„Sinterklaas moet kind kunnen zijn met de kinderen" Pater igerwey t Lisse ril eigen %oep op gippijnen „ZEG MAAR „KLAAS" HOOR" VUT srr r zhop daWira bruiken. Vooral succesverhalen over boe ren die al een paar overvloedige oogsten hebben binnengehaald werken stimule rend. Uiteindelijk zijn wel zo'n 300.000 boeren op die nieuwe zaadsoort overge stapt. Een resultaat dat je met mondelinge voorlichting van zijn levensdagen niet be reikt had. Via de media kun je je tot zoveel meer mensen richten. En bovendien: Je kunt je boodschap voortdurend blijven herhalen. Zoals we die rijstcampagne heb ben gedaan, zo hebben we ook tal van an dere projecten ondernomen. Op het ge bied van hygiëne, evenwichtige voeding, kraamzorg enzovoort. En met evenveel succes. Dat dat succes moeilijk „hard" is te maken vinden we zelf geen probleem. Maar voor de Nederlandse organisaties blijft dat steeds maar de reden om de knip dicht te houden". De Filippino's zelf zien het belang van de methode Lagerwey wel degelijk. Ooit met een handjevol medewerkers begonnen telt de communicatiecentrale van de pater uit Lisse nu 250 (Filippijnse) medewerkers, verdeeld over twee organisaties. Een greep uit hun activiteiten: per dag maken ze twee hoorspelen, die als kant en klaar- produkt aan de Filippijnse zendgemach tigde worden aangeboden en via vijftien stations uitgezonden. Of het niet lastig zal zijn voor de toekomstige eigen omroep een zendmachtiging te krijgen? „Ontzet tend lastig. Maar ik ben al begonnen met lobbyen en ik ga onze kardinaal bewerken zodat die zijn invloed bij president Marcos gaat aanwenden. En voor wat de omroep- technische kant van de zaak betreft, kan ik rekenen op de steun van Emil Schütten- helm, de ex NOS-voorzitter. Die heeft be loofd naar de Filippijnen over te komen en de organisatie op poten te zetten". Colombine Het huidige „bedelbezoek" van pater La gerwey aan Nederland loopt inmiddels al weer enkele weken. Het ziet er naar uit dat het zeer succesvol zal zijn want deze keer heeft hij de steun weten te verwerven van de werkgroep Colombine, een zogeheten media-werkgroep voor emancioerende ontwikkelingssamenwerking, met promi nente leden als prinses Irene en Herman van Veen. Colombine heeft een project uit de stal Lagerwey geadopteerd dat als motto heeft meegekregen „Moeders van Tondo". Tondo is de krottenwijk van Ma nilla waarin pater Lagerwey werkzaam is. „Moeders van Tondo" beoogt de vrouwen in deze wijk aan kleinschalige textielindus trie te helpen, thuis of in coöperatieve werkplaatsen. Om hiervoor geld in te zamelen heeft de Stichting Colombine een „Kerstboek voor Tondo" op de markt gebracht waaraan een keur van Nederlandse auteurs en te kenaars kosteloos een bijdrage heeft gele verd. Onder hen Belcampo, Bertus Aafjes, Jan Terlouw, wijlen Eppo Doeve en Rien Poortvliet. Het boek kost 22,50 en wat er na aftrek van de kostprijs overblijft is voor Tondo. Over de wijk zélf zendt de KRO op 22 november een programma van drie kwartier uit, waarin ook prinses Irene aan het woord komt. Op 24 december staan de Moeders van Tondo en de Stichting Colombine centraal in de Berend Boude- wijn-show. Hoe Cor Lagerwey met dat al tegen de po litieke situatie in de Filippijnen aankijkt? „Ach, jullie altijd met je politiek. Als je honger hebt praat je niet over politiek. Na tuurlijk is het voor mij een koud kunstje om alle wandaden van president Marcos van de daken te gaan schreeuwen. Wat bereik ik daar mee? Mijn werk is gericht op politieke bewustwording op lange ter mijn. Ook als het regime van Marcos mor gen zou vallen, blijft dat werk nodig". Dat zijn