„Ultralights",
nieuwe uitdaging
voorvliegfanaten
Fanclub Politie:
Meer waardering
is wel nodig
UTRECHT Hoe geliefd 4s de politie? Als
men het antwoord op die vraag zou mo
gen distilleren uit het aantal leden van de
nu acht en een half jaar bestaande Politie
Fanclub dan zou dat luiden: ongelooflijk
weinig. Van de veertien miljoen Nederlan
ders vinden er maar 459 de politie een zo
danig „beste kameraad" dat zij lid zijn van
die club en trouw hun negen gulden con
tributie per jaar betalen.
Doel van de club: „Een beter begrip kwe
ken voor het verantwoordelijke werk van
de politie, maar als burgers kunnen we ei
genlijk niet zo heel veel voor de politie
doen. We proberen de aandacht er op te
vestigen, dat ook de politiefunctionaris
goeie en minder goeie kanten heeft. Wie
niet?" Dat zegt mevrouw H.J.van de Bildt
(65) in Utrecht, leidster en secretaresse
van de fanclub. „Ja, de naam fanclub is
eigenlijk niet juist. Men moet meer denken
aan „vrienden" van de politie, maar in
deze moderne tijd ligt het woord fanclub
beter in het gehoor. Wij doen echt niet aan
persoonsverheerlijking, maar we vinden In
het algemeen dat de politie te weinig
waardering voor haar werk krijgt, iets dat
ze heus wel verdient. Te veel mensen vin
den wij hebben een negatieve instelling
ten opzichte van de politie. Men vergeet
gewoon te vaak, dat een politieman of -
vrouw ook maar een mens is!"
Het begon in 1973 eigenlijk met de doch
ter van mevrouw Van de Bildt, José, toen
zestien jaar oud, die op de Mavo een
werkstuk moest maken over de werk
zaamheden van de politie. Misschien was
het een beetje dweperij, misschien kalver
liefde op een uniform, maar daarna was
het haar grootste ideaal politieagente'te
worden. Ze werd echter afgekeurd
„daar heeft ze toen veel verdriet van ge
had" maar ze bleef de politie trouw
door een fanclub op te richten. José is in
middels getrouwd inderdaad, met een
politieman heeft een baan en moest de
leiding van de club aan haar moeder laten,
die erin slaagde het ledental op te voeren,
het clubblad PEEVEE afkorting van
„Procesloos Verbaal" te verzorgen en
de band tussen de leden nauwer aan te
halen door het organiseren van bijvoor
beeld excursies naar éen politieschool of
een politiebureau.
In september nog heeft de club een reisje
gemaakt naar Neerijnen om fe zien hoe de
ME-eenheden worden opgeleid. Een groot
plakboek met foto's van dat uitje laat in
kleuren zien hoe ME'ers met molotov
cocktails leren omgaan. Mevrouw Van de
Bildt moederlijk: „Die jongens hebben het
daar echt hard hoor!"
Een citaat uit het clubblad PEEVEE: „Het
leuke was, dat de ME'ers en de zoge*
naamde rellenschoppers steeds cursisten
waren. De ene keer speelde men voor
ME'er en de andere keer voor rellenschop-
per en omgekeerd. Dit rollenpatroon ge
beurt ook bij het oefenen In barricades
opruimen. Aan de ene kant van de barri
cade staat men in uniform en aan de an
dere kant staan de „rebellen" klaar met
rot fruit, eieren, afval uit de kiebelton en
echte stenen. Deze zijn speciaal uit Drente
gehaald. Deze oefening is bestemd om de
cursisten te leren dat ze te allen tijde hun
woede in bedwang moeten houden en niet
kwaad met kwaad mogen vergelden, wat
natuurlijk dikwijls erg moeilijk is. Het komt
bij deze oefening echt wel eens voor dat
twee goede vrienden tegenover elkaar ko
men te staan en dat de een de ander op
de bekende wijze moet aanpakken. Er
wordt ook geoefend met traangasbom-
men, zodat de politiemensen zelf kunnen
ervaren wat de utwerking van zo'n traan-
gasbom is en dat is niet zo leuk".
