^phinese wolhandkrabben
9kunnen ons-bij tienduizenden
"klauwendmaken en breken
l3t
Piet Olijerhoek en
z'n zestien broers en
zusjes zijn nog
allemaal bij elkaar
.Katwijkse wijk Hoornes
rijgt voor '84
igen bibliotheek
&D/REGIO
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 7 OKTOBER 1981 PAGINA 5
Isn
en di
d oit
bij Sfe
opmars is onthutsend en
voorat te stuiten: de Chinezen
m ovjjn ai jn ons land. Eigenlijk
"e %eds '31, maar dat wisten
r volfe nog njet. Maar vandaag
£z<tyordt de invasie met fuiken
'ol in een helder dag- en
jachtlicht geplaatst.
%rt+i)'visies bedreigen ons
jPffaderlands waterbestel. Bij
et »3enduizenden tegelijk
"blauwen ze hun scharen, en
.tie gegrepen wordt kan
"Tiaar 't best onverwijld de
d Guis* of een andere arts
jjpzoeken om bevrijd te
"Wden van een krakende
/I^Teklemming. Ik eet zo is
Tiijn eerste reactie van
n'n leven geen
trabcocktail met Kerstmis
neer. Gisteren zag ik ze:
re/jojuizenden Chinese
/jyj/olhandkrabben, sissend in
stagen bun, bij duizenden
m Algelijk. Publicaties, de
ringaatste paar weken:
vaa^vogelspinnen" gevonden,
erpot*r en der, tot in bedstee's
e/ï> toe. Gillende vrouwen, die
va/iie politie alarmeerden. Het
^f/jjoopt bijna de spuigaten uit.
tn> Maar telkens bleek, dat er
ce'jprake was van een
de vergevorderde Chinese
3a^uvolhandkrab. "Volstrekt
1 p7i>ngevaarlijk", volgens
op dierenhulpdiensten. Maar
Ik weet nu wel beter,
listeren werd ik ontboden
hetMj een ..verzamelaar" van
aarf:hinese krabben, die heel
tellrat levens de laatste tijd
iur maken. Leo van
_;mond, palingvisser aan
iet einde van de
loorderhem, bij de Brasem,
utifeog een beetje
oelofarendsveen. Daar
leurde het water al
inkergrijs, met de dreiging
'an herfststormen die de
'olven schuimend kunnen
felppzwepen. Bijna ontelbare
jiijkatten, die de woonark van
steflVan Esmond omronkten in
leen verrukking rond de
(buns vol "levendige"
krabben en gescheiden
i— palingen. Een kat ging
zo lekker warm aanvoelde,
de koffer. Een plaatje.
Daar ging het ons niet om,
helaas. Tanige Leo van
Egmond, met z'n drie truien
aan en spitse tronie, is lang
zo moddervet niet als z'n
aal, maar hij verkoopt de
paling, gerookt of gestoofd,
aan veel voorbijgangers die
het fietspad berijden met
hun auto's. Leo is een
buitennissig haantje de
voorste, want de paling
wordt bij hem van de hand
gedaan terwijl de Chinese
krabben ingetoomd op hun
uiteindelijk lot liggen te
wachten. Liggen te wachten
O nee; ze krioelen
doodeng, sissend op een
onontwarbare hoop, zich
niet bewust van de
genadeslagen die Van
Egmond al wekenlang
uitdeelt. Geen
troeteldiertjes, maar
groengrauw, als zeewier, en
steeds maar blindelings
grijpend naar de rand van
hun gevangenis.
Leo van Egmond,
residerend in een woonark,
terzijde van het geweld der
seizoenen, beleeft
ongekende dagen. „Dit heb
ik in geen jaren
meegemaakt. Dit is
extreem. Hou maar even
vast, en als ze toebijten, ga
dan maar naar de dokter.
Ja hoor. En dat noemt men
ongevaarlijk!" Van Egmond
heeft in de voorbije weken
duizenden Chinese
wolhandkrabben gevangen;
soms in één nacht 5000 bij
elkaar. „Giftig Nooit
gemerkt; ik eet nog van
alles..." De krabben zijn nog
zelden eerder zo talrijk
geweest. Het is om koud
van te worden: ze knijpen
zich vast in een emmer, zijn
agressief en klaar om zich
vast te klauwen. Laten niet
los. Kleine demonstratie
van Van Egmond: hij houdt
een krab, met een
„doorsnee" van 35
centimeter, boven een
emmer, die gevuld is met
honderden soortgenoten. De
De heer Van Egmond met een van zijn exemplaren.
krab klemt zich met twee
scharen aan de emmerrand
vast en Van Egmond hijst
de hele zaak omhoog; de
Dagelijks vindt palingvisser Van Egmond honderden Chinese wolhandkrabben in
zijn fuiken.
krab laat niet los.