tegenstanders de politieke impli caties van zijn werk wel degelijk onderken nen ondervond de pater in 1972 toen hij wegens „subversief" gedrag voor enkele weken achter de tralies belandde. „Ik heb inmiddels begrepen dat.de Ameri kaanse CIA de stuwende kracht achter mijn arrestatie is geweest. Wel begrijpelijk, natuurlijk. Op de lange duur is mijn werk gevaarlijk voor de Amerikaanse commer ciële belangen. Uiteindelijk leiden mijn ac tiviteiten er immers toe dat de mensen voor hun rechten gaan opkomen. En die Amerikaanse firma's hebben het nou net zo naar hun zin in de Filippijnen omdat de mensen niet voor hun rechten opkomen". WILLEM SCHEER EINDHOVEN De Derde Wereld-organi saties in Nederland staan vrij sceptisch te genover zijn activiteiten, maar pater La gerwey houdt voet bij stuk: „De media, jongen, die zijn zó belangrijk, daar heb je geen idee van. Kranten, tijdschriften, ra dio, televisie daar kun je de ontwikke lingssamenwerking écht mee van de grond tillen. Je kunt er de mensen mee informe ren, maar vooral: je kunt ze motiveren. We moeten doorgaan op deze weg en zorgen dat we het voor elkaar krijgen. Een eigen. Filippijnse omroep. Radio èn televisie. Met een volledig programmapakket: nieuws, amusement, vormende programma's. En let op mijn woorden; het lukt ons echt. Ik mag hangen als het niet zo is". We spreken de sinds 28 jaar op de Filippij nen gedetacheerde missionaris in een Eindhovens -etablissement, temidden van hoogopgestapelde partijen paté, kaas, soep, bloedworst en balkenbrij. De met bier en wijn overgoten dis is aangericht door de Stichting Reünie van Nederlandse Carnavalsprinsen, die hiermee een voor schotje neemt op een door haar te organi seren super-carnaval in het weekeinde van 9 en 10 januari volgend jaar. Cor Lager wey is aangewezen als „elfde eregast" van dit spektakel. Wat inhoudt, dat hij voor gaat bij de Eucharistieviering van de car navalsprinsen op zondagmorgen en de op brengst van de dan geplande collecte mag meenemen naar Manilla. Toch wel een beetje navrant, al die over daad, als je eigen onderkomen in een krottenwijk staat? „Och, ik gun jullie best een goed feest. Er is in Nederland, temidden van al die wel vaart zoveel ellende. Op de Filippijnen la chen de mensen altijd, armoe of geen ar moe. Hier is iedereen gedeprimeerd. Over al zie je chagrijnige gezichten, dan denk ik: jullie mogen ook wel eens lol hebben in het leven". Pater Lagerwey M.S.C., 56 jaar oud, is ge boren en getogen in het Zuidhollandse Lis se. Zijn ouderlijk huis stond op een plek waar nu de Keukenhof zijn bollen laat bloeien. De eerste schrede op Filippijnse bodem zette hij in 1953 en sindsdien be zoekt hij zijn vaderland alleen nog maar boot stikvol met cadeautjes uit een ver land HANGEN ALS 'T ME NIET LUKT" en I j m m ren. Maar „tijdschriften", „strips", „radio' vinden ze ongrijpbaar, dromerig. Ze dok ken niet meer dan drie grijpstuivers er dan nog verdeeld over vijf jaar. Nou is hei effect ook moeilijk meetbaar, maar dat er effect is en dat die resultaten vooral op de lange termijn heel zinvol zijn, is overduide lijk. Een aantal jaren geleden hebben we bijvoorbeeld een voorlichtingscampagne over een nieuw soort rijstzaad gevoerd Ook weer via tijdschriften, strips, radic hebben we bekendheid gegeven aan hel bestaan van die „miracle rice", uitgelegd welke kunstmest en welke insecticiden daarmee moesten combineren en de men sen aangemoedigd dat zaad ook te ge- huwf !ijn <er jaar ondergaat hij mteverandering. Hij iddej de huid van de enige itairft/s/es/nf". Vanmiddag 3n '\nijndeloopen weer voet 'de Itfse bodem. Adrie