ederland slachtoffer van broekriem economie
K
arte Piet nog altijd centraal op Binnenhof
Een sterke gulden
en bijna niemand
meer aan het werk
JENLAND
Politiek
Partij
Parlement
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1981 PAGINA 5
r$g is het eindelijk zo ver. Na
lgen formeren, een enkele
<geren, informeren en lijmen
iet tweede kabinet Van Agt
fj nog voltallig voor de Ka-
is weinig fantasie voor no-
te stellen dat de centen en
*-^rek daaraan volgende week
jmoot van het debat zullen
•n. Nederland gaat gebukt
t recessie, prijzen stijgen, de
icht daalt, de werkloosheid
taandelijks met vele duizen
den. Toch is onze economie kenne
lijk nog zo sterk in vergelijking
met andere landen, dat een opwaar
dering van de gulden mogelijk, vol
gens sommigen zelfs noodzakelijk
was. Noodzakelijk vooral om de be
hoefte aan geld voor de dekking
van het overheidstekort te bevredi
gen. Om dit „financieringstekort" te
dekken moet het buitenland bereid
zijn geld te lenen en daarvoor is een
harde en dus aantrekkelijke gulden
volgens mensen als minister Van
der Stee (Financiën) en president
Zijlstra van de Nederlandsche
Bank, absoluut noodzakelijk.
Net als elke munt heeft ook deze
munt een keerzijde, zij het dat die
slechts door weinigen wordt beke
ken. Een van de roependen in de fi-
nancieel-economische woestijn die
voor deze keerzijde aandacht vra
gen is de Delftse buitengewoon
hoogleraar ondernemingsfinancie
ring dr M.P. Gans, in het dagelijko
leven ook financieel-adviseur van
bedrijven en vroeger jarenlang
werkzaam in de bankwereld. Twee
van onze sociaal-economische redac
teuren zochten hem op in zijn Bloe-
mendaalse woning. Uit zijn mond
tekenden zij de beangstigende voor
spelling op dat Nederland straks
gekenmerkt zal worden door een
fantastisch sterke gulden terwijl er
vrijwel niemand meer aan het werk
sysffiNDAAL „Je
inaïet alles tegelijk
f3 kunt onmogelijk
le financieringstekort
len, én tegelijk de
ik stabiel houden,
eens de geldhoe-
niet verder ver
in dan bovendien
;gelegenheid sti-
Dat alles bij el-
it gewoon niet. Je
nieuw werk
zonder daar
lte4>r uit te trekken.
K*Jek in de hele fi-
iconomische dis-
ighl ons land is dat er
lulpHijk en duidelijk
erkj wordt, niet eer-
jelicht. We heb-
imaal het gevoel
tiet alles tegelijk
syi>en, maar omdat
e nut in de politiek
ronift te zeggen, is het
n het onmogelijke
^jgelijk is. Mijn ad-
nelfreng de economie
sysgang zodanig dat
jen r op lange termijn
-n e hebben. Dat bete-
i je eerst moet we-
fop.je wilt, een duide-
udein moet hebben.
eg fetn kost natuurlijk
}udaar daarvoor moet
,e pieker risico durven
ordfl»»
82 r
JO* prof. Gans hebben de
vaa<ise schatkistbewaar-
erk' te we'ni8 durf. „Zij
m h te veel leiden door
letaire beleid, waar-.
;in feite met huid en
overgeleverd aan het
|d", aldus de Delftse
ir. Zo'n bewering
m uitleg. Gans wijst
i het beleid steeds ge-
op het hard houden
tlden, omdat wij een
ilden nodig zouden
im buitenlanders er
mgen geld aan ons te
die reden ook reva-
we onlangs met
vv u mee. „Het meren-
het geld dat de over-
de begroting tekort
•ordt immers via
gen op de kapitaal-
lekt. Daar schrijven
iktijk voor bijna 30
•'■buitenlanders op in,
sparen met z'n allen
rland niet genoeg",
uit. Voor die lenin-
veel rente worden
laar dat niet alleen:
Is opnieuw buiten-
de markt lokken en
ij elke nieuwe staats-
feite meer rente bie-
de geldende mark-
y- jn dan nóg komen er
laar geldschieters op
Idoende vertrouwen
de hardheid van de
enige zorg is dus er-
irgen dat Nederland-
Tigaties aantrekke-
voor buitenlanders,
zeggen dat hij óók
Irkómen, dat die bui
eens zouden kun-
an I denken dat de waar-
gulden wel eens zou
jaan dalen ten opzich-
idere munten. Daar-
len zij wel eens kun-
tl vluchten van gul-
rubtndere valuta's", aldus
onttfet andere woorden:
liel le financiële beleid
té feite gedicteerd door
eacldat niet alleen buiten-
eziKaan weigeren nieuwe
Prof. M.P. Gans in gesprek met onze redacteuren:
obligaties van ons te kopen,
maar misschien zelfs bestaan
de obligaties zouden kunnen
gaan verkopen, zodat er eer
der een massale kapitaal
stroom het land uitgaat dan
binnenkomt. Dat is waar
schijnlijk Ae nachtmerrie voor
onze monetaire autoriteiten.
