iMFMf
•irecteur laat huurders
oe in Nieuw Rijksdorp
Marjolein besloot (in financiële nood) haar
balletportie maar aan Fikkie Paul te geven
dragen over Zuidafrikaans bezoek aan universiteit
Nader onderzoek
naar beleid
op sociologisch
instituut
-"AD/REGIO
LEIDSE COURANT
DINSDAG 29 SEPTEMBER 1981 PAGINA 5
JiDVOCAAT ZORGT VOOR TEGENAANVAL IN ZAAK HOOGENBOOM-BRIER
'erwijl mejuffrouw, en
va jevrouw tevens,
Jarjoleine Marijke
s Iriër, geboortig te
en tegstgeest, anno '42 en
n on-actief
ne alletpedagoge, voor
fe «dereen die het maar
/ilde horen haar
equiem voor een
anseres zong en in
nkele door haar
èëntameerde
iterviews een
id jokgordijn legde ten
0 ichoeve van Leines
1 i igen manoeuvres;
11 erwijl dit alles dan
2 eschiedde, bereidde de
0l êgenstander zich voor
fi ip een aanval op de
ti echter flank. Briër gaf
,ri nkele weken geleden
- in deze rubriek,
inder meer haar
pologie weer. Als het
n lachtoffer van veel
i c inrecht en
inbedachtzaamheid.
k laar raadsman zat er
■b vaakzaam bij, gereed
lJ< im in te grijpen als
Marjolein al te wild zou
k ;aan spartelen. De
i ïeerslag van het
to vraaggesprek verscheen
in onze kolommen op 12
september.
Lj Toen de kruitdamp enigszins
ftjjvas opgetrokken, bleek de
I rijand echter niet verslagen
,D|te zijn. Een trompetstoot, en
r j de aanvalslinie van de
l egenpartij trok geregeld op,
met blanke sabel en
inderwijl vurend in de
u ichting van in dekking
gende Briër. Van enige
stand sloeg de souverein-
nolens volens van de
lidse Balletschool, Paul
ij Willem Hoogenboom,
lusicus, geboortig te
jakarta, anno '46, de
'oorwaartse bewegingen
'an zijn in de hand
inomen juridische veldheer
ide. De eerste treffers
reikten nu ook onze open
lurelen, en ik zie me
genoodzaakt de score vast te
•leggen op mijn beeldscherm,
"let gaat dus ik resumeer
nkele vitale historische
Nog altijd prijkt Briërs naam op het uithangbord aan de Oude Vest.
leiten om de Leidse
Balletschool van
Marjolein(e) Briër, die in
conflict ging met haar ex-
vriend en zakelijk partner
Paul Hoogenboom. Het
gevolg was, dat Hoogenboom
de Leidse balletten in z'n
eentje moest zien voort te
zetten, en dat Marjolein
genoodzaakt is, „elders ter
wereld emplooi te vinden"
(haar raadsman schreef in
een missive in eerste
instantie: „explooi").
Marjolein die geen
clochard voor zichzelf wilde
zijn, en zich nu in haar
„groene periode" bevindt,
gezien alle planten die de
plaats van het verdwenen
antiek in haar flat hebben
ingenomen voelde zich de
gebeten hond en
overeenkomstig de situatie
en in ampel overleg met
haar raadsman liet ze wat
geluiden horen die een
gebeten hond kenmerken.
Voor de goede orde vermeld
ik nu, dat de belangen van
Briër worden behartigd door
mr. Leon J. A. Sprenger,
deeluitmakend van het
„Advocatenkollektief te
Leiden". Hoogenboom heeft
zijn toevlucht gezocht bij mr.
A. N. Huizenga, van
Wortelboer Huizenga,
residerend aan de Laan
Copes. Ook binnen de
vaderlandse advocatuur zijn
stromingen te
onderscheiden. Zo zal het
kollektief zich eventueel
met de jurisprudentie
kunnen bezighouden in de
onmiddellijke
bereikbaarheid van een
koud pilsje; misschien eerder
dan de geachte confrères die
in 's Gravenhage
geassociëerd zijn binnen een
Kantoor, en die geen toga
huren, maar deze zelf
bezitten. Aan beide zijden is
het recht evenwel in goede
handen; men is opgeleid tot
eenzelfde spitsvondigheid,
en tot vóór de rechter zitten
de geachte confrères elkaar
in de pruik. Tot de
wederzijdse
bestrijdingsmiddelen
behoort ook schriftelijk
verweer, en aan beide zijden
worden brieven uitgewisseld
die niet van tikfouten
gespeend zijn. Gelukkig
maar, want zo menselijk zijn
advocaten ook wel weer.
