Ton van Heug ten en Frits
een
succesvol
span
Knieblessure houdt Jan Raas nog bezig
Over gei
maken
profvoep
gesprok*
SPORT
leidse courant/*
zaterdag 22 augustus 1981 pagb
Ton van Heugten en
Frits Kiggen tijdens de
training voor de grote
prijs van Zwitserland,
waar het duo als eer
ste Nederlandse cou
reurs de wereldtitel
kunnen veroveren.
AMERSFOORT Wie nu nog durft te beweren dat Ton van
Heugten en Frits Kiggen geen wereldkampioen zullen wor
den, zal door menigeen voor gek worden versleten. De mo
torcoureur, die bovenaan de ranglijst staat in de strijd om
de wereldtitel in de zijspancross, gelooft ook dat de trofee
hem niet meer zal ontgaan. Hij durft het zelfs hardop te zeg
gen, hoewel hij daarbij een zeer mager „maartje" plaatst.
„Theoretisch kan Jan Bakens mij nog van die eerste plaats
verdringen. Maar dat houdt wel in dat ik dan geen punten
meer mag pakken en hij uit de laatste twee wedstrijden drie
manche-overwinningen en eenmaal een tweede plaats moet
halen. En eerlijk gezegd zie ik dat niet zitten", meent Ton
van Heugten. „Het moet wel heel vreemd gaan wil ik zon
dag in het Zwitserse Wohlen geen wereldkampioen worden".
Hij glundert, want de titel in Zwitserland grijpen was zijn
ideaal. In het Mekka van de zijspancross, de natie waar veel
ijzersterke coureurs vandaan komen, daar wil Van Heugten
de Duitser Böhler zijn wereldtitel afhandig maken.
Hoe zeer die wens bij hem leeft geeft hij zelf weer
„Twee weken geleden in Frankrijk reed ik in de twee
de manche vooraan. Op een gegeven moment kreeg ik
via het pitsbord door dat Jan Bakens in de laatste ron
den op een lekke band reed. Bakens lag tweede en als
hij de race niet zou kunnen uitrijden en ik eerste zou
blijven dan was ik in La Chapelle Marival al wereld
kampioen geworden. Dat wilde ik niet dus heb ik be
wust de gaskraan wat dichtgedraaid. Gelukkig hield
Bakens het tot het einde uit en kon ik rustig winnen".
Hetgeen hem zijn vierde Grand Prix-zege opleverde.
Voor de concurrenten was Ton van Heugten dit jaar
onhoudbaar. Daarvan stonden ook Van Heugten zelf te
kijken. Na een wat matig voorseizoen zag het er name
lijk helemaal niet naar uit dat de 25-jarige Amersfoor- Harde baan
ter zo hoog zou reiken, hoewel hij vanaf het begin zijn
zinnen op de titel had gezet. „Na een vierde plaats vorig
jaar had ik me voor dit seizoen volledig op de eerste'
plaats geconcentreerd. Ik was al vier keer Nederlands
kampioen geworden, dus daar zat ik niet echt meer om
te springen. Nee, in eerste instantie was de wereldtitel
ons doel. Aanvankelijk hadden we in wedstrijden als
Markelo en Holten wat machinepech, waardoor we niet
Wereldtitel kan morgen
rijk haalde het duo zo veel punten, dat het nog verder
uitliep op de concurrenten. „Ik ben echter blij dat Frits
in Zwitserland in de bak jjt, want hij moet met mij
wereldkampioen worden. Ik wil niets afdoen aan de
prestatie van Sies, maar Frits heeft in die drie jaar dat
hij nu bij me is mede aan de basis gestaan van dit suc
ces. Hij behoort in de eer te delen", constateert de eige
naar van een motorzaak in Amersfoort, waarmee hij
aangeeft hoe goed het duo samenwerkt.
stukken beter geworden en het balansgevoel, wat heel
belangrijk is in de zijspansport, werd steeds beter".
