ederland slachtoffer van broekriem economie K arte Piet nog altijd centraal op Binnenhof Een sterke gulden en bijna niemand meer aan het werk JENLAND Politiek Partij Parlement LEIDSE COURANT ZATERDAG 14 NOVEMBER 1981 PAGINA 5 r$g is het eindelijk zo ver. Na lgen formeren, een enkele <geren, informeren en lijmen iet tweede kabinet Van Agt fj nog voltallig voor de Ka- is weinig fantasie voor no- te stellen dat de centen en *-^rek daaraan volgende week jmoot van het debat zullen •n. Nederland gaat gebukt t recessie, prijzen stijgen, de icht daalt, de werkloosheid taandelijks met vele duizen den. Toch is onze economie kenne lijk nog zo sterk in vergelijking met andere landen, dat een opwaar dering van de gulden mogelijk, vol gens sommigen zelfs noodzakelijk was. Noodzakelijk vooral om de be hoefte aan geld voor de dekking van het overheidstekort te bevredi gen. Om dit „financieringstekort" te dekken moet het buitenland bereid zijn geld te lenen en daarvoor is een harde en dus aantrekkelijke gulden volgens mensen als minister Van der Stee (Financiën) en president Zijlstra van de Nederlandsche Bank, absoluut noodzakelijk. Net als elke munt heeft ook deze munt een keerzijde, zij het dat die slechts door weinigen wordt beke ken. Een van de roependen in de fi- nancieel-economische woestijn die voor deze keerzijde aandacht vra gen is de Delftse buitengewoon hoogleraar ondernemingsfinancie ring dr M.P. Gans, in het dagelijko leven ook financieel-adviseur van bedrijven en vroeger jarenlang werkzaam in de bankwereld. Twee van onze sociaal-economische redac teuren zochten hem op in zijn Bloe- mendaalse woning. Uit zijn mond tekenden zij de beangstigende voor spelling op dat Nederland straks gekenmerkt zal worden door een fantastisch sterke gulden terwijl er vrijwel niemand meer aan het werk sysffiNDAAL „Je inaïet alles tegelijk f3 kunt onmogelijk le financieringstekort len, én tegelijk de ik stabiel houden, eens de geldhoe- niet verder ver in dan bovendien ;gelegenheid sti- Dat alles bij el- it gewoon niet. Je nieuw werk zonder daar lte4>r uit te trekken. K*Jek in de hele fi- iconomische dis- ighl ons land is dat er lulpHijk en duidelijk erkj wordt, niet eer- jelicht. We heb- imaal het gevoel tiet alles tegelijk syi>en, maar omdat e nut in de politiek ronift te zeggen, is het n het onmogelijke ^jgelijk is. Mijn ad- nelfreng de economie sysgang zodanig dat jen r op lange termijn -n e hebben. Dat bete- i je eerst moet we- fop.je wilt, een duide- udein moet hebben. eg fetn kost natuurlijk }udaar daarvoor moet ,e pieker risico durven ordfl»» 82 r JO* prof. Gans hebben de vaa<ise schatkistbewaar- erk' te we'ni8 durf. „Zij m h te veel leiden door letaire beleid, waar-. ;in feite met huid en overgeleverd aan het |d", aldus de Delftse ir. Zo'n bewering m uitleg. Gans wijst i het beleid steeds ge- op het hard houden tlden, omdat wij een ilden nodig zouden im buitenlanders er mgen geld aan ons te die reden ook reva- we onlangs met vv u mee. „Het meren- het geld dat de over- de begroting tekort •ordt immers via gen op de kapitaal- lekt. Daar schrijven iktijk voor bijna 30 •'■buitenlanders op in, sparen met z'n allen rland niet genoeg", uit. Voor die lenin- veel rente worden laar dat niet alleen: Is opnieuw buiten- de markt lokken en ij elke nieuwe staats- feite meer rente bie- de geldende mark- y- jn dan nóg komen er laar geldschieters op Idoende vertrouwen de hardheid van de enige zorg is dus er- irgen dat Nederland- Tigaties aantrekke- voor buitenlanders, zeggen dat hij óók Irkómen, dat die bui eens zouden kun- an