Poelse knaakzitter" kan zelfs speelse nationale aanwinst zijn Lieve stronkjes" van „De knotwilg" NOG ENKELE DAGEN PERZENSHOW! »a.;t ad/regio LCC: Opengraven Kort Rapenburg onaanvaardbaar ANNEMARIE ONVLEES' TWEEDE K&O celloserie start met boeiende werken Op mijn omwegen door\Stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. LEIDSE COURANT DINSDAG 3 NOVEMBER 1981 PAGINA 5 ^EIDEN Het bestuur van het Leids City Cen- rum heeft de plannen om iet Kort Rapenburg open te graven onaanvaardbaar jenoemd. Het LCC meent dat de bereikbaarheid van de Leidse binnenstad aan zienlijk zal verslechteren. «Bezoekers uit de regio zullen Leiden gaan mijden en makkelijk bereikbare centra gaan bezoeken. Hierdoor zal er van de doelstelling van het eco nomisch beleidsplan, na melijk het behoud van de regiofunctie, niets terecht komen", zo schrijft het LCC in haar bezwaar schrift aan het gemeente bestuur. Het LCC vindt de huidige plannen niet overeenkomen met het verkeerscirculatieplan waarin het Kort Rapenburg is aangwezen als hoofdroute voor auto- en busverkeer. „Wij vragen ons af hoe men nog kan spreken van een hoofd W GLOEDNIEUWE VONDST VOOR FANCY FAIR VAN OUDADE „De fancy fair" van Oud Adc betekent meer dan alleen maar een beetje pret en geld inzamelen voor het goede doel. Wie het in Oud Ade, en ook daarbuiten, over de fancy fair heeft weet, dat het begrip nationale fcesldag(en) hiermee dicht benaderd wordt. De Oud Adcse fancy fair doet jaarlijks de deur dicht; dat is het einde, dat is twee dagen actie en reactie. Een vaste, werkzame kern zich comité noemend werkt zich uit de naad en de hele gemeenschap maakt er daarna een soort 3 oktoberfeest van: indoor- kermis ten bate van een stel Oud Adese belangen. Het comité, onder voorzitterschap van zuivelspecialist Cces van der Geest, is telkenmale in touw om de eigendorpse en aanverwante bezoekende massa iets aantrekkelijks te bieden op die fancy fair. Daarbij kunnnen de organisatoren altijd wel terugvallen op de inventieve medewerking van de gebroeders Bram en Dammes van der Poel. Inventief; inderdaad. De Van der Poelen mogen gerust (onder protest van Dammes dan) de „uitvinders" van Oud Ade genoemd worden. Zo waren ze befaamd om hun onder andere mini- golfbaan, die via een salto mortale heel wat inkomsten in het fancy fair-laadje bracht. Dat was destijds derhalve uitlopend in een „saldo vivante". Voor dit jaar hebben de Poelen een nieuw huzarenstukje op hun naam gebracht: de „knaakzitter". Cultuur, sport en de bejaarden van Oud Ade gaan via de fancy fair een nieuw tijdperk tegemoet, dankzij het masjien dat Dammes senior en Dammes junior, Dammie dus, hebben ontwikkeld. In de werkplaats van het agrarisch loonbedrijf, waar de techniek het dagelijks Poel-ritme bepaalt, hebben we een verbaasde en bewonderende blik mogen werpen (ofschoon je bij de metaalvaste Poelen geen enkel stuk blik zal vinden) op het apparaat, dat komende zaterdag en zondag. 7 en 8 november, hoge ogen zal gaan gooien op het grote Oud Adese binnengebeuren. Cees van der Geest had zich even losgemaakt van zijn assortiment uitzonderlijke kazen om mee te werken aan een demonstratie. Eerst een prognose van de verwachte binnen te halen buit. Zuivel-Ceesie: „Als we de economische recessie niét al te serieus willen nemen, mogen we toch gokken op een opbrengst van de fancy fair van bruto tegen de 20.000 gulden, waarbij dan nog komt de vijf mille van de al lopende loterij. Vaste lasten, zoals huur van het Dorpshuis, ervan af, dan blijft er altijd nog een fijn bedrag over voor de verenigingen en de uitgangsdag van onze bejaarden". En daar stond ik dan, in confrontatie met de „knaakzitter"; gewettigde hoop van fancy fair, comité en te bevoordelen instanties. Meteen dacht ik al: daar moet Dammes bundeltje, een half jaar geleden. Vrucht van een hobby „die een vuilniszak vulde". Annemarie heeft al een stuk of zes kruisjes achter de ongebogen rug. maar ze blijft te hooi en te gras publiceren. Want daar was, al eerder, ook een uitgever die beukenoten zag in de voortbrengselen van Annemarie. Vandaag dan is er iemand die