Rome rilt
Nederland
rijp voor
grootschalige
toepassing
windenergie
s®
1
m
ROME De bekende reisgidsen zeggen
er niets over, maar in Rome kan het pittig
koud zijn. De temperatuur is nu, de twee
de week van november, gedaald tot één
graad 's nachts, terwijl overdag de (geluk
kig nooit ontbrekende) zon maar voor een
graad of elf, twaalf zorgt. De heimwee
naar de lange hete zomer staat op eik Ro
meins gezicht te lezen.
Rome rilt van de kou en dat Is niet zo ver
wonderlijk, want twee weken geleden was
het hog 24 graden en gingen de mensen
nog naar het strand. Dikke winterjassen,
variërend van bont tot het type wandelen
de slaapzak, stevige dassen en wollen
mutsen geven de Romeinse vla's een bijna
Nederlands uiterlijk. „Deze kou Is abnor
maal voor de tijd van het jaar", zo troos
ten de Romeinen zich.
In Nederland gaat bij zo'n natuürgrll de
thermostaat een paar graden omhoog, in
de Romeinse flatgebouwen wordt panieke
rig gebeld met de administratore van de
vereniging van flatelgenaren met de vraag
In een druk bevolkt land als Nederland is het niet zo eenvoudig plaats te scheppen voor grote hoeveelheden windmolens.
neerd met een dieselgenerator. Met een
dergelijke combinatie kan een constante
elektriciteitsproduktie worden verkregen.
Voor deze kleine, gedecentraliseerde
windturbinesystemen staat een aantal
proefprojecten op stapel. Zo zal een
woonwijk In het Noordhollandse Camper
duin binnen niet al te lange tijd met behulp
van windenergie van elektriciteit kunnen
worden voorzien. Hetzelfde geldt voor een
bloembollenbedrijf in het nabijgelegen
Breezand en voor de polderbemaling bij
het gemaal De Flappevaart in Friesland.
De gedecentraliseerde toepassing van
windturbinesystemen wordt helaas be
moeilijkt door de nogal aarzelende hoü-'
ding van de lagere overheden, bijvoor
beeld als het gaat om het verlenen van
hinderwetvergunningen. Oorzaak daarvan
is het ontbreken van duidelijke voorschrif
ten en een gebrek aan kennis over wind
turbines. Als,gevolg van ambtelijk heen en
weer gedraai raken veel mensen, die se
rieus van plan waren windenergie op klei
ne schaal te gebruiken voor de eigen ener
gievoorziening, ontmoedigd.
Wildgroei
Voordat de toepassing van windenergie
werkelijk goéd van start kan gaan, zullen
er eerst van overheidswege de nodige vei
ligheidvoorschriften en kwaliteitsnormen
moeten wprden opgesteld, teneinde een
complete wildgroei van allerlei soorten
windmolens In ons land te voorkomen. Op
het ECN-terrein In Petten heeft men voor
dit doel een meet- en teststation ingericht
voor kleine en middelgrote windmolens.
Daarnaast houdt een onlangs Ingestelde
werkgroep zich bezig met het opstellen
Een ander punt, waarover nog geen duide
lijkheid bestaat, is de vraag hoeveel wind
energie In de vorm van elektriciteit In het
openbare net kan worden opgenomen. De
elektriciteitsproducenten hebben zich lan
ge tijd zeer onwillig getoond om daarover
duidelijkheid te scheppen. Pas de laatste
tijd begint men ook in dat kamp wat meer
béreidwillighefd te tonen. Men gaat er nu
vanuit dat de windturbines toch minstens
een vermogen van 650 Megawatt kunnen
leveren, zonder dat daar technische pro
blemen aan vastzitten. Verder dan 2000
Megawatt zal men zonder de mogelijk
heid van opslag van de windenergie
niet kunnen gaan, al zou met dat laatste
cijfer reeds een kwart van het huidige ge
middelde elektriciteitsverbruik in Neder
land zijn gedekt.