Daarom moet het vertrouwen
in de gulden steeds worden
opgevoerd. Vandaar dat we
dan mee-revalueren met de
Duitsers. Als we dat niet ge
daan hadden, zou immers het
buitenland kunnen denken
dat die gulden toch niet zo
sterk is".
Die revaluatie maakt Neder
landse produkten duurder en
heeft volgens Gans dus een
negatief effect op de goederen
transacties en de afzetmoge
lijkheden van het Nederlands
bedrijfsleven in het buiten
land. Dat is nadelig voor de
werkgelegenheid. „Dan hoor
je de een roepen: die revalua
tie kost 10.000 banen, en de
ander hoor je op het zelfde
moment zeggen dat het zo
goed is voor het vertrouwen
van de buitenlanders in de
gulden. Wie begrijpt er dan
nog iets van Dat noem ik nu
een „broekriemeconomie": de
gulden wordt steeds sterker en
het vertrouwen in de gulden
steeds beter, maar er werken
steeds minder mensen en het
inkomen gaat steeds verder
naar beneden. Als je die cir
kelgang niet doorbreekt kan
het nog wel tien jaar zo door
gaan en op het laatst is het zo
dat onze gulden fantastisch
sterk is. Maar dan is er nie
mand meer aan het werk, be
halve dan dat we nog wat
aardgas exporteren en er nog
wat bakkers zijn omdat er nog
brood gegeten moet worden.
Dat klinkt weliswaar wat ab
surd, maar het is eigenlijk het
beleid, dat we in Nederland
voeren. De werkgelegenheid
geldt in zo'n beleid in feite
niet als primaire doelstelling",
constateert professor Gans.
Bij voorbaat wordt in Neder
land elke andere mogelijkheid
om aan geld te komen buiten
de discussie gesteld, meent
Gans. In het verleden is vol
gens hem bewezen dat een
rechtstreekse aanpak van het
financieringstekort door ver
groting van belastingopbreng
sten en bezuinigingen, in feite
het tekort in de toekomst al
leen maar groter maakt. „De
grote vraag is of je je moet
richten op een rechtstreekse
verkleining van dit tekort, of
dat je het niet juist eerst zou
moeten vergróten, maar dan
wel op een zodanige manier,
dat het daarna in tweede in
stantie kleiner gaat worden",
stelt de Delftse hoogleraar.
Een soort voorschot nemen
dus. Volgens hem zou je de
economie juist moeten gaan
stimuleren. Dan moet je alleen
wel een methode bedenken
om het grotere financierings
tekort, dat je doelbewust voor
zo'n stimuleringsbeleid aan
vaardt, te financieren. Daarna
gaat de economie weer beter
draaien.
Om deze weg te bewandelen,
een weg die zich laat vertalen
in het gezegde een spierinkje
uitgooien om een kabeljauw te
vangen, is het volgens Gans
wel beslist noodzakelijk dat je
weet wat je wilt: je moet een
duidelijk plan hebben om
nieuwe banen te scheppen.
„Wil je de mensen weer aan
het werk krijgen door woning
bouw, door industriële investe
ringen weer op gang te krij
gen Wil je dat als overheid
doen of heb je voldoende ver
trouwen in de inventiviteit
van het bedrijfsleven Maar
hoe dan ook: je moet eerst een
plan hebben, anders moet je
geen geld gaan uitgeven."
Gans illustreert zijn verhaal
met het voorbeeld van een Ne
derlandse wagonindustrie.
