Met een pols buiten dienst
en kringen onder de
ogen wacht Peter Werner
zijn triomfantelijke entree af
Atelier Schrofer gaat uit
Voorschoten verdwijnen
Nieuwe theologieën groot gebeuren in kerkgeschiedenis
Voltooiing van het
Petrusorgel staat nu
werkelijk voor de deur
Universiteits
raad herkiest
voorzitter
'ROF. BERKHOF IN AFSCHEIDSCOLLEGE
?EGIO
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1981 PAGINA 5
ROLSTOELDUIVEL STAAT VOOR DE POORTEN VANNOORDWIJK
„Die kan werkelijk geen pap
meer zeggen", dacht ik, op
weg naar z'n laatste-
pleisterplaats. Aan de
vooravond van zijn
triomfantelijke intocht in
zijn woonplaats moet de
rollende held wel aan het
end van zijn krachten zijn,
na bijna 3000 km. of
daaromtrent als een duivel
met een snelheid van 10 km.
per uur doorgedraaid te zijn.
Morgenmiddag wordt Peter
Werner (41) door een ganze
Menge volks, onder
aanvoering van een club
notabelen en andere
maatschappelijken,
verwelkomd aan de
Noordwijkse gemeentegrens
bij de Beeklaan. Het zou me
niet verbazen als men
Werner zelfs, op een
fluwelen kussen, de sleutel
van het raadhuis aanbood.
Maar iets anders krijgt hij
wel. En Werner alles maar
als een dodelijk vermoeid
feestvarken over zich laten
komen? Nou, dan kent men
taaie Peter nog niet
Gistermiddag kwam hij 'in
zijn rolstoel van Rijswijk
naar Leiden, met in zijn
kielzog Leute van het
Zweites Deutsche
Fernsehen. Het was Peter
vor und nah. Het waren
bondsrepubliekers met een
kennis van Hollandse zaken,
want ze knikten ernstig toen
ze een foto, in een
voorhande zijnde krant,
zagen met Dries van Agt op
de racefiets: „ach so ja, der
Van Agt, der bleibt immer
derselbe".
En daar zat hij dan,
prinsheerlijk op zijn
praatstoel,want Peter
Werner is niet op zijn
mondje gevallen. Het
hoogste woord hè. Een
grijzende gebruinde duif met
wallen onder de ogen, een
geheel ontwrichte
linkerpols, twee zwarte
handen, en maar „reden,
nicht", in het Duits en
Nederlands, naar links en
naar rechts. Bij het
watergeruis van
kunstmatige valletjes in de
zoete rust van het Holiday
lnn-se Holidome.
Met de Pyreneeën, heel
Frankrijk en België en een
snert eindje Nederland in de
pezen en wielen. De invalide
Olympische
worstelkampioen
bantamgewicht 1964, Tokio.
Toen nog valide. Nu
onvoorstelbaar tamtam
makend in het Jaar van de
gehandicapten; „laten zien,
dat wij er ook nog zijn en
dat we meer kunnen dan we
zelf denken: u, u, en ik".
Bijna een jaar nog de tijd om
te werken aan een nieuw
model rolstoel, op grond van
zijn opgedane ervaringen.
Volgend jaar april terug
naar Spanje. In de rolstoel.
„Maar dan zal ik er minstens
zes nodig hebben, op weg
naar Lloret de Mar en de
wereldkampioenschappen
voetbal. Op deze reis neb ik
er vier versleten. Die stoelen
zijn hooguit voor kleine
rities en sportbeoefening
gebouwd".
Want volgend jaar gaat
Peter Werner zijn
onderneming in omgekeerde
richting maken. „Maar dan
wel heel anders. Ik heb nu
10.000 gulden aan schulden
gemaakt en alles in m'n
eentje moeten doen. Dat kan
volgend jaar niet meer.
Onderweg had ik wel
kamers voor m'n logies vrij,
maar het eten en drinken
moesten betaald worden".
Peter Werner hield, onder
de „dome", audiëntie.
Media-mensen gingen af en
aan, met blocnotes en
recorders. .Niet alle media
waren er overigens, „want
er zijn er ook, die al dat
gehandicapte gedoe niet zien
zitten. Vooral in Nederland.