In de praktijk zal het er waarschijnlijk toch
op neerkomen dat massale Inzet van de
windenergie voor de elektriciteitsproduktie
alleen mogelijk wordt, indien men een
goed systeem weet te vinden voor het tij
delijk opslaan van de energie die windmo
lens leveren. Een dergelijk systeem is
noodzakelijk om de produktie van elektri
citeit te kunnen afstemmen op de vraag.
Theoretisch heeft men daar enkele oplos
singen voor bij de hapd, zoals opslag in de
vorm van samengeperste lucht of door
middel van een groot vliegwiel.
Het meest spectaculaire, en bovendien
speciaal op de situatie in Nederland ge
richt plan voor de opslag van grote hoe
veelheden windenergie is ontwikkeld door
ir. Lievense.
Plan-Lievense
Het plan-Lievense houdt In dat het Mar
kermeer zal worden gebruikt als spaar
bekken voor de opslag van windenergie.
Voorwaarde is dat er rond het meer een
dijk van 30 meter boven de zeespiegel
wordt gebouwd. De energie van een groot
aantal rond het meer geplaatste windmo
lens kan in de vorm van het oppompen
van water in het spaarbekken worden ver
zameld. De opgespaarde windenergie kan
vervolgens met behulp van een water
krachtcentrale in elektriciteit worden om
gezet. Op die wijze is het mogelijk een
energiereserve van een week te kweken.
Het plan-Lievense Is er dan ook op gericht
dat een dergelijk Windenergie- en Spaar
bekken (in de wandel WESP genoemd) ge
durende de periode van een week een
groot vermogen van rond de 2000 Mega
watt kan leveren.
Het plan-Lievense heeft zowel groepen
voorstanders als tegenstanders in bewe
ging gezet. De toenmalige minister van
wetenschapsbeleid, Van Trier, heeft zich
een aantal maanden geleden in enthou
siaste bewoordingen uitgelaten over de
mogelijkheid van een dergelijk energie-
spaarbekken in het Markermeer.
Inmiddels heeft een studie naar het plan-
Lievense uitgewezen dat het Idee winde
nergie en waterkracht In één systeem te
combineren, „levensvatbaar moet worden
geacht en tot aanzienlijke brandstofbespa
ringen kan lelden". Een officieel regerings
standpunt is echter nog in voorbereiding.
Uiteraard kleven er ook bezwaren aan een
dergelijk mammoetproject, zoals de aan
leg van de 30 meter hoge dijken, waarmee
men nog absoluut geen ervaring heeft. Bo
vendien zijn er de bezwaren van het grote
ruimtebeslag (tussen de 55 en 165 vier
kante kilometer), de visuele hinder van de
hoge dijken en de geluidhinder, die door
het windmolenpark zal worden veroor
zaakt. Ondanks alle onzekerheden Is men
het er wel over eens dat dit plan serieus
dient te worden bestudeerd, temeer om
dat met de uitvoering ervan een aanzienlij
ke hoeveelheid werkgelegenheid (85.000
manjaren in de beton- en waterbouw en In
de metaal- en elektrotechnische Industrie)
Is gemoeid.
Leidende rol
„Windenergie moet in elk geval, de opslag
Is van wat later orde", zo luidt een andere
uitspraak van ir. Oele. We hebben In Ne
derland veel wind en daar moeten we zo
snel mogelijk gebruik van maken, vindt hij.
