Barry Hughes van hel naar hemel Oude meesten terug in] formule race SPORT LE3DSE COURANT 2ATERDAG17 OKTOBER 1981 PAGI1 ROTTERDAM - Barry Hughes. Zijn naam mérk te reacties los die va- riëeerden van laatdun kend en meewarig tot la cherig en enthousiast. Niet zo vreemd als je bedenkt dat de zich na een twin tigjarig verblijf binnen onze grenzen nog steeds van een veredeld soort steenkolen-Nederlands bedienende Brit zich in nogal wat gedaantes aar het vaderlandse volk pre senteerde. Daar was Barry Hughes, de middelmatige maar bikkelharde voet baller die in het begin van de zestiger jaren bij Blauw Wit neerstreek; Barry Hughes de zanger van een carnavalshit; Barry Hughes de quizmas ter; Barry Hughes de tele visiepersoonlijkheid en Barry Hughes de voetba- loefenmeester. Die laatste hoedanigheid is voor de zich zonder enige schroom populairste trainer van Nederland noemende Hughes verreweg de be langrijkste. Maar zijn ge loofwaardigheid stond tot voor kort steeds behoor lijk op de tocht door alle activiteiten die hij buiten dat metier ontplooide. Sinds begin dit jaar echter be gint er een kentering op te tre den in de beoordeling van de man die zich als coach tot dan liet kennen als de 'uitvinder' van het meest verdedigende systeem van het westelijk hal frond door geruime tijd met maar liefst twee ausputzers te spelen en daarnaast bijna doorlopend de clown uit te hangen met allerlei potsierlij ke parades aan de zijlijn. Waarvan zijn 'laatste' act in het Feijenoord-stadion tegeno ver een even schaars behaarde grensrechter menigeen nog vers in het geheugen ligt. Maar. zoals gezegd, de laatdun kendheid en meewarigheid die voetbalcoach Hughes tot begin dit jaar begeleidde begint lang zaam maar zeker plaats te ma ken voor naar bewondering neigende bejegeningen. Want, het kan niet worden ontkend, Barry Hughes heeft zich in middels bij Sparta van een ge heel nieuwe zijde laten zien: die van de succésvolle voetbal trainer. En dat doet de ooit eerder slechts als entertainer aangeduide Brit zichtbaar goed. „Ik ben van de hel in de hemel terecht gekomen", laat hij zich ergens in het gesprek ontvallen. Om er, wanneer zijn gesprekspartner opmerkt dat de kop voor dit verhaal dan voor de hand ligt, direct aan toe te voegen dat „het be paald geen hemel was toen hij bij Sparta kwam", nu ruim een jaar geleden. Maling Op een ander moment laat Barry Hughes weten er maling aan te hebben wat de buiten wacht van hem als voetbal- (vak)man vindt, maar dit is nogal in tegenspraak met een andere mededeling: „Het doet me pijn als de buitenwacht meent dat ik niet serieus met mijn vak bezig ben". Zie daar de typering van Barry Hughes, zoals hij zelf ook zegt, de man met de vele persoonlijkheden. Een man ook bij wie niet di rect is vast te stellen waar scherts en show plaats maken voor ernst en zakelijkheid. Waarmee echter tegelijkertijd de charme van Hughes is aan geduid. Hij kan ook in een in terview zijn tegenspeler her haaldelijk tot een glimlach verleiden met kenmerkende kreten, die aan effect winnen door de wijze waarop hij ze uitspreekt. Waarbij de indruk blijft bestaan dat het feit dat Barry Hughes zich nog steeds bedient van Engels klinkend Nederlands een zorgvuldig deel is van zijn imagovorming, waarvan hij overigens zelf zegt dat die van hém een vol ledig verkeerd beeld geeft. „Michels wordt de generaal genoemd. Maar ik ken hem, hij is zo helemaal niet. Happel heeft dat mysterieuze stempel. Ik sta bekend als de lolbroek. Maar ik ben voor honderd procent met mijn vak bezig. Waarbij ik door grappen voor een zo goed mogelijke sfeer probeer te zorgen. Er zijn ver schillende wegen naar Rome en ik gebruik ze allemaal. Ik praat vóór een wedstrijd nooit