nilips gaat
jncurrentie
^et Japan en
"Tierika niet
7 de weg
f^O-ELEKTRONICA
FT HÉTTREKPAARD
nenborg zo bepleite samenspel met de
klant imdit geval een Zweedse bank
na drie jaar „knoeien, want hij wist niet
wat hij wilde hebben en wij wisten niet wat
wij konden maken en wat hij nou precies
wou" een zeer geavanceerd produkt uit de
bus gekomen. „Daar heb je dan een pro
dukt voor een bank die representatief is
voor de Europese banken en dat je dus in
heel Europa kunt aanbieden. Die bankwe
reld is nu zo'n typisch voorbeeld waar de
procedures in Europa opvallend anders
zijn dan in Amerika. IBM heeft ook termi
nals, maar die zijn op de Amerikaanse
praktijk afgestemd en kunnen dus hier niet
verkocht worden. Daar zie je zo'n spel dat
je een ijzersterke positie kunt opbouwen
door die sterk afwijkende gebruikerseisen
in Europa".
Door goed te zoeken zijn er veel meer ter
reinen waar Europa veel beter voor de ei
gen markt kan werken dan Japan of Ame
rika. Men kan zich echter afvragen of Eu
ropa, in vergelijking met de concurrerende
continenten, we! even micro-elektronica-
minded is of toch wat argwanender kijkt
naar vergaande toepassingen van de chip.
Dr. Pannenborg vindt dat men op dit punt
niet kan generaliseren. Zijn Zweedse, voor
beeld is echter niet toevallig. „Zweden
heeft een curieuze nationale trek. Men
staat daar meer dan in welk ander Euro
pees land open voor nieuwe technieken.
Inderdaad is Nederland in doorsnee wat
voorzichtiger. Engeland is natuurlijk ont
stellend conservatief. Maar het klopt dat in
doorsnee in Europa de bereidheid om met
nieuwe dingen in zee te gaan toch wel la
ger ligt dan in Japan of de Verenigde Sta
ten. En dat is een handicap".
Hoewel de micro-elektronica dus een trek
paard wordt genoemd, wil dr. Pannenborg
de mogelijkheden van de optische technie
ken, die Philips bezig is te ontwikkelen,
bijna even belangrijk noemen. In combina
tie met de micro-elektronica heeft Philips
volgens hem heel sterke uitgangspunten
voor de toekomst. De optische beeldplaat,
de compact disc, maar ook de glasvezel
kabels als transmissiemiddel bieden niet
alleen in Europa maar wereldwijd nieuwe
kansen aan Philips.
Wereldhandelscentrum
De realisering volgend jaar van het eerste
wereldhandelscentrum voor elektronica ter
wereld in Eindhoven ziet dr. Pannenhorg
niet als negatief, hoewel dat betekenen
kan dat de concurrent zijn waren bijna
naast de voordeur van Philips zal kunnen
etaleren. Dr. Pannenborg ziet echter in dit
wereldhandelscentrum een mogelijkheid
dat voor de gebruiker de gehele chipmarkt
beter zichtbaar en toegankelijk wordt. Er
is geen enkele chipfabriek, ook Philips
niet, die alle soorten chips maakt. Zelfs
Philips produceert maar iets meer dan de
helft van de in eigen bedrijf benodigde
chips. En een grotere toegankelijkheid van
de chipmarkt kan voor de ontwikkeling
van nieuwe produkten nuttig zijn. „Dat is
ook goed voor de economie en wat goed
voor de economie is, is'ook goed voor
Philips", meent dr. Pannenborg. Daar
naast hoopt de gemeente Eindhoven door
dit wereldhandelscentrum een wervend
klimaat te kunnen scheppen vcor produk-
tiebedrijven op het gebied van de elektro
nica. Wanneer dat hoogwaardige toeleve
ringsbedrijven zouden zijn, is dr. Pannen
borg daar gelukkig mee. omdat dat juist
die zwakte van Europa zou kunnen her
stellen.
„Ik blijf van mening dat het krachtigste
mechanisme waarmee een grote onderne
ming de bedrijvigheid in zijn omgeving kan
bevorderen, de toelevering is en blijft.
