Raad
werk
van State kan het
nauwelijks aan
ADMINISTRATIEVE RECHTSPRAAK DOOR VOLMAAKTHEID SOMS
ONGELOOFWAARDIG
Reiden/den haag Hoorzittin-
erelisnog erg jong voor zijn leeftijd
STAD/REGIO
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1981 PAGINA S
rmpteei
Dit verhaal gaat over geschillen tussen overheid en bur
gers. Geschillen die hun oplossing vinden in de admini
stratieve rechtspraak. Overal geroemd, toonbeeld van
een bijna heilig streven naar volmaaktheid. Een verhaal
over een systeem, dat volmaakt Is, maar met die vol
maaktheid In de maag is komen te zitten. Vice-president
van de Raad van State mr. W. Scholten vindt het nu dan
ook genoeg. Bij de aanbieding van het jaarverslag van
de Raad onlangs waarschuwde hij voor een „al te ge
makkelijke uitbreiding van de rechtsbescherming".
Want de Raad kan niet meer werk aan.
Alles is beschermd, alles Is geregeld. Maar het aantal
geschillen tussen burger en overheid groeit met duizen
den per jaar tegelijk. Er Is een stijgende onvrede. Het
rechtsgevoel, ook al is een zaak gewonnen, blijft merk
waardig genoeg onbevredigd. Er vreet nog Iets onbe
stemds. Langzaam begint er een discussie over de ad
ministratieve rechtspraak op gang te komen. Er zal wat
moeten veranderen, zegt men, maar wat en hoe weet
nog niemand. Vier juristen, mr. J.M. Polak, prof.mr. R.
Crince Ie Roy, mr. G.W.A. van der Velde en mr. J.G.C.
Wiebenga, deden een voorstel.
n van de Raad van State illustreren
soms op pijnlijk heldere wijze hoe ge-
elijk bestuurders omwille van
trelk belang ook, over kleine deelbe-
gen van afzonderijke burgers heen
valsen, en met hoeveel verve zij ge-
>ruik weten te maken van de onts-,
nappingsclausules die wetten hen bie
den om toch hun zin door te zetten.
Het lijkt er vaak op dat een wet eer
der naar de bestuurder toe geschreven
Is, dan naar de burger om wie het In
de wetgeving uiteindelijk toch alle
maal begonnen is.
ten berucht voorbeeld is de
ntsnappingsclausule in artikel
9 van de Wet op de Ruimte-
jke Ordening. Geliefd „speel-
sd" voor bestuurders. Het
iikel maakt het een college
n B en W mogelijk alvast in
spelen op een bestemmings
in, dat nog niet de gehele
ipraak)procedure doorlopen
ft. Dat kan bijvoorbeeld
let geval zijn, wanneer een
tdernemer op korte termijn
in bouwvergunning nodig
•eft. Dan moet duidelijk zijn,
lat de haast van het college
an B en W en de ondernemer
jerechtvaardigd is, en er moet
en zogenaamde verklaring
•an geen bezwaar van het col-
ege van Gedeputeerde Staten
:ijn. Een andere voorwaarde is
lat de bouwvergunning niet in
rijd mag zijn met het op sta
ll staande bestemmingsplan.
Hoe dat precies kan, blijft du-
ïieus en in wezen onopgelost.
Js aan die rekbare voorwaar
den voldaan, dan kan wat de
Jwetgever betreft, een gevraag
de bouwvergunning toch al^
wel afgegeven worden.
ïstuurders ontdekten al
jeauw dat daarmee gemakke
lijk vertragingen voorkomen
[konden worden; in feite werd
legaal de tijdrovende inspraak
omzeild. Er is onder deze con
structie weliswaar inspraak
mogelijk, maar dan alleen te
gen de verklaring van geen
[bezwaar op zich, nooit op on-
I óerdelen van het bestem-
I mngsplan. Het onder bestuur-
j de/s zo populaire artikel werd
f zoveel gebruikt, dat van ho
gerhand een richtlijn werd
verstrekt het niet te bont te
maken, omdat het artikel niet
bedoeld was plannen sneller te
realiseren. Het was bedoeld als
procedure voor noodgevallen.
Volmaaktheid
De wetgeving is zo omvang
rijk geworden, dat de vol
maaktheid die zij nastreeft,
haar dwars begint te zitten.
Er ontstaan hoe langer hoe
meer conflicten tussen bur
ger en overheid, en dus zijn
er als in een kettingreactie
hoe langer meer wettelijke
regels nodig om de burger te
beschermen. Hij krijgt dan
beroep te gaan. Dan hebben
we het alleen over die cate
gorie geschillen uit de admi
nistratieve rechtspraak, die
tot het terrein van de Raad
van State behoren, zoals de
biljartclub die met het ge
meentebestuur overhoop ligt
omdat er geen subsidie meer
komt, of de wijk die last
heeft van een stinkende fa
briek.