Er steekt een grote mate van redelijkheid
In de woorden van de voorzitter van de Al- varing is een voorwaarde om hp*r
gemene Energie Raad. Het gevaar bestaat
inderdaad, dat de verzoeken om snel tot
invoering van windenergie over te gaan
worden ondergesneeuwd door discussies van het voorstel grote exporti
over verre-toekomst-plannen als dat van den.
ir. Lievense.
met succes op de markt te kuirei
gen. Dit type windmolen met er®
groot vermogen heeft volgens drrk
\/an hp»t vrinrctol nrnto ovnnrtrp'
t In het voorstel van de drie sarrf!d
We hebben tenslotte nog het een en ander de bedrijven wordt er tevens fi
in te halen. Zo lopen we ver achter bij de drongen snel te beginnen met t
Denen als het gaat om de technische ken- keling van windturbines met lUL
nis omtrent bouw en toepassing van da vermogen van 2 tot 3 megaWr"
kleinere typen windmolens. Nederland kan rotordiameter van maar liefst 70aa
op het gebied van de produktie van wind- serieproduktie kunnen dergeIIjkt
molens een leidende rol in de wereld gaan zen voor reële prijzen worden
spelen, met alle voordelen van dien: Indus- den, zo verwachten de Industrie,
trlële Innovatie en nieuwe werkgelegen- Het startsein voor deze gro?
held enerzl|ds en grote exportmogelijkhe- aanpak van de Nederlandse inl9!
den anderzijds. Een aantal Nederlandse echter door de overheid gegevf*'
bedrijven zit al een tijdje te springen om in worden. Zeker voor wat betrefiy6
deze vrijwel geheel openliggende markt te turbines zal de overheid, samen
duiken. De FDO, die onderdeel uitmaakt lektrlciteltsproducenten, In eerstjen
van VMF-Stork, heeft samen met Holec de markt moeten creëren Om
bladen) het ministerie van economisch© gewenst: windenergie is mllieu{
zaken voorgesteld een park met produk- energiebesparend, onuitputtelijk
tie-windmolens aan te leggen, met een to- werkgelegenheid, geeft aanzieri
taal vermogen van 10 Megawatt. Volgens sen voor de export en biedt gr|
het voorstel moeten zo n 35 molens van lijkheden voor industriële innovj
elk 300 kiloWatt elektriciteit aan het open- geval op het terrein van de enerc
bare net gaan leveren, terwijl tegelijkertijd
het hele park onder praktijkomstandighe
den kan worden beproefd. De praktijker-
ning kan het Nederland best vo^@
9aan' FRANij°'
k
i.v.
De moderne toepassing van windenergie staat in ons land nog steeds in de kinderschoenen.
hoe het met de verwarming zit. Welnu, de macht van de gewoonte en vooral die van flateigenaren die dan eenstemmig) de Italië staat aan dë vooravond vien
verwarming In Romeinse flatgebouwen Is de portemonnee. Verwarming in Rome knoop moet doorhakken,
vaak een puinhoop. Oude ollestookinstal- hakt er flink in en een gemiddelde fiat be-
latles, die de kunde en de assistentie van taalt voor vier maanden warmte (15 no- Joch zalJjet. daar °P den duur vaa moeten
een cv-monteur eisen, die stookolie zuipen vember tot 15 mei) al gauw zo'n miljoen komen. Er is al een nieuwe wet die mdivi-
en de warmte nauwelijks tot de hoogste Ure (2.000 gulden). duele gasverwarming in nieuwe flatgebou
verdieping kunnen opjagen. vnnrenhr.,»
wen voorschrijft, maar de bestaande pro- i
blemen in de oude flatgebouwen worden rtp, F
De Italiaanse regering maakt op het ogen- daar niet mee opgelost. Isolatiepremies, °nrrFF L
De meeste gebouwen In Rome zitten tot blik veel reclame voor individuele gasver- subsidie voor dubbel glas, hulp bij aan- Kn°w-n°w op an geoae
morgen in de kou; 15 november Is name- warming („zuiniger en beter"), maar het schaf van een veilige ketel, dat bestaat in 9asKelP's-naar kennis van isolahre
lijk de dag waarop volgens een oude rege- publiek aarzelt. Een besluit om even principe wel, maar wie niet terugschrikt van deze maand J va
ling de cv voor het eerst aan mag. Die wet 10.000 gulden op tafel te leggen voor een voor de bureaucratie en de administratie- mFe Je v*rwa'men- maar mis9tr\ v
is ai achterhaald, maar de behoefte aan eigen Installatie neem je niet zo een, twee, ve vertragingstechnieken, moet haast de n volgende jaren V iet,
behaaglijkheid legt het steeds af tegen de drie en meestal Is het de vereniging van minister van enerslezaken zeII zlln CEES Al hs
fug
sche Investeringen In de gasset |e.