Uit datzelfde clubblad nog twee citaten die
het overdenken waard zijn. Het eerste:
„Als politieman kun je zo makkelijk wor
den tot iemand die uitmaakt hoe het moet.
Dat hoort niet zo. Politiewerk kun je verge
lijken met olie die moet zorgen dat de mo
tor soepel loopt. Je mag als politieman
nooit een stuurfunctie gaan vervullen". Het
tweede komt van een docent van de ME-
school in Neerijnen: „Onze mensen zijn
net eieren. Hoe meer je ze opwarmt, hoe
harder ze worden".
Wat zijn dat nu voor mensen die zo'n club
aanhangen? Recht-en-orde-fanaten? Me
vrouw Van de Bildt (op de tafel van de
woonkamer staat een politieradio en een
pop In polltietenue) „Meesters in de
rechten, maar ook gewone mensen hoor,
van alles wat. En heus geen mensen die
alles wat de politie doet altijd maar goed
keuren. Oh nee, als de politie iets fout
doet dan zeg ik dat net zo goed. Nee, niet
in het clubblad, daar hoort dat niet in
thuis. Maar je moet maar zo denken: de
politieman is altijd de pispaal. Alles wat de
politie doet Is fout, vinden de mensen. En
waarom? Een agent heeft geleerd om niet
agressief te zijn. Hij is er om de mensen te
helpen. Zij waken, Opdat de mensen rustig
kunnen slapen, is hun devies. En meer
niet".
En alle klachten over er op los rammende
ME'ers dan?
„Als dat zonder reden gebeurt dan ben ik
daar tegen. Ik heb dat ook al eens aan een
commissaris geschreven. Maar het mooi
ste werk van onze club Is het bezoeken
van en kaartjes schrijven aan politieman
nen die gewond zijn geraakt of die ziek
zijn. Het is zo'n steun voor die mensen.
Toen mijn man overleed, zei hij tegen me:
dat werk moet je blijven voortzetten. En
dat heb ik ook gedaan. We hebben daar
voor de rubriek „De Ziekenboeg" in ons
blad. En hoe goed dat doet, ongelooflijk.
Vorig jaar kreeg ik van een rijkspolitieman
uit Nijkerk nog een kerststukje, zo blij was
ie dat we hem met het sturen van kaarten
tijdens zijn ziekte uit de put hadden gehol
pen".
Het telefoonnummer van de Politie Fan
club is 030 - 440347.
GERARD CRONE
De leidster van de Politie Fanclub mevrouw H.J.van de Bildt met een Utree
de club.
De beste houding tijdens de vlucht wordt hier gedemonstreerd, door Jan Hoogen-
dam: de benen relaxed gestrekt op het voorwiel, de handen losjes aan het stuur.
lieuhygiëne." Bij een Informele bespreking
deze week tussen de RLD en het ministe
rie is nu een voorlopige regeling getroffen.
Deze houdt in, dat tijdelijk het hanteren
van een geluidsnorm van 91 decibel is toe
gestaan. Over een jaar zal een definitieve
regeling worden getroffen. Uiteindelijk zal
de geluidsnorm van tachtig decibel gel
den, maar voorlopig kan men nu voort in
het zoeken naar middelen in de praktijk
om het geluidsniveau terug te brengen.
Aldus bevindt deze nieuwe sport zich nog
in een experimenteel stadium. Aan het ge
luid is nooit gewerkt en het is voorheen
ook nooit gemeten, vandaar dat geen en
kel toestel aan de norm van tachtig deci
bel voldoet. „Die kwam begin oktober in
eens uit de lucht vallen", meent Van Beers
en Van Hoogendam vult aan: „Het bete
kent voor ons wat extra werk, maar het
kan binnen een paar weken wel aangepast
worden".