Belastinggeschillen, echtschei
dingen, schadevergoedingen,
problemen tussen ambtenaren
horen meestal bij andere rech
ters thuis. Waar en wanneer
de in het nauw gedreven bur
ger in het geweer moet ko
men, kan hij zelf onmogelijk
altijd even correct vaststellen.
Zelfs advocaten rijden op dit
punt geregeld een scheve
schaats, wanneer de staatsraad
hen aan het begin van een
hoorzitting fijntjes meedeelt,
dat hij bij het verkeerde admi
nistratieve rechtscollege zit en
ergens anders moet zijn. De
burger, die er al een wachttijd
van vele maanden op heeft
zitten, krimpt ineen. De staats
raad sluit de zitting. Advocaat
druipt bedremmeld af. De
voor zijn recht opkomende
burger voelt zich verlaten,
vertwijfeld en teleurgesteld,
hij begrijpt het niet Het is
hem en zelfs de advocaat niet
kwalijk te nemen.
Geen uitzondering
Het is bepaald geen uitzon
dering meer wanneer door
de zeëen van tijd die proce
dures door hun volmaakt
heid vragen, conflicten tus
sen burger en overheid ver
zanden in moedeloosheid
van de een en vertwijfeling
van de ander, omdat na ja
renlange strijd eigenlijk
niet meer duidelijk is om
wiens belang het nu eigen
lijk gaat Wanneer de uit
voering van woningbouw
plannen jarenlang stag
neert zijn noch de belangen
van woningzoekenden ge
diend, noch de belangen van
degeen die bezwaren maak
te, omdat die in een knagen
de onzekerheid verkeren
moet
En wat te denken van een tij
drovende hinderwet-procedu
re tegen een stinkende fa
briek? Als de bezwaren ma- Devaluatie
kende burger eindelijk in het
gelijk gesteld is, kunnen de
kwalijke dampen uit schoor
steen en afzuiginstallatie hun
De Raad van State met koningin Beatrix, prins Claus en prinses Juliana In buitengewone vergadering bijeen
tijdens het afscheid van zijn vice-president dr. M. Ruppert eind vorig Jaar.
vernietigende werking allang
gedaan hebben. In het ene ge
val houdt een ingediend be
zwaar het plan op, in het an
dere geval niet Waar ligt de
rechtsbescherming?
De goedkeuring van het bestemmingsplan HaaswIJk In Oegstgeest was een van de
iulzenden zaken die de Raad van State de afgelopen jaren behandelde. Tegen het
sestemmlngsplan was de Oegstgeestse milieugroep bij de Kroon In beroep gegaan.
Jitelndelijk werd zij door de Raad van State In het ongelijk gesteld, waardoor de
gemeente groen licht kreeg voor woningbouw.
Andera gezegd, het is nog
maar de vraag in hoeverre
dan nog werkelijk van
rechtsbescherming
is. Het begrip reen
ming is aan devaluatie on
derhevig, vooral als het over
geschillen tussen burger en
overheid gaat, waartoe we
ons in dit verhaal beperken.
Soms is tussen het ontstaan
van een geschil en de uit
spraak in hoogste instantie
al zoveel tijd verstreken is,
dat niemand nog het woord
„rechtsbescherming" zoals
die oorspronkelijk bedoeld
was, hardop in de mond
durft te nemen.
De klagende burger heeft dan
wel zijn gelijk maar ten koste
van veel ergernis en spanning,
gedurende jaren en jaren. Het
record staat op zestien jaar.
Zeven d acht jaar voor een
procedure is normaal.
De moeilijkheid zit hierin, dat
burgers die zich door de over
heid in het nauw gedreven
voelen, pas altijd achteraf,
wanneer alle plannen al kant
en klaar op tafel liggen, met
hun bezwaren mogen komen.
Het aanbrengen van verande
ringen in die plannen is dan
veel moeilijker en veel tijdro
vender. Waarom niet eerder
Mr. W. Scholten, de opvolger van vice-president dr. M. Ruppert, liet onlangs een
waarschuwing horen tegen een al te lichtvaardige uitbreiding van de rechtsbescher
ming omdat de Raad van State het werk nauwelijks aan kan.
met die bezwaren rekening
gehouden? Bijvoorbeeld in de
periode dat een gemeente be
zig is met het maken van een
bestemmingsplan?
Dat zou heel goed zijn, schrij
ven de juristen mr. J. Polak,
prof. mr. R. Crince le Roy, mr.
