aak een opstel over de Elzas en blijf
%n weekendje hangen in Straatsburg
fezuinigingen
bedreigen Leids theater
ET KADER VAN EEN ELZAS-WEEK
LEIDSE COURANT
DINSDAG 22 SEPTEMBER 1981 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
.tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
wat). Het derde stel,
tenslotte, krijgt een diner,
inclusief vele natjes en
droogjes, aangeboden.
Het eerste prijswinnende
paar is helemaal uit: dat
wordt geheel in de watten
gelegd met eerst even
stijlvol schransen en een
nacht krachten opdoen in
zo'n koninklijk vertrek, en
de volgende ochtend, onder
vorstelijk escorte, naar NS-
station Leiden, of naar
Schiphol (de H.I.-
rekenkamer buigt zich nog
over dit probleem),
teneinde de reis naar
Straatsburg, voor een
weekend all in, te kunnen
beginnen. Zes mensen dus
kunnen van die Elzasweek
profiteren, als ze een beetje
vindingrijk en vlot van pen
zijn.
Voorwaarde is, dat men een
„opstel", een verhaaltje
schrijft, over welk aspect
van de Elzas dan ook: over
de streek, over de wijn,
culinaire zaken, over de
rijke controversiële historie,
over de cultuur, a'import
wat, als het maar over de
Elzas gaat. In maximaal 50
regels op twee vellen
kwarto-formaat, of A4.
Korter mag ook, als het
maar boeiend is. Het is een
wedstrijd, maar er wordt
niet geloot: een deskundig
geachte jury, met een goede
kennis van (literaire en
vooral Elzasser) zaken, zal
een bindend oordeel vellen.
Inzendingen kunnen tot 9
oktober worden opgestuurd
naar de redactie van de
Leidse Courant, rubriek
Langs Omwegen,
Apothekersdijk 34. De
uitslag zal zowel in deze
krant als bij H. Inn Leiden
bekend worden gemaakt.
Niet „tot ziens in
Straatsburg", want ik ga
niet mee. Ja, ze zien me
daar aankomen, toe nou.
Het is zo al mooi genoeg.
De gemeente Lei-
t op haar begroting
zeseneenhalve ton be-
- op de sector Cultuur,
operatie niet onge
in de twee professione-
e theaters, de Schouw-
het LAK, voorbijgaat,
elijk zijn. Wie het jaa-
ït van K. O.-Schouw-
or het komend seizoen
ziet daar slechts een
ijfentachtig voorstellin-
ïprogrammeerd. Het
(gramma bestaat nog
lelijk uit opties; onze-
over geld maakt het
ijk definitieve afspra-
tiaken over voorstellin-
rdt het in jaren zorgvul-
i^bouwde Leidse theater-
één begroting afgebro-
taat de samenwerking
"fchouwburg en LAK nu
liet op de tocht? Wil de
e Leiden nu wel of niet
ntwoordelijkheid voor
ie theater in Leiden op
ien?
29 mei sprak cultuurwet-
outen tijdens het jubileum
iK mooie woorden over de
king tussen Universiteit en
e angaande het instandhouden
rs eine theater in Leiden.
ie|LAK-organisatie, theater en
wordt grotendeels door de
it gesubsidieerd. De gemeen-
o geeft een kleine bijdrage spe-
het theater. De situatie is zo
nadat in de jaren dat de
Jrg ondermeer in het LAK
II duidelijk was geworden dat
„als klein theater kon functio-
st Nederlandse toneel was
inmiddels zo veranderd, dat
meer alle voorstellingen in
theater als de Schouwburg
u euk zijn als de gemeente zou
'oor de ontwikkeling van de
k ist en het volgen door het
arvan het LAK belangrijk
Roland Helmer namens de
■j nmissie van het LAK. „Ik
«Ie gemeente dat eigenlijk ook
wrziet dan ook moeilijkheden
in de zo zorgvuldig opgebouwde samen
werking met Schouwburgdirecteur
Hans van Dam, dat het mogelijk maakt
dat bepaalde, zeer interessante voor
stellingen, met financiële hulp van de
Schouwburg in het LAK kunnen staan.
Zowel Van Dam als Helmer vinden die
samenwerking essentieel voor het to
taal theaterpakket dat in Leiden wordt
aangeboden. Nu kan men naast grote
zaalprodukties van groepen als Globe
en .Theater, ook de kleine zaal-produc
ties zien; in de toekomst kan dat wel
eens beperkt blijven tot de grote pro-
dukties. Van Dam is daarvoor nog niet
zo bang, zolang de nota van de directie
Sociaal-Cultuur werk over de samen
werking nog niet uit is: „En anders ben
ik cultuur-pauserig genoeg om die nota
te gaan herschrijven. In die samenwer
king wil ik van harte geld stoppen;
daarop wil ik niet beknibbelen."
