene taak neem je op je en als
je die dankzij de Genade tot
een goed eind brengt, dan
volgen er vanzelf steeds
meer".
Vluch telingenleed
De Norbertijnen van het Bel
gische Tongerloo deden in ie
der geval een gouden greep
toen ze Werenfried van
Straaten in 1947 op pad
stuurden om het vluchtelin-
genleed in Europa te ver
zachten. Werenfried ging, en
met groot succes. Als hij toen
thuis in de abdij was blijven
zitten, zouden miljoenen
vluchtelingen in de Kongo,
Oostenrijk, Vietnam, Zuid-A-
merika en Zuid- Afrika een
stukje slechter af zijn ge
weest.
Hulp aan de Lijdende Kerk
deelt dit jaar 60 miljoen dol
lar uit, om het leed van hon
derdduizenden vluchtelingen
overal ter wereld te verzach
ten. Zestig miljoen dollar, bij
eengebracht door Werenfried
van Straaten en zijn nu 250
medewerkers in vele landen.
De milde gevers zijn volgens
hem de gewone man, die
geïnspireerd wordt door zijn
woorden en daden. In Neder
land alleen al komt de be
faamde Echo Van De Liefde,
een maandbrief van Weren
fried van Straaten, in 50.000
gezinnen, die met andere
sympathisanten vorig jaar 7
miljoen dollar naar König-
stein hebben overgemaakt.
In de hele wereld lezen nu
600.000 mensen de 'Echo' en
Werenfried aarzelt dan ook
niet hen 'mijn parochianen'
te noemen. Zijn parochianen
willen graag lezen over die
lijdende en vervolgde kerk
in het oosten, want over Si
berië, geloofsvervolging en
martelaarschap staan de brie
ven nog steeds bol.
Werenfried twijfelt er niet
aan of zijn opvolger, de Belg
Lemaitre, de 'parochie' net zo
zal weten te bezielen als hij.
„Hij is een goede, want an
ders had ik hem niet uitgeko
zen." Lemaitre heeft in elk
geval wel een heel andere
achtergrond: als diplomaat en
kerkbestuurder heeft hij de
hele, wereld afgereisd. „Dat is
juist goed", zegt Werenfried,
„want dan begrijpt hij beter
het leed van de vluchtelin
gen". Lemaitre neemt voor-,
lopig alleen de organisatie op
zich. Werenfried blijft de be
kende brieven schrijven, en
zijn opvolger adviseren over
spirituele zaken, waarmee
Werenfried hoopt dat hij nu
wat meer tijd krijgt voor zijn
preken, een geliefde tijdpas
sering. En ook wil hij weer'
een priesterinstituut van de
grond krijgen. „Roepingen
zijn er nog genoeg", zegt hij,
„als ze maar weten waar ze
terecht kunnen".
Werenfried van Straaten
blijft in Königstein vlakbij
het hoofdkwartier van zijn
organisatie wonen, maar als
het even kan „kom ik naar
Nederland om te preken".
Met de situatie in de Neder
landse kerk heeft hij zich
niet beziggehouden en met
de kerkelijke hiërarchie in
zijn vaderland had hij nooit
veel te maken. „Ik heb veel
meer contact met gewone
mensen die mijn brieven le
zen en die me schrijven. En
dan merk je dat het daar al
lemaal 'zo slecht nog niet
gaat, dat er echt nog veel ge
beden wordt".
CEES MANDERS
COASTERKAPITEIN THEO DE BONDT ZIT ALWEER OP ZEE
MEPPEL „Ze zeggen
dat een kapitein geen fou
ten mag maken. Maar dat
kan natuurlijk-niet. Ieder
een maakt wel eens een
fout. Dat is toen ook in
Nigeria gebeurd. Ik was
gespannen. Er werden en
worden daar zeer regel
matig kleine schepen
leeggeplunderd. Gewoon
piraterij en dat weet ie
dereen. We hadden met
de bemanning onderling
ook al afgesproken dat
degene die wacht had het
aan boord zijn pistool on
der handbereik zou hou
den. Eerst een paar keer
in de lucht schieten en als
dat niet helpt maar op de
benen richten, als de nood
aan de man komt, hadden
we afgesproken.
Het liep gelukkig allemaal
goed af. Geen piraten, maar
toen we de haven hadden ver
laten wel die verstekeling. Ja,
en wat er toen gebeurde? Ik
heb om hulp gevraagd maar
die kwam niet. Ik voelde mé
in de steek gelaten. Echt een
zaam. Dan neem je de beslis
sing die man over boord te zet
ten. Natuurlijk, het is gewoon
dom geweest Maar zoiets ge
beurt".