stook uit Libië moet plaatsmaken,,
uit Italië, uit Nederland en blnnher
Algerije en Rusland. In Neder/fa,
omschakeling allang gebeurd t
DEN HAAG Het gaat Nederland
bepaald nog niet voor de wind. Op
sociaal-economisch-flnancleel vlak
is dat zo onderhand wel algemeen
bekend en dat zal de komende jaren
ook wel zo blijven. Maar ook in de
meer letterlijke zin gaat die uitspraak
volledig op, want hoewel ons land
van oudsher al weet om te gaan met
wind als energiebron (neem bijvoor
beeld de vele gemalen die ons pol
derland rijk Is geweest) staat bij ons
de moderne toepassing van winde
nergie nog steeds in de kinder
schoenen. Veel verder dan een berg
studies en rapporten en een inmid
dels voltooid Nationaal Onderzoek
programma Windenergie, plus een
aantal grote en kleine experimentele
windturbines zijn we tot op heden
niet gekomen.
Waait het hier dan niet hard genoeg om
voldoende rendement uit de wind te krij
gen? Nee, dat is het probleem niet. Heb
ben we soms nog niet voldoende „know
how" (kennis dus)? Ook dat zit wel goed,
want het bedrijfsleven toont voldoende in
teresse om windturbines in produktie te
nemen, maar dan moet daar wel een
markt voor zijn.
Als dat zo is, ga je Je afvragen waar dan
wél de oorzaak ligt dat de toepassing van
windenergie tot nog toe maar zo langzaam
op gang is gekomen. Helaas liggen méér
oorzaken ten grondslag aan de trage gang
van zaken. Een belangrijk punt is, dat in
de energievoorziening van ons land al die
tijd geen plaats is geweest voor de winde
nergie als mede-leverancier van elektrici
teit. Tot een aantal jaren geleden waren de
prijzen van aardgas en aardolie nog zoda
nig laag, dat de windmolens daar nog niet
tegen konden concurreren. Bovendien
heeft de overheid tot nog toe niet de grote
bedragen beschikbaar gesteld, die nodig
zijn voor grootschalige windenergie-pro
jecten.
Langs de kust
Er kleven ook nogal wat technische be-
zwaren aan het gebruik van windturbines.
Zo krijgt men bij windenergie bijvoorbeeld
te maken met het probleem van het ruim
tebeslag. In een drukbevolkt land als Ne1-
derland is het niet zo eenvoudig plaats te
scheppen voor grote hoeveelheden wind
molens die nodig zijn om een redelijk gro
te energie-opbrengst in de vorm van elek
triciteit te realiseren. Daar komt nog bij
dat die zogeheten windcentrales of wind-
parken bij voorkeur langs de kust dienen
te worden gesitueerd; daar is de windop-
brengst het grootst en waait de wind het
meest constant. Hoewel niet eenvoudig, is
ruimteprobleem nog wel op te lossen,
.j.neer daar de toepassing van windener
gie ook verdeeld over het land (gedecen
traliseerd) plaats kan vinden.
Tenslotte is er nóg een omstandigheid aan
te wijzen, die een rem legt op een snellere
ontwikkeling van de windenergie. De voor
zitter van de Algemene Energie Raad, dr.
Oele wees er onlangs nog op dat de intro
ductie van nieuwe energiebronnen wordt
gehinderd door de bestaande overcapaci
teit aan conventionele elektriciteitscentra
les, die in de toekomst nog wordt ver
hoogd door de noodzakelijke nieuwbouw
van kolencentrales. Daarom zit men bij de
Samenwerkende Electriciteits Productie
bedrijven (SEP), tenminste in bedrijfseco
nomische zin, bepaald niet zo te springen
om nog eens een batterij windmolens.