met een collega, nooit. Dan ben ik een zwijn. Dat is geen show, dat is Engels. Ik ken Linder van de cursus, maar voor de wedstrijd loop ik zó langs hem heen. Als ik een speler van mij zie lachen met een tegenstander kan hij een linkse krijgen. Dat hoort niet. Na afloop wil ik best een bier tje met m'n collega drinken". On verschijligheid Waarna Barry Hughes, gecon fronteerd met het beeld dat de 'buitenwacht' van hem heeft, zich uitput in voorbeelden van hoe hij zich als trainer met zijn huidige club bezig houdt. Want onder het laagje zorg vuldig gepresenteerde onver schilligheid is juist bij het op sommen van die reeks van 'bewijzen voor zijn vakman schap' zijn ergernis merkbaar over het gebrek aan waarde ring. „Ik hoop dat ik nu einde lijk met Sparta echt erkenning afdwing", zegt hij. „Voor het eerst in zestien jaar. Bij Haar- DE VOETBALTRAINER/ ENTERTAINER MET DE VELE PERSOONLIJKHEDEN Het gebaar van Barry Hughes sprak voor zich: voor het eerst in zestien Jaar had Sparta Feyenoord in de kuip versiagen. Het bleek de definitieve ommekeer voor Sparta en de basis voor het succes van nu. Barry Hughes en één van de spelers van zijn team, David Loggie, van wie hij zegt dat hij met hen de ploeg van de grond af aan heeft opgebouwd. lem (zijn vorige club, waar hij zeven jaar achtereen werkte; red.) waren geen mogelijkhe den. De laatste drie jaar waren daar een hel, steeds tegen die degradatie knokken. Wat dat betreft heb ik nu lekkerder praatstof. Ik vraag nu na af loop van een wedstrijd: wat hebben Ajax en PSV gedaan? Bij Haarlem was dat: wat heb ben NEC en PEC Zwolle ge daan? Dat maakt nogal wat verschil". ^Waarna een brede grijns van oor tot oor het open gezicht siert. Barry Hughes heeft het zeer duidelijk hoorbaar en waar neembaar naar zijn zin. Zoals hij met volle teugen geniet van de reacties van het pu bliek, waarvan overigens een groot deel al in een halve deuk ligt als Hughes zijn pet maar boven het dak van de dug-out uitsteekt. „Ik ben naar Neder- land-Belgie gegaan om te ge nieten van wat toeschouwers zeggen. Toen iemand 'Feye noord' riep genóót ik. Ik keek naar die man met zó'n blik. Maar je denkt toch niet dat ik in de Kuip zou zijn geweest als Sparta ergens in de midden moot zou hebben gestaan? Ben je gek". Barry Hughes geniet dus van het leven op dit moment. Zoals hij ook met zeer veel genoegen medewerking verleende aan allerlei andere activiteiten op het gebied van entertainment. Kamerbreed „Die kraker van 'Kamerbreed' vond ik geweldig. Ook het geld trouwens, daar ben ik eerlijk in. Ik heb 'm zestien keer moeten zingen vóór de opname goed was. Maar ook daarin ben ik een perfectio nist. Het moet goed zijn. Ook in het voetbal. Toen ik bij Sparta kwam heb ik voor nieuwe douches gezorgd, nieu we clubkleding, wasgelegen heid voor de trainingskleren en een verfje op de tribune, rood en wit. Dat is toch prach tig. Het bestuur vond dat ik een te grote smoel had. Maar dat keek naar een safe positie, dus naar beneden. Ik kijk om hoog. Ik ben ook niet bang om tegen het bestuur te knokken. En daarom respecteren de spe lers me. Ik ben eerlijk, tegeno ver iedereen. Daarbij ben ik erg stipt. Ik zeg iets tegen de spelers en hang die medede ling op het bord; dan kan nie mand zeggen: ik wist het niet Maar het is hier géén concen tratiekamp. Daarom, ik begrijp niet dat de buitenwacht me niet serieus neemt als trainer. Het doet me pijn. En het is ook niet terecht. Ik ben hier elke dag, mijn vrouw ziet me bijna nooit. Ik doe alles zelf. Vraag maar eens aan die oude man netjes die elke dag bij de trai ning staan te kijken; die heb ben in de loop der jaren een behoorlijke kijk gekregen op voetbal. Je zult van ze horen dat er iets gebeurt. Er