De Chinese
wolhandkrabben (harig op
de scharen en de kop)
kruipen over dijken heen,
de polder in. Als Van
Egmond z'n fuiken in het
water van de Wijde Aa, de
ringvaart van de
Haarlemmermeer, of in de
Brasem zet, nou, dan wordt
de echte plaag merkbaar:
„Aan m'n fuiken richten ze
onherstelbare schade toe; je
kunt beter nieuwe maken
dan te blijven boeten. Met
die kapotte fuiken ontglipt
ook je paling. Dat is
onhoudbaar. Dit jaar is het
extreem erg, met die
chinese krabben. Ik heb er
duizenden de harses
ingeslagen van de zomer,
maar het is gewoon niet
meer bij te knuppelen.
Onvoorstelbaar. Ze vreten
m'n fuiken kapot!"
Leo van Egmond weet niet
wat hij met z'n overlevende
exemplaren moet
aanvangen. „Er zijn mensen
die me een gulden per kilo
betalen; en zo heb ik er
honderden kilo's verkocht.
Ik weet verder niet, wat ze
ermee doen. D'r zijn lui, die
ze opzetten, gelakt en zo.
Maar het is gewoon niet bij
te knuppelen;
onvoorstelbaar, maar ze
vreten m'n fuiken kapot.
Kijk", en Leo en op dit
ogenblik hoor ik over de
dood van president Sadat
van Egypte, en dat is weer
een klap voor een heleboel
mensen laat me opnieuw
ellende zien: kijk, ze
blazen belletjes. Kijk, het
mannetje heeft een klein
klepje, en het vrouwtje
heeft een grote klep,
zogezegd. En die bekjes
gaan als een elektrisch
scheermesje heen en weer.
Kijk maar", en Van
Egmond houdt me een
woedend exemplaar voor,
op een afstand van amper
dertig centimeter.
„Ik kan er 't sop en de kool
niet meer mee verdienen,
want de paling glipt door de
gemaakte mazen heen"; en
de Brasemer baren klotsen
tegen de oever, als in een
ontij, dat onbarmhartig en
onpartijdig een oordeel
uitspreekt. De krabben, van
chinese komaf, gaan nog
even lustig verder met hun
griezelperiode. Het is om
akelig van te worden, want
't kruipt en klauwt een
emmer uit, en als je er even
niet op let is het uitkijken.
In een flinke bijeenkomst
van chinese krabben in een
teil hoor je het gesis van
honderden exemplaren: ze
blazen belletjes uit d'r lui
bekjes. Een onheilspelbaar
geblaas van gewapende,
nauwelijks in de hand te
houden schaaldieren, die
Op' mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en. elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
Piet Olijerhoek en Annie
Dobbe zijn 40 jaar
getrouwd. Prachtig dat is
een feest waard
Natuurlijk. Het gaat in
brede lagen van de
huwelijksbestanden
zienderogen achteruit met
de duur ervan. Nog even,
en het is een hele prestatie
voor velen als ze het zonder
al te veel kleerscheuren
tien jaar met elkander
uithouden. Met Piet en
Annie gaat het echter, naar
mijn beste weten,
voortreffelijk. Dat zal men
vandaag wel een beetje
kunnen merken bij de
viering in het café ,,'t Lage
Land", dat in Oud Ade een
welkom punt van samenzijn
vormt. Ik zou met deze
opmerkingen kunnen
volstaan, ware het niet, dat
een schoonzoon van Piet
Olijerhoek me op enkele
andere zaken opmerkzaam
maakte. Het komt er
namelijk op neer, dat het
geslacht Olijerhoek
duurzaam geworteld in het
lage veenland rond Oud
Ade van een bijzondere
kwaliteit is.
Piet Olijerhoek, de jubilaris
van vandaag, is één van de
zeventien zoons en
dochters, die in februari
van het crisisjaar 1930
eveneens in Oud Ade het
zilveren bruiloftsfeest
meemaakten van hun
ouders Olijerhoek- Van
Klink. Werkelijk, die dag
met een levende rijkdom
die samen met elkaar op de
kiek ging, klonk als een
klok. Maar vandaag, op 7
oktober 1981, zijn al die
zeventien kinderen
Olijerhoek nog in de beste
gezondheid. Na 51 jaar
vieren ze het 40-iarig
echtbestand van broer Piet
en zijn Annie mee. Slechts
één zus kan niet in ,,'t Lage
Land" aanwezig zijn, omdat
ze jaren terug naar Canada
emigreerde. Maar de rest is
er aanwezig, tot in hoge
ouderdom, blakend zelfs en
goed gezond, volgens mijn
zegsman Leo van de Poel
uit de Veen, die zelf met
een meisje Olijerhoek
huwde. Nu kunnen die
Poelen er ook wat van,
maar ze moeten toch maar
zien het in de competitie
met de Olijerhoeks vol te
houden.