Samen werking
Ook volgend jaar
en Frits de zekerheid gegeven dat we een heel eind
zouden komen. We waren ronduit superieur, maar wer
den door problemen met de ontsteking uit de race ge
worpen".
De confrontatie met de landgenoten werd prima door
staan. Maar het grote werk moest nog komen. Tot ie
ders verbazing reed Van Heugten met Kiggen in de
eerste Grand Prix meteen naar een overwinning, ter
wijl het duo Bakens-Van Heek en Wil van der Laan
met Kees Hogervorst volgden. Pas daarna kwam rege
rend kampioen Böhler. „Ik stond er zelf verbaasd van
maar het was toch mooi meegenomen. Het gaf mij meer
armslag voor de grote prijs van Duitsland, waarna de
circuits in Nederland en Zweden volgden", herinnert
Van Heugten zich. De concurrentie maakte op de harde
baan van Duitsland inderdaad wat goed, maar Van
Heugten stond nog steeds aan kop, toen in Nederland
Wychen moest worden gereden. Thuis en in Zweden
pakte hij vervolgens de volle winst, terwijl Böhler en
de Zwitserse combinatie Grogg-Hüsser met vrijwel lege
handen huiswaarts keerden. Toch was van Heugten op
dat moment nog niet helemaal gerustgesteld.
„De Grand Prix van Ierland verviel en dat was gunstig
want daar ligt een harde baan. Aan de andere kant kon
de concurrentie in die periode van vijf, zes weken be
komen van de blessures en goed ingereden raken met
de nieuwe bakkenisten. Engeland (19 juli) stond vervol
gens op het programma en ik had me zelf voorgenomen
daar minstens vijftien punten te pakken om niet teveel
prijs te geven. In de jaren ervoor had ik in Engeland de
finish niet gehaald. Dit keer wilde ik laten zien dat ik
ook op een harde baan goed uit de voeten kon".
Dat bewijs heeft Van Heugten geleverd, want hij won
meteen de eerste manche. Vervolgens sloeg echter het
noodlot toe. Bakkenist Frits Kiggen daarover: „Ja, het
was vlak na de start in de tweede manche. Ik viel uit
de bak en kwam ongelukkig terecht. Ik stapte nog wel
weer in, maar na vijftig meter had ik het al in de gaten.
Mijn linkersleutelbeen was gebroken en ik dacht dat ik
mijn linkerpols gekneusd had". Dat eerste was inder
daad het geval, het andere niet. Er was bij de val een
polsbotje gebroken. Kiggen: „Normaal was Ac direct
naar de Belgische arts Derweduwen gegaan, maar die
was op vakantie. Bij ons in het ziekenhuis constateerde
men de breuk en er werd mij verteld, dat ik wel op zes
weken moest rekenen. Derweduwen kwam kort daarop
weer terug en heeft het ook bekeken. Gelukkig is het
allemaal snel genezen. Het is nu zeker dat ik in de bak
zal zitten in Zwitserland".
Intussen moest Van Heugten op zoek naar een vervan
ger. En in de persoon van Sies Hurkmans trof hij een
hele goede. In de Grand Prix van Oostenrijk en Frank-
De coalitite zal overigens ook volgend jaar nog bestaan.
„We moeten volgend jaar de titel verdedigen. Je kunt
gewoon niet na zo'n succes de handdoek in de ring
gooien. Bovendien bevalt het mij mee veel te goed bij
Ton", aldus Frits Kiggen.
De 26-jarige Limburger traint overigens gedurende het
seizoen vrijwel niet met Van Heugten. „Slechts als er
wat getest moet worden ben ik van de partij. De af
stand is namelijk nogal groot. Mijn training stelt ook
niet zo veel voor. Mijn werk is eigenlijk mijn training.