G. van der Velde en mr. J.
Wiebenga in een niet oninte
ressant geschrift van de prof.
mr. B.M. Teldersstichting. Het
zou de administratieve recht-
3Draak voor een belangrijk
eel weliswaar volkomen on
dersteboven gooien, maar het
zou in elk geval tot gevolg
hebben dat inspraak échte in
spraak wordt Een alleszins
leesbaar boekwerkje waarvan
elke bestuurder kennis zou
moeten nemen; het feit dat het
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek
„Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of
soms ook wel een kat) beschreven die In het asiel ver
blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij
het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschre
ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters
naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re
denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook vol
slagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven die
ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder
gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60
gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen.
Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden.
Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10
tot 12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten.
•EIDEN Een naam voor een hond
'erzinnen is nogal eens probleem. Hec-
»r, Pluto, Vlekkie, Fikkie, het is alle-
aal al eens vertoond. Wat de naam
itreft, is de hond van deze week een
(tuk beter af en elk geval een stuk or-
tenPneler toebedeeld. Bij zijn geboorte,
^u zes jaar geleden, heeft hij de naam
"lerel" meegekregen. Wie Merel wat
:ter leert kennen, zal niet zo erg ver-
tasd zijn over de vogelachtige naam
Voor deze hond.
Merel is een Duitse Staander. In hoeverre
fiet om een rashond gaat, is niet duidelijk,
inaar een stamboom kleeft er niet aan ziin
eerleden. Bij het uit zijn hok halen, lijkt
pe Staander een goede bui te hebben. Hii
s vroliik, springt rond en is één en al
'riendelijkheid. Maar al gauw wordt dui
delijk, dat Merel meestal een erg lieve
!hond is. Hij belandde vier maanden gele
den in het asiel. Hij werd gebracht door
een boer uit de omgeving van Gouda, die
met bloedend hart afscheid van Merel
nam. Hij vertelde dat hij het erg jammer
vond, maar Merel moest weg, omdat de
schapen niet meer tegen zijn aanwezig
heid konden. Merel deed de schapen niets,
maar op de een of andere manier werden
de schapen zenuwachtig van hem. En dat
terwijl Merel al jarenlang op de boerderij
verbleef. Een merkwaardige gang van za
ken. Lag dat aan de schapen of aan Me
rel? Hoe het ook was, Merel was te veel.
Maar een paar weken later had Merel via
het asiel een nieuwe baas gevonden, in
een gezin met een dochtertje van een jaar
of zes. Het ging prima totdat Merel het
opeens nodig vond jaloers te worden op de
dochter des huizes. Hij bromde wat en
leek haar aanwezigheid niet langer op
prijs te stellen. Merel exit. Merel weer in
het asiel.
Mocht de indruk ontstaan, dat Merel een
vervelende hond is met een moeilijk ka
rakter, dan is dat niet terecht Want Merel
is juist een erg levendige, speelse hond,
die niemand kwaad doet. Hii is gehoor
zaam, maar wel waaks. Merel hecht zich
erg aan het gezin, dat hem een nieuw te
huis biedt en hij zal zich met name aan de
heer des huizes binden, denkt Wil Tiele,
de beheerder van het asiel. Merel is door
zijn gedrag, dat eerder aan een jonge
hond, dan een hond van zes jaar oud doet
denken, niet geschikt voor een flat Hij
moet wel een beetje de ruimte hebben.
Alma
De poes van vorige week heeft het goed
getroffen. Er was veel belangstelling. Zij
is uiteindelijk in Voorschoten terechtge
komen.
Merel Is een lieve, levendige Duitse Staander met een
rijk verleden.
niet ongekleurde instelling (de
Teldersstichting is het weten
schappelijk instituut van de
WD) moet dan maar als een
bijkomstigheid beschouwd
worden. Het geschrift van de
Teldersstichting is geheel ge
wijd aan de warwinkel van
het administratief recht, zoals
in juristentaai het oplossen
van conflicten tussen burgers
en overheid heet Motto van
het boekwerkje: „voorkomen
is beter dan genezen".
Verwarring
Een voorbeeld van dat mot
to. Een gemeente Is niet ver-
Slicht belanghebbenden te
oren als een bes te minings-
Blan nog op de tekentafel
gt Sommige gemeenten
doen het wel, maar velen
ook niet Ziedaar een nieuwe
bron van verwarring, die het
begrip rechtsbescherming
ondergraven kan. De wet
stelt de inspraak pas ver
plicht als het plan ter inzage
ligt; maar dan is het plan al
wel klaar en is het bijgevolg
maar dan is het plan al
ook veel moeilijker
ren erin verwerkt te krijgen.
Het zou een gemeente, zeggen
de vier juristen, veel tijd en
geld besparen als bezwaren
eerder bekend zouden zijn.
Met andere woorden staat er
gens in het boekje, de recht
spraak moet op zijn kop; bij
het begin beginnen, maar dan
ook écht bij het begin. Juristen
spreken over preventieve
rechtsbescherming. Buiten Ne
derland gemeengoed (zoals in
Frankrijk en Oostenrijk), hier
nog onbeproefd.