Het gaat bij deze samenwerking niet al
leen om de verschillende afmetingen
van de theaters die een verschillend
soort theater mogelijk maken, maar
eerder nog om een verschillende bena
dering van het theateraanbod, om ver
schillende wijzen van programmeren,
die bij een goed beleid elkaar kunnen
aanvullen.
Van Dam erkent dat bij hem het accent
in de eerste plaats op het publiek ligt:
waarin is het publiekgeïnteresseerd,
en dan pas op de toneelkunstenaar. Is
een voorstelling technisch-iinancieel
mogelijk, dan kiest hij op artistieke
gronden uit het aanbod.
De inhoud van de voorstelling doet er
niet toe. Vorm en inhoud zijn voor de
Schouwburgdirecteur dus strikt ge
scheiden.
De basisprogrammering van het LAK
gaat van het idee uit, de theaterkunst
in zijn ontwikkeling te volgen en te sti
muleren en laat zich niet in de eerste
plaats leiden door wat het publiek wil.
Helmer „We bieden een theatergroep
de mogelijkheid om zich in Leiden te
presenteren. En we zoeken een publiek
voor die groep. Die dingen staan niet
haaks op elkaar. Het medium vereist
dat er publiek is. Ik zeg dus niet: „Ik
heb lak aan het publiek. Ik lig wel de
gelijk soms wakker van een lege zaal.
Maar vol of half vol, dat doet me niet
zoveel."
Het gaat erom of de groep én het aan
wezige publiek iets aan de voorstelling
gehad hebben. Maar daarmee is het
LAK-theater nog geen Shaffy, of Mic-
kery of Toneelschuur. Met name het
Shaffy heeft een andere roep, voor de
>p|
is Frankrijks
itelijke landstreek,
veel meer.
ilang was het de
in nationalistische
en Franse ogen. Om
1 tijd, met lange
Hen, werd langs de
[en der Vogezen
luwgetrokken. Nu
ronnen de Fransen,
r de Duitsers (in
:he, Badense,
he, Württembergse
ijningsvormen, of
r naëpers van het
keizerrijk ook). Te
te zwaard, berg op,
Af en toe een
meepikkend. Maar
men politiek en
|r tot aan het einde
dpeede Wereldoorlog
eyjoorlijk van leer trok,
de eenvoudige
ilfrs aan broodwinning
./j^n steeds werd hun
bepaald door de
de wijnen, die er
mensen heugenis
iwd worden. Op het
ik hangen de druiven
2yl even volop te rijpen,
c/efver een paar dagen is
x zover; dan raken
hssers, evenals hun
verbouwende
enoten in de overige
en Duitse gebieden,
^lanig aan de pluk. Het
kejalom wijnfeest, als de
in de rui gaan.
dan nog lang niet
•rd. Neem maar
fMsn glas droge Elzasser
er even voor zitten,
u zich laat
:hten over de
'aardigheden langs
ler Rijnoever. Dat is
r zowat: het is niet
?/j|Vater Rhein, die nog
ng geleden („ze
hem niet krijgen"...")
en heroïsch bezongen
:gen de klippen op
ïgden, net zo goed,
n het alleenrecht
itre Rhin. Maar de
lieten zich nooit in
leggen, en de
len gingen voort
verkondigen van
-pff dat de vrucht van
'.tirank met zich mee
Ook al is het een
^J-druif" als-ie maar
int blijft, zoals een
'®llais die gemakkelijk
Uitstekende wijn,
^t trommels en
wordt ingehaald.
westelijke winden. Als het
de wijn producerende lui
van Elzas een beetje
tegenzit met de kwaliteit,
honen aan de overkant van
de Rijn de Duitse schallende
rivalen. Omgekeerd stellen
de Fransen van vandaag
zich te weer tegen de
zoetere, lichte concurrentie,
door flink wat alcohol in
het wijn te doen. Die
verdraaide Elzassers zullen
alles in het werk stellen om
hun wijnen helemaal uit te
laten gisten, aangemoedigd
door de Franse wet op de
Appellation Contrólée. Dat
doen de heren (en dames)
jaarlijks met rond 800.000
hl. wijn, die wordt
voortgebracht op ongeveer
12.000 ha. Vele duizenden
boeren moeten daar van
leven. Toen de Duitsers het
daar nog voor het zeggen
hadden, rooiden ze de
wijnstok tot en met, of ze
versneden de Elzasser wijn
met hun Duitse wijn om
deze laatste kwalitatief wat
te verbeteren. Dat was ook
een beetje „Heim ins Reich"
Over die zaken kun je best
praten, als je in Colmar, de
wijnhoofdstad van de Elzas,
of in het hooggotische
Straatsburg op een terrasje
je dorstlessende teugjes uit
het glas neemt. Je kijkt om
je heen en bemerkt, dat de
omgeving lichtelijk on
Frans aandoet. De wijn
hoeft dan nog niet eens te
werken. Waarachtig: hele
stukken Elzas lijken meer
op de Heimat dan op la
douce France. De oude
stadjes zijn er typisch Duits,
met hun vele
vakwerkhuizen, in de
zomer bekleed met
bloembakken vol
geraniums. De mensen
vormen een soort, door vele
Jahrhunderte et siècles
opgebouwde mengelmoes
van Duits en Frans; men
spreekt er beide talen
vloeiend en een dialect,
waarin veel overeenkomst
met onze eigen moedertaal
te vinden is. En dat zover
van huis. Je treft er geen
volk aan, maar een zeer
vriendelijk volkje, dat
gewoon gastvrij is.