Ook Leo Servaas van „Interflying" experi
menteert druk met allerlei motortypes om
het geluid terug te brengen tot aanvaard
baar niveau. „Tachtig is een norm, waar
niemand zo één, twee, drie aan kan vol
doen", legt hij uit. In de rest van de Bene
lux ligt het allemaal wat eenvoudiger: in
Luxemburg zijn er vrijwel geen regels en In
België is het sinds juni toegestaan om met
een bepaalde licentie te vliegen op vlieg
velden en tot een hoogte van 450 meter.
Struikelblok
Als in Nederland de norm van tachtig deci
bel gehandhaafd blijft lijkt deze vliegsport
al ten dode gedoemd nog vóór ze een
vleugel omhoog heeft gekregen. Het geluid
vormt het enige struikelblok. Het Is best
mogelijk om dit terug te brengen tot tach
tig decibel, maar dan moet er dusdanig
LELYSTAD Voor talloze mensen
heeft het luchtruim door de eeuwen
heen een uitdaging betekend. Met
jaloerse ogen volgden ze de caprio
len van stoeiende meeuwen of neer
strijkende roofvogels in de hoop van
hen de kunst van het vliegen af te
kunnen kijken. De gekste bouwsels
zijn verzonnen om de lucht mee in te
gaan, soms met rampzalige gevol
gen. In onze tijd is het gestoei in de
lucht teruggebracht tot aanvaardba
re proporties, neergelegd in keurige
reglementen. Wat nu nog vliegt zijn
veilige fabriekskistjes en de enkele
overmoedige amateurbouwer wordt
door de Rijks Luchtvaart Dienst met
argusogen bekeken.
Sinds kort echter zijn de mogelijkheden
weer verrijkt met een nieuwe manier van
vliegen: het ultralicht vliegen: het vliegen
met gemotoriseerde glij- en zeilvliegtuigen;
ultralichte vliegtoesteiletjes, die de roman
tiek van de „knotsgekke kerels in hun vlie
gende kratten" weer nieuw leven inblazen
en niet dat gestroomlijnde uiterlijk hebben
van fabriekskisten. Met een weidse term
wel „flying delight" genoemd, puur vlieg-
genot. Want het rustig zweven in de ther
miek of het genieten van een werkelijk on
belemmerd uitzicht maakt van het vliegen
weer een bijzondere ervaring.
„Het is alsof je kleine bestuurbare vleugel
tjes hebt", legt Paul van Beers uit, die bij
een Engelse club zo'n vliegtoestelletje zag
vliegen en er zo enthousiast over was, dat
hij het ging importeren. Samen met drie
anderen richtte hij begin dit jaar in Lely
stad „Windmill Aerolights" op, de enige
importeur in de Benelux van de types „Ea
gle" en „Mirage". In Leldschendam is er
nog een tweede importeur. „Interflying
BV", die de „Rotec Rally 2B" invoert. Bei
de importeurs worden, sinds de mogelijk
heden verruimd zijn, overspoeld met aan
vragen.
Ultralicht vliegen is een sport, die In Ame
rika en Engeland al zo populair is, dat
tienduizenden zich in clubs verenigd heb
ben en luchtrally's organiseren. In Neder
land was de sport tot voor kort verboden,
maar sinds 9 september kunnen aanvra
gen voor het gebruik van dit type vliegtuig
worden ingediend bij de Rijks Luchtvaart
Dienst.
Haken en ogen
„De belangstelling is ongelooflijk", zegt
Jan Hogendam van „Windmill Aerolights".
De verwachtingen zijn dan ook hoog ge
spannen, maar vóór de enthousiaste koper
onbekommerd het luchtruim kan gaan ver
kennen, zijn er nog heel wat haken en
ogen. De ultralight-importeurs waren in de
veronderstelling, dat het licht op groen
was gezet, na de intentieverklaring van de
RLD. Maar begin oktober bleek bij ge
luidsmetingen onverwacht, dat het motor
lawaai van alle types boven de vastgestel
de norm van tachtig decibel uitkwam.
