Geendirekt verband tussen evacuatie en plundering van Arnhem in 1944- 45' Kookkunstmuseum in geboortehuis grootste kok van deze eeuw: Auguste Escoffier VANAVOND OM PRECIES 7 UUR BEGINT DE GROOTSTE FAMILIEBEURS VAN NEDERLAND, DE GEZINSBEURS MET DE VELE FEESTELIJKE EXTRA'S 14.500 m2 tentoonstellingsruimte 129 standhouders ruim 200 stands op de Leidato natuurlijk GRATIS PARKEREN BINNENLAND/BUITENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1981 PAGD DRS. P.R.A. VANIDDEKINGEINBOEK: ARNHEM De dramatische misluk king van de slag om Arnhem heeft een respectabel aantal boeken opgeleverd. Waarbij overigens de militaire kant van de zaak duidelijk de meeste aandacht kreeg. Hoe het de burgers van de stad van september 1944 tot eind 1945 verging, daarover handelt „Arnhem 44-45" door drs. P.R.A. van Iddekinge, dat in op dracht van het gemeentebestuur van Arnhem werd geschreven en dat van daag verschijnt bij De Gelderse Boek handel bv. en Gouda Quint bv. te Arn hem. De evacuatie van de bevolking en de verwoesting van de stad, de plunde ring, de bevrijding en de her be vol king worden in dit lijvige boek aan de hand van veel documenten, verslagen en inter views boeiend beschreven. Een en ander welhaast met voorbijzien van de zuiver militaire aspecten, maar ook met ge bruikmaking van nieuwe feiten en ach tergronden, die systematisch onderzoek naar de ware toedracht aan het licht bracht. Drs. Van Iddekinge is tijdens zijn onderzoek en na vorsingen gefascineerd geraakt door de wijze waarop de Arnhemmers de vele rampen, die in en na september 1944 in een niet aflatende stroom over hen kwamen, doorstonden. Ook. zegt hij, door de wijze waarop 'n soort gezagsvacuüm werd opge vangen en gevuld door allerlei leiders en lei- dertjes. die overigens hij geeft het grif toe - lang niet allemaal even bonafide waren. ECHTE LEIDERS Als échte leiders ontpopten zich nadat de waarne mend burgemeester, de NSB'er Liera. naar Zut- phen was uitgeweken: jhr. dr. J.N. van der Does (Rode Kruis-arts met Abessinië-ervaring), Arjen Schermer en gemeentesecretaris dr. J.B.A. Kipp. Schermer, die plaatsvervangend kringleider van de NSB was, werd mede op verzoek van veel „goe de" Arnhemmers zelfs een soort plaatsvervangend burgemeester en heeft als zodanig veel voor stad en bevolking kunnen doen. Te meer odmat hij 'n goede entree had bij de instanties van de bezetter. Het tweede hoofdstuk van „Arnhem 44-45" han delt over de evacuatie. Van Iddekinge komt tot de slotsom, dat die inderdaad door de Duitsers bevo len werd. Maar door wie is niet te achterhalen. Het lijkt erop, dat de commandant van Heeresgruppe B, veldmaarschalk W. Model naar het gevechtsge- bied Arnhem is gereisd, waar hij de SS-divisiecom- mandant Walter Harzer opdroeg de bevolking te evacueren. Het eigenlijke bevel zou uiteindelijk uitgegaan zijn van een subalterne SS-officier, on dergeschikte van Harzer, de Obersturmführer H. Peter, die daar volgens zijn commandant als chef van de Feldgendarmerie van de negende SS-pant- serdivisie het volste recht toe had. (Waarbij de au teur aantekent: „Het is overigens heel wel moge lijk dat Harzer die zichzelf, blijkens zijn verkla ringen, door Model gedekt wist pas achteraf het optreden van zijn ondergeschikten heeft gefiat teerd") EVACUATIE ZINNIG Drs. Van Iddekinge concludeert: „De evacuatie van Arnhem was, militair gezien, een heel zinnige maatregel. Ook als er geen „Kampfzonenerlass" was geweest, kan dit gerust worden gezegd. En zelfs kan worden verdedigd dat de evacuatie op zichzelf dus even los gedacht van de plundering die er op volgde in de situatie van het moment voor de Arnhemmers niet als een onverdeeld slechte oplossing hoeft te worden veroordeeld". Veel bewondering moet men hebben voor de wijze, waarop zo'n vijftigduizend Arnhemmers in Apel doorn en ruim dertigduizend in en om Velp wer den opgevangen. Het heette aanvankelijk maar voor een dikke week te zijn, maar er was voor de opvang toch heel wat nodig aan voedsel en onder komens. En de „gastplaatsen" hadden zelf maar mondjesmaat. In Arnhem bleven zo'n 3500 burgers achter, die geen gevolg wilden geven aan het eva cuatiebevel. Zij hadden in de allereerste plaats pa pieren nodig van de Duitsers. Om die te krijgen, haalden zij capriolen uit die naar collaboratie ro ken. „Maar", zegt Van Iddekinge, „in de stad zelf hebben zij Duitse initiatieven danig gesaboteerd en ook de verloedering naar vermogen afgeremd". Zijn onderzoek heeft de auteur ervan overtuigd. dat er geen direkt verband bestond tussen de eva cuatie en de systematische plundering door de Duitsers. Toen die evacuatie begon, was een mili tair „Feldwirtschaftskommando" dat al lang aan het ontmantelen en wegslepen was, zelfs helemaal niet blij met die uittocht. Later kwamen Duitse burgerlijke „Bergungs- of Entraumingskomman- do's" de huizen leeghalen, maar zelfs die activiteit moet los worden gezien van de evacuatie, ze was er in ieder geval geen doel van. FRAUGASILLE De feitelijke leiding van de Duitse plundering be rustte bij een vrouw, de indertijd veertigjarige Louise Gasille, die veel actiever was dan haar su perieuren en er zelfs niet voor terugschrok om mensen te bedreigen en te slaan. In 1946 wist zij waarschijnlijk met hulp van buitenaf uit gevan genschap te ontvluchten. Haar chef (feitelijk ver antwoordelijk voor de uitvoering van de plunde ring) kreeg een vederlicht strafje. Het boek van Van Iddekinge bevat ook nog een hoofdstuk over Arnhemmers als de Van der Ha- gens (oom en neef), die naar vermogen hebben ge tracht kunst en andere waardevolle zaken uit han den van de rovende Duitsers te houden. Ook trou wens van andere (Nederlandse en geallieerde) plunderaars. Aan de bevrijding gaat het boek haast voorbij, „omdat" zegt de auteur „er in Arnhem eigen lijk niets te bevrijden viel; de stad was leeggeplun derd, deels verwoest en de bevolking was weg". „Feldwirtschaftskommando" plunderend de Varkensstraat. Met de bevrijding was het verhaal van Arnl 44-45 dan ook nog niet uit. Van Iddekinge volg naoorlogse ontwikkelingen ook nog een poos op voet en maakt „per saldo" de balans op voor A hem en de Arnhemmers, waarvan er zelfs vijfi als evacué's de ramp van Putten niet overleefd Hoeveel burgers omkwamen bij oorlogshande gen in en om Arnhem zelf is niet bekend. Het er zeker honderden. Enige duizenden overleef de evacuatie niet. En de materiële schade: Arnh gold terecht als de zwaarst getroffen stad van derland. Het boek is geïllustrerd met veel authentieke fo (o.a. van Sem Presser, die als jood-zonder-ster Arnhem ondergedoken zat) en facsimilés. Niet alleen voor Arnhem en de Arnhemmers boek om te bezitten! DRIES SCHEEPS! Arnhem 44-45 door drs. P.R.A. van Iddeking als uitgave een co-productie van de Geldi Boekhandel en Gouda Quint te Arnhem, prijs: 38.75. VILLENEUVE-LOU- BET Op 28 oktober 1846 werd in het Zuid franse Villeneuve-Lou- bet (een over een heu veltop uitgeschudde blokkedoos) Auguste Escoffier geboren. Zijn vader was hoefsmid, een vak waarvoor de kleine Auguste weinig voelde. Toen hij 13 jaren was werd hij naar een oom in het nabije Nice (dat toen nog Italiaans was) en Nizza heette) gestuurd; de oom dreef een klein restaurantje, waar Auguste „het vak" leerde. TVintig jaar la ter was nij de meest vermaarde kok ter we reld. Zijn geboortehuis (uiteraard in de Rue Auguste Escoffier in Villeneuve) werd dertig ja ren na zijn dood (hij stierf in 1935 in Monte-Carlo) aange kocht door een van zijn leer lingen, Joseph Donon, geheel en al gerestaureerd en inge richt tot het eerste en enige culinaire museum ter wereld. Een ijzeren ring die in de muur gemetseld is, herinnert er aan dat vader Escoffier daar de muilezels en paarden, die hij moest beslaan, vast bond. Het is een verbijsterend mu seum, waarin tal van docu menten en voorwerpen die op Escoffier betrekking hebben ondergebracht zijn. Maar ook ontelbare stukken, boeken, foto's en voorwerpen die op de kookkunst betrekking heb ben. Daaronder enkele ver bluffende suikerbakkers- werkstukken die