I denken dat de waar- gulden wel eens zou jaan dalen ten opzich- idere munten. Daar- len zij wel eens kun- tl vluchten van gul- rubtndere valuta's", aldus onttfet andere woorden: liel le financiële beleid té feite gedicteerd door eacldat niet alleen buiten- eziKaan weigeren nieuwe Prof. M.P. Gans in gesprek met onze redacteuren: obligaties van ons te kopen, maar misschien zelfs bestaan de obligaties zouden kunnen gaan verkopen, zodat er eer der een massale kapitaal stroom het land uitgaat dan binnenkomt. Dat is waar schijnlijk Ae nachtmerrie voor onze monetaire autoriteiten. Daarom moet het vertrouwen in de gulden steeds worden opgevoerd. Vandaar dat we dan mee-revalueren met de Duitsers. Als we dat niet ge daan hadden, zou immers het buitenland kunnen denken dat die gulden toch niet zo sterk is". Die revaluatie maakt Neder landse produkten duurder en heeft volgens Gans dus een negatief effect op de goederen transacties en de afzetmoge lijkheden van het Nederlands bedrijfsleven in het buiten land. Dat is nadelig voor de werkgelegenheid. „Dan hoor je de een roepen: die revalua tie kost 10.000 banen, en de ander hoor je op het zelfde moment zeggen dat het zo goed is voor het vertrouwen van de buitenlanders in de gulden. Wie begrijpt er dan nog iets van Dat noem ik nu een „broekriemeconomie": de gulden wordt steeds sterker en het vertrouwen in de gulden steeds beter, maar er werken steeds minder mensen en het inkomen gaat steeds verder naar beneden. Als je die cir kelgang niet doorbreekt kan het nog wel tien jaar zo door gaan en op het laatst is het zo dat onze gulden fantastisch sterk is. Maar dan is er nie mand meer aan het werk, be halve dan dat we nog wat aardgas exporteren en er nog wat bakkers zijn omdat er nog brood gegeten moet worden. Dat klinkt weliswaar wat ab surd, maar het is eigenlijk het beleid, dat we in Nederland voeren. De werkgelegenheid geldt in zo'n beleid in feite niet als primaire doelstelling", constateert professor Gans. Bij voorbaat wordt in Neder land elke andere mogelijkheid om aan geld te komen buiten de discussie gesteld, meent Gans. In het verleden is vol gens hem bewezen dat een rechtstreekse aanpak van het financieringstekort door ver groting van belastingopbreng sten en bezuinigingen, in feite het tekort in de toekomst al leen maar groter maakt. „De grote vraag is of je je moet richten op een rechtstreekse verkleining van dit tekort, of dat je het niet juist eerst zou moeten vergróten, maar dan wel op een zodanige manier, dat het daarna in tweede in stantie kleiner gaat worden", stelt de Delftse hoogleraar. Een soort voorschot nemen dus. Volgens hem zou je de economie juist moeten gaan stimuleren. Dan moet je alleen wel een methode bedenken om het grotere financierings tekort, dat je doelbewust voor zo'n stimuleringsbeleid aan vaardt, te financieren. Daarna gaat de economie weer beter draaien. Om deze weg te bewandelen, een weg die zich laat vertalen in het gezegde een spierinkje uitgooien om een kabeljauw te vangen, is het volgens Gans wel beslist noodzakelijk dat je weet wat je wilt: je moet een duidelijk plan hebben om nieuwe banen te scheppen. „Wil je de mensen weer aan het werk krijgen door woning bouw, door industriële investe ringen weer op gang te krij gen Wil je dat als overheid doen of heb je voldoende ver trouwen in de inventiviteit van het bedrijfsleven Maar hoe dan ook: je moet eerst een plan hebben, anders moet je geen geld gaan uitgeven." Gans illustreert zijn verhaal met het voorbeeld van een Ne derlandse wagonindustrie. „Die hebben we niet meer. Al