Ik werk in het grondverzetbedrijf van mijn vader en
dat is oefening genoeg. Daarnaast doe ik nog wat aan
fietsen en hardlopen en dan heb je het ook wel gehad",
aldus Kiggen, voor wie de motorsport puur een hobby
is. Hij heeft overigens in die elf jaar dat hij in de zijs-
panwereld zit, zelf ook nog gereden. Door zijn agressi
viteit kwam hij echter herhaaldelijk ten val, wat hem
deed besluiten om maar weer voor het „veilige" plekje
in de bak te kiezen.
Ruim twee jaar geleden kwam hij zodoende bij Ton van
Heugtén terecht die een zesjarige verbintenis met Dick
Steenbergen verbrak.
Het duo Van Heugten-Kiggen was een prima combina
tie. Van Heugten daarover: „In december '78 ontmoette
ik Frits op een feestje van Wil van der Laan. We kwa
men met elkaar overeen dat we het eens moesten pro
beren. Het klikte eigenlijk meteen. De agressiviteit van
Frits was net de prikkel die ik weer nodig had, want
het jaar '78 was voor mij een rampjaar. Alles was fout
gegaan, waardoor ik mijn internationale startlicentie
ook was kwijt geraakt. Ik had echter de moed nog niet
laten varen en met Frits ging ik er weer fris tegen aan.
In '79 werd ik prompt weer Nederlands kampioen. De
samenwerking tussen Frits en mij is ondertussen nog
Die samenwerking was mede een reden voor Van
Heugten om dit seizoen optimistisch van start te gaan.
Er waren echter nog andere gronden. Van Heugten:
„Ik kon dit jaar bijvoorbeeld rekenen op de steun van
Cor den Biggelaar, die zelf een zeer groot zijspancou-'
reur is geweest, die de machine voor me zou onderhou
den. De prestatie van Frits en mij komt ook grotendeels
door zijn werk. Hij toverde een 650 cc standaardmachi
ne om in een 1000 cc krachtbron. Eén, die beslist tot de
snelste van de wereld gerekend mag worden. Daarnaast
heb ik gedurende alle races steeds het kopje erbij ge
houden. Geen moment heb ik meer risico's genomen
dan absoluut noodzakelijk was. Ik geloof ook dat dat
mijn grote kracht is geweest. Neem bijvoorbeeld Robert
Grogg. Die kwam tijdens een tijdtraining in Nederland
ten val en blesseerde zijn schouder. Toch ging hij in de
eerste manche onmiddellijk met mij de strijd aan, ter
wijl hij weet dat ik, net als trouwens alle Nederlanders,
op een zandcircuit veel sterker kan rijden. Hij kwam
beide keren geloof ik niet aan de finish. Kijk, op zo'n
moment moet je tevreden zijn met een mindere klasse
ring. Je moet gewoon weten hoever je kunt gaan. Je
moet ook de moeilijkheidsgraad van een circuit goed
kunnen afwegen. Ik ben een rijder, die de baan te voet
afloopt om precies uit te zoeken hoe ik het beste kan
rijden. Niet alleen plankgas, maar met je hoofd erbij.
Wohlen wordt morgen een prestigestrijd voor de Zwit
sers en ze zullen er alles aan doen om het geschonden
blazoen wat op te poetsen, zodat Bakens een hoge klas
sering wel kan vergeten. Ton van Heugten zal het een
zorg zijn wie er wint in Wohlen. Hem komt de eer toe
als eerste Nederlandse crosser een wereldtitel mee naar
huis te nemen. „En dat terwijl iedereen de verrichtin
gen volgde van mannen als Gerard Rond en Gerrit
Wolsink. Ik weet wel dat de 500 cc de Formule-1 is in
de motorcross, maar ik heb toch wel mooi aangetoond
dat we in de zijspanklasse óók heel wat mans zijn",
voegt Ton van Heugten er voor de goede verstaander
aan toe. Waarmee herhaald: Ton van Heugten en Frits
Kiggen vormen een goed (zij)span.