van g or/ jaar en kindervriend e nelyensfe plank, stond kernbnnetje. Voor het ze- at etyjtereenvolgende jaar •er ^dheiligman een paar ban huis bij hem. Van n 's|nf derhalve de man opes kinderdromen nieuw •n, n^f als geen ander. nn IW ivas producer bij de e hefc en werkte aan de ■zeX fiet spant er om". In begitvan de beeldbuis pre- de jfy voor de KRO het se I"foma „Hocus, pocus, an dlook". In die periode nog als goochelaar, tore* en poppenkastspeler !t 9elr?d. Toen hij uitzicht doet, vaste baan, stopte -ij bede ene op de andere e v0| Zijn bijdragen aan m^\pma's behoren in- vercjf,et verleden, want hij i°b 9uik van de VUT-rege- in hé bisschop van Mira, 3ze. wef aan het eind van duityoor hem is er geen tmigipieterbazen maakt hij er ejr zelfs overuren. Het i xmvxdje staat voor de m betekent dat ontelba- sinterklazen op pad ff. 1 iverslaggeefster Wiep- *3& \ng op bezoek bij de Sint, een man die %&èus neemt en hartver- over z'in vak- MIRA „In Vlissingen moest ik tussen drang hekken door. Komt er een jongetje naar me toegelopen. „Ik moet toch niet mee, hè?", vroeg-ie. Nee hoor, zei ik. Waar staat je vader, dan zal ik even iets in zijn oor fluisteren. „Kun je wel, zo'n kind zo bang maken", heb ik tegen die man gezegd. Elk jaar zeg ik weer dat ik geen kinderen in de zak stop en meeneem. En nog steeds zijn er ouders die dat tegen de kinderen zeggen. Dat vind ik laf. Het zijn dezelfde mensen die zeggen: „Pas op hoor, als papa thuis komt dan vertel ik wat je hebt gedaan". Mijn Pieten hebben geen takkebossen in de hand. Het eerste het beste jaar heb ik de zak in zee gegooid". „Ik heb nooit huilende kinderen om me heen. Als ik even een lipje zie trillen, ga ik er verder niet op in. Als ze echt zouden brullen zou ik proberen ze te troosten. Als kinderen je geen handje willen geven, moet je ze niet dwingen. Je moet dat ver mijden. Het gaat vanzelf wel weer over. die angst. Ik*vlei me met de gedachte, dat ik dat er al aardig uit heb gekregen. Ouders vergeten alles bij zo'n aankomst. En dan zie je soms kleuters tussen grote men senknieën doorkijken. Ik denk dat volwas senen als ze daar staan, hetzelfde gevoel terugkrijgen dat ze hadden, toen ze als kind Sinterklaas zagen. En dat gaat dan ten koste van die kinderen". Droom „Wat is nou Sinterklaas? Er komt een mooi versierde boot stikvol met cadeau tjes uit een ver land. En op die boot staat een opa met een mooi pak, die op een wit paard het land ingaat. Dat is toch een prachtig verhaal voor kinderen. Er is al zo weinig traditie in Nederland. Het is het leukste verhaaltje dat bestaat en dat moet je zo lang mogelijk meespelen. Je moet kinderen niet te snel uit de droom helpen. Er zijn ouders die vol trots zeggen: „Die van mij is vier jaar en die gelooft niet meer in Sinterklaas". Een kind moet het voor zichzelf uitmaken. Als ze zelf tot die ont dekking kpmen is het schitterend voor ze". „De intocht is voor mij steeds weer een wonderlijke belevenis. Vooral het aanko men met zo'n grote boot. ledereen is blij. ledereen zingt, lacht en zwaait. Dan krijg ik ook een blij gevoel. Verder houd ik mijn aandacht bij de plank waar ik overheen moet. Ik moest eens over een kleine railing stappen. Ze hadden een kistje voor me neergezet, maar het was van karton. Ik zakte met één voet in die doos weg en dan moet je zorgen, dat je dat ding zo snel mogelijk van je voet afkrijgt. Er gebeuren zoveel dingen die je niet van tevoren kunt overzien, dat het toch elke keer weer an ders is. Als het muziekkorps niet inzet op het moment dat je dat verwacht, ga je toch maar over dè loopplank". „Mijn enige angst is elk jaar