die schitterende trams die in onze steden rondrijden, moe ten we allemaal maar importe ren. Dat is toch te gék. We hebben vijf jaar geleden de fout gemaakt dat bedrijf op te laten doeken. Je zou je kun nen voorstellen dat we nu zeg gen: laten we nu een paar honderd miljoen daarin inves teren. Dat halen we er zelf la ter wel weer uit, want dat be tekent dat we in de loop van de tijd minder geld aan het buitenland hoeven te betalen voor het importeren van wa gons. Dat is een voorbeeld van een rechtstreekse aanpak. Dan zeg je: we nemen een paar van dat soort projecten. Je weet dat dat geld kost en dat het fi nancieringstekort daar groter door wordt. Dan moet je dat tekort op zo'n manier dekken, dat de rente daardoor niet stijgt. Anders heb je immers in het ene stuk van de economie de investeringen gestimuleerd, maar dan rem je ze juist weer 'elders af door die hogere ren te. Het gaat er dus om of hier een financieringstruc voor te Nachtmerrie vinden is". Het geld voor die concrete projecten kan dan dus niet ge vonden worden door staatsle ningen op de kapitaalmarkt. Dat zou juist de rente weer op drijven. Dus pleit Gans voor andere mogelijkheden. Een van zijn aanbevelingen is dat de Staat zogenaamd „schat kistpapier" plaatst bij de Ne derlandsche Bank. Dat wil zo veel zeggen dat de overheid leent van Zijlstra. Het grote voordeel daarvan is, dat de rente die daarover betaald moet worden bij de Neder landsche Bank terecht komt en die draagt zijn gewone win sten jaarlijks af aan de schat kist. Met andere woorden: de rentelasten op zo'n lening vloeien van de vestzak in de broekzak van de overheid. Dat spaart heel wat geld uit en dat is allerminst het geval bij de leningen die de overheid op de kapitaalmarkt sluit. De rente die daarover betaald moet worden, verdwijnt in de zak ken van de beleggers. Ter illustratie van de giganti sche lasten waar we ons zo mee opzadelen: in 1985 zal de Nederlandse Staat maar liefst 25 miljard gulden aan rente moeten betalen op al die staatsleningen. Dat is net zo veel als het gehele financie ringstekort op dit moment en ook dat geld zal tegen die tijd in belangrijke mate moeten worden geleend. We gaan dus lenen om de rente op vorige De Nederlandsche Bank onder leiding van Jelle Zijlstra vdelt desondanks helemaal niets voor de suggestie van prof. Gans. De Bank meent dat hierdoor teveel geld in de eco nomie zou komen, wat de in flatie kan aanwakkeren en de positie van de gulden aantast. Dan komt de hierboven be schreven nachtmerrie van Zijlstra weer om de hoek kij ken, die immers de gulden „hard" moet houden met het oog op alle vroegere en ko mende dure staatsleningen. Het is opmerkelijk dat er geen politicus is, die de dsicussie over dit beleid aandurft. Het is echter hoogst twijfel achtig of de weg van Gans: het lenen bij de Nederlandsche Bank (ook wel monetaire fi nanciering genoemd), meer in flatie veroorzaakt dan het le nen op de kapitaalmarkt. Im mers, al die buitenlanders die de Nederlandse overheid geld lenen, vergroten daardoor ook de hoeveelheid geld die in om loop is. Vorig jaar brachten zij 5 miljard gulden aan extra geld op de Nederlandse markt, wat net zulk inflatie-bevorde rend geld is als wat door schat kistpapier wordt vertegen woordigd. „Als we dan toch via het buitenland geld moe ten importeren en daardoor de geldhoeveelheid vergroten, dan kun je net zo goed schat kistpapier plaatsen. Eigenlijk is dat nog beter, want je krijgt je eigen betaalde rente dan im mers terug in de vorm van winst van de Nederlandsche Bank. Je kunt dus eigenlijk langs deze