Tot nog toe leek het, dat
Hoogenboom blotelings en
onbeschermd de tirade van
Briër moest doorstaan, maar
advocaat Huizenga komt nu
in de tactische aanvalsspits
met een tank vol
tegenbewijzen, materiaal dat
er niet om liegt. Ik zal
proberen, de voornaamste
punten in het kort weer te
geven. Degenen die er nu al
genoeg van hebben, kunnen
ophouden met lezen, maar
voor de op sensatie belusten
heeft mr. Huizenga nog wat
in petto.
„Mejuffrouw Briër heeft
besloten uit te treden
(ofschoon ze nooit in een
convent heeft gezeten, T.P.)
en cliënt Hoogenboom moest
verder maar in z'n eentje de
school voortzetten". Nadat
ze deze wens kenbaar had
gemaakt, gaf Briër enkele
interviews weg. „Briër heeft
beweringen geplaatst die
mijn cliënt in een kwaad
daglicht stellen en derhalve
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
zijn eer en goede naam
aantasten en hem bovendien
schade berokkenen doordat
reeds ingeschreven
leerlingen van de
balletschool, die door cliënt
alleen wordt voortgezet, zich
naar aanleiding van de
recente publikaties hebben
teruggetrokken, en
potentiële leerlingen zich
niet hebben laten
inschrijven", aldus mr.
Huizenga.
Juiste feiten nu, namens
Wortelboer Huizenga:
Hoogenboom is er door Briër
toe overgehaald om als haar
zakelijke compagnon op te
treden, ondanks „herhaalde
waarschuwingen van mijn
cliënt". Het contract tussen
beiden werd getekend nadat
Hoogenboom, een paar
weken eerder, in mei '78
naar zijn nieuwe woning aan
de Oranjegracht was
verhuisd. Dus niet vóór die
tijd. Verder: „Mejuffrouw
Briër is wel degelijk uiterst
kwistig met geld
omgesprongen. Daardoor
ontstonden juist de
moeilijkheden. In '79 nam zij
44.000 gulden op en cliënt
30.000; in 1980 51.000 en
cliënt 12.000 gulden. De
jaarstukken werden
opgemaakt door Bureau
Zirkzee. Verder spendeerde
Briër in 1980 23.000 gulden
aan de voorstellingen in de
Leidse schouwburg, waar
slechts een batig resultaat
van 1798 gulden tegenover
stond. Mijn cliënt heeft zich
hierbij steeds slechts met
tegenzin neergelegd". Naar
het verloop der onderlinge
gesprekken kan men slechts
gissen.
Eind 1980 waren er, door de
grote kosten en hoge
opnamen van mejuffrouw
Briër geen liquiditeiten
meer voorhanden. Daardoor
heeft de mejuffrouw in 1981
geen geld meer kunnen
opnemen ten laste van de
v.o.f.; hetzelfde geldt
overigens voor mr.
Huizenga's cliënt
Hoogenboom. „Dit is de
reden waarom mej. Briër
van mijn cliënt afwilde. Het
had niets te maken met
enige belemmering die
cliënt haar in haar
creativiteit oplegde: daarin
was zij volledig vrij, en
cliënt bemoeide zich
daarmee in het geheel niet
Mej. Briër is ermee
begonnen te pogen mijn
cliënt kwijt te raken als
compagnon door hem
allerlei onfrisse
onbewijsbare verwijten te
maken. Materiaal daarover
is beschikbaar".
Via aantoonbare gegevens
werd duidelijk, dat Briër
ervoor heeft gekozen om
niet zélf met de balletschool
voort te gaan. Zonder dat
overeenkomst was bereikt
over afkoopsommen e.d.
heeft Marjolein Briër haar
beslissing genomen. Nog
eind augustus van dit jaar
heeft Hoogenboom met
nadruk verklaard (volgens
zijn advocaat), dat hij het
liefst „samen met
mejuffrouw Briër verder zou
willen gaan". Briër zou zo
was door haar toegezegd
zorgen voor een lesrooster
voor het komende seizoen.