„Die hebben we niet meer. Al
die schitterende trams die in
onze steden rondrijden, moe
ten we allemaal maar importe
ren. Dat is toch te gék. We
hebben vijf jaar geleden de
fout gemaakt dat bedrijf op te
laten doeken. Je zou je kun
nen voorstellen dat we nu zeg
gen: laten we nu een paar
honderd miljoen daarin inves
teren. Dat halen we er zelf la
ter wel weer uit, want dat be
tekent dat we in de loop van
de tijd minder geld aan het
buitenland hoeven te betalen
voor het importeren van wa
gons. Dat is een voorbeeld van
een rechtstreekse aanpak. Dan
zeg je: we nemen een paar van
dat soort projecten. Je weet
dat dat geld kost en dat het fi
nancieringstekort daar groter
door wordt. Dan moet je dat
tekort op zo'n manier dekken,
dat de rente daardoor niet
stijgt. Anders heb je immers in
het ene stuk van de economie
de investeringen gestimuleerd,
maar dan rem je ze juist weer
'elders af door die hogere ren
te. Het gaat er dus om of hier
een financieringstruc voor te Nachtmerrie
vinden is".
Het geld voor die concrete
projecten kan dan dus niet ge
vonden worden door staatsle
ningen op de kapitaalmarkt.
Dat zou juist de rente weer op
drijven. Dus pleit Gans voor
andere mogelijkheden. Een
van zijn aanbevelingen is dat
de Staat zogenaamd „schat
kistpapier" plaatst bij de Ne
derlandsche Bank. Dat wil zo
veel zeggen dat de overheid
leent van Zijlstra. Het grote
voordeel daarvan is, dat de
rente die daarover betaald
moet worden bij de Neder
landsche Bank terecht komt
en die draagt zijn gewone win
sten jaarlijks af aan de schat
kist. Met andere woorden: de
rentelasten op zo'n lening
vloeien van de vestzak in de
broekzak van de overheid. Dat
spaart heel wat geld uit en dat
is allerminst het geval bij de
leningen die de overheid op de
kapitaalmarkt sluit. De rente
die daarover betaald moet
worden, verdwijnt in de zak
ken van de beleggers.
Ter illustratie van de giganti
sche lasten waar we ons zo
mee opzadelen: in 1985 zal de
Nederlandse Staat maar liefst
25 miljard gulden aan rente
moeten betalen op al die
staatsleningen. Dat is net zo
veel als het gehele financie
ringstekort op dit moment en
ook dat geld zal tegen die tijd
in belangrijke mate moeten
worden geleend. We gaan dus
lenen om de rente op vorige
De Nederlandsche Bank onder
leiding van Jelle Zijlstra vdelt
desondanks helemaal niets
voor de suggestie van prof.
Gans. De Bank meent dat
hierdoor teveel geld in de eco
nomie zou komen, wat de in
flatie kan aanwakkeren en de
positie van de gulden aantast.
Dan komt de hierboven be
schreven nachtmerrie van
Zijlstra weer om de hoek kij
ken, die immers de gulden
„hard" moet houden met het
oog op alle vroegere en ko
mende dure staatsleningen.
Het is opmerkelijk dat er geen
politicus is, die de dsicussie
over dit beleid aandurft.
Het is echter hoogst twijfel
achtig of de weg van Gans: het
lenen bij de Nederlandsche
Bank (ook wel monetaire fi
nanciering genoemd), meer in
flatie veroorzaakt dan het le
nen op de kapitaalmarkt. Im
mers, al die buitenlanders die
de Nederlandse overheid geld
lenen, vergroten daardoor ook
de hoeveelheid geld die in om
loop is. Vorig jaar brachten zij
5 miljard gulden aan extra
geld op de Nederlandse markt,
wat net zulk inflatie-bevorde
rend geld is als wat door schat
kistpapier wordt vertegen
woordigd. „Als we dan toch
via het buitenland geld moe
ten importeren en daardoor de
geldhoeveelheid vergroten,
dan kun je net zo goed schat
kistpapier plaatsen. Eigenlijk
is dat nog beter, want je krijgt
je eigen betaalde rente dan im
mers terug in de vorm van
winst van de Nederlandsche
Bank. Je kunt dus eigenlijk
langs deze weg renteloos een
werkgelegenheidsplan finan
cieren zonder dat de rente op
de kapitaalmarkt hoger wordt.