weg renteloos een werkgelegenheidsplan finan cieren zonder dat de rente op de kapitaalmarkt hoger wordt. Misschien daalt die rente dan zelfs wel, omdat de overheid er niet meer zo'n groot beslag op legt", aldus Gans. Goudwinst Naast het lenen bij de Neder landsche Bank noemt de Delftse hoogleraar nog een an dere manier om aan geld voor een naar zijn mening noodza kelijk stimuleringsbeleid te komen. Hij verwijst dan naar de manier waarop onze ooster buren dat aanpakken. De Bun desbank (de tegenhanger van Zijlstra's Nederlandsche Bank) heeft gewoon van de Duitse regering te horen gekregen dat zij de koerswinst van de bank die op de dollarvoorra- den zijn gemaakt, opeist. Nu heeft de Nederlandsche Bank niet zoveel dollars, maar wel goud. Volgens prof. Gans zou den we met dat goud ook best een trucje kunnen uithalen om zonder al te veel risico's geld vrij te maken. Ons goud is destijds voor 5 miljard gekocht, maar is nu 50 miljard waard. „Als wij nu even orthodox zijn als de Duit sers, zouden we een stukje goud kunnen verkopen en de opbrengst in dollars beleggen. Met de winst van die transac tie zou de overheid een werk gelegenheidsplan kunnen be talen", zo redeneert Gans. Vol- gens hem is deze tweede ma nier niet meer en niet minder inflatiebevorderend dan de- hierboven geschetste. „Je bent* in de moeilijkheden geraakt: door de oliecrisis, maar dankzij die oliecrisis is wel het goud;, veel meer waard geworden^- Dus laten we nou maar een stukje ellende proberen goed. te maken door een stukje van die goudwinst te benutten. Daar is niks zondigs aan. AU het heel slecht met je gaat, maar je reserve is in tien jaar tijd ruim vertienvoudigt, mag, je voor een goed doel best een stukje van je winst nemen",, aldus Gans. Met andere woor-, den: we hebben die reserves altijd gezien als appeltje voor de dorst. Nu vergaan we bijna van de dorst, maar we laten die appels allemaal liggen, sterker nog: we voegen er bij voorkeur steeds weer nieuwe aan toe. Beetje durven Gewoon een beetje durven, zonder meteen op hol te slaan. Een optimum zoeken tussen het dogmatische beleid van de harde gulden, waarbij de eco nomie in feite in de ban van de Bank ligt en een beleid dat- er toe leidt dat het geld met koffers het land uit vliegt.' zoals in Frankrijk nu het geval is. Zo'n optimum is volgens professor Gans best te vinden als we een in zijn ogen alles- zins aanvaardbare truc voor het dekken van een concreet- werkgelegenheidsplan uithar. len. Zelf heeft Gans dan een voorkeur het bedrijfsleven zo'n plan te laten uitvoeren» zonder al te veel bemoeizucht van de overheid. Hij bepleit vooral een global* verlichting van de lasten van. het bedrijfsleven, bij voorkeur, door een drastische verlaging. 1 van de vennootschapsbelas- ting. Hij denkt aan een ver- l mindering van 48 naar 35 pro-r, j cent. Dan kunnen de rende?' menten van het bedrijfsleverv omhoog, waarbij ingehaakt kan worden op aanvullende stimuleringsactiviteiten vi^ overheidsmaatregelen. Tegelijk wordt dan de opwaar tse druk op de rente beperkt doordat de overheid minder direct op de kapitaalmarkt, leent. Dat opdrijven van de rente, waar de overheid zich, mede schuldig aan h^eft ge maakt, heeft de laatste jarert elk mogelijk positief effect van de langdurige inkomensmati ging ongedaan gemaakt, zo meent Gans. Wat met de ene hand werd gegeven door loon kostenmatiging, werd met de andere hand weggehaald door hogere rentelasten voor hef bedrijfsleven. De tragiek wilde dus dat matigen geen nieuw werk op kon leveren, maar wel voor een koopkrachtda ling en dus een vermindering