niet wilde tekenen voor de „Lieve stronkjes" van de knotwilgen. Maar ze verschenen wel degelijk, die stronkjes. „Want de goede man wilde al eerder, dat ik aan de weg ging timmeren". Een oma die leeft van balladen; die weet dat ze haar gedachten aan een groter publiek kan doorgeven: Annemarie Onvlee. die schrijft tussen leven en slapen door. En ze blijft overeind. De voleinding van een trilogie wacht. Dat gaat moeiteloos zo door. Ik wil haar nu gedenken, bij leven en welzijn en bij haar tweede ruiterstukje. met het reciteren van Annemarie's Herinneringen: „Je hand en mijn hoofd, dat was voor jou één, je wreef als je wegging door mijn haren dan heen, nog voel ik je vingers keer op keer, mijn haar blijft nu netjes maar m 'n ogen doen zeer". Annemarie Onvlee ten voeten uit. En de Angelsaksers zeggen dan: bless her. Tot 8 november bij „de nieuwe Panderaan de Leidse BotermaikL Pander organiseert ter gelegenheid van de feestelijke heropening een interessante show van authentieke Perzische en andere oosterse kleden. n Voor extra aantrekkelijke prijzen. Maar wacht u niet te lang? De collectie is beperkt. I ^^1^ En de tijd gaat snel. Leiden: Botermarkt 21 - 22 DEN HAAG - AMSTERDAM - ROTTERDAM - EINDHOVEN - LEIDEN - GRONINGEN - ENSCHEDE - APELDOORN route voor het autoverkeer in dien alleen eenrichtingsver keer wordt toegelaten en een rijstrook vervalt", aldus het LCC. De middenstandsorgani satie is bang dat de Hooigracht en de Langegracht het extra verkeer onmogelijk kunnen verwerken. Een ander gevolg van het aan leggen van het Kort Rapen burg-grachtje is dat er 35 par keerplaatsen zullen verdwij nen. Het LCC doet daarom „een klemmend beroep" op het gemeentebestuur om af te zien van het grachtje. Ook de Kamer van Koophan del is niet erg te spreken over de plannen. Deze organisatie noemt de wijze waarop het voorstel gepresenteerd is ver warrend, onvolledig en ten dele onjuist en spreekt van een „bedroevend slechte kwali teit". „Rekening houdend met de slechte economische situatie en het gegeven dat het be drijfsleven in de binnenstad in de achterliggende periode ex tra zwaar belast is geweest, had het bedrijfsleven een an dere opstelling van u mogen verwachten", schrijft de Ka mer. Verwacht wordt dat bij het doorgaan van de plannen zowel de bereikbaarheid van de bedrijven aan het Kort Ra penburg als die van de hele binnenstad in de knel komt. Beide effecten worden door de Kamer afgewezen. De Kamer meent dat er echter ook wel goede elementen in het voor stel, zoals bijvoorbeeld het éénrichtingsverkeer op het Noordeinde, te herkennen zijn. Om het geheel op zijn waarde te kunnen beoordelen, wacht de kamer op een totaal verkeersplan voor het knoop punt Breestraat-Noordeinde. „Tot dan is het voor ons niet mogelijk een afgewogen oor deel te geven", aldus de Ka mer. Voorop gesteld moet worden dat Stegenga en Brautigam voor treffelijke musici zijn, die de genoemde werken in hun grote lij nen met veel begrip ten gehore brachten en dat technisch virtu oos en nauwkeurig tot in détails wisten door te voeren. Er bleven echter een aantal problemen bestaan. Ronald Brauti gam liet een forse en zakelijke toon horen, die solistische allure bezat, zij het zonder veel uitstraling. Het daarmee geschapen: klankbeeld miste een wezenlijke aansluiting met de wat afzijdig- klinkende cellist. Een meer ingehouden speeltrant, die Brauti gam in Grieg betrachtte, deed hoorbaar afbreuk aan de duide lijkheid van zijn spel. Stegenga's toon anderzijds was niet diepgravend genoeg om de rijke, maar ook wat zoetvloeiende inhoud van de stukken var Fauré volledig te laten floreren. Zijn brede, met romantische ef fecten beladen streek bood daarvoor weinig overtuigende com pensatie. Het valt te begrijpen dat de eveneens sierlijke, maar veel ijlere lijnen van Debussy's, sonate daarmee wél succesvol werden gerealiseerd. In de sonate van Grieg klonk deze toon echter weer als een bezwaar en liet samen met het gering ont wikkeld samenspel een wat onbevredigende indruk van deze avond na. De serie wordt op 9 november voortgezet door de inmiddels be faamde