bruist ook iets in Rotterdam nu". „Laatst ook iets moois. Bij het afscheid van Van der Louw verschenen wij in clubkos tuum. Mijn opdracht. Ik wist dat Feyenoord dat niet zou doen. En inderdaad, die jon gens van Feyenoord zagen er uit alsof ze net van de cam ping kwamen. Er kwam toen een oude dame naar me toe die zei: je kunt wel zien welke ploeg het hoogst staat Kijk, dat doet me geweldig goed. Ik heb d'r twee dikke zoenen ge geven. Daarom, als iemand zegt dat ik alleen maar voor sfeer zorg en de discipline maar bijzaak is, dat is niet waar. Ik heb onlangs voor het eerst in de zestien jaar van mijn trainerscarriere twee spe lers een boete gegeven. Dat zegt toch wel iets". Móóie vrouwen De voortvarendheid van Barry Hughes kent nauwelijks gren zen als hij verder reageert op het 'oordeel van de buiten wacht'. „Het voetbal is voor mij het belangrijkste. Altijd. Wat ik in mijn vrije tijd doe gaat niemand iets aan. Er zijn trainers, en dan vaak de min der bekende, die op maandag avond gaan stappen en met hun naam schermen. Dat doe ik nooit. Ik kom door mijn be zigheden vaak genoeg in gele genheden waar zat mooie vrouwen rond lopen. Maar daar begin ik niet aan. Ik vind het leuk om carnavalswerk te doen. Binnenkort neem ik weer een nieuw nummer op; dat wordt wéér een hit, ik heb de tekst en muziek al gehoord. Met 'kamerbreed' moest ik in een korte tijd veel optreden, overal: Leeuwarden, Maas tricht, noem maar op. Maar m'n werk als trainer heeft er nooit onder geleden. Ik ging eens om half zeven uit Rotter dam weg, moest om negen uur in Groningen optreden en la ter op de avond nog in Nijme gen. Ik lag pas om half drie in bed. Maar dat is toch mijn zaak? Als ik 's morgens maar weer op tijd op Spangen ben. Dan kan niemand er iets van zeggen. Ik blijf die dingen doen zo lang ik respect heb in mijn club en bij mijn spelers en ik zorg er wel voor dat ik die afdwing. Ik werd ooit eens gebeld door Toppop, voor een opname. Of ik maar 's middags om drie uur in Hilversum wil de zijn. Dat kon niet, zei ik, want ik moest trainen. Ja, maar het kon niet anders. Dan is het jammer, zei ik, dan maar zonder mij. Uiteindelijk mocht ik zeggen hoe laat ik kon: op een ochtend om acht uur. Ik stond wél om tien uur op het veld van Sparta. Kijk, dat be doel ik nou". Open boek Barry Hughes noemt zichzelf een open boek. „Ik ben altijd mezelf, ik kan met mensen omgaan, maar soms ben ik in gewikkeld. Daar heeft mijn vrouw (VARA-omroepster El- lis Berger; red.) het nogal eens moeilijk mee. Ik neem een standpunt in en ben daar slechts met hele goeie tegenar gumenten van af te brengen. Maar door m'n eerlijkheid spreek ik de voetballers aan. Ik kom nooit in een kroeg. Daar heb ik geen behoefte aan. Net zo min als aan gou den ringen en dergelijke. Je kunt maar één jas aan hebben, in één auto rijden en één keer op vakantie. Als ik voor een training op het veld de ballen sta op te pompen geeft me dat óók voldoening. Ik houd van m'n vak. Maar ik wil het goed doen. En het gaat nu goed: Daarom ben ik een gelukkig man. Ja, als er een heel goed aanbod uit Amerika zou ko men waardoor ik in twee jaar meer kan verdienen dan hier in zeven jaar, dan ga ik wel. Maar het Amerikaanse voetbal is alleen een dak, de fundering ontbreekt. Ik kwam hier niet in een opgemaakt bed, dat is me nooit gebeurd. Brom had hier succes, maar er was een goede ploeg toen hij kwam. Toen ik kwam was het een puinhoop. Er was geen sfeer, geen mentaliteit, geen spelers en geen publiek. Nu is dat er weer, na vijftien maanden. Het was geen hemel toen ik hier kwam, maar dat is het nu wel. Vóór de wedstrijd tegen Feyenoord (na 0-2 4-2 voor Sparta in de Kuip; red) waren mijn spelers zó groot (wijst ter hoogte