dat het hard regent bij zo'n intocht. Dat vind ik zo zie- Pater Lagerwey: „Op de Filippijnen lachen de mensen altijd, armoe of geen armoe". om er geld voor zijn ontwikkelingswerk bijeen te scharrelen. „En dat valt niet mee. De afgelopen twin tig jaar ben ik me steeds meer gaan con centreren op de media als instrument vooi samenlevingsopbouw. Ik probeer met be hulp van tijdschriften, strips en tegenwoor dig ook hoorspelen de mensen informatie te geven over de mogelijkheden om hur levensstandaard te verhogen. En ze te in spireren om die mogelijkheden ook aan te grijpen. De grote Nederlandse organisaties die het geld voor ontwikkelingssamenwer king verdelen, nemen dat niet serieus. Eer kliniek, een school of een of ander irriga tieproject dat willen ze wel financie- „Vroeger had elke omroep een eigen Sin terklaasprogramma. Er is toen afgespro ken dat er één uitzending zou komen. Er is tevens een afspraak gemaakt dat er op kindertijden geen Sinterklaas op de buis verschijnt. De eerste keer dat zo'n alge mene uitzending de lucht inging was in Medemblik. Het was de eerste kleurenre- portage van de NOS. Plankenkoorts heb ik nooit last van gehad. Ik doe het al zo lang. Een beetje paardekoorts heb ik mis schien wel. Natuurlijk ben ik een ruiter, maar ik vind het hoge dieren. Kijk, zo n paard kan niet denken. Ik heb het makste beestje dat er is. Maar je weet nooit wat zo'n dier doet als er bijvoorbeeld ineens een vuurpijl wordt afgestoken". „In Willemstad is-ie er een keer vandoor gegaan. Duizenden kinderen stonden te roepen, te zingen en te gillen. Het paard hield zich goed. We gingen het stadje in. Geven me daar al die bootjes een saluut. Nou, dat had het beest nog nooit gehoord. Hij steigerde, sprong over acht kinderen heen en rende recht op een hotel af. Daar stond „Ingang", maar hij kon blijkbaar niet lezen en sloeg een straat in. Het duur de seconden maar het leken wel uren". Bezemsteel „Sinterklaas moet er mooi uitzien. Onge veer zoals een kind hem zou willen teke nen. Een mooi pak, een mijter en een baard, ledereen kan zo'n pak maken. Het is heel simpel. Een staf moet van goud zijn en geen tripléxkrul op een bezemsteel. En je moet de moeite doen schoenen aan te trekken, die er bijpassen. Een kind let daar op. Sint en Piet bonzen nooit op deu ren, die kloppen netjes. Het zijn namelijk keurige mensen. Het is tenslotte niet voor niets: „Hoort wie klopt daar kinderen, hoort wie tikt daar zachtjes tegen het raam". Tekst uit „Hoor de wind waait door de bomen". Dat vind ik toch zo'n prachti ge melodie. Kijk, ik vind alle liedjes mooi, maar „Sinterklaas kapoentje" hoor je zo vaak. Het is lekker kort en dan zijn ze er gauw vanaf. Ik vind een lang lied mooier". „Ouders moeten van tevoren zeggen wan neer kinderen de schoen kunnen zetten. Moeders krijgen dat op tijd van de Pieten te horen. Kinderen zijn niet alleen blij met grote cadeaus. Als er een pepernoot, een lig, dan staan al die kindertjes in de stort regen. In Enkhuizen hebben we het eens gehad dat het vroor en stormde- Op het podium buiten deden de kinderen in ka bouterpakjes een toneelstukje. Dat is toch wat!". „Ik zou 't het allermooist vinden als ik de week voor mijn verjaardag aan zou ko men. Maar ja, dan krijg je een chaos in het hele land. Je moet ook rekening houden met de winkels. Ze hebben voorbereidin gen nodig voor bestellingen en zo. Veer tien dagen mag dan best. Er komt ten slotte veel bij kijken". mandarijntje of een banaan in hun schoen zit zijn ze ook tevreden. Het is het myste rie. Grote en dure geschenken geven dat heb je met verjaardagen ook. Het ene kind