Tochtstrip
beperkt
warmte
verlies
AFHANGEN VAN DEUR IS SECUUR KARWEI
Nederlandse g(l)astuinbouw
nog lang niet uit problemen
Fire-print merkapparaat
binnen de perken:
LAND EN TUINBOUW/HOBBY
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 24 OCTOBER 1981 PAGI
Het merkapparaat voor ballen, schoenen en schooltassen
Taptomat Europe BV in Alk
maar introduceert de Fire-
print, een merkapparaat dat
lijkt op een aansteker. Er zitten
echter twee speciale vlamkop-
pen op, die twee, er boven ge
monteerde letters verhitten.
Op deze wijze kunnen allerlei
persoonlijke bezittingen ge
merkt worden.
De toepassingen zijn legio. Zo
kan men bijvoorbeeld tennis-
en golfballen, schooltassen,
paardrij-attributen, sport
schoenen, enz. enz. in enkele
seconden van eigen initialen
voorzien.
De Fire-print werkt op gas en
kan net zo eenvoudig als een
aansteker worden bijgevuld.
De buigzaamheid van de let
ters en cijfers maakt het mo
gelijk zowel vlakke, als ronde
voorwerpen te merken. Prijs
12.95.
De kostbare warmte in onze woningen verdwijnt
voor 23 procent door kieren en spleten. Omgere
kend in geld komt dit neer op 120,- per stooksei-
zoen (200 kubieke meter gas tegen een prijs van 60
cent).
Een goede remedie tegen dit verlies is het toepas
sen van tochtprofielen langs deuren en ramen en
dorpelstrips onder de deuren. De profielen bestaan
uit aluminium of kunststof met daarin een zachte,
meegaande pvc-strip. Zij kunnen met een klein ij
zerzaagje op maat gebracht worden. De strips wor
den doorgaans gespijkerd met kleine spijkertjes.
De meeste fabrikanten geven vijf jaar garantie.
De dorpelstrips kunnen voorzien zijn van een pvc-
flap of een nylonborstel die de kou-sluizen afslui
ten. De ergste tochtgaten in het huis afsluiten is op
deze manier geen moeilijk karwei, maar men moet
secuur te werk gaan. De strips zijn niet goedkoop,
maar het systeem betaalt zichzelf ruimschoots te
rug. Bij het vastspijkeren naast glas dient er wel op
gelet te worden dat dit laatste niet beschadigd
wordt. Kapotte c.q. gebarsten ruiten, bijvoorbeeld
in kapellen, laten veel tocht door. Daarnaast is de
kans groot dat bij een windvlaag de ruit eruit vliegt.
Vervangen is noodzakelijk en wanneer men zelf de
ruit niet op maat kan snijden, is er altijd de vakman
die zoiets best wil doen.
Tochtstrips aanbrengen, een dankbaar karweitje
Anti-roest"
behandelini
beneden
Slechts één op de
auto's in Nederland
een redelijke tot vollF
anti-roestbehandelinp"
Tot deze conclusie:
men de ANWB erfef
Consumentenbond p«
een gezamenlijk oi?n
zoek van 95 wiHeklat
gekozen auto's. Dere
rige onderzochte are
waren niet best of Jer
sproken slecht getP^
leerd.
Het tectyleren gel-jj
het minst slecht
bedrijven die in een|n.