RLD-man Rob Weenink daarover: „Het
geluid van die dingen viel nogal tegen en
daarom kan er nog steeds geen algemene
toestemming gegeven worden. We hebben
een pakket geluidseisen opgesteld en be
sproken met Volksgezondheid en Mi-
De „Eagle" met nauwelijks zichtbaar Jan Hoogendam in zijn thuishonk: de hangar op vliegveld Lelystad.
aan de motor worden gesleuteld, dat er
geen vermogen meer rest voor vliegpres
taties. „Vliegvermogen is veiligheid!", con
stateert Jan Hoogendam. Importeur Paul
van Beers: „Een geluidsniveau van tachtig
decibel Is te vergelijken met dat van een
solex waar nog nauwelijks vermogen in zit.
Om behoorlijk en veilig te kunnen vliegen
moet je wat vermogen over hebben".
In de praktijk is gebleken, dat de meeste
ultralight-motoren tussen de tachtig en de
negentig decibel in produceren. Maar in
de lucht zijn zij door het verwaaien van het
geluid nog nauwelijks te horen. Om deze
nieuwe sport toch een kans te geven is het
nu, zoals gezegd, tijdelijk toegestaan een
voorlopige geluidsnorm van 91 decibel te
hanteren. Dit geeft ultralight-fabrikanten
en zelfbouwers de kans verschillende mo
gelijkheden uit te testen. De onderhande
lingen daarover zijn nog in volle gang. Wat
het vliegen zelf betreft ligt de zaak weer
tijdelijk stil. Met ontheffingen gaan „Wind
Aerolights" en „Interflying" Intussen ge
woon door met hun demonstraties en ver
koop.
Als een vogel
Ultralight vliegen betekent vliegen als een
vogel. Het uitzicht rondom is fantastisch,
want de romp bestaat uit een open bui
zenframe. Het toestel lijkt een vliegende
driewieler, iets tussen een vliegtuig en een
zeilvlieger in. De piloot hangt In een tuigje
tussen de aluminium buizen en tulgdraden
en aan weerskanten strekt zich een doek
constructie uit, die het toestel in de lucht
het uiterlijk geeft van een roofvogel. Eén
van die toestelletjes, de „Eagle", werd dan
ook met groot succes ingezet bij de be
strijding van de aalscholverplaag in de vis-
kwekerij van Lelystad.
Paul van Beers bewaart er leuke herinne
ringen aan. „We scheerden over de vis-
kwekerij en speelden een soort kat-en-
muisspelletje met die aalscholvers", lacht
hij. „Dat was erg leuk voor ons, maar de
aalscholvers vonden er niet veel aan. Je
zag ze constant achterom kijken of die
gekke dingen nog achter hen aan zaten".
Maar al is toen aangetoond, dat de vlieg
toestelletjes ook praktisch nut hebben, zij
zijn toch allereerst bedoeld voor de re
creant.
De pogingen om de ultralight-vliegsport in
ons land te lanceren hadden tot gevolg,
dat In april de „Eagle" werd voorgevlogen
en visueel geïnspecteerd door de techni
sche dienst van de RLD. Om ervaring op
te doen met deze wijze van vliegen, kre
gen zowel „Windmill Aerolights" als colle
ga/concurrent „Interflying" toestemming
vliegdemonstraties te geven tijdens luchts-
hows. Stuntwerk in Eelde, Lelystad, Sal-
land, Midden-Zeeland, Soesterberg en de
Beekse Bergen trok de aandacht van een
groot aantal aspirant-kopers, die nu alle
maal reikhalzend uitzien naar algemene
toestemming van de RLD.
Solide
Hoewel het toestel er fragiel uitziet, is het
uiterst solide in gebruik, want er wordt uit
sluitend sterk en veerkrachtig luchtvaart
materiaal gebruikt.- Tot windkracht vier
kan er mee gevlogen worden en er is nog
geen brevet voor nodig. Alles wat nodig is,
is een mooi kaal weilandje of een gazon
netje van honderd meter, mjts dat maar
buiten de bebouwde kom ligt en niet in de
buurt van een vliegveld. Verder moet men
toestemming hebben van de eigenaar en
van de burgemeester van de betreffende
gemeente.