van de binnenlandse vraag zorgde. Daardoor nam de werkloosheid juist weer toe. Het noodzakelijke rende mentsherstel moet volgens Gans dan ook veel eerder ge zocht worden in een vermin dering van de fiscale en rente lasten van het bedrijfsleven en niet zo zeer langs de weg van de inkomensmatiging. „Het loonbeleid heeft volgens mij nauwelijks effecten op de werkgelegenheid. Door al dat matigen verkoop je alleen maar minder en daarmee is niemand gebaat", tekst: ARJEN BROEKHUI- ZEN en LIESBETH VAN DER KRUIT foto: CEES VERKERK r, zl IAAG Het gaat dus toch van ko- Het kabinet heeft laatste loodjes van ^bereidingen door dat premier Van ndag dan einde- Ie Tweede Kamer en Regeringsverklaring 'echP°rlezen' Daarmee echter wel zo on- n e aan het eind van s eijsitieve berichtge- mstWant weliswaar is het met iedereen t het land er eco- gezien zeer slecht n* staat, maar daar de eensgezindheid feil, ingewijden zal dat •ken uit de tekst die Den Uyl en Terlouw Pgesteld „Er zal in it net land in het moe- gt te verzinken en dat iets moet gebeuren. Maar wat precies, dat zal gro tendeels in de mist blijven". De reden van die vaagheid zou zijn dat CDA en PvdA elkaar nog steeds niet vertrouwen. Op de dag dat Sint Nicolaas zijn intocht houdt, blijkt men zich op het Binnenhof nog al tijd af te vragen, wie er uitein delijk blijft zitten met zijn knecht, de Zwarte Piet. De verpletterende verkie zingsnederlaag, die de chris ten-democraten in België heb ben geleden na een periode van samenwerking met de so cialisten, heeft de betrekkin gen tussen de twee partijen zelfs nog verder verslechterd. Het zijn niet de meest rechtsen in het CDA, die er rekening mee houden dat PvdA-leider Den Uyl nu speelt met de vol gende gedachte: vanuit de re gering maken we ons verkie- zingsverlies goed ten koste van het CDA en vervol gens laten we het kabinet val len op het punt van de kern wapens. Het is mede vanuit die gedachte dat CDA-fractie- leider Lubbers het debat over de regeringsverklaring (tevens de Algemene Beschouwingen over de rijksbegroting) ingaat. Hij zal zich zodanig opstellen dat de PvdA „geen mooi weer kan spelen", vertelde een frac tielid. Daaruit is dan ook de voorzichtige houding te ver klaren die de christen-demo craten aannemen tegenover de zogeheten „solidariteitshef- fing". Met de opbrengst (500 miljoen) van deze heffing wil minister Den Uyl een flink deel van zijn banenplan beta len. Lubbers maakte deze week nog eens duidelijk dat die maatregel alleen maar ge nomen kan worden, als eerst is gebleken dat de vakbonden de lasten niet afwentelen op de schouders van de werkgevers. Als gevolg daarvan is Den Uyl er niet zeker van dat hij een half miljard binnen krijgt en wordt het voor hem een stuk moeilijker op korte termijn successen te boeken. Boven dien heeft de minister van so ciale zaken en werkgelegen heid nu een extra stimulans om de vakbeweging (lees: de FNV) te bewegen tot een te rughoudende opstelling in de cao-onderhandelingen, zo stelt men in het CDA vergenoegd vast. Geen loonmaatregel Dat men zich over zoiets ver- kneukelt, is te verklaren uit de angt voor wat genoemd wordt „de as Den Uyl Kok". Inmiddels heeft het CDA een tweede manier bedacht om de leiders van PvdA en FNV te gen elkaar uit te spelen. Ruud Lubbers zal zich dinsdag in de Tweede Kamer uitspreken te gen een loonmaatregel. De verantwoordelijkheid moet, zal hij zeggen, gelegd worden waar hij in eerste instantie hoort: bij werkgevers en werknemers. Lubbers bereikt daarmee tenminste twee din gen. Ten eerste zal het minis ter Den Uyl zijn, die