Uiteraard zijn ze er, per
definitie, stapelgek op hun
eigen wijnen (meest witte;
de enige rode druif in de
Elzas maar temidden van
het witte geweld geenszins
de pineut van de export
zorgt voor de Pinot Noir,
gelijkend op een droge
rose). En verder staan ze,
tot overmaat van de
prettige ramp, bekend als
richtige bourgondische
smulpapen. Enfin, de
entourage is Duits, maar de
ziel door en door Frans.
Wat u hier allemaal mee
aan moet is een ander
geval, waar ik straks op
terugkom. Voorop staat, dat
de Elzas om allerlei redenen
erg goed in de smaak ligt.
Men kan zich er enigermate
verslingeren aan het
stedeschoon en de cultuur,
en als de keel droog is, de
tong als een lap zeemleer
aanvoelt, dan is er het
parelend assortiment dat,
vaak rechtstreeks, van de
wijngaarden komt. Dan is
er het feest, dat de Elzas zo
graag naar buiten verkoopt.
Geen kwalificatie is er te
hoog of gaat te ver: de
Sylvaner niet voornaam,
maar aimable, veel fruit
(frwie dus), licht en elegant;
de Riesling de koning
onder de Elzassers, fris,
fruitig, met veel finesse; de
Gewtlrztraminer kruidig,
met een geraffineerd
parfum, en de „keizer"; de
Pinot Blanc niet te
zwaar; de Pinot Gris niet
grijs, maar wel edel en erg
goede vriendjes met de
ganzelever pastei; ha, en
dan de Muscat droog,
met zuivere druivensmaak,
en als je sommige soorten
mengt krijg je de open wijn
die de plaatselijke café's
bevolkt. En de Pinot Noir
maar daar had ik het
eerder al over.
Dit alles, en nog veel meer,
is voor enigen onder u
weggelegd, naar aanleiding
van een Elzas-week, die
van zaterdag 17 oktober tot
de zaterdag erop in Holiday
Inn Leiden opgevoerd
wordt. In een leuke
Elzasser aankleding, „by
the river of Holidome"; met
typische gerechten en
bijbehorende wijnen.
Wijnproeverijen (met
adviezen) in de lobby, dia's
in de hal, een charmante
francofiele hostess, die
namens de Elzas de gasten
opvangt en haar weetje
vertelt, 's Avonds speelt er
„Pas Hasard", puur Frans,
ouderwets gezellige
musette, bij het accordeon,
en als Edith Piaf nog leefde
zou ze zó meedoen. Dat
wordt een week, die er in
gaat als koek, ofschoon je
daarvoor niet in de eerste
plaats in de Elzas terecht
kunt. De oogst zit er dan op,
maar de smaak is gebleven.
Extra bijzonder aan deze
Elzas-week is de duit die de
H.I.-directie in het zakje
stopt. Uiteraard wil het
management zeven dagen
lang geen vliegen vangen,
maar dat is zijn zaak. Erg
attractief echter is het
gebaar, waarvan zes
personen kunnen profiteren
door hunnerzijds een
schriftelijke bijdrage aan
het Elzasser feest te geven.
Eén echtpaar (of koppel)
kan een weekeind
doorbrengen in Straatsburg,
waar niet alleen het
Europees parlement z'n
dagen zoet brengt maar
waar ook een best
geoutilleerde Inn gevestigd
is. Een tweede paar kan
genieten van een
„aangeklede" overnachting
in H. I. Leiden (met Elzas-
etentje in het restaurant,
een bloemetje, een drankje
en zo, en slapen in een
„king leisure room", ofwel
een luxe Koning
Vrijetijdskamer,
daaromheen genietend van
alle faciliteiten die Inn en
(Holi) Dome te bieden
hebben, en dat is nogal
Roland Helmer (LAK): „Niet In de
eerste plaats laten leiden door de
wens van het publiek."
uitvoerende kunstenaars, maar ook
voor het publiek.