gelijke behandelingpe
gespecialiseerd, ded
ML-stations. Van dejit
deze stations verzdra
auto's was bijna éétnc
vier redelijk tot goeffin
handeld. Bij de doooo
importeurs behan#1
auto's was dit het jir
bij één op de zes, eer
de door de garages-
dealers getectyleerdSv
gens bij geen enkele
Toch menen ANW^S)
Consumentenbond in
een ML-behandelingjpj
al is zij slecht, toch rfo,
is. Elk roestplekje mfa
is meegenomen. Bqee
dien is er garantitsc
moet aan die garai v
veel verbeterd wona
Vaak zijn er ondoorzjsn
ge voorwaarden enezi
sluitingen. En meesr"
niet duidelijk wie prfei
de garantie verleent,!ee
De stichting Arbéidstechnisch Onderzoek Bouwnijverheid heeft
in samenwerking met de stichting Vakopleiding Bouwbedrijf en
Buro Archi Inti een aantal richtlijnen opgesteld voor het afhan
gen van deuren. Omdat een deur niet mag klemmen of bij het
openen en sluiten langs het kozijn schuren, zijn de volgende
punten van belang:
tussen de deur en het kozijn moet er wat ruimte zijn. Bij
vochtig weer kan de deur dan zonder problemen uitzetten. Ook
wordt zo voorkomen dat verflagen op de deur en het kozijn be
schadigen;
de hang- en sluitzijde van een deur worden iets schuin afge
schaafd (1 a 1,5 mm). De vakman noemt dit armschaven;
de scharnieren worden iets schuin aangebracht, zodat de
scharnierbladen in gesloten toestand vrij van elkaar blijven. Het
zogenaamde nekken of knijpen van de deur wordt zo voorko
men.
Bij het passchaven van deuren wordt gebruik gemaakt van een
speciaal hulpmiddel, de zogenaamde deurenslee. Een deur kan
hierin worden klemgezet, zonder te worden beschadigd.
We onderscheiden linksom en rechtsom sluitende deuren. Of
een deur linksom of rechtsom sluitend is, kunnen we vinden
door met onze rug naar de scharnieren in het kozijn te gaan
staan. Draait de deur dan naar rechts bij het sluiten, dan is het
een rechtsom sluitende deur. Draait'de deur naar links, dan is
het een linksom sluitende deur.
Deuren in openbare gebouwen en in vluchtwegen draaien uit
veiligheidsoverwegingen altijd naar buiten open. Voordeuren
draaien altijd naar binnen open. Degene die buiten voor de
deur staat zou anders de openzwaaiende deur tegen zijn ge
zicht kunnen krijgen. De draairichting van een deur te kennen is
van belang bij het bestellen van het hang- en sluitwerk.
Gereedschap
Schroevedraaier, beitel (smal), beitel (breed), hamer, hand-
schaaf, duimstok, potlood, elektrische handboormachine,
elektrische bovenfrees, deurslee, scharnier, mal deur, schar-
niermal kozijn, voorplaatmal, slotmal, sluitplaatmal, elektri
sche reischaaf. elektrische schroevedraaier, houten wiggen.
De werkvolgorde is aldus:
De deur in het kozijn en met wiggen vastzetten. Vervolgens
afschrijven waar de deur pasgeschaafd moet worden en de
hangzijde merken.
De deur uit het kozijn nemen, in de deurslee plaatsen en op
de afgeschreven plaatsen passchaven. De hang- en sluitzijde
armschaven (afschuinen) en de haarkanten breken. Controle
van de deur in het kozijn.
De scharniermal op de juiste plaats in het kozijn vastklem
men. Daarna met de elektrische bovenfrees de scharnierspon-
ningen in het kozijn uitfrezen.
De scharnierbladen aan het kozijn schroeven.
De plaats van de scharnierbladen afschrijven op de hangzij
de van de deur met behulp van een maatlat. Lat hierbij met de
bovenzijde van de deur gelijkhouden.
Vervolgens de scharniersponningen in de deur uitfrezen en
de scharnierbladen aan de deur schroeven.
De deur in de scharnieren plaatsen, de lagerringen van het
scharnier er tussen schuiven en de scharnierpennen aanbren
gen.