Harro Ruysenaars, die sonaten van Beethoven op het programma heeft staan. Op 16 november treedt een Russisch duo op met muziek van eigen bodem, onder meer van Prokofjev en Tschaikowski. De plaats van uitvoering is in beide gevallen de Kapelzaal. DIRK VOOREN Mevrouw A. Onvlee met haar tweede boek. LEIDEN Na vorig seizoen een Beethovencyclus ge bracht te hebben, komt K&O nu met een reeks concer ten, gewijd aan de celloliteratuur. Gisteren opende Herre-Jan Stegenga en Ronald Brautigam in de Kapel-; zaal de serie met sonates van Debussy, Grieg en Faure alsmede diens Elegie, werken met een muzikaal rijke: inhoud. Aan de interpretatie ervan viel echter het een: en ander af te dingen. octrooi op aanvragen. Als de Poelen zich niet uitvinders willen laten noemen, all right; maar zonder meer zijn het praktische jongens, die koppie koppie hebben. Immers deze Poel constructie is dermate ingenieus, dat het hele vaderland er door middel van krachlsportcompelilies en „nationale kampioenschappen" profijt van kan trekken. Trekken: waarachtig; daar gaat het om. Dammes en een knecht gingen op de kale grond zitten. Voeten tegen elkaar en de vier handen om een bezem. Dat kan ook wat anders zijn, als het maar een stok is. Cees meende, dat ik oud genoeg was om één en ander te herkennen. Maar nee hoor: ik was blijkbaar niet oud genoeg en bovendien kom ik uit een stad, en ik heb vroeger in Amsterdam van m'n leven niet een dergelijke toestand meegemaakt. Het ging om het zogeheten „stokkie trekken". Beide tegenstanders pakten, voorgeschreven volgens de overlevering, met twee handen de stok vast en zetten zich af, trekkend en de voeten tegen elkaar duwend. „Ah, dat was een bekende volkskrachtsport", vertelde Cees, met veel overtuiging in zijn betoog; „nou jongen, ik zie wel dat je uit de stad komt, anders had je het wel geweten. Dit is het ouderwetse stokkie trekken. Met je gat op de kouwe grond zittend". En zowaar zag ik het vóór me: Cees en Dammes, in een tour de force, en in roei-zit, tegenover elkaar, de steel omklemmend. En maar trekken, totdat Dammes Cees omver (of overeind) had getrokken. Of Cees Dammes; dat weet ik niet meer so genau, maar ze hadden allebei een rooie kop van de inspanning. En dat alleen nog maar ter verduidelijking van wat er door de Poelen in het spel is gebracht. Bram en Dammes van der Poel, de loners aan de Leidse weg, onder de rook van Leiderdorp, en Dammie die niet weg te vlakken is hadden voor een nieuwe uitgekiende verrassing gezorgd. Tot meerdere glorie van de fancy fair en tot nog overvloediger inkomsten van het maatschappelijke bestanddeel van Oud Ade. Door hun inzichten is het stokkie trekken van weleer geworden tot het „knaakzitten" van Ou Ade. Volgens de officiële aanduiding in „Oud Ade- nieuws" hebben we te maken met een speciaal ontworpen „Knaak-zit- apparaat"; een stuk huisvlijt van Dammes v.d.Poel, en het belooft een echte „trek pleister" te worden. Enfin: „de verliezer betaalt en het gaat als volgt: de spelers zitten tegenover elkaar op een soort platvorm. De voeten tegen een speciale voetensteun geplaatst en de handen aan een trekstang in het midden. De knaken gaan in een daarvoor bestemde gleuf. Beide spelers, c.q. trekkers, gaan nu door aan de stang te trekken proberen de knaak van de tegenpartij, via een vernuftig apparaat, in het knakenbakkie te laten verdwijnen". De Van der Poelen hebben nieuwe glorie gevoegd aan hun eerdere verdiensten. Zelfs Cees de voorzitter was er een beetje beduusd van. En dan moet er toch heel wat gebeuren. We hebben het nu over een proeve van improviseren en prakkizeren. Dammes legde het ei en Bram sloot zich aan door het platform, het podium voor een nieuwe sport (door Bram, die timmerman is, als onderbouw geconstrueerd), tot een hechte basis te vormen. Dammes dan was gegrepen door de suggestie van het stokkie trekken, maar dan niet op de kouwe grond zittend. Dat was niet zo interessant voor de fancy fair. Maar de opzet was er en het kostte hem één slapeloze nacht om het wedstrijdelement aan de praktijk te koppelen. Het resultaat van bijna 100 uur