He t geduld van engelen en veelveel scherven MET EEN ADVERTENTIE IN DE KRANT BEREIKT U MEER MENSEI De „typetjes" van Millie® IN EN OM HET HUIS Nieuwe toepassingen van rotan in het interieur BINNENLAND/BUITENLAND LHDSE COURANT WOENSDAG 28 OKTOBER 1981 PAG1 Zo vaak zie je ze niet meer, die gezellige rieten kuipstoelen van vroeger uit het nostalgische „pension" in Apeldoorn, (toen uitgesproken als „Appeldoorn..."). Maar ze komen terug, zoals in mode en architectuur alles terugkomt wat eens mooi geweest is. De vraag naar natuurprodukten is groeiende, men schijnt te vinden dat die iets gemoedelijks, iets eerlijks uitstralen en waar vraag is, ontstaat aanbod I Rotan, bamboe, cane, pitriet en manau, het zijn allemaal zusjes en broertjes; het verschil is zelfs voor de detaillist niet altijd even duidelijk. Rotan groeit grotendeels in de natte gedeelten van Indonesië en de Filippij nen; vertegenwoordigers van grote importeurs scharrelen hier dan ook zeker driemaal per jaar rond. De rotarilïaan is niet gemakkelijk te kleuren, dit In tegenstel ling m.et het manau, dat weer een produkt is van de geschilde rotan-*ank, welke wel beitskleur wil aannemen. Pitriet wordt weer gehaald uit de kern van de rotan en van de gevlochten schil maakt de vindingrijke mens het zgn. „cane", dat als ge vlochten materiaal veel wordt gebruikt voor zittingen van stoe len („cane-webbing"). Rotan is een tamelijk arbeidsintensief produkt. De liaan kan wel zo'n 100 meter lang worden en moet, omdat ze in drassige gebieden het beste gedijt, met de hand gekapt worden. Na het drogen en schillen wordt ze in stukken van 3 meter ver deeld en naar de verzamelplaats getransporteerd. Hier moe ten de onhandzame lange slierten recht gebogen en klaarge maakt worden voor verscheping. Eerder kan de industrie er niet mee uit de voeten. Tachtig procent van de rotan-wereld- produktie komt uit Indonesië, wat ongeveer neerkomt op een bedrag van 75 miljoen Amerikaanse dollars. Hoogwaardig zijn de kwaliteitén uit de Filippijnen. De groeiende uitvoer wordt mede veroorzaakt door het schaarser worden van andere houtsoorten, zodat rotan wat lucht heeft gekregen. Topform heeft er thans zelfs een hele meubelserie van ge maakt, het Medley-programma, waarbij pitriet werd gecombi neerd met stoer massief grenenhout, vooral mooi als het af komstig is uit Zweden. Door het samengaan van hout met „riet" .Krijgen de meubels iets luchtigs en speels. Rotan, pitriet en aflejgj/igen van deze uitheemse lianen scheppen in een ka mer eén typische, eigenaardige sfeer, alsof er vriendelijke mensen wonen, die van planten en van de natuur houden. Hoewel: waarom zou een zuurpruim niet eens graag op een rotan bankje zitten TINY FRANCIS Uit het nieuwe Medley programma van Topform: salon ameublement van pitriet met grenen en eethoek. „Zitje",'dat vroeger misschien in een „wintertuin" Werd aangetroTfen, die welgestelde lieden in de serre van hun vil la hadden aangelegd. Tegenwoordig is rotan „in" en wordt gecombineerd met satijnen stoffering met een exotisch pa troon: wilde bloemen, rankende planten. „Nee, ik heb nooit tekenles gehad", zegt Millie Teerink, alias ,,Mil"(27). „Die poppetjes van me zitten ergens in mijn hoofd. Ik hoef ze maar te, pak ken en op papier te zetten". Het grappige stelletje: knulle tje Matheu en vriendin Mela- nie, (allebei zo'n jaar of ze ven), dat haar handelsmerk is, trekt duizendvoudig over de aardbol. Het reist naar Brazi lië, staat hoog genoteerd in Zuid Frankrijk, Afrika, maar is in Nederland minder bekend. Wel zijn er grote posters in vier