De plaats van de slotkast afschrijven en de boorlijn in het
midden met een beitel inkerven.
oil
;n
Ter plaatse van de ingekerfde boorHjn het gat voor deeil
kast uitboren en met de beitel bijsteken. tdc
De slotkast plaatsen en de omtrek van de voorplaaide
schrijven. De voorplaatmal op de afgeschreven plaats be\inf
gen en de voorplaatsponning uitfrezen. r i
Met behulp van de slotmal de plaats van de slotcilind«nl
de krukstift bepalen en de gaten hiervoor boren. Het langar
pige gat voor de slotcilinder met een beitel bijsteken, e 1
De slotkast en de slotcilinder aanbrengen. De langschnli
plaatsen, de bevestigingsgaten afschrijven en daarna b«f
Vervolgens de langschilden en deurkrukken bevestigen. 1 g
De plaats van de dagschoot en nachtschoot overnemean
het kozijn en de omtrek van de sluitplaat afschrijven. Veboi
gens met behulp van de sluitplaatmal de sluitplaatsponch
uitfrezen. n
De sluitplaat monteren en de stuitlip voorzichtig met dtst<
mer om de weggestoken rand slaan. Hierbij moet de sluitraa
tegengehouden worden, daar deze anders loswrikt. >lk
De gaten voor dagschoot en nachtschoot met een beitan
hakken. Dit geschiedt door de sparingen in de reeds geinr
teerde sluitplaat. Tenslotte de deur controleren op een cper
werking. raa
Populaire fresia
verkoopt steeds beter
De teelt van fresia blijkt in de laatste paar jaar een welhaast
spectaculaire groei te hebben meegemaakt. Dat valt niet al
leen te constateren uit de aanvoercijfers van de bloemenvei
lingen, maar ook door de beteelde oppervlakte die nu op on
geveer 366 hectare wordt gesteld. Blijkens de jongste cijfers
van de Vereniging van Bloemenveilingen in Nederland (VBN)
bedroeg de totale aanvoer van fresia in het eerste half jaar
1981 bijna 375 miljoen stuks tegenover vorig jaar 345 miljoen.
In 1979 was dat 323 miljoen en in 1978 bijna 319 miljoen.
Over het afgelopen half jaar een stijging met 8,5 procent te
gen 1,3 procent in 1979. Maar dat alles heeft wel invloed ge
had op het prijspeil. Vorig jaar steeg dat prijspeil nog aardig,
namelijk met bijna tien procent, maar het blijkt dat over het
eerste half jaar van nu een prijsdaling met 6,5 procent van de
gemiddelde prijs moet worden geconstateerd. De grootste in
vloed op deze negatieve prijsontwikkeling hadden de eerste
drie maanden van dit jaar. In die maanden nam de aanvoer
van fresia aan de veilingen toe met 8,5 procent.
Het eerste kwartaal gaf nog een toename van de aanvoer met
14,1 procent te zien, doch het tweede kwartaal bedroeg de
toename 3,9 procent. Om in de buurt te blijven: de CCWS had
vrij regelmatig een weekaanvoer van rond de 5 miljoen en dat
is een miljoen meer dan vorig jaar. Maar ook hier in het teken
van de gemiddelde prijsdaling, al was die ook van bijzondere
omstandigheden afhankelijk. Niettemin kunnen de aangevoer
de fresia's regelmatig aan de veilingen nog worden wegge
werkt, ook al bestaat er wel eens een meningsverschil over de
kwaliteit van het produkt. Over het afgelopen jaar beliep de
totale produktie van fresia door de Nederlandse kwekers 600
miljoen stuks tegenover 250 miljoen in 1970, ruim een verdub
beling dus.
Na roos en chrysant is de fresia de meest geteelde bloem in
ons land en het ziet er naar uit dat de markt nog niet verza
digd is. Ook de export mag er zijn, hetgeen wel noodzakelijk
is bij een dergelijke teeltomvang. Zo wordt ook in Oost-Duits-
land door de kwekers meer aandacht besteed aan de teelt
van fresia. Tot dusver werd ongeveer de helft van de fresia,
middels knollen gekweekt, waarin nu verandering gaat komen
en wordt meer gebruik gemaakt van de zaaiteelt. De fresiak
nollen worden half juni geoogst. Aansluitend volgt een prepa
ratieperiode van 10 tot 12 weken. De knollen worden in kisten
van vijf kilo bewaard bij een temperatuur van 25 tot 30 graden
Celsius. Bij zaaifresia worden van eind mei tot eind juni de za
den in potten of containers gelegd. Per zeven centimeter pot
zaait men vier zes stuks. Gedurende drie weken wordt de
kas donker gehouden. De containers worden gestapeld waar
door ruimte en energie wordt bespaard. De in containers ge
plante fresia's komen eerder in bloei dan in de potten. Boven
dien ligt de hoeveelheid arbeid bij het gebruik van containers
tien procent lager dan bij de potten.