eventueel moet constateren dat de vak bonden de lonen de pan uit doen rijzen. Aan die Zwarte Piet zal Den Uyl dan niet kun nen ontkomen, omdat een te sterke loonstijging de daaraan gekoppelde sociale uitkeringen onbetaalbaar zou maken. Ten tweede kunnen PvdA en FNV dan nooit het CDA de schuld geven van de eventueel later toch te treffen looningreep. Een bijkomend „voordeel" voor het CDA, althans voor diegenen die de linkse vakbe weging zien als een bedrei ging. zou kunpen zijn dat de FNV intern ernstig verdeeld en dus verzwakt raakU Er zijn groeperingen binnen de FNV, zoals de voedingsbond, die vinden dat zij niets te maken hebben met de economische depressie. „Cees Schelling (voorzitter voedingsbond) zal nog eerder de vleesindustrie kapot staken, dan dat hij zijn looneisen wil matigen", meent men bij het CDA. Anderen daarentegen, met game in het bestuur van de federatie, zijn wel bereid koopkracht in te le veren, mits er afspraken te maken zijn over uitbreiding van de werkgelegenheid. Om dat het laatste zeer moeilijk zal zijn, is er best kans dat de lijn- Schelling uiteindelijk binnen de FNV toch steeds populair der zal worden. Het gevolg zou kunnen zijn een verbitterd ge vecht tussen de Koks en de Schellings. Voorwaarden Een derde manier voor het CDA om PvdA en FNV aan banden te leggen is het bena drukken van de randvoor waarden, zoals genoemd in het regeerakkoord. Lubbers be doelt daarmee dat a) het finan ciële tekort van de overheid flink omlaag moet, b) de druk van belasting en sociale pre mies niet mag stijgen en c) de koopkracht gekort moeten worden met percentages van één voor de minima tot vier voor de best betaalden. Dat laatste punt is voor het CDA echter wel een gevolg van de twee voorgaande punten en mag daar beslist niet los van worden gezien. Eigenlijk zegt Lubbers daar dus mee: je kunt doen wat je wilt, als je (PvdA en FNV) er zelf maar voor be taalt. Alweer dus een poging om ervoor te zorgen dat Den Uyl en de zijnen zich niet po pulair kunnen maken op kos ten van een ander (CDA en werkgevers). Of de verdenking van de christen-democraten gerecht vaardigd is, doet merkwaardi gerwijs niet zoveel ter zake. De formatie van 1977 en vier jaar in de oppositie hebben de PvdA op haar beurt geleerd zich in te dekken tegen de als zeker veronderstelde listen en lagen van het CDA. Ook zon der dat zij met vuige plannen rondlopen, zien de meeste so cialisten het CDA zeker het CDA van Dries Van Agt als een groep huurlingen van kapitalistische organisaties als het VNO en het NCW. Mede daarom is het voor de PvdA een tweede natuur geworden een bondgenootschap aan te gaan met de vakbeweging en zeker met de FNV. De verkie zingsnederlaag zal die neiging nog versterkt hebben. Het lijkt er dus op dat CDA en PvdA het zo druk hebben met elkaar te beloeren dat zij aan echt regeren nauwelijks toeko men. Hier wreekt zich het feit dat sociaal- en christen-demo- i cratie te lang geleden verschil lende paden zijn gaan bewan delen. Bovendien worden deze twee grootste bewegingen ge leid door mensen, die elkaar op zijn zachtst gezegd een beetje vreemd vinden. Joop ziet Dries als gespeend van elke echte sociale bewogen heid, en Dries ziet Joop als een robot, die alleen linkse econo- mentaal uitbraakt. Elk van beiden is als de dood dat het kabinet iets doet wat de ander in zijn kraam te pas komt. Hoe die allesverlammende vrees voor elkaar te doorbreken Eigenlijk is het die vraag, die' in de regeringsverklaring als eerste beantwoord zou moeten worden. RIK IN T HOUT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5