uitvoeringen van te krij gen bij de Hema. Daarop staan die malle kinderfiguur tjes met dicht bijeenstaande krenteoogjes, die slim de we reld inkijken; de gezichtjes hebben een soort guitigheid, die verscholen gaat in de wenkbrauwen en de wippende „Ik hoef ze maar te pakken en op papier te zetten Ook kastjes met laden tegenwoordig van rotan (Vann's Meubelfabriek, Noordwolde.) (Jac. van Nieuwenhoven). Dit werk van Millie, die zoals ze zelf zegt „een typetje wilde maken", is sterk Angelsak sisch geïnspireerd. Melanie en Matheu gaan gekleed in kle ren, die deels uit het jaar 1900, deels uit de kindergar derobe 1981 een brug over de tijd slaan. Het meisje in lange paarse stipjurk („paars is mijn lievelingskleur") en grote hoed, waaronder een oog uitgluurt; het schoffie met hoogwaterbroek, wollen shawl en een drie maten te grote jas: een mixture van stijlen, lo pend van strookrokken en lui- felhoeden tot moderne stoei- broekjes. De figuurtjes wor den eerst geaquarelleerd en dan in offset gedrukt. Het stel letje siert o.a. de zgn. „Surpri se letter", een mini-poster (16.5 x 49.5 cm), bruikbaar voor eindeloos veel doelein den als b.v. een plaatje op een prikbord, of om verstopt in een kartonnen wit rolletje (20 - 2.5 cm) te kunnen worden ge stuurd als klein cadeautje. Deze miniposters zijn ook ver krijgbaar als briefkaart, gesig neerd MK. i Hand in hand De „typetjes" van Milly zijn parmantige humoristisch op gezette figuurtjes in gekke of gewone situaties, hand in hand wandelend over het pa pier: briefkaarten, kaften van schoolringbanden, multiblocs, notitieboekjes, poëzie-albums, samen slenterend of bomen klimmend, zittend op een hek, bloemetjes begietend, maar altijd met een pop erbij. Mil zegt hierover: „Kinderen en poppen horen bij elkaar. De pop wordt vertroeteld, maar ook soms aan één arm over de grond meegesleept. Feite lijk een beetje zielig! Toch te ken ik geen figuurtje zonder een precies zo aangeklede pop ergens in een hoekje, in een wagentje of bungelend aan een kinderhandje". Mil heeft de nonchalance van een jongen. Make-up gebruikt ze niet. Maar haar gezicht heeft het niet nodig. Ik zeg dat ik haar werk bewonder en dat vindt ze zichtbaar leuk. „De Wehkamp-gids brengt mijn te keningen op textiel", vertelt ze verder. Het postorderbedrijf verkoopt bedcoversets, laken tje met sloop en sierkussen- tjes, theedoeken, washandjes. De print is een zeefdruk met zeven gangen, hetgeen in houdt dat elke gang een apar te pasteltint heeft. Kunstmarkt Ze vertelt van thuis, dat haar ouders nu in Oosterbeek wo nen, en dat ze er vaak het weekend doorbengt. Zelf woont ze in Zutphen. „Ik heb een fijne jeugd gehad. Mijn ouders hebben een klimaat voor me geschapen, waarin ik mij ontwikkelen kon. Ik ben ze erg dankbaar". Wat is haar vroegste jeugdhe rinnering? „Dat kan ik niet precies omschrijven. Maar er was wel een moment dat ik nooit vergeet! Mijn grootvader stond, toen ik een jaar of ze ven was, op een kunstmarkt in Velp. Daar mocht ik toen ook een tekening in zijn. kraam hangen. Tweevijftig kostte die, maar niemand kocht 'm. Toen ik de tekening tenslotte voor 1,75 kwijt was, kon ik m'n geluk niet op". Millie Teering stamt uit een kunstzinnige familie. Vader, ambtenaar bij het Rijksinsti tuut voor natuurbeheer, te kent; moeder schildert op émail, één grootvader is etser, de andere tekenaar. Ze mag dan nooit een tekena cademie hebben bezocht, maar Millie weet alles af van druktechnieken. Ze heeft daarover veel cursussen ge volgd en nu zit ze op een op leiding: „Offset voorberei ding". en een cursus „Grafi sche ontwerpen". „Ik wil het hele grafische vak onder de knie krijgen. Je moet toch we ten wat voor mogelijkheden je hebt". Brazilië Eind 1980 vloog ze even naar Brazilië. De drukproeven die ze haar stuurden waren niet goed van kleur. „Je moet die ellende voor eens en voor al uit de wereld helpen, .