Leo v.d.Poel: „Ik denk, dat
zo'n bijeenkomst van 16 van
de 17 kinderen na een
halve eeuw plus een jaar,
plus 25 jaar (de oudste telg
Olijerhoek zal dus nu
volgens onze moeder de
Heilige Kerk 75 jaar zijn, als
we vanaf de beddeplank
tellen), vrij uniek is.
Iedereen is nog in een
goede gezondheid,
misschien ook wel dankzij 't
erg sobere leven dat deze
Olijerhoeks in hun jeugd
hebben gehad. Ze wonen
vrijwel allemaal nog in de
streek rond Leiden".
Even terug naar februari
1930. Ik zie nu een knipsel
uit de Leidsche Courant
van die dagen. Een foto van
het volumineuze gezin
Olijerhoek-van Klink, met
de jongste op schoot van
papa Piet met z'n zilveren
bruid, die ook een dochter
op een knie heeft zitten,
naast zich. Zo ging dat, in
die jaren: een kiek, met een
gedicht onderschrift van
„Troubadour". De wat
oudere abonnees onder u
zullen deze troubadour nog
wel kennen. Het rijke
roomse leven bezat in nem
een zanger die met
klaroengeschal de waarden
van het leven in een roze
daglicht zette.
Wat schreef „Troubadour"
in februari '30 bij het
familieportret Olijerhoek-
van Klink
„Zoo'n bericht weer eens te
lezen, kijk, dat doet je toch
weer goed, Dus er zijn toch
nog wel menschen Met wat
durf en levensmoed. Dus er
zijn toch nog wel menschen.
Die het durven te bestaan,
Om niet enkel voor hun
eigen Vreugde 't leven door
te gaan. Eenzaam in 't
eenvoudige dorpje Leven zij
met hun gezin, Eenzaam,
enkel voor hun kind'ren
Kijken zij de wereld in.
Nimmer las men hunne
namen Al die jaren in de
krant. En toch waren zij de
grootste Steunpilaar voor 't
Vaderland. Grooter dan de
grootste sportman Die men
huldigt jaar op jaar, Is het
rijke leven van dit
Onvolprezen ouderpaar
Dus een hart'lijke
gelukwensch Om dit
zil'vren jubeltij, Wat een
toekomst moet u wachten
Met uw kind'ren, jong en
blij. Laat de wereld dan
maar lachen, Om de zorg,
die u nog rest. Alle tijden
hebben tijden, Wie het
laatst lacht, lacht het best".
Toch weer even fijn, die
Troubadour en Piet en
Annie Olijerhoek;
eenenvijftig jaar geleden,
toen de Olijerhoekjes nog
wekelijks in de tobbe
gingen. En nu kijken ze
bijna allemaal naar de
kleurenteevee, voor ze naar
bed gaan.
met hun eigen bestaan geen
raad weten.
En zoals we als machtelozen
altijd weer luisteren naar
mensen die hoop en
uitkomst zouden kunn^i
geven, zo hoorde ik graag
het uitsluitsel van L. B.
Holthuis, conservator aan
het rijksmuseum van
Natuurlijke Historie,
afdeling Schaaldieren,
Raamsteeg Leiden: „Zeer
schadelijk, die krabben;
voor zover het betreft de
visstand onder water, als
boven water. De netten
gaan eraan kapot. Maar die
krabtoestand is eigenlijk
niet zeldzaam: het is een op
en af bestand. In de herfst
trekken de dieren naar zee
voor de voortplanting, met
de stroom mee. Een paar
jaar geleden hadden we een
plaag bij de Lichtfabrieken,
en daar liepen de beambten
rond met een elastiekje om
de broekspijpen heen. Dat
was toen ook al tegen de
krab...."
op verscheen, per ongeluk,
rond 1913 via een
ballastwater, in Duitsland,
in de Elbe. Daarna kwam
het gemormelte rond '31
ook in het
Noordnederlandse
Groningen en Friesland. De
krabben werden plagen: ze
maakten holen in dijken en
groeven graven en gangen
tot in verre omstreken. De
„Vogelspin" kunnen we wel
vergeten, maar de chinese
wolhandkrab kan z'n
plezier voorlopig nog wel
op.'