In Spanje, Frankrijk en
België heb ik de meeste
belangstelling gehad; met
een opname voor de
Luxemburgse televisie.
Volgend jaar maakt een
Belgische ploeg de hele reis
mee om die op film vast te
leggen. Er is in Noordwijk
een plaatselijk blaadje, dat
nog niets over mij
geschreven heeft Maar wat
een tocht wat een tocht Ik
voel me niet meer thuis in
een rolstoel zonder bagage.
Peter Werner met zwarte handen en wallen onder
zijn ogen gereed voor de allerlaatste etappe.
Net of ik zweef en niet
vooruit kom; ik ben aan die
vracht voorop gewend
geraakt Mijn grootste
ervaring was, dat ik mezelf
in die 55 dagen, pezend in
een rolstoel, weer ben
tegengekomen. Ik heb de
mooiste dingen meegemaakt,
dat hou je niet voor
mogelijk: ik heb echt
„mensen" ontmoet. Daar ligt
het accent".
Geslapen heeft Werner in de
afgelopen twee maanden
nauwelijks. Een paar keer
reed hij zowat dag en nacht
in één ruk door. „Na die
punctie die mij verlamde,
slaap ik toch bijna niet".
Toch zijn de inspanningen
hun tol gaan heffen. Omdat
Werner veel op fietspaden
moest rijden („en die lopen
in Nederland allemaal
schuin af") heeft hij zijn pols
zwaar beschadigd. „Die is
goed stuk nou. Ik mocht van
een dokter eigenlijk niet zo
meer doorgaan, maar die
man nam verder niet zo veel
notitie van me. Maar ik
dacht: al kom ik op m'n
tandvlees naar huis, ik zèl er
komen".
Doordouwer Peter Werner
heeft inderdaad zijn doel
bereikt: morgen is hij weer
thuis („laat ze alsjeblieft
geen poespas maken", maar
„ergens" zie je aan hem af,
dat hij het niet al te erg zal
vinden als ze het wèl doen),
en hij heeft op een
uitzonderlijke manier zijn
gehandicapte medemensen
gepushd. Men is hem op het
spoor gekomen, langs 's
Heren wegen en vooral op
de Franse. Ook in
Rotterdam heeft hij
behoorlijk wat indruk
gemaakt. Daar wordt op 14
september de nieuwe
werkplaats van de
Rotterdamse Dienst
Gemeentelijke Sociale
Werkvoorziening officieel
geopend. Misschien, dat
prinses Margriet zich daar
niet voor kon vrijmaken,
maar in elk geval is het
Peter Werner die deze
feestelijke opening verricht,
onder de donkere ogen van
de burgemeesterlijke Beer,
gastheer André van der
Louw, beoogd minister. Dat
wordt een heel contrast
verder: Peter Werner en
minister Albeda van Sociale
Zaken, want die is er ook bij.
De Rotterdammers hadden
hem in de gaten: „de heer
Werner heeft een
sympathieke populariteit
opgebouwd door de manier
waarop hij heeft willen
aantonen, dat een
gehandicapte wel degelijk
tot prestaties in staat is en
hindernissen kan
overwinnen. Het is deze
gedachte die de Rotterdamse
DGSW zeer heeft
aangesproken". Nou, en
daarom komt Peter in
hoogsteigen persoon de
nieuwe werkplaats, Roer 20,
openen. Als ie maar niet aan
het woord blijft, want
anderen willen dan
natuurlijk ook wat zeggen.
Rare Werner, doordrijver.
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
THIJS KRAMER GEEFT CONCERT
OP ONVOL TOOID INSTRUMENT
In een jaar kan er heel wat
gebeuren. Maar het komt
ook wel voor, dat er heel
weinig aan de knikker is.
Tot deze laatste constatering
zou men kunnen komen in
de zaak Orgel Petruskerk.
Meer dan een jaar geleden
begonnen de activiteiten van
het Comité Voltooiing
Petrusorgel, dat in zijn
enthousiasme bij hele
drommen mensen de
portemonnee openmaakte.
Het nog niet voltooide orgel
van de Leidse Petruskerk
aan de Lammenschansweg
moest eindelijk eens een
keer af. In 1936 had
orgelbouwer Pels in
Alkmaar een instrument
afgeleverd dat maar half
klaar was. Geen wonder,
immers Pels was een
vakman die best voor dertig
registers had willen zorgen,
maar het geld was op. De
toenmalige organist van de
Petruskerk moest zich
derhalve behelpen met een
krappe twintig
stemmenmogelijkheden.