-anders blijft het kwakkelen. Bij mij gaat kwaliteit voor alles". In Frankrijk zeer bekend, maar ook geliefd in Afrika en Ameri ka (Rio de Janeiro bezoekl regelmatig Voor het contrJj ren van drukproeven) is F druk bezig de tekentop te 5 reiken. „Mijn eerste in lic< gemaakte artikelen waren] gin '80 in Holland nauw bekend. Nu gaat hard", lacht ze. „De hele i pierwlnkel zal vanaf novemr' a.s. bij V D te koop zijn"!'!!: Wat vindt zij belangrijk vu] haar werk? „Kritiek op jezelf vind ik CTS gezond streven". „Plannen voor de toekoms „Bredere opzet van ontvi Jr pen. Kinderserviesjes iP prints ontwerpen en blik trommeltjes". Er staat een nieuwe serie j I stapel: „Het boekje van JipUs Janneke", dat ze in meerdf licenties met Brunott Publli. ties (die Mil-tekeningen ben geïntroduceerd op American Character Llcem and Merchandising Shown een prachtige kleurencata gus van haar werk maakt] wil verkopen. De hartverd rende tekeningetjes van r kleine meisje Melanie en j onbekommerde pretjoa Matheu Zullen als print op schillende materialen als Ir ton, papier, textiel en strfP®1 misschien op porselein aardewerk, een hoop kind" 1 harten verrukken. f* TINY FRANJE NEDERLANDSE ARCHEOLOGEN IN ITALIË: (Van onze correspondent Cees Manders) ROME In de doodstille vlakte rond de stad Lati- na, een dikke vijftig'kilo meter verwijderd van het oorverdovende Rome, en ver wegdook van het tu mult van hèf dagelijkse Italiaanse bestaan, spitten wat Nederlanders hun akkertje om. Het zijn ar cheologen, of althans dat moet het merendeel nog worden. Voorovergebo gen in het stof, letterlijk met kwastje, schepje en zeef jé, geven zij de grote Latijnsërgrbiid een beurt. „Italiaanse arbeiders" (zegt chef-archeoloog Stibbe) doen het grovere graafwerk, en zo gauw hun eenvoudig handwerk iets buitenissigs ontdekt, „snellen de fijnzinniger en -wat delicater gestructu reerde wetenschappers toe om scherfjes van pot of pan aan pikhouweel en spade te ontrukken. Het werk van deze nijvere Hollanders is al veel bezongen (daar zorgen ze zelf wel voor), ook in kranten en tijdschrif ten van ver buiten het vader landse cultuurgebied. Stibbe toont de Holland Herald, en enkele minder bekende Ita liaanse „bladen. Koppen in de trant van: „Nederlanders ont dekken Satricum" hebben niets te maken met Van Rie- beeck of Houtman en Keizer, maar alles met de sisyfusar- beid van Nederlands acade misch gevormde grondwer kers tussen de wijnranken van Latina. Wat is Satricum en wat heb ben de Nederlanders er te zoeken? Satricum (Livius schreef er al over) was een Latijnse stad lang voordat het Romeinse Rijk een supermo gendheid werd. Een nederzet ting van 40 ha (niet zo'n hele grote dus), in de loop der tij den „weggezakt" tot een me ter onder het maaiveld. Van die 40 ha zijn maar 4 ha be schikbaar voor wetenschappe lijke doeleinden, de rest is (voorgoed?) verdwenen onder de nu keurig in het gelid staande wijnranken. Agra riërs uit de buurt, ongehin derd door archeologische scrupules en veel meer be ducht voor hun eigen toe komst, hebben met bulldozer en graafmachine het gebied eerst wijnbouwrijp gemaakt, wat kruimels aan de weten schap latend. Jammer voor de archeologie, maar de land bouw moet ook wat. Beide moeten met elkaar leren le ven, zeker in