van zijn middel). Na af loop zó groot (geeft een dubbe le hoogte aan). Als ik had ge zegd: jongens we gaan twee dagen vechten in Vietnam wa ren ze zó meegegaan. Ik heb dit team van de grond af op gebouwd. Op wat er nu is be reikt ben ik trots. Mag het? Ik leef nu al toe naar de wed strijd tegen PSV over een paar weken. Dan moeten er 25.000 mensen zitten. En het kan. Ik praat nergens over, geen Euro pees voetbal volgend jaar, niks. Ik denk wel na elke wedstrijd die we winnen: zo dat is weer twee punten dich ter bij het kampioenschap". Kessler lucht Hughes, de entertrainer/voet baltrainer, mag dan het gevoel voor show tot in zijn vinger toppen beheersen, zijn kriti- kasters beginnen, zoals gezegd, ook tot de overtuiging te ko men dat hij als coach inder daad tot de beteren behoort. Sfeer kan hij optimaal verzor- gen, durf etaleert hij deze we ken op een bijna even grootse wijze. Spelen met vier aanval lers is bij hem geen spelen met vuur gebleken. Sparta vaart er wel bij, Hughes evenzeer. Waarbij hij geen blad voor de mond neemt als het voorval met de rolfluit tijdens een Haarlem-AZ '67 enige jaren geleden, hoe kan het anders, weer eens ter sprake komt. „Ik heb tijden zitten vlassen op een moment om wraak te nemen op Kessler. Die man is lucht voor me. Hij loopt als trainer op zijn tenen. Kijk, bij mij kun je zien dat ik zelf voetballer ben geweest. Bij hem, nou ja.... Die actie met die rolfluit was goed gepland. Er was televisie, de landelijke pers was er. Ja, aan alle voor waarden was voldaan. Ik móest Kessler een keer terug pakken. Als iemand iets over mij zegt pak ik hem terug. Na al dat katten op mij en het En gelse voetbal moest ik iets doen. Kessler heeft iets van: ach jongen wat stel jij nou voor? Dat neerbuigende, dat moest ik iets tegen doen. Die rolfluit was het, prachtig toch? En dan die Van Doorneveld (zijn opvolger bij Haarlem; red.). Die moet niet zulke ver velende prikken uitdelen. Hij kwam nota bene ook in een opgemaakt bed. Wat daar nu gebeurt, daar ben ik verant woordelijk voor. In mijn laat ste jaar bij Haarlem was de ploeg te jong. Nu kunnen ze aardig mee. Maar aan wie ligt dat? Aan Van Doorneveld? Al die rotzooi De uitbundige Barry Hughes maakt naar zijn zeggen regel matig plaats voor een wat voor zich heen filosoferende Hug hes. „Ik zit soms in een kleed kamer, in mijn eentje. Tussen al die rotzooi van bandages en zo. En dan zit ik te denken. Aan Bill Shankly (de onlangs overleden Engelse manager; red.) bijvoorbeeld. En dan be denk ik: als er iemand op me af zou komen en zou zeggen: Hughes jouw tijd zit er op, nou dan heb ik daar geen pro bleem mee. Dan heb ik een mooie tijd gehad. In alle op zichten. Zoals vorige week, in de Willem Ruis-show. De regie vroeg me of ik een geintje wil de uithalen. Ze moesten twee dooie minuten in het program ma vullen. Of ik even als 'Ge bochelde van de Notre Dame' wilde optreden? Nou, dat doe ik dan toch, is toch prachtig! En die opmerking van Leo Horn over mijn jasje, dat was een grap. Echt waar. Ik had al de hele dag met hem zitten kletsen. En dat hij zei dat ik bij hem in het magazijn had gewerkt, nou dat klopt. En ik ben er nog trots op. Dank zij dat baantje bij Hom kon ik toen als Engelsman in Neder land blijven en voetballen bij Blauw Wit. En daarna trainer worden". En wat voor één. Het Neder landse voetbal profiteert er hoe dan ook van. Van de Hug hes als trainer en/of entertai ner. Op beide gebieden de „po pulairste van Nederland, om dat ik uitstraling heb, geen kapsones en speel geen kome die; dat ziet het publiek". FRANK WERKMAN De autosportwereld dret het „terugroepen" van <L meesters Jackie Stewatr Lauda en James Hunt |f& middels heeft geweigek raceliefhebber