min of meer de enige eetbare dingen zijn die geruime tijd bewaard kunnen worden. Er is uiter aard een vermaarde wijnkel der, waar men doorheen wan delt als door een barokke maaltijd, die met deze wijnen „bespoeld" wordt. Er is een uitvoerige bibliotheek ..in alle talen", met een verrassend belangrijke Japanse bijdrage. Er is een zaal gewijd aan keu ken-voorwerpen, een grote schouw waar aan het spit ge braden werd. Verder een re constructie van een Proven- caalse keuken, een „soepkeu ken" in zekere zin. Er is een eetzaal met het meest kostba re Cantonees porcelein en kristal en zilver, tal van her inneringen* aan de familie Es coffier. Een groot portret van de meester, een groot portret van de beroemde Australische zangeres Melba, voor wie hij de Peche Melba, die in heel de wereld bekend werd, uit vond. Tal van foto's van Es coffier (in Londen, Parijs, op een oceaanstomer, in Ameri ka) en dan op de laatste ver dieping de unieke menu-zaal. Daarin zijn honderden me nu's, waaronder wereldbe roemde, ondergebracht. Me nu's van beroemde restau rants, maar ook van koningen en tsaren (de Romanoffs) en Open haard voor sitbraden in culinair museum Auguste Excoffier. Rechts met ge wicht de „tournebroche", een mechanisme om het spit te draaien. Nog steeds zeer doeltreffend. keizer Napoleon III en van nagenoeg al de grote maaltij den die de Franse presidenten gegeven hebben. Menu's uit België en China, Noorwegen en de Verenigde Staten, Hon garije en Japan, Engeland en Duitsland, Zwitserland en Korea. Sommige daarvan zou den Escoffier de stuipen op he tlijf gejaagd hebben: hij was het die destijds in de traditio nele, eindeloze zware maaltij den kordaat het mes zette om een „lichtere keuken" in te voeren. Auguste Escoffier had, toen hij het eethuisje van zijn oom verliet, werk gevonden in de keuken van Hotel Bellevue in Nice, waar hij een man ont moette die grote vaardigheid bezat in het maken van was sen bloemen. Escoffier vond dat in plaats van was ook marsepein of suiker gebruikt kon worden. En Hotel Belle vue was het eerste waar „eet bare boeketten" als dessert op tafel kwamen. In 1865 trok Escoffier naar Parijs, waar hij in het Restaurant du Petit Moulin Rouge aan de Avenue d'Antin werkte. Onder het se cond empire was dit het meest vermaarde reestaurant van Parijs en daar te werken bete kende een hoge onderschei ding. Maar enkele jaren later brak de Frans-Pruisische Oorlog uit, de jonge kok werd gemo biliseerd en gezien zijn intus sen bekend geraakte kwalitei ten aangesteld als kok van de generale staf van het Rijnle- ger. Na de overgave van Metz werd hij benoemd tot per soonlijke keukenchef van maarschalk MacMahon, de la tere president van Frankrijk. Terugkeer naar Nice, weer naar Parijs waar hij in de meest vermaarde restaurants als chef werkte, dan weer in Monte-Carlo, tenslotte in Zwitserland. Tegen deze tijd maakte hij kennis met César Ritz en beiden stichtten de wereldberoemde Ritz-hotels en waren de pioniers van de Het kookkunstmuseum in Villeneuve-Loubet. Aan de buitenkant ziet men het er niet aan af. moderne culinaire kunst in Engeland. „The Savoy" en „The Carlton" kregen door de combinatie Ritz-Escoffier een wereld reputatie. In de „Carl ton" beleefde de smidszoon uit Villeneuve-Loubet zijn meest glorievolle jaren (hij liet zijn inkopen voor de keu ken van het hotel voor een aanzienlijk deel in Parijs doen). In Londen begon hij met zijn hervormingswerk: hij ging de traditionele zware» keuken te lijf, bande de dikke en onverteerbare sausen, eveneens de ingewikkelde garnituren. Zijn keuken werd eenvoudiger, de kwantiteit werd drastisch beperkt, zon der dat de voedingswaarde aangetast werd. En, natuur lijk, werd de grootste aan dacht aan de kwaliteit, aan een verregaand „raffinement" besteed. Hij gaf zijn koks lan ge „colleges", wees hen erop dat zij een vak uitoefenden, waarvan voor velen de ge zondheid afhing. Hij ver klaarde dat een kok lang moest mediteren alvorens een gerecht toe te bereiden. Bo vendien eiste hij