Misschien daalt die rente dan
zelfs wel, omdat de overheid
er niet meer zo'n groot beslag
op legt", aldus Gans.
Goudwinst
Naast het lenen bij de Neder
landsche Bank noemt de
Delftse hoogleraar nog een an
dere manier om aan geld voor
een naar zijn mening noodza
kelijk stimuleringsbeleid te
komen. Hij verwijst dan naar
de manier waarop onze ooster
buren dat aanpakken. De Bun
desbank (de tegenhanger van
Zijlstra's Nederlandsche Bank)
heeft gewoon van de Duitse
regering te horen gekregen
dat zij de koerswinst van de
bank die op de dollarvoorra-
den zijn gemaakt, opeist. Nu
heeft de Nederlandsche Bank
niet zoveel dollars, maar wel
goud. Volgens prof. Gans zou
den we met dat goud ook best
een trucje kunnen uithalen om
zonder al te veel risico's geld
vrij te maken.
Ons goud is destijds voor 5
miljard gekocht, maar is nu 50
miljard waard. „Als wij nu
even orthodox zijn als de Duit
sers, zouden we een stukje
goud kunnen verkopen en de
opbrengst in dollars beleggen.
Met de winst van die transac
tie zou de overheid een werk
gelegenheidsplan kunnen be
talen", zo redeneert Gans. Vol-
gens hem is deze tweede ma
nier niet meer en niet minder
inflatiebevorderend dan de-
hierboven geschetste. „Je bent*
in de moeilijkheden geraakt:
door de oliecrisis, maar dankzij
die oliecrisis is wel het goud;,
veel meer waard geworden^-
Dus laten we nou maar een
stukje ellende proberen goed.
te maken door een stukje van
die goudwinst te benutten.
Daar is niks zondigs aan. AU
het heel slecht met je gaat,
maar je reserve is in tien jaar
tijd ruim vertienvoudigt, mag,
je voor een goed doel best een
stukje van je winst nemen",,
aldus Gans. Met andere woor-,
den: we hebben die reserves
altijd gezien als appeltje voor
de dorst. Nu vergaan we bijna
van de dorst, maar we laten
die appels allemaal liggen,
sterker nog: we voegen er bij
voorkeur steeds weer nieuwe
aan toe.
Beetje durven
Gewoon een beetje durven,
zonder meteen op hol te slaan.
Een optimum zoeken tussen
het dogmatische beleid van de
harde gulden, waarbij de eco
nomie in feite in de ban van
de Bank ligt en een beleid dat-
er toe leidt dat het geld met
koffers het land uit vliegt.'
zoals in Frankrijk nu het geval
is. Zo'n optimum is volgens
professor Gans best te vinden
als we een in zijn ogen alles-
zins aanvaardbare truc voor
het dekken van een concreet-
werkgelegenheidsplan uithar.
len. Zelf heeft Gans dan een
voorkeur het bedrijfsleven
zo'n plan te laten uitvoeren»
zonder al te veel bemoeizucht
van de overheid.
Hij bepleit vooral een global*
verlichting van de lasten van.
het bedrijfsleven, bij voorkeur,
door een drastische verlaging. 1
van de vennootschapsbelas-
ting. Hij denkt aan een ver- l
mindering van 48 naar 35 pro-r, j
cent. Dan kunnen de rende?'
menten van het bedrijfsleverv
omhoog, waarbij ingehaakt
kan worden op aanvullende
stimuleringsactiviteiten vi^
overheidsmaatregelen.
Tegelijk wordt dan de opwaar
tse druk op de rente beperkt
doordat de overheid minder
direct op de kapitaalmarkt,
leent. Dat opdrijven van de
rente, waar de overheid zich,
mede schuldig aan h^eft ge
maakt, heeft de laatste jarert
elk mogelijk positief effect van
de langdurige inkomensmati
ging ongedaan gemaakt, zo
meent Gans. Wat met de ene
hand werd gegeven door loon
kostenmatiging, werd met de
andere hand weggehaald door
hogere rentelasten voor hef
bedrijfsleven. De tragiek wilde
dus dat matigen geen nieuw
werk op kon leveren, maar
wel voor een koopkrachtda
ling en dus een vermindering
van de binnenlandse vraag
zorgde. Daardoor nam de
werkloosheid juist weer toe.