Stroomversnelling
Ondanks al die problemen en hindernissen
begint het er toch op te lijken dat de fase
van plannen-op-de-tekentafel en vage ex
perimenten nu plaats gaat maken voor
een aanpak die meer gericht Is op de
praktijk. Optimisten durven nu al te mel
den dat het, als de voortekenen niet be
driegen, binnenkort windmolens zal gaan
régenen in Nederland. In het maandblad
Wetenschapsbeleid van het ministerie van
onderwijs en wetenschappen worden grote
verwachtingen gewekt voor de mogelijkhe
den van windenergie in de zeer nabije toe
komst.
Hoewel het regenen van windmolens in
Nederland voorlopig nog wel beperkt zal
blijven tot een miezerig najaarsbuitje, kan
gerust worden gezegd dat de toepassing
van windmolens in een stroomversnelling
begint te komen. De belangrijkste reden:
de almaar stijgende prijzen van olie en
Volgens een voorzichtige raming kunnen
in Nederland minstens tienduizend klel-
- ne windmolens worden geplaatst.
gas. Bovendien past dé Invoering van wind
energie uitstekend in de twee hoofdpij
lers van het Nederlands energiebeleid, na
melijk brandstofbesparing (de wind Is gra
tis) en „diversificatie van energiedragers".
Met dat laatste wordt eenvoudig bedoeld
dat de energievoorziening gespreid moet
worden over meer bronnen dan alleen olie
en gas. Dat opent de weg naar nieuwe
mogelijkheden: voor het hergebruik van
kolen Is al gekozen, de introductie van
windenergie op grote schaal lijkt de vol
gende stap.
Het Nationaal Onderzoekprogramma Wind
energie, dat ruim vijf jaar geleden In
gang werd gezet door het ministerie van
economische zaken, is uitgevoerd door het
Energie-onderzoek Centrum Nederland.
Het ECN kwam in zijn eindrapport tot de
conclusie dat de mogelijkheden voor toe
passing van windenergie in ons land zeer
gunstig zijn. Op basis van die positieve ge
luiden heeft de ministerraad van het vorige
kabinet besloten een tweetal projecten
met spoed In gang te zetten. Het ene
project betreft het praktijkonderzoek naar
„tlpvanes". Dat zijn kleine vleugeltjes die
aan de uiteinden van de rotoren (wieken)
van windturbines worden aangebracht en
die tot een aanzienlijk hogere opbrengst
leiden. Het tweede project is een praktijk
proef met een windenergiecentrale, waar
bij een aantal grote turbines in een park
bijeen staan. Dit laatste project opent gro
te mogelijkheden voor industriële Innova
tie: het gaat hier om installaties met een
vermogen van 3 Megawatt, die door de
TH's en de Nederlandse industrie geza
menlijk zullen worden ontworpen.
Het Nationaal Onderzoekprogramma Wind
energie, dat in mei van dit jaar werd af
gesloten, wordt opgevolgd door een meer
op de praktijk gericht Nationaal Ontwikke
lingsprogramma Windenergie. Daarin zal
ook veel aandacht geschonken worden
aan de toepassingsmogelijkheden van
kleinere windturbines, Ook wel de gede
centraliseerde toepassing genoemd. Vol
gens een voorzichtige raming kunnen in
Nederland minstens tienduizend kleine
windmolens met een vermogen van 10 tot
100 KiloWatt worden geplaatst bij woon
gemeenschappen, landbouw- en veeteelt
bedrijven, koel- en vrieshuizen, kantoren
en zwembaden. Ook op dit terrein zijn er
grote exportmogelijkheden, zo blijkt uit
het onderzoekprogramma „Gedecentrali
seerde Toepassing van Windenergie".
In kringen van deskundigen ziet men grote
mogelijkheden in een windturbinesysteem,
waarbij de windmolen wordt gecombi-