HENNIE BOEVINK
DEELNEMEN AAN WK IN PRAAG IS VERANTWOORD
'SHEERENHOEK Gevoel
voor humor kan Jan Raas niet
worden ontzegd. Op de vraag of
de ellende aan de rechterknie
enige gelijkenis vertoond met
het befaamde gewricht van Hi-
nault dat door cortisone-ge-
bruik enige tijd dienst zou heb
ben geweigerd reageert de
Zeeuw: „Als het zo zou zijn, dan
teken ik ervoor. Hinault is
daarna namelijk wereldkam
pioen geworden!" En dan se
rieus: „Of er enige overeen
komst is weet ik niet. Niemand
heeft mij verteld wat hij heeft
gehad. Het zal me ook een zorg
zijn. Mijn knie is voor mij het
enige dat voor mij telt. Ik heb
tijdens dat stil zitten thuis veel
getwijfeld. Ben er nog steeds
niet helemaal overheen. Ik heb
geen pijn meer, maar toch ben
ik geestelijk nog steeds met die
blessure bezig.
Toch gaat Jan Raas naar Praag om,
eind volgende week mee te dingen
naar de regenboogtrui die hij twee
jaar geleden al eens om de schou
ders heeft laten glijden. Een verant
woorde zaak of gaat het er slechts
om eventueel mee te profiteren van
de beschikbare fondsen wanneer
een Nederlander tot opvolger van
Hinault zal worden gekroond? Jan
Raas daarover. „Voor mij staat vast,
dat ik in die finale een rol kan spe
len. Dat ik mij nuttig kan maken
voor de ploeg. Zou dat niet zo zijn,
dan zou ik thuis blijven. De mensen
verwachten wat van mij en zo'n op
treden als in Sallanches is voor nie
mand een goede zaak. Ik heb daar
van geleerd. Ik ben overigens van
heel ver moeten terugkomen. Met
name toen het gips van mijn knie is
gegaan heb ik in mijn rats gezeten.
Ik wilde het niet forceren. Mijn
knie doet echter geen pijn meer.
Wel de aanhechtingen er omheen,
De succesvolle eindsprint van
Jan Raas twee Jaar geleden in
Valkenburg, waar de Zeeuw na
een veelbesproken wedstrijd,
waarin hij zich herhaaldelijk door
ploegmaats de heuvels had laten
optrekken, de wereldtitel greep.
maar dat is normaal. Dat komt om
dat ik zo lang heb stilgelegen. Maar
geloof me: als ik enige twijfel over
mijn knie zou hebben, bleef ik mooi
thuis. Dan zou ik dat zonder meer
tegen Piet Liebregts hebben ge
zegd".
Niet tevreden
Helemaal tevreden over zijn condi
tie is hij overigens nog niet. Daaro-'
ver behoeft niemand evenwel onge
rust te zijn, want Raas zou in dat
andere geval namelijk tot de favo
rieten behoren voor de wereldtitel.
Het feit dat hij de Tour niet heeft
gereden, behoeft daaraan geen af
breuk te doen. Dat hij geestelijk nog
met zijn knie bezig is, mag ook als
een normale zaak worden be
schouwd. Evenals bij Hinault is na
melijk niet bekend wat nu de eigen
lijke oorzaak van de ellende is ge
weest. Jan Raas zelf vermoedt dat
het een gevolg is geweest van een'
verkeerde houding.
„Ik denk zelf dat het allemaal doof
die val in Parijs-Roubaix is geko
men. Ik heb daar een liesblessure
opgelopen. Om de lies te ontzien
ben ik scheef op de fiets gaan zitten
en ben met het rechterbeen harder
gaan trappen. In de Ronde van Bel
gië is het daarna erger geworden.
En uiteindelijk heb ik de knie kapot
gereden. Aanvankelijk is nog gepro
beerd met inspuitingen die stekende
pijn onder de knieschijf dicht te
krijgen, maar toen dat niet lukte
heb ik de knoop doorgehakt. Dr.
Strikwerda heeft me rust voorge
schreven en in het gips gezet".