Volgens raadsman Sprenger
(in brief van 3 september j.l.)
kon zij daar voor zorg
dragen. Enig uitblijven
daarvan zou een verklaring
kunnen zijn voor het
antwoord op boze
telefoontjes van ouders die
een dochter willen opgeven
en dan van Hoogenboom te
horen kregen, dat Briër een
rooster zou opstellen,
volgens afspraak. Ook moest
Marjolein ervoor zorgen, dat
geluidsapparatuur en
inventaris weer
terugkwamen in de studio
aan de Oude Vest.
Een Vennootschap Onder
Firma in ontbinding. Het
riekt allemaal wel erg.
Marjoleins balletten zijn ooit
roze, wit en, hoe dan ook,
helder en soms zwart, maar
spiritueel en gedreven van
conceptie en opbouw
geweest. Ten koste van wat
een ontketende ziel daaraan
wilde besteden. Wat dat
allemaal heeft gekost, weten
alleen de insiders. Het moet
uit de „klauwen zijn
gelopen". En ik weet wel
een beetje hóe, want de
kunst gaat vóór de baat uit,
in vele gevallen.
Persoonlijk leed en
persoonlijke afbraak komen
in de openbaarheid, en
rechtskundige adviseurs en
belangenbehartigers „van
partijen" liggen op de loer
om elke publicistische
miskleun juridisch en
gehonoreerd te kunnen
afstraffen. Het is net zo
onberekenbaar als in een
leeuwenkooi: elke grauw en
klauw en douw kunnen
maar beter binnen de tralies
van het beestenspul blijven.
In een circus zijn soms al
slachtoffers genoeg; maar
daar worden wel „plaatjes"
van geschoten. Inmiddels
heeft mr. Huizenga mij
voorzien van ettelijke
gekopieerde velletjes vol
cijfers en bedragen,
opgenomen in een
brandbrief aan zijn confrère
Sprenger. Over en weer
elkanders dienstwillige
confrères. Huizenga geeft in
een post scriptum aan
Sprenger nog iets te kennen:
„Uw rekenapparaat staat
nog bij mij thuis".
Waarschijnlijk, althans
mogelijk, heeft mr.
Huizenga zich op dat
apparaat uitgeleefd.
ÏEMEENTE HEEFT NIEUWBOUWPLAN BEJAARDENWONINGEN:
ASSENAAR De 70-jari-
„actieleider" F.W. Mul-
r heeft de tot mislukken
J doemde strijd ook opge-
tven. Het statige en vredi-
e, maar volgens de brand
eer „brandgevaarlijke",
uize Nieuw Rijksdorp aan
Berkbeistraat in Wasse-
-p lar is overdag praktisch
n (gestorven. Aanbellen bij
132 kamers tellende pand
£eft pas na enkele pogin-
•t n resultaat: Iemand van
n :t al ontslagen, maar in
k geval tot november nog
u wwezige, personeel ver-
Ijst, uit het raam han-
nd, naar een open zijdeur,
nverigens heeft directeur
»t -S. de Visser een soort
0 tnsion gesticht en onder
n it mom van 'Ik moet toch
ebk leven' 14 nieuwe huur-
rs toegelaten. De gemeen-
heeft echter plannen om
de plaats van Nieuw
Ijksdorp zo'n 30 tot 40 be-
x ardenwoningen te bou-
s. e 82-jarige mevrouw M.J.
s ibbeler is de enige van 19
n jaarde bewoners, die nog
'er is. Zij is invalide en moet
soms gebruik maken van een
rolstoel. Ze wil in Wassenaar
blijven, of in het uiterste
geval naar Voorburg gaan.
Maar voorlopig kan ze daar
niet terecht. Voor haar zit er
dus niets anders op dan in
Nieuw Rijksdorp te blijven.