Men moet beseffen dat Philips vijftig pro
cent van zijn totale omzet inkoopt aan
halffabrikaten, materialen en diensten.
Van de dertien miljard gulden die Philips
in Nederland maakt, wordt dus zes en een
half miljard ingekocht. Bovendien stelt de
grotere onderneming in het algemeen ho
gere eisen aan zijn toeleveranciers, zodat
er een promotioneel effect ontstaat voor
de toeleveranciers om de kwaliteit van hun
produkten te verhogen".
Op kwaliteitsgebied kan er volgens hem
ook nog wel iets verbeterd worden in Eu
ropa. Hij noemt met enige bewondering de
prestaties van Japan op het gebied van
kwaliteitscontrole en kwaliteitsbeheersing.
„Wat dat betreft heeft Japan de Verenigde
Staten en Europa natuurlijk een geweldig
lesje geleerd".
BERT MOLENAAR
1/ staat in de schijnwerpers. Voor een gloeilampenfabriek misschien
"Ike zaak, maar de reden Waarom Philips zo de belangstelling trekt,
llnder leuk. Bedrijfsbezetting bij Philips Data Systems in Den Haag,
i in Stadskanaal, reorganisaties en saneringen in Eindhoven, alle
en die de grootste particuliere werkgever in Nederland sinds enige
jen lijve ondervindt. De economische recessie gaat natuurlijk niet
wereldconcern als Philips voorbij. Maar speelt er niet meer? Uitein-
philips niet alleen een gloeilampenfabriek, maar beweegt zich op
laai op elektronica-gebied en daar ligt een directe concurrentie
rika en Japan. Maar dat is een concurrentie die Philips niet uit de
laan. Al is het wel de vraag of Philips in zijn eentje die slag van de
pese concurrenten kan winnen. Vice-president van de raad van be-
philips, dr. A. E. Pannenborg (59 jaar), meent dat, wil Europa op dit
sn belangrijke rol blijven spelen, men dit niet alleen van Philips kan
en, maar als Europa in zijn geheel moet optreden.
tdeil
Eigen markt
De micro-elektronica is dus het trekpaard
voor Philips. En daar valt nog wel wat te
doen. Wie de markt van geheugenchips
bekijkt ziet dat Europa daar geen rol
speelt. Japan heeft veertig en de Verenig
de Staten zestig procent in handen. In de
micro-elektronica in zijn totaal blijkt dat
van de chips die in Europa worden ver
werkt, tachtig procent van Amerikaans fa
brikaat is en de rest uit Europese fabrie
ken komt. In de directe concurrentie zou
den daar dus misschien mogelijkheden lig
gen. „Praten in globale cijfers is niet zo
vruchtbaar. Belangrijker is de vraag of er
nog coaten jn (je markt zijn, of er deeltech-
nieken en deelapplicaties zijn die Europa
beter zou kunnen doen dan andere
werelddelen. Een zwak uitgangspunt is na
tuurlijk, dat de industrie van de grote com
puters het in Europa niet gemaakt heeft
door de onwil om dit op Europese schaal
aan te pakken. En computers zijn dingen
die nog altijd de meeste chips eten".
Wanneer Philips en Europa zich echter wil
len ontplooien zal men het gevecht niet
moeten ontwijken met Japan en de Vere
nigde Staten. Ook al gaat het hard tegen
hard. Maar daarnaast moet volgens dr.
Pannenborg de Europese industrie niet
vergeten dat men een enorme thuismarkt
heeft, met gebruikerseisen die opvallende
verschillen vertonen met die in Japan en
de Verenigde Staten. Daar moet men in
Europa vooral op mikken, aangezien men
daar een voorsprong heeft omdat de inter
continentale concurrent niet met zijn pro
dukten voor Europa op de eigen thuis
markt kan oefenen.