Het noodzakelijke rende
mentsherstel moet volgens
Gans dan ook veel eerder ge
zocht worden in een vermin
dering van de fiscale en rente
lasten van het bedrijfsleven en
niet zo zeer langs de weg van
de inkomensmatiging. „Het
loonbeleid heeft volgens mij
nauwelijks effecten op de
werkgelegenheid. Door al dat
matigen verkoop je alleen
maar minder en daarmee is
niemand gebaat",
tekst: ARJEN BROEKHUI-
ZEN
en LIESBETH VAN DER
KRUIT
foto: CEES VERKERK
r, zl
IAAG Het gaat
dus toch van ko-
Het kabinet heeft
laatste loodjes van
^bereidingen door
dat premier Van
ndag dan einde-
Ie Tweede Kamer
en Regeringsverklaring
'echP°rlezen' Daarmee
echter wel zo on-
n e aan het eind van
s eijsitieve berichtge-
mstWant weliswaar is
het met iedereen
t het land er eco-
gezien zeer slecht
n* staat, maar daar
de eensgezindheid
feil, ingewijden zal dat
•ken uit de tekst die
Den Uyl en Terlouw
Pgesteld „Er zal in
it net land in het moe-
gt te verzinken en dat
iets moet gebeuren.
Maar wat precies, dat zal gro
tendeels in de mist blijven".
De reden van die vaagheid zou
zijn dat CDA en PvdA elkaar
nog steeds niet vertrouwen.
Op de dag dat Sint Nicolaas
zijn intocht houdt, blijkt men
zich op het Binnenhof nog al
tijd af te vragen, wie er uitein
delijk blijft zitten met zijn
knecht, de Zwarte Piet.
De verpletterende verkie
zingsnederlaag, die de chris
ten-democraten in België heb
ben geleden na een periode
van samenwerking met de so
cialisten, heeft de betrekkin
gen tussen de twee partijen
zelfs nog verder verslechterd.
Het zijn niet de meest rechtsen
in het CDA, die er rekening
mee houden dat PvdA-leider
Den Uyl nu speelt met de vol
gende gedachte: vanuit de re
gering maken we ons verkie-
zingsverlies goed ten koste
van het CDA en vervol
gens laten we het kabinet val
len op het punt van de kern
wapens. Het is mede vanuit
die gedachte dat CDA-fractie-
leider Lubbers het debat over
de regeringsverklaring (tevens
de Algemene Beschouwingen
over de rijksbegroting) ingaat.
Hij zal zich zodanig opstellen
dat de PvdA „geen mooi weer
kan spelen", vertelde een frac
tielid. Daaruit is dan ook de
voorzichtige houding te ver
klaren die de christen-demo
craten aannemen tegenover de
zogeheten „solidariteitshef-
fing". Met de opbrengst (500
miljoen) van deze heffing wil
minister Den Uyl een flink
deel van zijn banenplan beta
len. Lubbers maakte deze
week nog eens duidelijk dat
die maatregel alleen maar ge
nomen kan worden, als eerst is
gebleken dat de vakbonden de
lasten niet afwentelen op de
schouders van de werkgevers.
Als gevolg daarvan is Den Uyl
er niet zeker van dat hij een
half miljard binnen krijgt en
wordt het voor hem een stuk
moeilijker op korte termijn
successen te boeken. Boven
dien heeft de minister van so
ciale zaken en werkgelegen
heid nu een extra stimulans
om de vakbeweging (lees: de
FNV) te bewegen tot een te
rughoudende opstelling in de
cao-onderhandelingen, zo stelt
men in het CDA vergenoegd
vast.
Geen loonmaatregel
Dat men zich over zoiets ver-
kneukelt, is te verklaren uit
de angt voor wat genoemd
wordt „de as Den Uyl Kok".