„Ik ben al blij dat ik m'n ge
loof (gereformeerd) heb, an
ders was ik er allang onder
door gegaan", zo zegt de be
jaarde dame. Mevrouw Hibbe-
ler woont al zeven 'jaar in
Nieuw Rijksdorp en wil nu
graag naar het tegenover
Nieuw Rijksdorp liggende
Sophiekehuis. Van de „bezet
ting" van Nieuw Rijksdorp
sinds eind juli moest ze niks
hebben: „Dat doen die kra
kers allemaal en daar hou ik
niet van". Mevrouw Hibbeler
heeft niet zo veel hoop voor
de toekomst. De urgentiever
klaring die zij twee jaar gele
den kreeg, heeft blijkbaar nog
niet erg geholpen. „Ik wacht
maar af", klinkt het half be
rustend, half hoopvol.
Voor de directeur is de ex
ploitatie van Nieuw Rijks
dorp, dat wegens 'onvoldoen
de beiaarden' nu geen bejaar
dentehuis meer mag heten,
naar eigen zeggen nog maar
nauwelijks rendabel. De 14
nieuwe mensen betalen alleen
huur, terwijl de 19 bejaarden
zo'n 2500 gulden all-in moes
ten neertellen. De directeur
hoopt nog wel de sinds het ge
bod tot sluiting betaalde per
soneelskosten op de overheid
kunnen verhalen. De Visser,
die niet kwijt wil hoeveel
huur hij van de nieuwe bewo
ners krijgt, is door de 'ge
dwongen verhuizing' van de
bejaarden van Huize Nieuw
Rijksdorp niet veel meer dan
een kapitein van een zinkend
schip geworden. De directeur
zelf zegt hierover: „Ach, ze
zijn al zo lang bezig. Er lopen
nog bezwaarschriften, het kan
nog Wel even duren".
Hij is nu in elk geval al aan
het solliciteren geslagen en
heeft zich bij het Gewestelijk
Arbeidsbureau als werkzoe
kende laten inschrijven. Het
wil overigens ondanks 21 jaar
ervaring nog niet zo lukken.
„Het is moeilijk ja, je moet
voor dit soort baantjes al
gauw een katholieke levens
overtuiging hebben". Totdat
de gemeente Wassenaar defi
nitief besluit over Nieuw
Rijksdorp genomen heeft,
kunnen de 14 huurders blij
ven.
Exploitatie
De Visser kan Huize Nieuw
Rijksdorp zeker nog tot het
einde van dit jaar exploiteren,
hoewel een architectenbureau
uit Soest binnenkort al plan
nen gaat uitwerken. Plannen
voor naar schatting 30 tot 40
bejaardenwoningen. Wasse
naar zelf is nog uitgebreid be
zig om uit te laten zoeken, hoe
De Visser en de nieuwe bewo
ners „verdreven" kunnen
worden. „Er is door de komst
van die 14 mensen nu een
volstrekt nieuwe situatie ont
staan, volgens de gemeentelij
ke voorlichter. „En wat moet
je daar nou aan doen, het is
net als met het kraken van
panden. De gemeente heeft
nu in studie wat het best kan
worden gedaan. Dat kan even
duren. Maar als er brand uit
breekt is De Visser eerder
verantwoordelijk dan de ge
meente". En de kans op „een
brandje" is wellicht groter ge
worden, omdat de bewoners
Mevrouw M.J. Hibbeler: Afwachten...
zelf hun potje moeten koken.
De commandant van de
brandweer in Wassenaar,
Jansen, had eens „voorzich
tigjes" verklaard: „Ja, wat is
gevaarlijk? Als ie in een auto
rijdt is dat ook gevaarlijk".
Het brandweerrapport liet
aan duidelijkheid niets te
wensen over; Van „bordpa
pier" was het in 1895 gebouw
de Nieuw Rijksdorp nog niet,
maar brandgevaarlijk wel de
gelijk. Bovendien zijn de
vluchtwegen volgens de
brandweer onvoldoende.
"TDEN „Heeft het college van bestuur
t gehandeld door prof. J. Greyling van
uidafrikaanse universiteit van Durban-
tville te ontvangen?". Deze vraag werd
eravond gesteld door universiteitraads-
D. Koelega van de Progressieve Partij,
leer Koelega vroeg zich ook af waaróm
£idse universiteit deze professor eigen-
heeft ontvangen, waarbij hij onder
r verwees naar drie jaar geleden geno-
I raadsbesluiten om contacten met Zuid-
ika zoveel mogelijk te beperken vanwe-
de apartheidspolitiek die er wordt ge-
d.