Theo de Bondt de 38-jarige
Coasterkapitein Theo de Bondt: „dom geweest".
coasterkapitein die in de ge
schiedenis zal blijven voortle
ven als de man die in Nigeria
een verstekeling „over de
muur" liet zetten, ontbreekt
het niet aan eerlijkheid. Ont
spannen achteroverleunend in
de zitbank laat hij alles nog
eens de revue passeren, nadat
hij woensdagmiddag voor de
zoveelste keer voor een recht
bank moest verschijnen. Dit
keer het Amsterdamse ge
rechtshof.
Opmerkelijk ontspannen.
Sinds De Bondt weer op de
woelige baren zijn boterham,
verdient is hij weer mens ge
worden. Zijn vrouw Ria kan
daarover meepraten. Want het
jaar 1980, toen Theo noodge
dwongen aan de wal moest
blijven, het openbaar ministe
rie had hem zijn paspoort en
monsterboekje afgenomen,
staat in huize De Bondt te
Meppel bepaald niet hoog aan
geschreven.
Theo en Ria werden steeds ge
confronteerd met de dreigende
gevangenisstraf. Tot tweemaal
toe was er drie en een half jaar
celstraf tegen de in Groningen
geboren en getogen cöasterka-
pitein uitgesproken. „Niet dat
we eraan gewend zijn geraakt.
Oh nee. Als ik eraan denk dat
het misschien toch nog op een
dergelijke lange celstraf uit
draait dan lopen de koude
kriebels me over de rug. Maar
we hebben er veel over ge
praat. Op een bepaald moment
zei ik zelfs tegen Ria dat we
maar moesten gaan scheiden,
als de straf zou moeten wor
den uitgezeten. Wat heeft een
vrouw, of wat hebben mijn
kinderen nu aan een man en
vader die in de gevangenis zit.
Ik was in die periode echt op
standig. Maar Ria zei altijd, dat
ik hardstikke gek was, als ik
zo zat te praten. We zijn er ge
lukkig samen goed uitgeko
men. Familie en kennissen
hebben ons ook nooit in de
steek gelaten. Sommigen be
grijpen niet dat ik iemand
overboord heb laten gooien,
maar ze laten me niet vallen".
In dat jaar gedwongen verblijf
op het vasteland moest de fa
milie De Bondt een enorm
stuk terug in besteedbaar in
komen. Meer dan de helft
moest worden ingeleverd. Tel
daarbij de spanningen en er is
weinig verbeelding nodig om
een dergelijke situatie voor de
geest te halen. Dat het uitein
delijk zonder brokken is afge
lopen is voor een niet gering
deel te danken aan de instel
ling van Theo de Bondt. Om
toch maar bezig te blijven
knapte De Bondt klusjes op in
eèn garage. De financiële ver
goeding die hij daarvoor ont
ving werd uiteraard prompt
van de sociale uitkering afge
trokken, maar Theo de Bondt
was in ieder geval bezig.
„Soms moest ik er gewoon
even tussenuit. Alleen met
mezelf zijn. Dan pjjkte ik de
fiets of ging een stuk sjouwen.
Ik vond het in het begin ook
onrechtvaardig dat ik zo zwaar
gestraft zou worden. Ik heb
mezelf nooit als een crimineel
gezien. Ik heb niet bewust ie
mand de dood ingejaagd, maar
als je in dit land drie en een
half jaar celstraf krijgt dan
hoor je wel bij de zware jon
gens. En dat is in mijn geval
beslist onjuist. Als ze me wil
len straffen waarom nemen ze
dan niet bijvoorbeeld twee jaar
mijn kapiteinsbevoegdheid af?
Ik krijg wel eens het idee dat
ik als voorbeeld moet dienen
voor de hele goegemeente. Zo
van „Heren kapiteins, dit staat
u te wachten als je een verste
keling overboord gooit".
Theo de Bondt wil niet ingaan
op de suggestie dat het wel va
ker gebeurt dat verstekelingen
overboord gezet worden. „Dat
is niet aan mij ter beoordeling.
Ik heb het in ieder geval nooit
meegemaakt. Ik weet wel dat
het ontzettend moeilijk is een
verstekeling kwijt te raken.
Geen land wil ze opnemen.
We doen in West Europa wel
vaak alsof we zo menslievend
zijn, maar, probeer maar0 eens
een verstekeling kwijt te ra
ken. Ik heb het meegemaakt
in Schotland dat een collega,
met Spaanse verstekelingen
aan boord, overdag de Span
jaarden zelf moest opsluiten,
s Nachts werden ze aan land
gebracht en moesten ze in een
cel overnachten. Maar toen
het schip vertrok moesten die
verstekelingen wel mee".