Uit dit alles blijkt dat de kwekers ook in het buitenland bijzon
dere aandacht hebben voor de teelt van fresia. In „Bloem en,
Blad" wordt geconstateerd dat fresia ook in Nederland tot de
meest gevraagde bloem kan worden gerekend.
Berekend is dat de fresia 1975 voor veertien procent deel uit
maakte van het gezinsbloemenverbruik. In 1976 was dat zes
tien procent, in 1977 werd dat zeventien procent, 1978 was
het achttien procent, in 1979 werd het zestien procent en af
gelopen jaar eveneens zestien procent. Freesia was na chry
sant met twintig procent en roos met negentien procent de
meest verkochte snijbloem in ons land. Van elke honderd snij
bloemen die de consument in Nederland kocht, waren er zes
tien fresia's bij. Dit tekent de enorme populariteit van deze
bloem. Freesia is vooral als impulsprodukt bijzonder geschikt.
Het kan echter ook goed gebruikt worden in gemengde boe
ketjes of bind- en steekwerk, zo concludeert genoemd vak
blad. Vroeger werd fresia bijna uitsluitend in de voorjaars
maanden aangeboden, maar nu is dat voornamelijk geconcen
treerd in maart, april en mei.
De opwaardering van de Ne
derlandse gulden en de Duit
se Mark en de devalutatie
van de Franse franc en de
Italiaanse lire brachten enkele
weken geleden in eerste in
stantie de Nederlandse land
bouw wel aan het schrikken.
Alleen een onderlinge koers
wijziging betekent, net zoals
het nu geldt voor alle produk-
ten, dat de import uit Frank
rijk, België, Italië, Denemar
ken en Luxemburg goedko
per is geworden. En dat ex
port naar deze landen duur
der zal worden. Voor het be
drijfsleven kunnen daaraan
een aantal nadelige effecten
zitten.
Voor de export van land-
bouwprotlukten gaat het bo
venstaande echter niet .of
nauwelijks op, want de Euro
pese Commissie heeft enkele
dagen na het bekend worden
van de herwaardering van
een aantal munten de zaak
weer in evenwicht gebracht
door nieuwe compenserende
bedragen vast te stellen voor
de import en de export van
landbouwprodukten, waar
voor een Europese verorde-
rtng geldt. Deze monetair
compenserende bedragen
(Mcb's) zijn inmiddels voor
ons land met 4,3 procent,
voor West-Duitsland met 8,3
procent en voor Engeland
met 3,5 procent verhoogd en
voor Italië met 3,8 procent
verlaagd. Een verhoging van
de Mcb betekent dat de na
delen via een subsidie op de
export wordt opgevangen.
Voor Nederland-Duitsland en
Engeland omvat dat een in
voerheffing en een uitvoerres
titutie ter hoogte van het
vastgestelde percentage.
Voor Italië en Frankrijk die
goedkoper zijn geworden
door de devaluatie komt er
tegelijkertijd een invoerresti-
tutie en uitvoerheffing. Daar
mee is de gehele zaak voor
wat betreft de landbouwpro
dukten waarvoor een orde
ning geldt weer in evenwicht
en zijn de concurrentiever
houdingen weer hersteld.
Voor de landbouw is er ei
genlijk niets veranderd. Dat
geldt echter niet voor pro-
dukten waarvoor geen EG-re-
gelingen zijn en voor ons land
zijn dat vooral de grote ex-
portprodukten als groenten,
Herwaardering van geldkoersen en dreiging vangrenssluitingen
of boycot hebben de toekomst van het Nederlandse glastuin-
bouwprodukt onzeker gemaakt.
fruit, sierteeltprodukten en
aardappelen.