3LGENS PROVINCIAAL PLAN
ÏIDEN Katwijk dient
jrejor 1984 een bibliotheekfi-
Hoornes-Rijnsoever te
i. Een extra bibliotheek
de Alphense wijk Ridder-
al ld 2 staat voor een jaar later
het programma. Dit blijkt
het concept provinciaal bi-
Jtheekplan, zoals dat gister-
-idag in de Leidse biblio-
>et ieek aan de Nieuwstraat aan
Bdupteerde drs. W.H.M. Aal-
p werd overhandigd. Het
bliotheekplan is samenge-
jld door een provinciale
^missie. Voorzitter Chr.J.
jtendijk overhandigde de
eputeerde een eerste exem-
n van het rapport. Het
ui hn. dat door de provincie
h vastgesteld moet worden,
It als eer advies aan het
isterie van CRM die de
•we bibliotheken voor een
Voor de gemeente Leiden
heeft het provinciale plan wei-
nig in petto. Gemeld wordt
slechts dat het gemeentebe
stuur filialen in Roodenburg
en de toekomstige wijk Ste
venshof wil bouwen. De ge
meente Voorschoten heeft zich
in principe uitgesproken voor
een filiaal in de wijk Noord
Hofland. Het is echter nog on
bekend wanneer deze gereali
seerd moet gaan worden.
In het prioriteitenlijstje van de
provinciale commissie staat
een permanente bibliotheek in
Alkemade-Oost voor 1983 op
het programma. Alkemade
kent nu alleen nog een uit-,
leenpost met een steeds wisse
lende collectie in Roelofa-
rendsveen en drie bibliotheek
bussen. Het gemeentebestuur
van Alkemade heeft de nieu
we bibliotheek op de meerja
renraming geplaatst. Ook Ter
Aar komt in '83 voor een eigen
vestiging in aanmerking. Voor
de gemeenten Nieuwkoop en
Hazerswoude staat de realisa
tie van een bibliotheek op het
verlanglijstje voor de periode
'83-'85. De stoptijden van de'
bibliotheekbus in Nieuwveen,
nu 3 uur per week, moeten
uitgebreid worden naar 8 a 9
uur per week. De stoptijden
van de bus in Rijnsaterwoude
dienen verdubbeld te worden.
Leimuiden komt volgens de
provincie in aanmerking voor
een filiaal van de Provinciale
bibliotheek centrale. De ver
vanging van de bibliobus in
De Zilk voor een vast filiaal
staat voor '83-'85 op het pro
gramma.
De heer Buijtendijk (links) overhandigt het plan aan de-heer Aalbers.
Collegium Musicum toont
grondige voorbereiding
HAZERSWOUDE Uit het programma, waarmee Collegi
um Musicum volgende week een toernee gaat maken door
Hongarije, vfras gisteren in cultureel centrum Het Anker een
selectie te horen. Voor Hazerswoude maakte dit concert deel
uit van het zevende eeuwfeest. Voor Collegium Musicum was
het een generale repetitie, waarin het goed beslagen ten ijs
kwam.
Ondanks de dempende akoestiek wist Collegium Musicum de
muzikale gedachte in de diverse composities pakkend over te
brengen. Enerzijds inspireerden de dwingende dramatiek van de
werken van Mozart en de Nederlanders van Baaren en Andries-
sen daar sterk toe. Anderzijds zijn sinds de komst van dirigent
Bruno de Greeve de interpretatiemogelijkheden van 'Collegium'
drastisch vergroot.
Mozarts ouverture 'La clemenza di Tito', was met haar sequen-
zen en dissonerende accoorden een spanninggevend begin. De
symfonische allure ervan miste de plompheid, waartoe met
name het slagwerk m Mozart al snel dreigt te vervallen.
In de Choral Dances van Britten liet het koor een uitstekende
samenzang horen, waarin de diverse stemtypen zich gelijkwaar
dig lieten opnemen. De virtuositeit in de sopraanpartijen en het
warme inlevingsvermogen lieten Brittens milde modernisme
prachtig uitkomen.
De gematigd serieële stijl in de cantate The Hollow Men' van
Kees van Baaren vormde het andere uiterste. De trefzeker ge
brachte dialoog tussen de solisten, het koor en orkest, onder
schreven door een tekst van T.S.Elliot, klonk tegelijk fascine
rend en beklemmend. De wei king van de handige en beperkt
gevarieerde stijl in Francaix' suite voor blazers als anti-climax
werd ruimschoots gecompenseerd door de virtuositeit van de
uitvoering.
In de twee Madrigalen van Andriessen ontwikkelde Collegium
Musicum wederom een gevoel voor dramatiek een virtuoos sa
menspel tussen koor en orkest. Een herhaling daarvan als toe
gift was volstrekt gerechtvaardigd.
DIRK VOOREN