Samenspel
Als voorbeeld noemt dr. Pannenborg al
leen al de PTT-uitrusting die in Europa to
taal andere detailspecificaties kent dan in
Japan of in Amerika. Een heel ander voor
beeld en succesnummer van Philips
zijn bankterminals en loketapparatuur
voor banken. Daar is in dat door dr. Pan-
rrein
ieit. De recessie in de wereld-
in, wfiaat ook aan Philips niet voor
van pcturering en sanering zijn be-
jsch|worden waar dit internationale
at meer omheen kan. Dat zoiets
pe zeer ook betreurd is vol-
E. Pannenborg, vice-president
ad van Beheer van Philips, vrij
te verklaren. „De elektronische
ektrische industrie heeft een
eitsstijging die aanmerkelijk ho-
n het industriegemiddelde. Dat
tiilips neer opeen jaarlijkse pro-
Stijging van negen procent. Al
aze lang. Maar als nu de markt-
r Ujft[er 9roe't in volume dan die ne-
dat
litvo1etzelfde aantal mensen negen
che|eer maken, maar de markt
vijf procent meer af. Dus zit ik
irocent overcapaciteit en die
om (bouwen"
i te
jlijk hoop je dat het alleen con-
q rïeis. Dus wacht je even. Maar dan
Iriif Jch,eraf toch meer structureel te
(„M> je de toestand waarin we nu
wora
dus iets moeten gebeuren. Min-
5en splaatsen om minder te produ-
uitdade produktiekosten drukken,
ret produkt goedkoper wordt
»n meer afzet mogelijk is. Er
al gauw geroepen, als het om
jals gaat, dat die in zulke situa-
iar „lage-lonen-landen" vluch-
innenborg ziet daar nauwelijks
Jen voor een geavanceerd be-
'hilips. Een stukje misschien,
j(j |mpele handelingen betreft. Vol-
?ijn er in feite maar twee onder-
ide elektronische industrie die
ie-lonen-landen zouden kunnen
^schoven. Dat zijn radio's en de
"in chips.
it feit dat een dergelijke ver-
'hilips geen werkelijke oplossing
ilt er wat dr. Pannenborg „het
^inflict van een internationale
IVr|mt. Juist bij Philips in Neder-
^^ijn hoofdkwartier in Eindhoven,
tg de grootste particuliere werk-
■■ons land is, doemt dit conflict
at er een soort claim om de Ne-
belangen voorrang te geven,
et je dat nu vanuit dat interna-
jnagement doen? Dat roept een
vilijk conflict op. Want moet de
A r in Singapore je nu minder lief
lie werknemer in Eindhoven of
Dat is een loyaliteitsconflict.
Is de greep van de omringende
m(ig van het plaatselijk hoofdkan-
pr dan op een verre plek waar
i buitenfabriek is". Hoe moeilijk
fn zijn, het is voor de leiding van
^ijationaal gespreid concern on-
1^/ret land van herkomst altijd
^3 Ie geven. En moeilijk is het voor
van Philips, waar de raad van
(heel uit Nederlanders bestaat,
l i twaalf industriegroepen in Ne-
w hoofdkwartier hebben en ook
dan de helft van de research en
ltuelhg in Nederland plaatsheeft.
Verantwoordelijkheid draagt voor
kan hoe begrijpelijk ook
jen niet zonder meer voorrang
room
itrieel concern is kenmerkend
3s dat eigenlijk geen enkele fir-
ceert zoals Philips doet. Andere
n hebben grote belangen ook in
room, terwijl Philips alleen op de
wforrtm is gericht. Daarbij komt dat
1 de allergrootste producenten
ïmentenprodukten behoort, wat
(baarheid internationaal voor de
rmeerlt zeer groot maakt. Desondanks
i helft van de avtiviteiten niet-
■lltenprodukten, zoals onderdelen,
""""ffijke telecommunicatie-appara-
»E*jsche systemen e.d.
LENjjking met concurrerende indu-
Philips sterk verticaal geïnte-
E FlEwVij maken dus veel halffabrika-
iteuwmderdelen voor onszelf. Dat is
8 'tSR a,bee,dfn9 van 1" het algemeen
verat? Van Eur°Pa- Door de bank 9e"
de toeleveringsindustrie in Euro
pa duidelijk zwakker en minder ontwikkeld
dan in Noord-Amerika of Japan". Toen
Philips in de jaren twintig begon te expan
deren in Eindhoven zat men in een indu
striële woestijn. Er was volgens dr. Pan
nenborg werkelijk niets, zodat men wel ge
dwongen was van alles zelf te doen bij ge
brek aan toeleveranciers.