Tuinbouw
Voor groenten en fruit zijn de
gevolgen nog moeilijk te
overzien. Door de verschillen
in waarde van de verschillen
de munteenheden, bestaat er
bijvoorbeeld tussen Duits-
land-Nederland en Italië-
Frankrijk een verschil van 8,5
procent. En dat betekent dat
het voor Frankrijk en Italië
gemakkelijker wordt om tuin-
bouwprodukten op onze
markt af te zetten. Al hebben
wij de indruk, gezien de orga
nisatiestructuur in die landen,
dat daar niet al te veel van
terecht zal komen. Alleen
voor fruit kon onze markt wel
eens aantrekkelijker worden.
Voor groenten verwachten we
bovendien weinig effect, om
dat de prijzen via de veilingen
dagelijks wisselen.
Meer nadelige invloed van de
herwaardering verwachten we
eigenlijk op de export van
bloemisterij-produkten. Hoe
wel op dit moment ruim 65
procent van alle bloemisterij
artikelen naar West-Duitsland
gaat en er geen verschillen
zullen zijn, wordt de Duitse
markt toch aantrekkelijker
voor andere landen. De con
currentie wordt ons inziens
dan ook groter. Daarnaast
wordt er een procent of tien
van onze bloemisterijproduk-
ten geëxporteerd naar Franr-
kijk, bovendien een groeien
de markt tot nu toe. Daar
echter is het prijsverschil nu
8,5 procent geworden en dat
kon de export wel eens gaan
bemoeilijken. We kunnen ons
dan ook wel voorstellen dat
de herwaardering van de
koersen een reden te meer is
om te stellen dat de aardgas-
prijzen absoluut niet ver
hoogd mogen worden.
Aardgasperikelen
Of dat zal lukken is nog maar
de vraag, want de kritiek van
de EG-landen op de in hun
ogen te "lage aardgasprijzen
voor de Nederlandse glas
tuinbouw is lang niet mals.
Concurrentievervalsing wordt
het in koor genoemd. We
brengen ook in herinnering
de demonstraties in Brussel
van boze tuinders uit andere
vEEG-landen tegen de lage
aardgasprijzen die de tuin
ders in ons land moeten be
talen. De maatregelen die de
boze buitenlandse tuinders
eisen zijn niet van de lucht.
Het Landbouwschap kreeg
ook al van de Europese Com
missie te horen dat zij, als
partij in het contract, met de
Gasunie de overeenkomst
daar moest herzien. Het
Landbouwschap is daartoe
niet bereid. Of zoals de voor
zitter van de KNBTB drs. Jo
ris Schotten in het laatste
nummer van Boer en Tuinder
schreef: „Het Landbouw
schap heeft nog maar kort
geleden een deugdelijk en
degelijk contract afgesloten.
Aan dit contract kan niet ge
tornd worden. Contract is
contract, maar je kunt best
zaken vastleggen, maar dan
wil dat nog niet zeggen dat
de Europese Commissie, die
moet toetsen aan afgespro
ken criteria deze zal goed
keuren. Dat is gebleken met
de afspraken die gemaakt
zijn tussen Landbouwschap
en minister Braks toen de
aardgasprijzen aangepast
werden. Er werd een sector-
beleid in het leven geroepen
(met een pot van 300 miljoen
gulden) waaruit de energiebe
sparende investeringen be
taald zouden worden. Enkele
maanden geleden voorspel
den we dat ook dit sectorbe-
leid wel eens concurrentiever
valsend genoemd kon wor
den.
Beetje gelijk
Jammer genoeg hebben we
een beetje gelijk gekregen,
want landbouwminister De
Koning heeft de opdracht om
de regeling behoorlijk aan te
passen. Zo zal niet langer in
de regeling opgenomen mo
gen worden dat investeringen
die een areaaluitbreiding tot
gevolg hebben gesubsidieerd
worden. Bovendien, en dat is
veel ingrijpender, zal de bij
drage voor energiebesparing
niet hoger mogen zijn dan
hooguit 25 procent van de to
tale investeringskosten. Over
eenkomst is overeenkomst.