Jan Raas zegt het niet met zo veel
woorden, maar in de periode waarin
hij noodgedwongen aan een stoel zat
vastgekluisterd, is hij besprongen
door twijfels. Terwijl zijn ploegma
ten in de Tour de France de nodige
triomfen boekten, heeft hij zich
steeds afgevraagd: zal ik nog ooit
kunnen fietsen en zoniet wat dan?
Slechts moreel gesteund door een
klein groepje getrouwen, heeft hij
zich door deze moeilijkheden heen
geslagen. Heeft hij ook geaccep
teerd, dat zijn geweldige legioens
fans ineens aanzienlijk kleiner is
geworden. Heeft hij verwerkt dat
de aandacht plotseling niet meer op
hem bevestigd is geweest. „Het was
moeilijk", bromt hij, „maar het
kwam niet onverwacht. Ik heb het
wel eens eerder meegemaakt en me
er mentaal op voorbereid. Ik neem
het de mensen overigens niet kwa
lijk. Lever je geen prestaties, dan
valt alles weg. Zo is het leven en
daar ben ik me goed bewust van".
Niet eenvoudig
Hij heeft het er evenwel niet een
voudig mee gehad. „Dit is de eerste
echte grote tegenslag in mijn carriè
re geweest. In 1980 heb ik wel met
mijn rug gesukkeld, maar dat is
goed afgelopen. Mijn rug doet nog
wel pijn, maar als ik mij op een goe-,
de manier verzorg, dan overleef ik
het allemaal wel. Die knie is echter
andere koek geweest. Na drie
maanden niets doen heb ik keihard
moeten werken om mijn plaats in
het peleton weer in te kunnen ne
men".
Via enkele ovenvinningen, onder
meer in Linne en Emmen en het
controleren van de het wedstrijd
verloop in de proftour in Neder
land, heeft hij echter aangetoond,
mede dank zij zijn karakter, in staat
te zijn de weg naar de top weer in te
slaan. Daarbij heeft hij zijn ogen
goed open gehouden. „Er is een
aantal collega's dat goed in vorm is.
Joop Zoetemelk is beter dan hij ooit
in augustus heeft gedemonstreerd.
Ik hoop echt dat hij volgend jaar
voor Raleigh blijft rijden. Hij zal er
in Praag beslist staan. En ook Kui
per mag niet worden onderschat.
Overigens betekent dat allemaal
niet dat er nu zo maar weer een Ne
derlander wereldkampioen gaat
worden. Het zal wel weer het spel
tussen de oude bekenden worden".
En vervolgens somt hij de namen
op van Hinault, Moser, De Vlae-
minck en Saronni. Met name de Ita
lianen hebben zijn aandacht getrok
ken. De door Moser gewonnen Ita
liaanse titelstrijd, is namelijk uitge
vochten op het parkoers dat veel
overeenkomsten vertoont met dat
van Praag. Voor Jan Raas staat ech
ter een ding vast. „Iedereen in onze
ploeg zal moeten tekenen dat hij het
nationaal belang zal dienen. Alleen
dan kunnen we met succes de strijd
met de internationale concurrentie
blijven aanbinden. Voor het zo ver
is zal de Zeeuw nog even bij zijn
dokter langs gaan. Door ervaring
wijs geworden laat hij regelmatig
controleren of zijn lichaam in staat
is aan de zware eisen van zijn be
roep te voldoen. Van de zogenaam
de groep sportartsen moet Raas
niets hebben. „Vijf a zes jaar gele
den ben ik wel eens naar ze toe ge
gaan. Maar toen hadden ze het ken
nelijk te druk om veel aandacht aan
me te besteden. Ik ben daarom
maar naar mijn huisdokter in 's
Heerenhoek gegaan. Verder komt
er niemand aan te pas. Dat is ook
niet nodig, want mijn huisarts doet
het voortreffelijk. Hij staat altijd
voor mij klaar en is door onze con
tacten ook nog een echte wielerfan
geworden. Mooier kan ik het eigen
lijk niet,hebben".