de nationali teit van zijn gasten te kennen en. zonder het wezenlijke van zijn kunst op te offeren, pro beerde hij deze altijd aan te passen aan de smaak, het tem perament en het klimaat waarin zijn gasten leefden. De spijsvertering was voor hem even belangrijk als het com poneren van een menu en het heet dat hij nimmer een ge recht op tafel gebracht heeft dat een van de eters „op de maag gelegen" heeft. Zijn menu's werden drastisch ingekort en aangepast aan het jachtiger leven van de twin tigste eeuw en hij probeerde steeds het nuttige met het aangename te verenigen. Zijn reputatie was in de twintiger jaren zo groot, dat men hem als het ware gouden bruggen bouwde om naar New York te komen, in New York waar hij ware triomfen beleefde. Zijn recepten werden alvo rens te boek gesteld te wor den, met zijn medewerkers langdurig gesproken. De na druk werd gelegd op verfij ning en harmonie, hij was een hervormer maar geen revolu tionair en bleef in wezen klassiek. En hij had die zeld zame, uitstekende smaak. Niet alleen de zintuiglijke smaak, maar de goede smaak om har monie en proporties te eerbie digen, om niets buitensporigs te doen, om tenslotte een een voudige keuken te stichten. Zijn kookkunst en zij smaak verwierven hem wereldver maardheid, eer en aanzien. Rijkdom, die praktisch voor het grijpen lag (een van zijn leerlingen is in Amerika mul timiljonair geworden) lokte hem in wezen niet aan. En hij stierf arm. Het enige dat hij achter liet was zijn naam, zijn recepten en de wonderbaarlijke ge schiedenis van een arme smidszoon die door zijn smaak en genie de kook- en eetkunst tot een cultuur had weten op te voeren. Brug naar Sicilië hersenschim ROME - Al jaren wordt over gepraat, eeuwen maar de brug over de van Messina, die het eiland cilië met het Italiaanse i land moet verbinden is er steeds niet. De brug van J si na begint te lijken op de naaltunnel, een hersensc van enkele avontuurlijke kenmensen en politici. Ie een vindt het ridicuul dal de vaste oeververbindinge nog niet zijn, zeker uit deze tijd van neutronei pens en gecomputer ruimtevaart. Maar de zee sen Engeland en Frankrijk Sicilië en Calabrië klotst v zonder enige belemmeri Wie over wil, moet de boot men. Maar in Italië, staken de enige nationale s/ is die juist vooral in werk beoefend wordt, varen de ten niet zo regelmatig, week was het weer raak. 1 zenden auto's zijn aan we zijden van de straat van Mc na gestrand omdat de „autc men" onder het veerboot-j soneel het werk hebben nt gelegd. Nauwelijks vijf meter zee scheidt Sicilië het Italiaanse vasteland, half uurtje met de pont va spoorwegen. Maar dit straatje heeft Sicilië al wenlang een minderwaa heidscomplex bezorgd. He land voelt zich geïsoleerd de rest van Italië, en al een vaste oeververbinding in staat om aan dit isolen een eind te maken. Rome daar wel inkomen, kwam er een wet die de richting van een staatsbei regelde. Dit bedrijf plannen voor een vaste oe\ verbinding ontwerpen en werken. Dat is het laatste ervan vernomen is. Af en kwam wel eens een vaag p naar de oppervlakte, tunnel zus of een brug maar daar bleef het bij. Gt gebrek schijnt de voort vare heid van het staatsbedrijf II te hebben afgeremd. Bov dien zal het allemaal nu i veel duurder worden omda\ ondergrond van dit aard be] grijke gebied nauwelijks schikt blijkt te zijn voor a ingrijpende construkties f een brug of een tunnel.. ADVERTENTIE. VRIJDAG 11SEPT1 OFF. OPÖUNGVAN L00-22.30UUR ZATERDAG 12 SEPTEMBER VAN 13.00-17.00 UUR 19.00-22.30 UUR ZONDAG 13 SEPTEMBER VAN 11.00-17.00 UUR DOORLOPEND MAANDAG 14 SEPTEMBER VAN 13.00-17.00 UUR 19.00-22.30 UUR DINSDAG 15 SEPTEMBER VAN 13.00-17.00 UUR 19.00-22.30 UUR WOENSDAG 16 SEPTEMBER VAN 13.00-17.00 UUR 19.00-22.30 UUR DONDERDAG 17 SEPTEMBER VAN 13.00-17.00 UUR 19.00-22.30 UUR VRIJDAG 18 SEPTEMBER VAN 13.00-17.00 UUR 19.00-22.30 UUR ZATERDAG 19 SEPTEMBER VAN 13.00-17.00 UUR 19.00-22.30 UUR ZONDAG 20 SEPTEMBER VAN 11.00-1700 UURi DOORLOPEND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 8