Dat heeft een aantal
vrienden van de Petruskerk
altijd blijven steken: een
prachtige, ruime kerk, maar
een orgel dat niet volwassen
was. Orgelleed in Leiden.
De Hartebrug is inmiddels
aan de glorierijke inzegening
van het gerestaureerde orgel
toe. Dat gebeurt volgende
week zondag. Maar de
Petrus moet zich nog
behelpen. Veertig mille was
er nodig om het Petrusorgel
voor een ferme uitbreiding
op de stelling te zetten. Er
werd verder niet gezeurd,
maar aangepakt. Vorig jaar
april werd een inzameling
ontketend die ruim 25.000
gulden opbracht, en in
september was het rond de
kerk een soort kermis, met
een fancy-fair en een
rommelmarkt en de frêle
Matillo's lichtten gracieus de
beentjes voor het goede doel.
Thijs Kramer, organist-
koordirecteur, bespeelde
voor iedereen die het maar
horen wilde zijn bescheiden
orgel.
Onderwijl is er een jaar
verstreken, en bijna waren
we het Petrusorgel vergeten.
Maar zo niet de
Petrusmensen, die met de
belangstelling van buiten,
goedsmoeds verder gingen
met het streven naar een
volledig instrument En ja
hoor, er staat iets te
gebeuren. De secretaris van
het Comité, meneer van
Cleef, kondigt „de
succesvolle bekroning" der
ontketende activiteiten aan.
„Dankzij de giften van
parochianen en van
vrienden van de Petrus van
buiten de parochie en zelfs
van buiten Leiden, alsmede
door de opbrengsten van
fancy-fair, rommelmarkt en
oud-papieractie, kon het
comité eind vorig jaar bogen
op een fraai netto-resultaat
van veertigduizend gulden.
Sindsdien werden we
verblijd met de toezegging
van twee subsidies: één van
het Anjerfonds en één uit de
opbrengst van de
Zomerpostzegels, elk groot
5000 grilden".
Wat let ons verder, niet
onmiddellijk met het orgel
naar de bouwer te stappen
Maar daar komt toch meer
voor kijken. De secretaris
weer „Door dit alles werd
een goede financiële basis
verkregen om te gaan
onderhandelen met de
orgelbouwers. Welnu, de
beslissende fase is nu
bereikt, waarbij voldoende
middelen ter beschikking
staan om de orgelbouwer op
korte termijn de beoogde
uitbreiding van ons orgel op
te dragen". Als de zaak nu
niet rond is, weet ik het niet
meer. Over enige tijd zal het
Petrusorgel een nieuwe
toekomst tegemoet gaan. Er
komt een dag, dat het orgel
van de St. Petruskerk,
volgens meneer Van Cleef,
„een bescheiden rol zal gaan
spelen bij de verschillende
orgelconcerten die in Leiden
gegeven worden. Zeker is,
dat het eenmaal uitgebreide
Petrusorgel een nieuwe
kleur toevoegt aan het palet
van het Leidse
orgelbestand".
Heer Thijs Kramer, in blijde
afwachting, kan 't niet
langer meer harden. Hij wil
een concert geven, of het
orgel nou klaar is of niet.
Dat gaat hij dan ook doen,
komende zondag 6
september om drie uur. Het
concert, dat een hommage
wil zijn aan allen die de
uitbreiding van het orgel
mogelijk maken en daarom
ook gratis beluisterd kan
worden, zal worden
vergezeld door een
toelichting van Thijs
Kramer op de te spelen
werken.
Het programma vermeldt
composities van Joh. Seb.
Bach, S. de Lange, Henry
Mulet, César Franck en
Olivier Messiaen. En als
heer Thijs, na de voltooiing
van het orgel, nog eens
hetzelfde programma ten
uitvoer zal willen brengen,
pas dan wordt duidelijk wat
een „echt" orgel allemaal in
z'n mars heeft.