'benadrukte hij dat de Nederlandse rege-
onlangs het zogeheten cultureel verdrag
dit land om dezelfde redenen heeft verbro-
De heer Koelega had vooral kritiek op de
handelwijze van de universiteit rond de ont
vangst van de geleerde. Prof. Greyling had zich
begin september per brief gericht tot de Leidse
universiteit met de vraag of hij daar welkom
was. Hij wilde onder meer de structuur binnen
de universiteit bekijken en tevens de mogelijk
heid bezien of enkele (Indische) studenten in
oosterse wetenschappen hier kunnen studeren.
Het antwoord op zijn verzoek om te worden
ontvangen heeft de professor niet kunnen af
wachten. Hij heeft dan ook niet kunnen ingaan
op de vraag van de universiteit om zijn bezoek
wat nader te willen toelichten en stond half
september plotseling op de stoep. Na zijn kort
stondig bezoek liet hij toch een soort nadere
verklaring op schrift achter, waarin hij vertelt
dat hij tegen apartheid is en op een universiteit
werkt die speciaal voor Indiërs is opgericht.
Vragensteller Koelega stelde dit geschrift nu
juist aan de kaak. „De universiteit kan iemeand
toch niet objectief op betrouwbaarheid testen
door hem te vragen daarover zélf een brief te
schrijven?", zo vroeg hij. Zijn navraag bij de
Boycot Outspan Actie leerde dat de Durban
University van de Zuidafrikaanse professor
„niet zo'n nette" instelling is. Deze universiteit
is in 1959 opgericht naar aanleiding van het
^oen uitgevaardigde verbod voor kleurlingen
om te studeren aan de bestaande wetenschap
pelijke instellingen. Door dit verbod waren
kleurlingen niet meer welkom in de banken
van de bestaande Durban University en werd
de University of Durban-Westville opgericht.
Koelega ziet in deze afzonderlijke stichting, met
instemming van het regiem, „een duidelijke
steun" aan het apartheidsbewind van Zuid-A-
frika.
Het college van bestuur van de Leidse universi
teit schreef in een brief eerder deze maand
waarin aan de raad over het bezoek van de
professor werd bericht „geen strijdigheid te
kunnen constateren met de door de raad aange
nomen motie van drie jaar geleden" (over de
genoemde af te koelen relatie met Zuid-Afri-
ka). Na het relaas van de heer Koelega in de
raad gisteravond wilde bestuurslid Sicking al
vast wel de opmerking kwijt dat hij daarin
„een insinuerende toon" meende te bespeuren.
Overigens wordt de indiening van de vraag nog
eens schriftelijk overgedaan, waarna over on
geveer anderhalve week ook weer schriftelijke
beantwoording zal plaatsvinden. Mocht dit on
bevredigend zijn dan overweegt Koelega een
motie van afkeuring in te dienen.
LEIDEN „De buitenwereld moet nu wel een behoorlijk
slecht beeld van de universiteit hebben". Dit zei gisteravond
raadslid G.J.Jansen in de universiteitsraadsvergadering
naar aanleiding van de recente uitlatingen van de Leidse
socioloog Van de Vall.
Zoals eerder gemeld stelde deze hoogleraar in een interview met
het universiteitsblad Mare dat er aan „zijn" instituut „zo tenmin
ste twaalf medewerkers kunnen vertrekken zonder dat het on
derwijs of onderzoek bij sociologie daar schade van ondervindt".
Hij is het niet eens met het bezuinigingsbeleid op het instituut,
dat naar zijn zeggen talrijke vaste medewerkers met „minimale
wetenschappelijke productie" bevoordeelt boven jonge en veel
belovende krachten. Uit protest tegen dit beleid dreigt hij zelfs
het onderwijs op het instituut te staken.
Raadslid Jansen vroeg het college van bestuur om nader onder
zoek en uitleg van de gang van zaken op het sociologisch insti
tuut.
BURGERLIJKE STAND
LEIDEN Geboren: Rachel dv. K. J. de FelJ en L. Overduln, Steven zv. J.W.
van der Voort en S. C. C. Erades, Carlen Jeanne dv. W. A. Caljouw en J. H
van Dijk, Suen Wal dv. K. W. Chau en C. M. Suen, Cenglz zv. H. Narln en E.