krijgt een doos lego en het andere een fiets. Dat heeft niets met Sinterklaas te maken. Het is allebei leuk, want het gaat erom of het kind er blij mee is. Het zit 'm niet in de grootte. Ook een bouwdoos kan "zijn grootste wens zijn". „Lang geleden heb ik in het zuiden van het land een namaaksinterklaas gezien, die de kinderen op de knieën naar zich toe liet kruipen en die zijn ring moesfën kussen. Fout! Sinterklaas staat overal boven en moet losgekoppeld worden van religie. Nog niet zo heel lang geleden mochten de gereformeerde scholen geen sinterklaas feest vieren omdat het een katholiek feest was". Eminentie „Je moet niet te ver gaan. Het is precies hetzelfde of ik van de boot zou komen en de grond zou kussen. Ik moet er ook niet aan denken dat een burgemeester emi nentie tegen mij zegt. Zeg maar Klaas hoor! En Pieten die krom praten vind ik ook niet leuk. Ik weet nog dat ze zongen „Pieterknecht zwart als roet met een ket ting aan zijn voet". Uit de slaventijd ge woon. Maar die actiecomité's die een zwarte Sinterklaas en witte Pieten willen, zijn niet goed bij hun hoofd. Wat moet je daar nu mee, dat kan toch niet? Dan kun je je energie beter aan belangrijker zaken besteden. Het Sinterklaasfeest raakt nooit uit de tijd, want het is een natuurverschijn sel. Er zijn natuurlijk domme Pieten, maar er zijn ook slimme. En je hebt Pieten die voor het eerst naar Nederland komen en de taal nog niet kennen. Als je maar een verklaring geeft voor die zaken die niet ge woon zijn". „Ik krijg ontzettend veel post. Ik heb tien duizenden brieven en tekeningen. Ik be waar alles. Zoiets gooi je toch niet weg. Zo'n kind hééft het met de tong uit de mond gemaakt, prachtig vind ik dat. Brief jes als: „Sint, als u gestorven bent, komt er dan een andere? En is die dan net zo lief? Jan". En deze: „Ik ben tien jaar en Sint Nicolaas ik geloof niet meer in u. Dat Meisje „Wat me het meest heeft aangegrepen was een meisje in de Expohal. We hadden een feestje. Er kwam een meisje naar me toe. Ze pakte mijn hand. Ik ging met haar en nog wat kinderen Jan Huigen in de ton doen. Ze huppelde zo mee en vergat alles. Pas later hoorde ik dat ze nog nooit goed haar benen had kunnen gebruiken. Jaren later is dat in de krant gekomen en heb ben de ouders contact met me opgeno men. Ik vind het voer voor psychologen. Je krijgt het mystieke erin en daar ben ik een beetje benauwd voor. Ik wil geen soort Lourdes worden". „Sinterklaas word je niet, dan ben je zeft. Als je een pakje met een gedichtje maakt dan ben je net zo goed Sinterklaas. Ie mand heeft iets gekregen en hij weet niet van wie het komt, da s leuk". „Of kinderen, behalve dat ze jong zijn. iets hebben dat volwassenen missen? Ja, ze zijn eerlijk. Ze zeggen wat ze er van vin den. Totdat de volwassenen ingrijpen en zeggen dat je niet altijd de waarheid moet zeggen. Misschien maar goed ook. Een kind lacht niet als het iets niet echt leuk vindt, en het zegt niet mooi, als het niet mooi is. Dat is toch geweldig hè? En ze kunnen spelen. Dat kunnen wij niet. Win- keltjë spelen en zo. Dan komen je ouders wat bij je kopen. Verkleedsinterklazen zijn grappemakers. Er is maar één echte, die moet kind kunnen zijn met de kinderen". vind ik zo jammer voor u. Op straat was er eens een Sint op een paard en die had een ander boek, ik wou u dat even schrij ven. P.S. Zeg maar niets aan Piet, want het is vertrouwelijk". Ik ben van plan een boek te maken met als titel: Kinderen te kenen voor Sinterklaas of zo. Mensen le zen graag briefjes van kinderen. Het is ge woon leuk".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 23