PETER VAN PUTTEN
DEN HAAG I
twee dagen van iw I
voetbalcompetitie J
eredivisie hebb^
dingen al weer zoi
gemaakt: met dei
belangstelling is L
vig gesteld en
ling waarmee e<f]
ploegen zich nü j
veld presenteert 1
nig beter. Zoals e
realist, bijvoorbe
Bouwer van Sti
langs in de voeth
van deze krant, s
dellijk bij het
sectiebestuur beta]
bal lanceren van'
sterkte degrada
drie clubs) uitrie
nóg minder aantj
voetbal tot gevolg
ben lijkt die toepCH
deels genegeerd^
king nu te wordft°b<
tigd. Bouwer lijki
gelijk te gaan ki»at
een moment datj16'
zelf ook nog niet l e
gelijk zal hebber
den: nadat de c^..
nog niet eens ééii| Jj.
op heeft zitten. frda'
Ooit kwam op i^nd]
van Hans Kraay,^rde
trainer van FC no
een groot aantali oi
ners in Zeist b^waï
zich te beraden eer;
manier waarop uitz
steentje zouden (ring
bijdragen aan deonli
making van hetfenas
voetbal. Positiefterl
luidde de unani(elis
clusie. Dan kom!°S 1
bliek vanzelf we ee
Van die (wee s! .zel
dient nu, een kleif1 v
ter, te worden gtf dig
ze volledig uit
zijn gegrepen.
aanbevolen positi|
bal kwam door |it.
genomen nauwelL j
terecht en bijge^ag
ven de tocschomtaf
weg. Het publiek m
niet meer zo gautig b
aannaaien. Het ion
volk is kritisch(e|t ik
den, het eist terej vei
het niet onaanziciht.
drag dat aan ent» wt
te worden betaal^s5'
rug. En dat 'iet®/
niet of in ieder gcP'
te weinig gebodcur
Het gebeurt vaal#
ners na afloop ^tjrPei
één of twee puW1}®®'
geëindigde, inaarjjjjj
gespeelde wedstn
klaren dat het oj.oer
waren die op digrbe
hadden gespeelden0(
hun eigen invloei 0n
genlijk maar geter
bij wat er op hel
beurde. Dat is ei
melijke onderj i
van de eigen injQ
het tegelijkertij«f
een erg goedkopefl
schuiven van d(l(_
woordeljkheid. N
is het zo dat spuR
opdracht (ook Jp0ic
open, aantrekkelft o
sitief spel) in |cha
slaan met het oa Sp
resultaat. Maar tt ee
is het nog nooitófde
dat een trainer efcac!
uit zijn ploeg h?isc
de bal vijf keer o|ie
gen doelman had,vaz
speeld. Toch zouh p
uiting zijn van (staj
doelingen van eer':
en zijn uitwerkiipS
despelers niet
Maar zo'n besli:
wel een utopie
daarmee tevens
aan het beeld vaiij-j
loofwaardige trar
Pim van de Meer
het wat dat betrt
deze week wel
De nieuwe traijdê
NEC, dat op een
gatieve manier
Haag versloeg, si
verantwoordclijkhet
daarvoor af op zijlij!
selectie én zijn vdun
Leen Looycn. Da$90
balwereld een jS
waar heel anderés
gelden dan in de
maatschappij islr
Dat de ene traincffj
het baantje vai
juist ontslagen
weinig elegant e|
in ieder geval nil
solidariteit, die n/i
met de mond wöqi'
den, maar nooijt e
praktijk wordt lati
Maar zoals Van (io
de loyale Looyeöer
toch voor heeftde
dat Van de Meelde
een eredivisiecBEl
werken (de manttde
op moet maar evfite
beschouwing wolf00
ten), afserveerde!"^
weinig waardcrler
hij door het spclfH
ploeg ook al nicfj Jj
Als NEC zó blijf- J
komen de punf*s
schicn wel, maarrze
publick weg. Ovdn
making van hctlijj
voetbal gcsprokcLr!
FRANK Wïf p