Theo de Bondt vaart inmiddels
alweer geruime tijd. Nadat de
advocaat moeite had gedaan
het openbaar ministerie te be
wegen het paspoort en mon
sterboekje vrij te geven kreeg
de coasterkapitein ze op 19 ja
nuari van dit jaar thuisgezon-
den. En op 30 januari zat hij
alweer als kapitein op een
kustvaarder. „Ik kon zo overal
aan de slag. Blijkbaar willen ze
me graag als kapitein hebben.
Nee, ik ben niet naar de oude
maatschappij, waar ik toen als
kapitein op de „Emmely"
werkzaam was, teruggegaan.
Daar had ik niet zoveel trek
meer in na alles wat er ge
beurd is".
Gistermiddag is Theo de
Bondt vertrokken voor een
nieuwe periode op zee. Hij is
kapitein op een coaster van
een Delfzijlse maatschappij. De
kustvaarder vaart lijndiensten
tussen Leith in Schotland en
Hamburg. Hij zal dan ook niet
persoonlijk aanwezig zijn als
het gerechtshof in Amsterdam
op 2 december uitspraak zal
doen in de „Emmely-zaak".
Hij hoeft daarbij ook niet per
soonlijk aanwezig te zijn. Bo
vendien trekt de zee meer.
Zoals de zee altijd zal blijven
trekken. Theo de Bondt is zo
iemand die bij wijze van spre
ken zijn ziel en zaligheid aan
Neptunus heeft verkocht. Hij
heeft de procureur-generaal in
A.msterdam beloofd zich niet
aan een eventueel op te leggen
straf te zullen onttrekken. Het
zeemansleven kan soms hard
zijn. Theo de Bondt weet daar
inmiddels alles van.
JAN VAN DALEN
LEMELERVELD Voor
het echtpaar Jansen uit
Lemelerveld is is na ruim
drie jaar een einde geko
men aan een nachtmerrie.
De rijkspolitie heeft na
een intensief onderzoek
een man aangehouden die
het echtpaar drie jaar lang
het leven zuur heeft ge
maakt. De man heeft in
middels een bekentenis
afgelegd.
De 31-jarige varkenshouder H.
Jansen en zijn echtgenote
kwamen drie jaar geleden in
Lemelerveld wonen. Vrijwel
direct begon de ellende. Weke
lijks en soms zelfs dagelijks
ontvingen zij brieven, waarin
ze werden uitgemaakt voor al
les wat maar lelijk is. Verder
verschenen in kranten overlij
densadvertenties en werden er
uit naam van het echtpaar di
verse zaken te koop aangebo
den en kwamen bedrijven
„bestelde" goederen bij boer
derij Jansen afleveren. En dat
waren geen kleinigheden; de
bestellingen liepen uiteen van
huishoudelijke zaken tot hele
vrachtwagens vol met bouw
materialen. Voor de betrokken
bedrijven, die vaak tientallen
kilometers ver moesten rijden,
vormde dit een behoorlijke
schadepost, maar voor het Le-
melerveldse echtpaar was het
telkens opnieuw een
Zij hadden er geen flauw idee
hadden wie het op hen ge
munt had. Bovendien kregen
ook familieleden en kennissen
van Jansen, en zelfs autoritei
ten, brieven met een beledi
gende inhoud. Reeds in een
vroeg stadium was de rijkspo
litie Dalfsen in de zaak ge
mengd. Het archief van de
„zaak Jansen" werd in de loop
der jaren steeds dikker.
De brievenschrijver begon de
zaken steeds rigoureuzer aan
te pakken. Bleef het in eerste
instantie bij pesterijen en bele
digingen, de laatste tijd luidde
al het dreigement dat het echt-
Twee maanden geleden trok
de politie er twee weken voor
uit om de zaak eens goed uit te
zoeken. Inmiddels beschikte
men over een flinke stapel
aanwijzingen, waaruit al snel
bleek dat de dader in Leme
lerveld gezocht moest worden.
Nadat de brieven onderzocht
waren door schriftkundigen,
beschikte de politie over ge
noeg aanwijzingen die op de
dader aan te houden. De poli
tie verstrekt verder geen gege
vens over de man, behalve dat
het inderdaad een inwoner
van Lemelerveld is.
De heer Jansen liet weten bij
zonder opgelucht te zijn nu
zijn kwelgeest een bekentenis
heeft afgelegd. Van de zijde
van de bewoners van Leme
lerveld die met de zaak op de
hoogte waren, heeft het echt
paar veel medeleven ontvan
gen. Als nieuwkomer en als ie
mand met wie toch „iets" aan
de hand was, heeft het echt
paar een moeilijke tijd gehad.
„We hopen nu eindelijk volle
dig en rustig in deze gemeen
schap te kunnen leven", zo zei
hij.