Inmiddels heeft het CDA een
tweede manier bedacht om de
leiders van PvdA en FNV te
gen elkaar uit te spelen. Ruud
Lubbers zal zich dinsdag in de
Tweede Kamer uitspreken te
gen een loonmaatregel. De
verantwoordelijkheid moet,
zal hij zeggen, gelegd worden
waar hij in eerste instantie
hoort: bij werkgevers en
werknemers. Lubbers bereikt
daarmee tenminste twee din
gen. Ten eerste zal het minis
ter Den Uyl zijn, die eventueel
moet constateren dat de vak
bonden de lonen de pan uit
doen rijzen. Aan die Zwarte
Piet zal Den Uyl dan niet kun
nen ontkomen, omdat een te
sterke loonstijging de daaraan
gekoppelde sociale uitkeringen
onbetaalbaar zou maken. Ten
tweede kunnen PvdA en FNV
dan nooit het CDA de schuld
geven van de eventueel later
toch te treffen looningreep.
Een bijkomend „voordeel"
voor het CDA, althans voor
diegenen die de linkse vakbe
weging zien als een bedrei
ging. zou kunpen zijn dat de
FNV intern ernstig verdeeld
en dus verzwakt raakU Er zijn
groeperingen binnen de FNV,
zoals de voedingsbond, die
vinden dat zij niets te maken
hebben met de economische
depressie. „Cees Schelling
(voorzitter voedingsbond) zal
nog eerder de vleesindustrie
kapot staken, dan dat hij zijn
looneisen wil matigen", meent
men bij het CDA. Anderen
daarentegen, met game in het
bestuur van de federatie, zijn
wel bereid koopkracht in te le
veren, mits er afspraken te
maken zijn over uitbreiding
van de werkgelegenheid. Om
dat het laatste zeer moeilijk zal
zijn, is er best kans dat de lijn-
Schelling uiteindelijk binnen
de FNV toch steeds populair
der zal worden. Het gevolg zou
kunnen zijn een verbitterd ge
vecht tussen de Koks en de
Schellings.
Voorwaarden
Een derde manier voor het
CDA om PvdA en FNV aan
banden te leggen is het bena
drukken van de randvoor
waarden, zoals genoemd in het
regeerakkoord. Lubbers be
doelt daarmee dat a) het finan
ciële tekort van de overheid
flink omlaag moet, b) de druk
van belasting en sociale pre
mies niet mag stijgen en c) de
koopkracht gekort moeten
worden met percentages van
één voor de minima tot vier
voor de best betaalden. Dat
laatste punt is voor het CDA
echter wel een gevolg van de
twee voorgaande punten en
mag daar beslist niet los van
worden gezien. Eigenlijk zegt
Lubbers daar dus mee: je kunt
doen wat je wilt, als je (PvdA
en FNV) er zelf maar voor be
taalt. Alweer dus een poging
om ervoor te zorgen dat Den
Uyl en de zijnen zich niet po
pulair kunnen maken op kos
ten van een ander (CDA en
werkgevers).
Of de verdenking van de
christen-democraten gerecht
vaardigd is, doet merkwaardi
gerwijs niet zoveel ter zake.
De formatie van 1977 en vier
jaar in de oppositie hebben de
PvdA op haar beurt geleerd
zich in te dekken tegen de als
zeker veronderstelde listen en
lagen van het CDA. Ook zon
der dat zij met vuige plannen
rondlopen, zien de meeste so
cialisten het CDA zeker het
CDA van Dries Van Agt
als een groep huurlingen van
kapitalistische organisaties als
het VNO en het NCW. Mede
daarom is het voor de PvdA
een tweede natuur geworden
een bondgenootschap aan te
gaan met de vakbeweging en
zeker met de FNV. De verkie
zingsnederlaag zal die neiging
nog versterkt hebben.
Het lijkt er dus op dat CDA en
PvdA het zo druk hebben met
elkaar te beloeren dat zij aan
echt regeren nauwelijks toeko
men. Hier wreekt zich het feit
dat sociaal- en christen-demo- i
cratie te lang geleden verschil
lende paden zijn gaan bewan
delen. Bovendien worden deze
twee grootste bewegingen ge
leid door mensen, die elkaar
op zijn zachtst gezegd een
beetje vreemd vinden. Joop
ziet Dries als gespeend van
elke echte sociale bewogen
heid, en Dries ziet Joop als een
robot, die alleen linkse econo-
mentaal uitbraakt. Elk van
beiden is als de dood dat het
kabinet iets doet wat de ander
in zijn kraam te pas komt. Hoe
die allesverlammende vrees
voor elkaar te doorbreken
Eigenlijk is het die vraag, die'
in de regeringsverklaring als
eerste beantwoord zou moeten
worden.
RIK IN T HOUT