van receor cennia het recht op ee»e nostalgie te ontnemen. toeschouwer maakte in unieke coureurs mee en; hun fantastische prestaiP cuur in het geheugen oo-i op latere leeftijd eens jt op te kunnen diepen enL dikt door te vertellen aj jongere generatie. Wel c moeite kan die persoofl1' besparen. De allerlaatst, I ting mensen krijgt pitI de kans zelf kennis te M met Jackie Stewart, deJ die dank zij het recortfa van 27 Grand-Prixzegew maal tot 's werelds besjje mule 1-coureur werge kroond. Stewart nam iirc afscheid van de weds tri) S( maar denkt nu hard een aanbod van 13,5 j>o< gulden om terug te kei s de baan. Tweevoudig n kampioen Niki Lauda, die half verbrandde weer uit zijn eigen as is pas enkele jaren uit h En hoewel de OostenrijÈ weert dat zijn jonge vlier schappij niet in' firi moeilijkheden verkeert een miljoenenaanbod ocl besluiten het volgend weer te gaan racen. De formule 1-klasse ken avond een spannende fit Las Vegas, maar van ei goed seizoen kan de lax'1 ren niet meer worden P* ken. De kosten rijzen uit en het massapublier* weg. Grote namen on tl in de huidige races of ren niets meer, zoalf" wereldkampioen Mark dretti. De volgende ka^' nen Jody Scheckter (rer stopt) en Alan Jones Fi boer) waren ook al geenfy verbeelding sprekende, ren. Dat laatste geldt oo de als stal baas geflopter son Fittipaldi, die ooiff1 kampioenschappen ttf* haalde. Ruzies tussen voorzitter Jean-Marie IsP en de aanvoerder van ff® istructeurs, Bernie EccP1 wel of geen zijschorten L wagens en het tijdelijk y trekken van de GcwfP bandenfabriek, hebben* soort afkeer tegen de air gekweekt. Met onder nj1 succesvolle opmars van bo-aandrijving (vooral rf nault) is wel een nieuw'7 nische wending aan hf' heidsgebeuren gegevehf/ voor de toeschouwers niet de belangrijkste zal willen zich identificeri een renner, hem was om wat hij doet en niet om wat zijn wagen kanVi laatste brengt Stewart ere da in kansloze posities, bo, ren de coureurs met de i kende techniek. Als zij 2) ceplannen doorzetten, zij afhankelijker van hetvc riaal zijn dan ooit. BeidtU bovendien een aardig tijei de actieve wedstrijdsfeee i Jackie Stewart gaan ook U ren tellen. De Schot is B dels 42 jaar en was in ztfo, ge jaren al geen roekeloi c reur. En roekeloos lijkt nieuwe stap toch wel teh De autosport zit krap geld, maar toch blijken ön lars voorhanden om Lal 1 Stewart zulke hoge bettr te kunnen bieden. Hun $r' zigheid op de circuits volk vooral in Europa{tz in ouderwetse drommeiê de kassa's moeten lokk tL eerste race zal dat succéP1 ben, maar het valt te be*., len of het publiek rPÏ eventuele afgang van dên' nóg zo gretig blijft. Ma w is wel een mooie herin?1 aan duigen. En de huid prenners Nelson Piqi Carlos Reutemann mog misschien minder aans\ I dan Stewart en Lauda/ baan zullen zij zich zek laten aftroeven door d f ex-gepensioneerden. Jackie Stewart heeft trc al dat geld niet nodig, schatrijk en verdient Da gelijks massa's muntei zijn wereldwijde publici tiviteiten en sport ver ving. Per jaar maakt de Schot 600.000 vliegkiloi met tussendoor de oi ning van zijn oude hobl kleiduivenschieten. Eert digheid die ook de Nel der Gijs van Lennep on knie heeft Maar dit ti want onze vroegere fort coureur heeft geen aanl kregen om te racen. He len we blijven gedenkei man van Le Mans en t Grand-Prixpuntje. Nee, Nederland wacht op de braak van Jan Lamm wacht de wereld op zijl we held. En als het ment met Stewart en mislukt, lenen zich nog weinig recente coureut nostalgisch dromen. De gicus heeft één troos Clark en Graham Hi men hem in geen ge va afnemen. Zij verongeluk kunnen ongestoord als Dl darische helden blijven leven. HERMAN JA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 12