OORSCHOTEN Met de verkoop
m het monumentale pand aan de Mo
riaan 3 raakt Voorschoten tevens een
ilerie kwijt: atelier Schrofer, waar
stèren de laatste wrekend-tentoon-
elling werd geopend. Oud-burgemees-
r L. de Kool. die de galerie in 1963
>k opende, verrichtte deze laatste ope-
ing. Aan het eind van de maand zal
(t pand worden overgedragen aan de
euwe koper, een computerdeskundi-
j. Wat hij zal gaan doen met het
iraar vervallen monument is nog niet
ker.
fe geschiedenis van het atelier Schrofer
jgint in 1963. In september opende de
enmalige burgemeester L. de Kool het
elier van Willem Schrofer. Na een ja-
nlange leegstand kreeg de vroegere
ierderij weer een functie. In de jaren
jftig meende het toenmalige gemeente-
stuur dat een brede toegangsweg vanuit
assenaar dwars door het oude dorpscen-
am een verbinding zou moeten geven
t de wijken Vlietwijk en Bijdorp. Er
srden al aankopen gedaan en de wonin-
p op de hoek van de Treubstraat en Mo
kkan zouden moeten verdwijnen. In het
Ind Molenlaan 3 was een bakkerij geves-
Id en onder protest van de eigenaresse
werd het .pand onteigend. Kort daarna
kwam het besef boven dat slopen van de
historische panden grensde aan het barba
risme. Monumentenzorg verklaarde het
dorpscentrum in zijn geheel als monu
ment en de gemeente bleef zitten met een
heel dure aankoop van Molenlaan 3. De
bekende kunstschilder Willem Schrofer
kreeg het pand in huur en maakte er zijn
atelier in en tevens vormde hij om zich
heen de kunstkring Voorschoten met on
der andere Paul Citroen als één van de
bekendste leden. Willem Schrofer over
leed in 1968 en het atelier werd voortgezet
door zijn echtgenote, de kunstenares Han-
nie Bal. Het atelier kreeg bekendheid
door de zgn. weekendtentoonstellingen,
waarbij bekende en aankomende kunste
naars een eigen expositie verkregen.
Drie jaar geleden besloot de Voorschoten-
se gemeenteraad het pand af te stoten en
na vele discussies werd besloten het pand
tegen een gedrukte prijs mevrouw H.
Schrofer-Bal aan te bieden. Zij verplichtte
zich dan om regelmatig tentoonstellingen
te houden. In die tijd kwam het tot een
conflict tussen de Voorschotense kunst
kring en mevrouw Schrofer. Zij wilde wel
huisvesting verlenen aan de Kunstkring,
maar verwachtte dan ook een financiële
atelier. Er kwam een ontwerp tot restau
ratie dat de goedkeuring verkreeg van
monumentenzorg en de welstandscommis
sie, maar de buren waren tegen het plan.
Minnelijke schikking was niet haalbaar
en zo moet straks de Hoge Raad een uit
spraak gaan doen. Dat alles betekent een
jarenlange vertraging en daarom bood
mevrouw Schrofer enige maanden gele
den het pand weer ter verkoop aan. De
gemeente had de eerste keuze, maar
maakte daar geen gebruik van. Thans
mag een nieuwe eigenaar proberen in
harmonie met monumentenzorg en de
naaste buren het zwaar vervallen pand
weer bewoonbaar te maken. Mevrouw
Schrofer verhuist naar Den Haag en
Voorschoten is een unieke expositieruimte
kwijt De Voorschotense kunstkring expo
seert thans in het Cultureel Centrum en
tot troost van de kunstliefhebbers is er
sinds enige maanden weer een nieuwe ex
positieruimte op de Voorstraat. Ook in
een oude bakkerij. Nog niet bekend is of
atelier ,,'t Voorhuis" zich gaat bezighou
den met de zogenaamde weekendexposi
ties.
De galerie aan de Molenlaan 3.
LEIDEN De heer Frans
van der Meer Is nog eens
voor twee jaar gekozen tot
voorzitter van de universi
teitsraad, het hoogste demo
cratisch gekozen beleidsor
gaan van de Leidse universi
teit Hij was de enige die op
een advertentie, geplaatst in
het universiteitsblad „Mare"
had gereageerd.