knutselen en lassen (die tijd moet ook een Poel wel besteden aan de realisatie van een steengoeie inval) staat nu nog in de werkplaats, maar zaterdag en zondag valt er geschiedenis mee te maken. Twee tegenstrevers, aan elkaar gewaagd of niet. stoppen ieder een knaak in een gleuf en beginnen vervolgens als het schietloodje in de juiste stand hangt te trachten elkander uit evenwicht te brengen. Even had men nog gedacht aan: zogauw iemand z'n kont had gelicht, kun je onder hem een knaak weghalen", maar dat werd niet meteen als Dammes van der Poel (rechts) probeert de knaakzitter De opbrengst van de knaakzitter is voor bejaarden. Annemarie Onvlee, de immer jonge, onverminderd struise dichtende oma uit het Leiderdorpse, heeft weer eens voor een nageslacht gezorgd. De dichteres, wier leeftijd bijna wulps omrankt wordt door nog aandacht te kunnen trekken. Grandioos, zoals hier een oud spelletje tot nieuw leven is gebracht. Dammes is niet van z'n stuk gebracht, maar hij kan zich voorstellen, dat de knaakzitter eventueel verhuurd zou kunnen worden aan anderen, desnoods ten behoeve van een nieuwe vaderlandse krachtsport met titels die te vergeven zijn in wedstrijdverband. Daarom zei ik al: Dammes, daar moet je octrooi op aanvragen, voordat anderen van je idee gebruik gaan maken. Het is de moeite waard. Maar voorlopig wil Dammes zijn zitter in geel. blauw en rood (het zilverkleurig zitpodium met sterren was gisteren nog niet geheel droog) wel verhuren, als er gegadigden komen opdraven. En die komen er; wat ik Dammes brom. „Hartstikke leuk, dat het gelukt is", zegt hij zelf, maar voor de rest wil Dammes van geen gelukwens weten. „Maar noem wel Dammie; die jongen van me heeft van het begin tot het einde meegeholpen, en hij had best bruikbare ideeën ook..." Inmiddels heeft Cees Zuivelaar zich sterk gemaakt voor enige deelname aan het „knaakzitten cq. trekken". De klanten moesten even een kwartiertje wachten, maar ik heb bemerkt, dat Cees, als sympathiserend voorzitter van de club, een „glij-techniek" ontwikkeld heeft, die alleen maar ten goede komt van het glorissante Oud Adese doel dat nog heel wat geledingen kent. Laat Ceesie dus maar schuiven, op de knaakzitter. En nu dan de Oud Adenaars: die hebben het eerste en misschien laatste woord, voor hoeveel knaken ook. Op „de" fancy fair van dit roemrijke dorp. Die knaak wordt niet zomaar even weggeritst, onder je kont vandaan. Desalniettemin een hele bevrijding: ik begin het idioom van de laaggelegen gronden wat aan te voelen. Het zijn daar mensen, die het best rooien, zo onder elkaar. En nu weer met die knaakzitter. steeds voortwoekerende, groeiende groene slierten van poëzie, is dezer dagen bevallen van een nieuwe dichtloot. Ze kondigde het zelf aan: „De „Knotwilg" heeft zijn stronkjes gekregen". De Knotwilgen waren haar eerste hoogstaantrekkelijk ervaren. Daar zat geen echt feest in. In het Poel-geval loopt de knaak (van de verliezer) als een trein, door een door de winnaar ontsloten gleuf en glijkanaal naar het knakenbakkie opzij van de machine. Bakkie met glazen wanden, dus kun je zien hoe het batig saldo aan het stijgen is, gaandeweg de twee fancy fair-dagen. Rood (maar iedereen ziet rood en geel, dus niemand weet van tevoren waar hij, of zij, aan toe is) is de tegenstander; diens tweeguldenvijftig verdwijnt door de knakengleuf naar het bassin dat de bejaarden- uitgaanspot ten goede komt. Wie de sterkste trekker is. heeft vrij spel. Maar zo iemand blijft uitdagen, en daar komt steeds wel weer een slachtoffer op af. Kan niet missen. En, trouwens, een piek is ook goed, of een kwartje, voor de kinderen die mee willen doen: de knaakzitter staat voor niets. Wat er allemaal in het knakenbakkie komt is meegenomen. De top van de knaakzitter wordt gevormd door een „zilveren" rijksdaalder met als beeltenaar Juliana anno 1981, als dichterlijke vrijheid. Het geheel is gelast, kan niet stuk, al staat er een paard aan te trekken. Leuk ding voor de fancy fair die elk jaar wel een nieuwe stand zou willen hebben om de Uit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5