Italië dat barst van de archeologische bodem schatten. Volgens Stibbe komt de Italiaanse overheid niet meer tussenbeide, tenzij het om unieke vondsten gaat. Je kunt niet zomaar alles ontei genen waarin archeologische schatten worden vermoed: het geld*is er niet voor, en de boe ren moeten ook bestaan. Voorlopig hebben de Neder landers over hun toegemeten grond niet te klagen. De op gravingen van Satticum zijn begonnen in 1979, en duren nog tot 2010. Generaties ar cheologen kunnen nog naar Latina worden gezonden om hier enige hoognodige praktij kervaring op te doen. Van de beschikbare 4 ha hebben Stib be en zijn studenten pas enke le hoekjes ontgonnen: de Ak- ropolis van de stad is uitge graven en een deel van de Nekropolis, het kerkhof. Res tanten van een grove muur, half vergane beenderen van God weet wie, wat onherken bare inkepingen in de grond: de archeologen in spe gaan er eens echt voor liggen. Een stenen rand, een oortje, een hals, en na dagen van poet sen, vegen en blazen de eerste rondingen van de romp, van (waarschijnlijk) een 2600 jaar bestudeerd, beschreven en op- oude waterkruik. geborgen voor...later. Hopelijk Archeologie vergt het geduld voor de Italiaanse musea, van engelen, en het resultaat Maar of de Italianen er echt is meestal scherven. Kisten, karrevrachtenvol scherven worden verwerkt, gewassen, Kuilen met haarscherpe wanden, het resultaat van wekén graven. ceert zijn zo kolossaal dat de meegse Romeinen weinig^ meeste potten, pannen, scher- gelijkheden voor al dieim< ven en beenderen keurig op- denten die de praktijk»! p geslagen blijven, of opnieuw moeten. Ons land heefkart wórden begraven. Tenzij het universiteiten waar dit mi om iets bijzonders gaat. wordt gegeven aan zo']4* Ook Satricum heeft iets bij- studenten, en perjaar woRac iets mee zullen doen, is de grote vraag. De hoeveelheden die de Italiaanse grond produ- zondërs opgeleverd. Vorig jaar nog werd de befaamde „Steen van Satricum" ont dekt, met daarop de oudst be kende Latijnse tekst ooit ge vonden. En ook het grafveld dat men dank zij een Italiaan se amateur heeft opgespoord belooft veel. Geoefende ar cheologen-ogen zien duidelijk de omtrekken van vergane Totaal overzicht van de opgravingen op de begraaf plaats van Satricum. De opgravingen op de begraafplaats, een graftombe wordt af- en uitgegraven. vijf zes archeologische Iwki torandussen aan het besfi p de arsenaal toegevoegd. 1 K' ,.p De rekening van dit prt0"1 cum te velde wordt, niet I Italië betaald, maar »gewP"J door Nederland, en dan"^ door het. ministerie, van"®® tenschappen en Onderj ,r -»*- ae omireiinen v<ui vcigaiic maar door CRM. VoL q kisten en resten van mensen- Stibbe valt het allemaal LH resten, ook al heeft de zure mee wat de kosten betri1fi grond er niet veel van heel 50.000 per jaar, voor beib. gelaten. voor studenten „en geprj—j De Nederlanders zijn niet de veerden", voor technj^ enigen die in dit deel van Ita- middelen en de huur v^, 3( lie graven. Elk land dat een werkplaats te velde. Eeon* universiteit heeft waarop moes voor zoveel wetensfcf t klassieke archeologie wordt peliike bevrediging, enb. j gedoceerd heeft zo zijn akker- veel Hollandse belastin^Tev tje in het Italiaanse land, Iers hoeven daar 's rtrijv waar studenten de praktijk wakker van te liggenB.B. van de theorie leren onder- trouwens, de Belgen, dr2* De vondsten worden gedaan op ongeveer een meter' scheiden. Volgens Stibbe biedt nen, de Japanners, de diep. Nederland ondanks zijn Nij- kanen, ze doen-het allen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 10