Maar de Commissie trekt zich
daar niets van aan en De Ko
ning zal zeker door de bocht
moeten.
Een en ander betekent dat de
glastuinbouw in vele opzich
ten een onzekere tijd tege
moet gaat. Enerzijds de nog
niet te peilen invloed van de
herwaardering van de koer
sen. Anderzijds de dreiging
van grenssluitingen of boycot
van tuinbouwprodukten - hoe
oneigenlijk ook - die als een
stok achter de deur gereed
staan, als niet een oplossing
wordt gevonden die bevredi
gend is voor de Europese
Commissie. De Nederlandse
glastuinbouw is nog lang niet
uit de problemen.
y.p
HERFSTDRADEN j-j
Ze zijn er weer, die „herfstdraden", zoals ze in de wandeliie
genoemd worden. Lange stukken spinrag, gespannen tusjat
lerlei vaste punten, soms op de onmogelijkste plaatsen fVj
Soms, als het 's nachts wat mistig geweest is, kunnen ze
ochtend flonkeren doordat zich duizenden kleine druppelyf
dit spinrag vastgezet hebben en dat is een fraai gezicht. I
prettig is het, onverhoeds met het gezicht in dat spinrag
pen. Toch is het een typisch produkt, dat spinrag. In Fraaa
hebben ze er ooit eens iets in gezien. De Franse Academi
Wetenschappen gaf in 1710 opdracht aan een natuurkund!
eens uit te zoeken of het ook bruikbaar kon zijn om er eerg'
zijde van te spinnen. Die onderzoeker, die deze opdracht
was de heer Réamur, die veel bekender geworden is do
thermometerschaal. Wat die thermometerschaal betre
week even af van de schaal van de heer Celsius; Réamui^
ste bij het vriespunt het cijfer nül en bij kokend water hé
tachtig. Maar terug naar het spinrag. Van die zijdespinn^
spinrag is nooit wat terechtgekomen. Réamur kreeg al
door, dat hij voor één enkel bescheiden lapje zijde etteliji
joenen spinnen hard aan het werk moest zetten; en verd
er nog een hoop „technische bezwaren". Toch was het idt
schien niet zó gek, want spinrag is een merkwaardig ma!
dat (verhoudingsgewijs tenminste) nog sterk is ook.
Een andere geleerde heeft vele jaren later onderzoeking
daan naar de sterkte van spinrag en hij kwam tot opmeif
bevindingen. Om precies te zijn: een stukje spinrag ter dilj
één tiende millimeter kan een gewicht dragen van oq
tachtig gram, het rekt dan flink uit, want het blijkt er$
krachtig. Rekenen we dat om op een „kabel" van spinri
veel grotere dikte, dan komen we tot opzienbarende resii
De natuur blijkt weer eens niet te overtreffen, zelfs ni<
allerlei moderne kunstvezels.
Onze grootouders gebruikten spinrag om er wonden meë
dekken, het zou de eigenschap hebben bloedingen te 4
Het lijkt ons alleen een tikje onhygiënisch, maar vroegej
ten ze daar anders over.
In Nieuw Guinea moet een spinnensoort voorkomen, c
dermate sterk web maakt, dat de Papoea's het gebruiken j
net. Het klinkt wat ongelofelijk, maar een Brits onderj'
een zekere heer Pratt, tekende voor dit verhaal. Je kuni
wel voorstellen dat de Papoea's zulke netten hanteerdeij
het wordt al moeilijker als je in aanmerking moet nemen,' I
er ook nog vrij zware vissen mee uit het water tilden, 'f
jammer, dat behalve de heer Pratt geen enkele andere f j
zoeker ooit melding van dit verhaal gemaakt heeft! Zcf
ons heel voorzichtig kunnen afvragen, of het wel i
Toch is zo'n spinneweb een „vangnet", de huisspinnen t
er vliegen in, dat weten we allemaal. Maar zo'n vliegjj
niet zoveel in te brengen als een vis!
Flonkerende dauwdruppels op een spinneweb, een
voor wie er oog voor heeft.