Ylldlz, Johan Martin zv J. Konstapel en W. J. Lubbers, Sandy dv. J. van der
Vijver en C. W. van der Linden, Addy zv G. Molenaar en A. van der Toorn
Rlcardo zv. J. J. van Oosten en C. van Heljnlngen, Katja dv. H. W. Arkeveld en
J. M. van Nlekerk. Jantlne Eveline dv. J. Slappendel en C. Ouwehand Joseph
Paul Johannes zv. P. A. H. M. Grooten en J. A. M. K. van Veldhuizen. Martola
Ilse Hendrlka dv. A. de Geus en M. Y. W. M. Isphordlng. Geertje Jacoba dv G
A. van der Poel en C. H. HeIJmans. Nlcolette Catharine Theodora Maria dv. T.
G. P. H. Focke en A. G. M. M. van Eeden, Fabian Nathaniel zv. C. de Graaf en
P. C. Sanders. Antonla Wllhelmlna dv. F. J. van den Eljnden en J. C. Joosen
Chantal dv. A. van der Plas en J. M. Coenraad. Carolina Maria Jacoba dv. H. J.
F. Klerx en M. A. H. de Wit, Bobby zv. P. M. van Dam en I. Stam, Patrick
Jacobus zv. J. M. Slingerland en P. L. Ossevoort. Bert zv. L C. de la Rle en J
M. M. Hermsen. Renate Henrlca Cornelia dv. H. A. van Gellecum en W. C.
Hillebrand. Cornells Theodorus zv. H. J. van Leeuwen en M. J. Mathot. Marre-
tje Hendrlka dv. P. Voshol en M. J. Snijder, Anne-Marleen Jacoba Cornelia dv.
A. G. van der Spek en A. B. M. M. Opdam. Kevin Paul zv. J. P. O'Shaughnessy
en E. H. van Seek, Katharlna dv. A. J. A. M. Emmers en M. E. J. van den Dries
Anne Marijke Beatrijs dv. E. L. P. Hesslng en J. C. Wagner, Evelien dv. J. van
der Meij en A. van Hout.
Overleden: E. Gullckx. geb. 21/3-1970 man, W. B. Spaanderman, geb. 14/9-
1981 man. F. van Nlerop. geb. 21/2-1923 man. D. Bonnet, geb. 11/4-1911
man. J. Ouwerkerk, geb. 30/10-1916 man, M. C. Frljda, geb. 22/9-1943 vrl
echtg. van C. Dolkens. N. P. A. Oudheusden, geb. 17/7-1903 man, G. A. An-
nokkèe, geb. 2/6-1907 man. J. van der Hoeven, geb. 31/10-1915 man, L Spij
ker. geb. 28/6-1893 vrl. geh. gew. met G. J. F. van Berkel, P. W. Blom, geb.
11/11-1917 man, A. Westerduin. geb. 20/9-1899 vrl. geh. gew. met L van der
Zwan. M. S. van Helden, geb. 12/9-1920 vrl., P. F. W. Mlnderman. geb. 8/2-
1901 man.
Gehuwd: N. G. C. Nachtegeller en E. J. Louws, R. A. van der Hansz en M. H.
Asln, C. H. Hoppers en Y. Neuteboom. J. C. Vreeken en M. M. van der Hoeven,
A. J. T. A. Krulnlng en J. W. Hartevelt. H. van Houten en B. J. Bulsslnk.
VALKENBURG Geboren: Ralph, zn. v. J. Zwitser en G. Waldeck. Jurjen Jo-
hann August, zn. v. O.A.P. Gaarlandt en R. Melnders. Sophia Marlssa. dr. v. A.
Oosterlee en G.Y. Jansen. Theo teunls Cornells, zn. v. W. Harteveld en N E
Ouwehand. Ilona Edwlna. dr. v. A.J. Imthorm en S. Slijkhuis, Glsbert Dirk. zn. v.
D. Meljvogel en D.M.C. Slootweg. Ytje Maria Elisabeth, dr. v. A.J. van Delft en
W.E. Koning. Kim Patricia, dr. v. W.A. Binnendijk en C.LJ. Binnendijk.
Gehuwd: W.B. M<
lenaar, J. Sink* e