„In Amsterdam leeft iets op theaterge-
bied, in Leiden helemaal niet. Daar
willen we wel iets aan doen, maar hoe
doe je dat in een jaar. En als dan de he
ren en dames op het stadhuis, die moe
ten beslissen, het mes zetten in dit soort
dingen...."
Waar het LAK dus min of meer onge
wild verschilt van vergelijkbare thea
ters in andere steden, daar zoekt Van
Dam bewust een eigen rol voor „zijn"
Schouwburg: „Ik wil van deze Schouw
burg een specialiteitentheater maken,
geen klein Den Haag, Rotterdam of
Amsterdam. Wil je het grote theater
zien, zoals het Nederlands Danstheater,
ga dan maar naar Den Haag. Den Haag,
Amsterdam, het ligt om de hoek. Ik
haal de dingen die juist niet in Den
Haag staan in de hoop dat de mensen
uit Den Haag komen.
Dat zijn balletvoorstellingen van Bowy-
er and Bruggeman en Dennis Wayne
Dance Compagnie, mime van Tomas-
zewski en voorstellingen van artiesten
uit de D.D.R. Maar daar staan van de
vijfentachtig geplande voorstellingen,
zesendertig vrije produkties tegenover,
twaalf voorstellingen in de cabaretsfeer
en slechts vierentwintig voorstellingen
van het gesubsidieerde toneel. In totaal
is alles wat ik naar de Schouwburg
haal kunst Het repertoire toneel is ech
ter de basis van mijn programmering;
dat wordt immers door de belastingbe
taler betaald. Maar het gesubsidieerde
toneel trekt zich, om de artistieke kwa
liteit, te handhaven terug op de eigen
standplaatsen. De gezelschappen zitten
namelijk in financiële problemen."
Maar er zitten een kleine tien folklore-
voorstellingen in het programma. „Er
zit veel folklore in het programma, ja.
Zo nu en dan kom ik op het raakvlak
van kunst en kitch. Dan kies ik voor de
theatraal spectaculaire voorstelling. Ipi
Tombi lag ook op dat raakvlak."
Tenslotte vijfentachtig voorstellingen
nu, tegen ongeveer honderdveertig
vroeger: „De Schouwburg krijgt min
der geld op advies van mij. Ik wil inle
veren op bepaalde voorwaarden en één
van die voorwaarden was minder voor
stellingen, waardoor de exploitatiekos
ten kunnen worden teruggebrcht. Ik
moet meedenken met de problemen
van b w. Ik ben een beleidsvoorbe-
reidend ambtenaar. Ik kan niet tegen b
w ingaan. Ik moet solidair zijn." Het
LAK heeft momenteel nog maar negen
voorstellingen vast in het boek staan,
de rest van de planning bestaat uit op
ties. Toch durft Roland Helmer wel iets
los te laten, dat het LAK wat betreft
zijn beleid op dezelfde voet verder gaat
als verleden iaar. Dat betekent, dat er
in ieder geval weer een aantal groepen
is waarvan alle produkties dit jaar op
het Levendaal te zien zullen zijn, groe
pen als Baal, Sater, Werkteater, Stich
ting Dansprodukties, Theater. Daar
naast is er een serie gezelschappen,
waarvan iedere nieuwe productie door
de theatercommissie van het LAK eerst
gezien gaat worden. De theatercommis
sie beslist dan of zo'n voorstelling al
dan niet komt. Een groep als Nijinski
behoort tot die kategorie. „De program
mering is uiteindelijk een optelsom van
bepaalde subjectiva. We pretenderen
geen objectiviteit, we hebben een me
ning".
Het LAK zou niet kunnen bestaan zon
der het werk van de vrijwilligers. Toch
wordt er door met name oud LAK-le-
den een tendens naar professionalise
ring waargenomen. Helmer: „Als je
teen lawaai in de foyer en niet te laat
omen bij voorstellingen professionali
sering wilt noemen. Vijf jaar geleden
heeft men gekozen voor groei. Men
heeft ervoor gekozen een theater te zijn
met een voornamelijk professioneel
aanbod. Dan moet je bij de presentatie
van dat aanbod daaruit de konsekwen-
ties trekken. Je moet het netjes doen."
leven worden er door een
zowat 100 kilometer lange,
smalle heuvelrug
beschermd tegen de
Hans van Dam (Schouwburg): „Het accent ligt In de eerste plaats op de publieke
belangstelling".
De beroemde gotische k
omdat de" grap vóór de wijn
uitgaat.
Geen wonder, dat die
Elzasser wijn zo uitstekend
edraal van Straatsburg.
gedijt: het klimaat is er
bijzonder prettig en er valt
de minste regen van
Frankrijk. Goed, bloed en