De universiteitsraad stond
unaniem achter het voorstel
om de voorzitter te herbenoe
men. De verkiezing was voor
bereid door een commissie met
leden uit de verschillende
raadsfracties. Deze kwam tot
advisering van de herbenoe
ming omdat deze „naar volle
tevredenheid heeft gefunctio
neerd". De heer Van der Meer
is afkomstig van de faculteit
der sociale wetenschappen en
is onlangs gepromoveerd.
Dankzij een door de universi
teitsraad aangenomen vervan
gingsregeling is hij in staat zijn
voorzitterschap te vervullen
zonder daarbij een volledige
taak op zijn faculteit te vervul
len. Op zijn vakgebied sociale
en organisatiepsychologie doet
hij dan alleen onderzoek en
hoeft geen onderwijs te geven.
De universiteitsraad heeft gis
teravond voorts ingestemd met
de benoeming van de heren
Kassenaar (rector magnificus),
Van der Meer en Mathijsen als
leden van de delegatie naar de
Academische Raad. Deze raad
is samengesteld uit vertegen
woordigers van alle universi
teiten en hogescholen in ons
land en heeft als voornaamste
taak het adviseren over onder
wijs en onderzoek aan de mi
nister.
DEN Prof. dr. H. Berkhof, hoogleraar
iwege de Nederlandse Hervormde Kerk aan
^tj Rijksuniversiteit te Leiden heeft vanmiddag
de Hooglandse Kerk te Leiden met een rede
ïteld „God voorwerp van wetenschap?" zijn
icheidscollege gegeven. Toen hij 21 jaar gele
zijn ambt van hoogleraar aanvaardde
zijn inaugurele rede dezelfde titel, maar
ïzeer hij daar nu nog achter kon staan, toch
i hij die rede, zo zei hij, nu onmogelijk meer
anen houden. Reden daarvoof was de om-
lag in bet Westeuropese denken kort na 1960,
een omslag van femonologie naar empirisme,
van existentialisme naar structuralisme, van
denken vanuit het midden naar grensverleg
gend denken aan de omtrek en in de theologie
ook: van denken van boven af naar denken van
beneden af.
Dat God voorwerp van universitair-wetenschappe-
lijke aandacht zou kunnen zijn is, aldus prof. Berk
hof, voor velen zeer moeilijk te aanvaarden. In fejr
te gaat het hier-om het vraagstuk openbaring en
ervaring en dan ervaring, waarbij het niet om o.a.
experimentele ervaringen gaat, maar om veel die
per liggende bron-ervaringen. Ook het woord
„God" drukt zo'n omvattende bronervaring uit en
de dogmatiek, aldus prof. Berkhof, waagt het om
die te thematiseren.
Op het veld van de religie worden we momenteel
overstroomd met ervaringen, die de pretentie heb
ben bron-ervaringen te zijn. Er zijn twee com
plexen te onderscheiden, de eerste die van de vele
oosterse religie vormen, die wellicht wijzen op een
gebrek aan topervaringen in onze cleane techni
sche en functionalistische civilisatie. Een tweede
complex is binnen het christendom te vinden, de
ervaringen van de zwarten, de armen en de vrou
wen, die hun ervaringen als bron-ervaringen the
matiseren en met het christelijk geloof verbinden.
Prof. Berkhof achtte het ontstaan van de zwarte
theologie, de bevrijdingstheologie en de feministi
sche theologie een groot gebeuren in de kerkge
schiedenis. Dat is, aldus prof. Berkhof, in die om
vang nog tooit gebeurd, terwijl het evangelie juist
het goede nieuws voor de onderliggenden is. :Maar
dat is iets anders dan dat het goede nieuws uit de
onderliggenden zelf zou voortkomen. Hun ervarin
gen zijn op zichzelf geen openbaring. Zij kunnen
wel daardoor de ogen openen. Maar de toegang tot
het evangelie is altijd de „enge poort" van omkeer
en overgave. Sprekende over het tweede vlak dat
hij in de afgelopen jaren heeft beoefend, dat van
de zgn. bijbelse theologie zei hij, dat hij gaandeweg
in opstand was gekomen tegen de zindelijke schei
ding van ervaring en openbaring. Aan het eind
van zijn rede weerlegde prof. Berkhof een vijftal
bezwaren, die veelal Worden ingebracht tegen de
idee God tot onderwerp van wetenschap te maken.