„Windmill Aerolights" beschikt over een
eigen oefenstrip bij vliegveld Lelystad om
haar cliëntèle de fijne kneepjes van het
vliegvak bij te brengen. Het toestel wordt
achter een auto gebonden en de leerling
probeert zich met kleine sprongetjes ver
trouwd te maken met het luchtruim. Een
andere manier van lessen is er niet, omdat
het een éénpersoons toestelletje is. Nie
mand hoeft zich daardoor te laten tegen
houden, want hoogtevrees is uitgesloten.
Trouwens: de jongste piloot tot dusverre is
negen jaar en de oudste zeventig jaar, een
kordaat dametje. „Het is kinderspel", zeg
gen de mensen die het weten kunnen. De
toegestane hoogte van honderd meter
wordt niet als §en bezwaar ervaren, want
zoals Paul van Beers het uitdrukt: „Het
leukste vliegen is laagvliegen!"
Zelfbouw
Ook in kringen van de Nederlandse Vere
niging voor Amateurvliegtuigbouwers is
deze vorm van vliegen met groot enthousi
asme begroet. Jan Struik uit Wierden
bouwt zelf een zogenaamde „Weedhop-
per". Frans Goossens, een leraar uit Vo-
lendam en Rien Braspenning uit Benne-
broek, gezagvoerder bij de KLM, maken
allebei een „Mitchell Wing B10". Braspen
ning probeert het geluidsprobleem op te
vangen door een lage-toerenpropellor op
zijn toestel te zetten. Frans Goossens wil
minder afhankelijk zijn van het
in gesprek met een fabriek voor
bouw om het buizenstelsel.
Ultralight vliegen is zo veilig als
zij het riante uitzicht kan me
vliegtuigen uitstekend in de gatei
Weinig kans op botsingen dus.
derszins dreigt er geen gevaar, w
tralight blijft altijd vliegen, hoe
ook optrekt en hoe men ook prefcre
het toestel te overtrekken. De be
kinderspel. Het bromfietsstuur
gashandle, zoals de „Eagle" heef
nigeen vertrouwd In de hand
werkt exact hetzelfde als op el
fiets. Stuur naar links betekent j
naar links, stuur naar rechts en I
draait keurig de andere kant
naar voren leunt duikt de neus r
den, leun je naar achteren danj
Eagle het luchtruim in.
De snelheid, waarmee alles gel
veel lager dan bij een gewoon vijl
daardoor gebeurt er bijna nooit J
Ondanks het grote vleugeloppel^
elf meter is de ultralight niet
van windstromingen ei> ligt uiterf
in de lucht. Tussen de vlieger
tenwereld zit geen glas. DaarmelW
ultralight de droom van elke
om als een menselijke adelaar r
rizonten te verkennen, waar te r
De prijs van de ultralight-vliegtoi
ligt tussen zestien- en negentift]
gulden inclusief opleiding. Zonda^
leiding gaat niemand de lucht F
koper moet aan de RLD-voorwai
doen om te mogen vliegen. Hij
voorbeeld een paar uur vliegerv«
ben en zich houden aan de voc
ven straal van vijf kilometer ro
gekozen veldje. De sport op zich
goedkoop en eenvoudig: er
transportproblemen of hangark<
ultralichte toestelletje is opvou
drie kwartier op te zetten, op he
de auto te vervoeren en thuis in
op te bergen. Een toestel als d
verbruikt bij een kruissnelheid
kilometer per uur maar vijf liter
zine per uur.
Alles wat er nog nodig leek om
sport een veel-beoefende hobby
was toestemming van het mini:
Volksgezondheid en Milieuhygië
luidsnorm voorlopig hoger te
dit is gebeurt kan opnieuw een
vol vliegende kratten worden vel
een massale vlucht van de aalsd