Zelfs het met veel bazuin- en
klaroengeschal omringde insti
tuut van de nationale ombuds
man, dat 1 januari '82 moet in
gaan, is een instelling die pas
optreedt, nadat een burger
door toedoen van de overheid
al in het nauw zit, daarmee de
belangenbehartiging achteraf
nog eens bevestigend, en daar- t
mee de overheersende rol van
de bestuurder. Het daarente
gen grote met veel pijn en
moeite verworven goed dat in
spraak heet, is een recht ge
worden dat pas „werken" kan
als er vele formulieren inge
vuld zijn en voldaan is aan al
lerlei wettelijke voorschriften,
voorschriften die bestuurders
veelal beter te pas komen dan
de burger. Dan is het onheil
veelal al geschiedt
Waarschuwing
Vice-president mr. W. Schol
ten van de Raad van State
maakte onlangs, toen hij het
jaarverslag van de Raad
presenteerde, een verrassen
de opmerking, die merk
waardig genoeg onopge
merkt bleef. Hij waarschuw
de voor „een al te gemakke
lijke uitbreiding van de
rechtsbescherming". Hij had
juist wat cijfers genoemd
van zaken die de afdeling
rechtspraak van de Raad
van State vorig jaar behan
delde. Zaken van burgers
die zich op de een of andere
manier door de overheid
„belaagd" voelden. Ze zagen
hun rechten bedreigd, von
den bij de lagere overheden
geen gehoor en wendden
zich tenslotte tot de afdeling
rechtspraak.
Vorig jaar kwamen er 11.000
nieuwe zaken bij; in '79 waren
er dat ruim 9.000. De afdeling
deed ook circa 11.000 zaken af,
tegen bijna 7.000 in '79. Dat de
afdeling niet quitte speelde,
kwam omdat de achterstand in
nog af te handelen beroepen
steeg. Het jaarverslag sprak
van een zorgelijke ontwikke
ling. Daar tegenover staat de
nimmer aflatende roep uit het
land dat er nog heel wat
schort aan die rechtsbescher
ming en dat er nog veel mee?
waarborgen ingebouwd moe
ten worden om de rechten van
de burger te beschermen. Daar
ligt de oorsprong van Schol-
ten's harte kreet.
Het uitbreiden van de rechts
bescherming van de burger te
genover de overheid, wat ad
ministratieve recht heet, zou
een fikse lastenverzwaring
voor het apparaat van de Raad
van State tot gevolg hebben.
„Onaanvaardbaar", zei mr. dr.
J. van der Hoeven, voorzitter
van de afdeling rechtspraak,
men kan de taken nu net aan,
meer kan er niet bij. En on
dertussen zit er voor de zich
vermalen voelende burger
niets anders op dan gedwee te
wachten op de uitspraak.
Daar tussendoor speelt dan
nog de omstandigheid dat de
Raad van State een omstreden
besluit van een lagere over
heid in een aantal gevallen al
leen maar toetst, terwijl de in
houdelijke kanten van de zaak
weer bij een andere instantie
thuishoren. Het systeem is
door het streven naar vol
maaktheid volmaakt ondoor
zichtig geworden, en vertoont
ondanks alles juist daardoor
lacunes, constateert de Tel
dersstichting.
Vereenvoudiging
Twee dingen moeten er vol-
eens de samenstellers van
het boekje gebeuren: om te
beginnen een Ingrijpende
vereenvoudiging van het sy
steem zelf, en wat het meest
opvallende is, een soort om
kering van de rechtspraak.
Die vereenvoudiging sou
dan gevonden moeten wor
den in het Instellen van één
rechterlijke macht voor alle
soorten van geschillen, met
administratie-rechterlijke
kamers bij rechtbanken, ge
rechtshoven, en Hoge Raad.
De bezwaarde burger hoeft
dan alleen maar naar 'de
rechter* te stappen; het doen
van een schier wanhopige
keuze uit alle administratie
ve rechtscolleges die er nu
zijn, is dan niet meer nodig.
Hij kan 'op de normale ma
nier* In hoger beroep.
De omkering van de recht
spraak, door bij wetgeving het
systeem zo te veranderen dat
bezwaren en belangen al bij
het maken van de plannen
meegewogen worden, is een o-
peratie die zijn weerga in Ne
derland niet zou kennen. Ook
dan zullen er bezwaren zijn,
maar voordat die op grond van
bestaande opvattingen en wet
geving gewogen en verwerkt
zijn, is het wellicht niet meer
nodig het systeem te verande
ren, omdat er niemand meer
te vinden is die nog in rechts
bescherming gelooft.
ED FIGEE