Die sterk ontwikkelde toeleveringsindu
strieën in Japan en Noord-Amerika zijn
volgens hem juist de kracht van hun inter
nationale economie. „Ik zou graag willen
dat Europa ook daar naar toe ging. Want
als Europa ambities heeft om een industri
ële grootmacht in de wereld te blijven, dan
is een sterke ontwikkeling van die toeleve
ringsindustrie een essentiële voorwaarde".
Toekomst
Philips van vandaag zal voor een belang
rijk deel gelijk zijn aan Philips van morgen.
Dr. Pannenborg gaat uit van de stelling
dat Philips door moet gaan met die dingen
waarin men vandaag sterk is. En volgens
hem is dat het overgrote deel van het be
drijf. Ondanks dat men momenteel hier en
daar overcapaciteit moet afbouwen. Als
sterke punten noemt hij het feit dat Philips
tot de allergrootste lampenfabrieken ter
wereld behoort. „En dat wil ik graag blij
ven en dat zal ik ook blijven. Dan +ieb ik
een tussencategorie van huishoudelijke
apparaten. Binnen de hele rest die over
blijft is eigenlijk alles op elektronica geba
seerd. En vandaag de dag is de micro-
elektronica hét hart daarvan. En als er één
prioriteit is bij Philips, dan is het om in die
micro-elektronica een grote rol in de we
reld te spelen, wat ons zij het met zeer
grote offers nu al is gelukt".
Met trots wijst dr. Pannenborg op de
plaats die Philips inneemt bij de grootste
vijf micro-elektronica-industrieën ter we
reld. Meer dan dertig jaar geleden stond
Philips bij de eerste vijf grootste fabrieken
van radiobuizen op de wereld. „Maar geen
van die andere collega's van dit lijstje
komt voor op de lijst van de vijf grootste
micro-elektronicaleveranciers", zegt dr.
Pannenborg met enige trots. Het is sinds
het eind van de jaren zestig een beleidslijn
geweest van Philips om in eigen huis de
micro-elektronica te kunnen beheersen.
Een beleid dat gewaagd lijkt, gezien de
grote internationale concurrentie. Dr. Pan
nenborg geeft dat ook toe. In feite kan
men volgens hem ook niet praten over de
mogelijkheid of bijvoorbeeld Nederland op
micro-elektronicagebied de internationale
concurrentie zou kunnen aangaan.
In Den Haag
werd de afge
lopen weken
tevergeefs ac
tie gevoerd
om de hon
derden banen
bij Data Sys
tems te be
houden
(rechts), in
Zuid-Oost
Azië echter
groeit het
aantal Philips-
werknemers
(links).
gebeurd is, noemt dr. Pannenborg Japen
en de Verenigde Staten, waar zeer gea
vanceerde en leidende industrieën be
staan op computer-, wapensysteem- en
vliegtuigbouwterreinen, die nieuwe micro-,
elektronicaprodukten aanzuigen. „Wat zijn*
eigenlijk in Europa de werkelijk geavan
ceerde eindprodukten? Ze zijn er niet.
Want chips bakken kunnen wij als Philips
net zo goed als een ander".
vereist dat volgens dr. Pannenborg op het
eigen continent gebruikers van micro-
elektronica, apparaten en systeembou
wers met zeer geavanceerde eisen. Philips
kan weliswaar een optimale techniek op
tafel leggen voor het maken van chips,
maar wat men in systemen op die chip
maakt moet in heen-en-weer-spel met de
klant tot stand komen. Wanneer die klant
niet bereid is de meest geavanceerde be
hoefte kenbaar te maken, dan kan men in
Europa niet voldoende bijblijven.
Als voorbeelden waar dit wel gebeurt en
„Micro-elektronica is bij uitstek een vak
waar de concurrentie wereldwijd en inter
continentaal is. Dus als ik het tot een suc
ces wil brengen, kan ik dat uitsluitend op
continentale basis doen. Het is onzinnig te
praten over comperatieve voordelen van
Nederland als leverancier van micro-elek
tronica. Je kunt je echter afvragen of Eu
ropa nog kansen heeft. Elk Europees land,
zelfs het grootste, is op zich té klein om
dat op nationale basis klaar te maken".
Wil men als Europa gezamenlijk in de slag
met Japan en de Verenigde Staten, dan